
201
4 4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
*: Indien aanwezig
Past de helderheid en het verlichte 
gebied van het grootlicht aan op 
basis van de rijsnelheid.
Past de intensiteit van het grootlicht 
tijdens het rijden in bochten aan, 
zodat het gebied in de richting 
waarin de auto draait helderder 
wordt verlicht dan andere gebieden.
Regelt het variabel afgeschermde 
grootlicht zo, dat het gebied rond 
tegenliggers en voorliggers gedeel-
telijk niet wordt verlicht terwijl andere 
gebieden wel verlicht worden door 
het grootlicht.
Het variabel afgeschermde grootlicht helpt 
het zicht naar voren te verbeteren terwijl 
tegenliggers en voorliggers minder worden 
verblind.
Past het stralingsbereik van de dim-
lichten aan in overeenstemming met 
de afstand tot een voorligger.
1Druk op de schakelaar van het 
Adaptive High Beam-systeem.
AHS (Adaptive High 
Beam-systeem)*
Het Adaptive High Beam-systeem 
gebruikt een camerasensor aan de 
bovenzijde van de voorruit om de 
helderheid van de verlichting van 
tegenliggers en voorliggers, 
straatverlichting, enz. te beoorde-
len en, indien nodig, automatisch 
de verspreiding van het licht van 
de koplampen te regelen.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Adaptive High 
Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Adaptive 
High Beam-systeem. Rijd altijd voorzichtig 
en houd hierbij de omgeving in de gaten 
en schakel indien nodig handmatig het 
grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking van 
het Adaptive High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Systeemfuncties
Het Adaptive High 
Beam-systeem activeren
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 201  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

2024-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
2Duw de hendel van u af terwijl de 
lichtschakelaar in de stand   of 
 staat.
Het controlelampje van het AHS gaat bran-
den als het systeem werkt.
■Werkingsvoorwaarden voor het Adap-
tive High Beam-systeem
●Als aan alle onderstaande voorwaarden 
wordt voldaan, wordt het grootlicht automa-
tisch ingeschakeld en werkt het systeem:
• De rijsnelheid is ongeveer 60 km/h of hoger.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
●Als aan alle onderstaande voorwaarden 
wordt voldaan, wordt het variabel afge-
schermde grootlicht ingeschakeld en wordt 
het stralingsbereik van het dimlicht auto-
matisch aangepast, afhankelijk van de 
locatie van tegenliggers en voorliggers:
• De rijsnelheid is ongeveer 60 km/h of 
hoger.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn tegenliggers of voorliggers met 
ingeschakelde koplampen of achterlichten.
●Als aan een van onderstaande voorwaar-
den wordt voldaan, wordt automatisch 
geschakeld van grootlicht of variabel afge-
schermd grootlicht naar dimlicht:
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 60 
km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Er zijn veel tegenliggers en/of voorliggers.
• De positie van tegenliggers of voorliggers 
verandert snel en het grootlicht kan de 
bestuurders van de andere voertuigen ver-
blinden.
■Informatie werking camerasensor
●In de volgende situaties wordt mogelijk niet 
automatisch geschakeld van grootlicht naar 
variabel afgeschermd grootlicht:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht 
opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de 
eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht 
zijn onttrokken als gevolg van een reeks 
bochten, wegafscheidingen of bomen langs 
de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen uit de 
rechter tegemoetkomende rijstrook op een 
brede weg
• Wanneer er tegenliggers of voorliggers met 
uitgeschakelde verlichting zijn
●Er wordt mogelijk niet geschakeld van 
grootlicht naar variabel afgeschermd groot-
licht als een tegenligger wordt gesignaleerd 
die zijn mistlampen aan heeft terwijl de kop-
lampen uit zijn.
●Door de aanwezigheid van huisverlichting, 
straatverlichting, verkeerslichten of verlichte 
billboards en andere reflecterende objecten 
wordt mogelijk geschakeld van grootlicht 
naar variabel afgeschermd grootlicht, wordt 
mogelijk niet geschakeld van grootlicht naar 
variabel afgeschermd grootlicht of wordt het 
niet verlichte gebied mogelijk gewijzigd.
●De volgende factoren kunnen van invloed 
zijn op de reactietijd voor het in- of uitscha-
kelen van het grootlicht of op de snelheid 
waarmee de niet verlichte gebieden veran-
deren:
• De helderheid van koplampen, mistlampen 
en achterlichten van tegenliggers en voor-
liggers
• De beweging en richting van tegenliggers 
en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of 
voorligger slechts aan één kant werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voer-
tuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercen-
tage, bochten, toestand van het wegdek, 
enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid 
bagage
●De regeling van de lichtverspreiding van de 
koplampen kan onverwacht veranderen.
●Fietsen of vergelijkbare objecten worden 
mogelijk niet gesignaleerd.
●In de volgende situaties kan het systeem de 
helderheid van het omgevingslicht mogelijk 
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 202  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

203
4 4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
niet juist signaleren. Hierdoor blijven de 
dimlichten mogelijk branden of gaat het 
grootlicht knipperen of worden voetgangers, 
tegenliggers of voorliggers verblind. Als dat 
het geval is, moet handmatig geschakeld 
worden tussen grootlicht en dimlicht.
• Bij rijden in slecht weer (zware regenval, 
mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
• Als het zicht door de voorruit wordt belem-
merd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
• Als de voorruit gebarsten of beschadigd is
• Als de camerasensor vervormd of vuil is
• Als de temperatuur van de camerasensor 
extreem hoog is
• Als de helderheid van het omgevingslicht 
overeenkomt met die van koplampen, ach-
terlichten of mistlampen
• Als de koplampen of achterlichten van 
tegenliggers of voorliggers zijn uitgescha-
keld, vuil zijn, een andere kleur hebben of 
niet correct zijn afgesteld
• Als de auto wordt geraakt door water, 
sneeuw, stof, enz. van een voorligger
• In gebieden waar lichte en donkere stukken 
elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende 
en dalende wegen wordt gereden, of over 
wegen met een slecht of oneffen wegdek 
(zoals klinkerwegen, grindwegen, enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige 
wegen wordt gereden.
• Als er zich een sterk spiegelend voorwerp, 
zoals een verkeersbord of spiegel, voor de 
auto bevindt
• Als de achterzijde van een voorligger sterk 
spiegelend is, zoals een container op een 
truck
• Als de koplampen van de auto beschadigd 
of vuil zijn, of niet correct zijn afgesteld
• Als de auto naar één kant overhelt door bij-
voorbeeld een lekke band, of aan de achter-
zijde wat lager ligt doordat een aanhangwa-
gen is aangekoppeld, enz.
• Als herhaaldelijk op een abnormale manier 
wordt geschakeld tussen grootlicht en dim-
licht
• Als de bestuurder meent dat het grootlicht 
mogelijk knippert of voetgangers of andere 
bestuurders verblindt
• Als de auto wordt gebruikt in een gebied 
waar men aan de andere kant van de weg 
rijdt. Bijvoorbeeld, een auto bestemd voor 
rechtsrijdend verkeer in een gebied voor 
linksrijdend verkeer of vice versa
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. (Blz. 577)
■Dimlicht inschakelen
Trek de hendel in de oorspronkelijke 
stand.
Het controlelampje van het AHS dooft.
Duw de hendel van u af om het Adaptive 
High Beam-systeem weer in te schakelen.
■Grootlicht inschakelen
Druk op de schakelaar van het Adap-
tive High Beam-systeem.
Het controlelampje van het AHS dooft en het 
controlelampje van het grootlicht gaat bran-
den.
Druk op de schakelaar om het Adaptive High 
Beam-systeem weer in te schakelen.
Handmatig in- en uitschakelen 
van het grootlicht
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 203  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

2124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4-5.Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
Blz. 223
■LTA (Lane Tracing Assist)*
Blz. 230
*: Indien aanwezig
■LDA (Lane Departure Alert met 
stuurregeling)
*
Blz. 239
*: Indien aanwezig
■AHS (Adaptive High Beam-sys-
teem)
*
Blz. 201
*: Indien aanwezig
■AHB (Automatic High Beam)*
Blz. 198
*: Indien aanwezig
■RSA (Road Sign Assist)*
Blz. 273
*: Indien aanwezig
■Dynamic Radar Cruise Control 
met volledig snelheidsbereik
*
Blz. 247
*: Indien aanwezig
■Dynamic Radar Cruise Control*
Blz. 258
*: Indien aanwezig
Twee soorten sensoren, die zich achter 
de grille en de voorruit bevinden, signa-
leren informatie die nodig is voor de 
werking van de ondersteunende syste-
men.
Radarsensor
Camera voor
Toyota Safety Sense*
Toyota Safety Sense bestaat uit de 
volgende ondersteunende syste-
men en draagt bij aan een veilige 
en comfortabele rijervaring:
Ondersteunend systeem
WAARSCHUWING
■Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense is ontworpen om te 
werken met als uitgangspunt dat de 
bestuurder voorzichtig rijdt om te helpen 
de gevolgen van een aanrijding voor de 
inzittenden en de auto te beperken of de 
bestuurder te assisteren onder normale 
rijomstandigheden.
Vertrouw niet blindelings op het systeem, 
aangezien er een grens is aan de mate 
van nauwkeurigheid bij de herkenning en 
de ondersteunende mogelijkheden die dit 
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om 
de omgeving van de auto in de gaten te 
houden en veilig te rijden.
Sensoren
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 212  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

521
8 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Als “Engine Oil Level Low Add or 
Replace” (Motoroliepeil laag. Bijvullen 
of verversen) wordt weergegeven
Het motoroliepeil is laag. Controleer het olie-
peil en vul indien nodig olie bij.
Deze melding kan verschijnen als de auto op 
een helling stilstaat. Plaats de auto op een 
horizontale ondergrond en controleer of de 
melding verdwijnt.
■Als “Engine Stopped Steering Power 
Low” (Motor uitgeschakeld. Weinig 
stuurbekrachtiging.) wordt weergege-
ven
Deze melding wordt weergegeven als de 
motor wordt uitgeschakeld tijdens het rijden.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebrui-
kelijk, houd het dan stevig vast en oefen 
meer kracht uit dan anders.
■Als “Auto Power OFF to Conserve Bat-
tery” (Auto power off-functie ingescha-
keld om accu te sparen) wordt weerge-
geven
Het contact is UIT gezet door de automati-
sche power off-functie. Wanneer de motor de 
volgende keer wordt gestart, moet het motor-
toerental enigszins worden verhoogd en 
gedurende ongeveer 5 minuten op dit niveau 
worden gehandhaafd om de accu op te 
laden.
■Als “Headlight System Malfunction Visit 
Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in de onderstaande 
systemen aanwezig. Laat de auto onmiddel-
lijk nakijken door een erkende Toyota-dealer 
of hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
●De led-koplampen
●De automatische verticale koplampverstel-
ling (indien aanwezig)
●AHS (Adaptive High Beam-systeem) 
(indien aanwezig)
●Automatic High Beam-systeem (indien 
aanwezig)
■Als er een melding wordt weergegeven 
dat er een storing in de camera voor 
aanwezig is
De onderstaande systemen worden mogelijk 
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding 
aangegeven probleem is opgelost. 
(Blz. 221, 511)
●PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien 
aanwezig)
●LTA (Lane Tracing Assist) (indien aanwe-
zig)
●LDA (Lane Departure Alert met stuurrege-
ling) (indien aanwezig)
●AHS (Adaptive High Beam-systeem) 
(indien aanwezig)
●Automatic High Beam-systeem (indien 
aanwezig)
●RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig)
●Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik (indien aanwezig)
●Dynamic Radar Cruise Control (indien 
aanwezig)
■Als “Radar Cruise Control Unavailable 
See Owner's Manual” (Dynamic Radar 
Cruise Control-systeem niet beschik-
baar. Zie handleiding) wordt weergege-
ven (indien aanwezig)
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik of het Dynamic Radar 
Cruise Control-systeem wordt tijdelijk uitge-
schakeld of tot het in de melding aangegeven 
probleem is opgelost. (Oorzaken en oplossin-
gen: Blz. 221)
■Als “Radar Cruise Control Unavailable” 
(Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem niet beschikbaar) wordt weergege-
ven (indien aanwezig)
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik of het Dynamic Radar 
Cruise Control-systeem kan tijdelijk niet wor-
den gebruikt. Gebruik het systeem wanneer 
dit weer beschikbaar is.
■Als er een melding wordt weergegeven 
dat u naar uw erkende Toyota-dealer 
moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven, is 
defect. Laat de auto onmiddellijk nakijken 
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 521  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

551
8 8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het normale reserve-
wiel
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte 
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge 
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik 
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel 
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één 
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte 
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge 
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet 
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem (indien 
aanwezig)
• AHS (Adaptive High Beam-systeem) 
(indien aanwezig)
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien 
aanwezig)
• EPS
• Trailer Sway Control (indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) 
(indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan-
wezig)
• LDA (Lane Departure Alert met stuurre-
geling) (indien aanwezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys-
teem (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien 
aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien 
aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan-
wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan-
wezig)
• S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-
systeem) (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van 
het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een 
compact reservewiel onder de auto is 
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het 
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en dodelijk 
of ernstig letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen 
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 551  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

583
9 9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■AHS (Adaptive High Beam-systeem)*1 (Blz. 201)
*1: Indien aanwezig
*2: De koplampen werken onder de regeling van het Automatic High Beam-systeem. 
(Blz. 198)
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*1 (Blz. 223)
*1: Indien aanwezig
*2: Het systeem wordt iedere keer wanneer het contact AAN wordt gezet automatisch inge-
schakeld.
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke 
voorkeursinstelling
Adaptive High Beam-systeemAanUit*2——O
Afstand tussen een voorligger 
of tegenligger en het variabel 
afgeschermde grootlicht
Breed
Smal
——OStandaard
Rijsnelheid waarbij de helder-
heid en de afstelling van het 
verlichte deel van het grootlicht 
van modus wijzigt
Ongeveer 120 km/
h of hoger
Ongeveer 100 km/h of 
hoger
——OOngeveer 80 km/h of 
hoger
Aanpassen van de intensiteit 
van het grootlicht tijdens het 
rijden in bochten (het gebied in 
de richting waarin de auto 
draait wordt helderder verlicht)
AanUit——O
Aanpassing van het stralings-
bereik van het dimlicht in over-
eenstemming met de afstand 
tot een voorligger of tegenligger
AanUit——O
Regeling verspreiding groot-
licht bij regenAanUit——O
Regeling lichtverspreiding in 
stedelijke gebiedenAanUit——O
FunctiePersoonlijke voorkeursinstelling
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)*2Aan, uit—O—
Afstellen timing waarschuwingVroeg, gemiddeld, laat—O—
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 583  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM 

593Alfabetische index
Alfabetische index
A
Aan audiosysteem 
gekoppelde weergave ....................... 103
Aan navigatiesysteem 
gekoppelde weergave ............... 103, 106
Aan/uit-schakelaar airbag...................... 45
ABS (antiblokkeersysteem) ................. 358
Waarschuwingslampje ...................... 513
ACA (Active Cornering Assist) ............ 358
Accessoireaansluiting ......................... 452
Accu
Accu controleren ............................... 476
Als de accu ontladen is ..................... 557
Voorbereidingen en controles 
bij rijden in de winter ....................... 363
Waarschuwingslampje ...................... 512
Achterklep ............................................. 124
Achterlichten
Lampen vervangen ........................... 497
Lichtschakelaar ................................. 195
Achterruitenwisser ............................... 208
Achterruitverwarming .................. 424, 430
Achterruit ................................... 424, 430
Buitenspiegels ........................... 424, 430
Voorruit ...................................... 424, 429
Achterstoelen ....................................... 143
Hoofdsteunen .................................... 145
Stoelverwarming ............................... 434
Achteruitrijlicht
Lampen vervangen ........................... 497
Actieradius .................................... 101, 102
Active Cornering Assist (ACA)............ 358
Actueel brandstofverbruik................... 101
Adaptive High Beam-systeem ............. 201
Afdekplaat ............................................. 443
Afmetingen............................................ 566
Afstand .................................................. 104
Afstand tot de motorolie moet 
worden ververst ............................. 90, 96
Afstandsbediening
Batterij vervangen ............................. 490
Energiebesparende functie ............... 138
Vergrendelen/ontgrendelen ............... 116Airbags
Aan/uit-schakelaar airbag ................... 45
Airbags................................................ 36
Algemene voorzorgsmaatregelen 
airbags ............................................. 41
De juiste houding achter het stuur ...... 31
Plaats van airbags .............................. 36
Voorwaarden voor activering 
curtain airbags .................................. 38
Voorwaarden voor activering 
side airbags ...................................... 38
Voorwaarden voor activering 
van airbags ....................................... 38
Voorwaarden voor activering van 
de side airbags en curtain airbags ... 38
Voorzorgsmaatregelen airbag 
voor kinderen ................................... 41
Voorzorgsmaatregelen curtain 
airbags ............................................. 41
Voorzorgsmaatregelen side airbags ... 41
Voorzorgsmaatregelen side 
airbags en curtain airbags ................ 41
Waarschuwingslampje SRS.............. 512
Wijzigingen aan en afvoeren 
van airbags ....................................... 43
Airconditioning
Automatische airconditioning ............ 427
Geconcentreerde luchtcirculatiemodus 
voorstoel (S-FLOW-modus) ........... 432
Handmatig bediende airconditioning .. 422
Interieurfilter ...................................... 489
Alarm
Alarm .................................................. 81
Waarschuwingszoemer..................... 511
Alarmknipperlichten ............................ 502
Antennes (Smart entry-systeem 
met startknop) ................................... 137
COROLLA (TMUK)_OM_Europe_OM12Q83E_1_2201.book  Page 593  Wednesday, October 20, 2021  10:58 AM