477
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
PKSB (Parking Suppor t Brake)*
■Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten)
Er worden ultrasoonsensoren gebruikt om bij rijden met een lage snelheid
of achteruitrijden stilstaande objecten, zoals een muur, te signaleren in het
detectiegebied. ( →Blz. 485)
■Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die achterlangs rij-
den) (indien aanwezig)
Er worden radarsensoren achter gebruikt om bij achteruitrijden naderende
auto's in het detectiegebied achter de auto te signaleren. ( →Blz. 489)
∗: Indien aanwezig
Het Parking Support Brake-systeem bestaat uit de volgende functies
die werken bij rijden met een lage snelheid of achteruitrijden, bijvoor-
beeld bij het parkeren. Wanneer het systeem oordeelt dat de kans op
een aanrijding met een object groo t is, wordt er een waarschuwing
geactiveerd om de bestuurder aan te sporen om uit te wijken. Wanneer
het systeem oordeelt dat de kans op een aanrijding met een gesigna-
leerd object zeer groot is, worden de remmen automatisch bekrachtigd
om te helpen een aanrijding te vo orkomen of om de impact van een
aanrijding te helpen verminderen.
PKSB-systeem (Parking Support Brake)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 477 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
4834-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
■Als de Parking Support Brake in werking is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking van de Parking Support Brake, wordt de Par-
king Support Brake uitgeschakeld en gaat het controlelampje PKSB OFF branden. Als
de Parking Support Brake onnodig in werking treedt, kan de remregeling worden
geannuleerd door het rempedaal in te trappen of door ongeveer 2 seconden te wach-
ten totdat deze automatisch wordt geannuleerd. Vervolgens kunt u verder rijden door
het gaspedaal in te trappen.
■ Opnieuw inschakelen van de Parking Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is uitgeschakeld door de werking ervan, kunt u
zelf het systeem weer inschakelen (
→Blz. 478), of het contact UIT en vervolgens
weer AAN zetten.
Bovendien wordt het systeem weer automati sch ingeschakeld en gaat het controle-
lampje PKSB OFF uit, als aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
● De selectiehendel staat in stand P.
● Het obstakel bevindt zich niet langer in de rijrichting van de auto.
● De rijrichting van de auto wijzigt
■ Wanneer “Parking Support Brake Unavai lable” (Parking Support Brake niet
beschikbaar) en “Parking assist unavailable. Clean pa rking assist sensor” (Par-
king Assist niet beschikbaar, reinig Park ing Assist-sensor) op het multi-informa-
tiedisplay worden weergegeven en het controlelampje PKSB OFF knippert
● Mogelijk is een van de sensoren bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Verwij-
der dit van de sensor om te zorgen dat het systeem weer normaal werkt.
Als deze melding na het schoonmaken van de sensor nog steeds wordt weergege-
ven of wordt weergegeven ondanks dat de sensor schoon is, laat uw auto dan con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Mogelijk is de sensor bevroren.
Zodra het ijs smelt, zal het systeem weer normaal werken.
● Mogelijk stroomt er continu water over de sensor.
Als het systeem oordeelt dat de toestand weer normaal is, zal het systeem weer nor-
maal werken.
■ Als een accuklem is losgenom en en weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd. Ri jd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger. Draai daarnaast, bij auto's met Parking Support Brake-functie, als de auto stil-
staat, het stuurwiel geheel naar links en vervolgens geheel naar rechts.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 483 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
4844-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem, omdat dit kan leiden tot een ongeval.
Controleer altijd de omgeving van uw auto tijdens het rijden.
Afhankelijk van de auto en de conditie van de weg, de weersomstandigheden, enz.
werkt het systeem mogelijk niet.
De signaleringsmogelijkheden van sensoren en radars zijn beperkt. Controleer altijd
de omgeving van uw auto tijdens het rijden.
● De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd voorzich-
tig en houd rekening met de omgeving. Het Parking Support Brake-systeem is ont-
worpen om te helpen de ernst van een aanrijding te verminderen. Onder sommige
omstandigheden is het echter mogelijk dat het systeem niet werkt.
● Het Parking Support Brake-systeem is niet ontworpen om de auto volledig tot stil-
stand te brengen. Bovendien is het, zelfs wanneer het systeem de auto tot stilstand
heeft gebracht, noodzakelijk om onmiddellijk het rempedaal in te trappen, omdat de
remregeling na ongeveer 2 seconden wordt uitgeschakeld.
● Het is extreem gevaarlijk om de werking van het systeem te controleren door
opzettelijk met de auto in de richting van een muur, enz. te rijden. Doe dit nooit.
■ Wanneer moet de Parking Supp ort Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de Parking Support Brake uit, omdat het sys-
teem anders mogelijk zelfs werkt als er geen kans op een aanrijding is.
● Bij een controle van de auto op een rollenbank o.i.d.
● Wanneer de auto op een schip, vrachtwagen of ander transportmiddel wordt gela-
den
● Als de wielophanging is gewijzigd of als er een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
● Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto
● Als er uitrusting die een sensor kan hinderen, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
● Als gebruik wordt gemaakt van een wasstraat
● Als de auto niet stabiel functioneert, zoals na een ongeval of tijdens een storing
● Als sportief met de auto wordt gereden of als op onverharde wegen wordt gereden
● Als de banden niet de juiste bandenspanning hebben
● Als de banden zeer versleten zijn
● Wanneer er sneeuwkettingen worden gebruikt, een compact reservewiel is gemon-
teerd of een bandenreparatieset is gebruikt
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 484 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
485
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Parking Suppor t Brake-functie (voor
stilstaande objecten)
*
Deze functie werkt in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in de rij-
richting van de auto een object wordt gesignaleerd.
■Er wordt langzaam gereden en het rempedaal wordt niet of te laat
ingetrapt
∗: Indien aanwezig
Als de sensoren een stilstaand object, zoals een muur, signaleren in de
rijrichting van de auto en het syst eem oordeelt dat zich een aanrijding
voor kan doen doordat de auto plotseling naar voren beweegt doordat
het gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt, wanneer de auto de ver-
keerde kant op rijdt doordat de verkeerde schakelstand wordt geselec-
teerd of tijdens het parkeren of het rijden met een lage snelheid, werkt
het systeem om de gevolgen van een aanrijding met het gesignaleerde
stilstaande object zo veel mogelijk te beperken.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 485 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
4864-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Wanneer het gaspedaal
diep wordt ingetrapt
■Wanneer de auto de verkeerde kan t op rijdt doordat de verkeerde
schakelstand is geselecteerd
→Blz. 456
Soorten sensoren
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 486 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
4874-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
■Voorwaarden voor werking van de Parking Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
De functie werkt als het controlelampje PKSB OFF niet brandt of knippert (
→Blz.
159, 161) en aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
● Begrenzingsregeling hybridesysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of lager.
• Er bevindt zich een stilstaand object in de rijrichting van de auto, op een afstand
van ongeveer 2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden
geremd om een aanrijding te voorkomen.
● Remregeling
• De begrenzingsregeling van het hybridesysteem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er onmiddellijk moet worden geremd om
een aanrijding te voorkomen.
■ Voorwaarden voor het stoppen van de werking van de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
De werking van de functie stopt als aan één van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeling hybridesysteem
• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.
• Het systeem stelt vast dat de aanrijdi ng voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet langer op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m van de auto in de rijrichting van de auto.
● Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgeschakeld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot
stilstand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem- regeling.
• Het statische object bevindt zich niet langer op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m van de auto in de rijrichting van de auto.
■ Detectiebereik van de Parking Support Br ake-functie (voor stilstaande objecten)
Het detectiebereik van de Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten)
verschilt van dat van de Toyota Parking Assist-sensor. (
→Blz. 461)
Daardoor wordt de Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten) mogelijk
niet geactiveerd, ook al signaleert de Toyota Parking Assist-sensor een obstakel en
wordt er een waarschuwing gegeven.
■ Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt
→Blz. 463
■ Situaties waarin het systeem mogelijk werkt, zelfs als er geen kans op een aanrij-
ding is
→Blz. 465
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 487 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
489
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Parking Suppor t Brake-functie (voor
voertuigen die achterlangs rijden)
*
Deze functie treedt in werking in situaties zoals hieronder aangegeven wan-
neer in de rijrichting van de auto een auto wordt gesignaleerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een auto en het rempedaal wordt niet of
te laat ingetrapt
→Blz. 450
∗: Indien aanwezig
Als een radarsensor achter een auto signaleert die van rechts of links
achter nadert en het systeem bepaal t dat een aanrijding waarschijnlijk
is, activeert deze functie de remmen om de kans op een aanrijding met
de naderende auto te verkleinen.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
Soorten sensoren
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 489 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
4954-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Het begeleidingsscherm wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay.Weergave bediening
Geeft de bedrijfsconditie van het Sim-
ple Intelligent Parking Assist-systeem
weer.
Stopweergave
Trap wanneer dit brandt het rempedaal
in en breng de auto direct tot stilstand.
Indicator mate van assistentie
Geeft een statusbalk weer waarop wordt aangegeven hoe ver de auto is verwijderd
van zijn stoppositie/wat de positie is waarbij de ondersteuningsregeling eindigt.
Icoon S-IPA-schakelaar
Wordt weergegeven wanneer de ondersteuningsmodus kan worden gewijzigd en
het systeem kan worden uit- of in geschakeld met de S-IPA-schakelaar.
Weergave automatische bediening van het stuurwiel
Geeft weer wanneer het stuurwiel automatisch wordt bediend.
Weergave Toyota Parking Assist-sensor/weergave portierpositie (open/
dicht)
→Blz. 457
Adviesweergave
Volg de op het display getoonde aanwijzingen op en voer de aangegeven handelin-
gen uit.
In de afbeelding wordt als voorbeeld een display getoond waarop staat aangege-
ven dat het rempedaal moet worden ingetrapt om de rijsnelheid te regelen en dat u
moet controleren of de omgeving veilig is.
Begeleidingsscherm
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 495 Monday, October 11, 2021 9:41 AM