7407-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
■Het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aanduiding TEM-
PORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel. ( →Blz. 776)
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor en -zen-
der, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wordt aangegeven door het
bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u het compacte reservewiel
monteert nadat het waarschuwingslampje voor een lage bandenspanning is gaan
branden, dit lampje blijven branden.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan wanneer
er gereden wordt met de standaardbanden.
■ Als uw auto een lekke voorba nd krijgt op een weg die bedekt is met sneeuw of ijs
(auto's met een compact reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voorwielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reservewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achterzijde afkom-
stig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
1
2
3
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 740 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
7427-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte rese rvewiel (indien aanwezig)
● Houd er rekening mee dat het compacte reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een andere
auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onder uw auto.
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een standaardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en schakel-
handelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
■ Gebruik van het compacte rese rvewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
*: Indien aanwezig
■ Snelheidsbeperking bij gebruik van he t compacte reservewiel (indien aanwe-
zig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een ongeval en dodelijk of
ernstig letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het geree dschap en de krik weer goed zijn opgeborgen
en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwerpen bij een aanrijding
of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
•EPS
• Automatic High Beam
*
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
• LTA (Lane Tracing Assist)
• Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik
*
• Cruise control*• BSM (Blind Spot Monitor)*
• Toyota Parking Assist-sensor*
• S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem)*
• Rear View Monitor-systeem*
• Navigatiesysteem*
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 742 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
7437-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
7
Bij problemen
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over one ffenheden in het wegdek heen als het compacte reser-
vewiel onder de auto gemonteerd is. (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorzichtig bij het rijden over
slechte wegen.
■ Rijden met sneeuwkettingen en het co mpacte reservewiel (indien aanwezig)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedrag in negatieve zin
beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspannings-
sensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi ceerde en uitgeruste deskundige, omdat
de bandenspanningssensoren en -zenders beschadigd kunnen raken als er niet
voorzichtig mee wordt omgegaan.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer bandenreparatievloeistof
is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vervang bij het vervangen van de band de bandenspanningssensor en -zender.
( → Blz. 618)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 743 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
7848-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Instrumentenpaneel (
→Blz. 173)
■Smart entry-systeem met startk nop en afstandsbediening
( →Blz. 193, 201, 207)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Sensorgevoeligheid voor ver-
mindering van de helderheid
van het instrumentenpaneel
afhankelijk van de lichtsterkte
buiten
Standaard-2 - 2––O
Sensorgevoeligheid voor
terugzetten van de helder-
heid van het instrumentenpa-
neel op het oorspronkelijke
niveau afhankelijk van de
lichtsterkte buiten
Standaard-2 - 2––O
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Bedieningssignaal (alarm-
knipperlichten)AanUit–OO
OntgrendelenAlle portieren in één keer ont-
grendelen
Bestuurderspor-tier ontgrende-
len in één keer,
overige portie-
ren in twee keer
–OO
Tijd tot na het ontgrendelen,
zonder dat een portier wordt
geopend, de portieren auto-
matisch weer worden ver-
grendeld
30 seconden
60 seconden
–OO
120 seconden
Waarschuwingszoemer
geopend portier (tijdens het
vergrendelen)
AanUit––O
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 784 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
7868-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Elektrisch bedienbare ruiten (
→Blz. 277)
■Richtingaanwijzerschakelaar ( →Blz. 324)
■Automatische verlichting (→Blz. 333)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Gekoppelde werking aan
mechanische sleutel (ope-
nen)
UitAan––O
Gekoppelde werking aan
mechanische sleutel (sluiten)UitAan––O
Gekoppelde werking aan
afstandsbediening (openen)UitAan––O
Gekoppelde werking aan
afstandsbediening (sluiten)UitAan––O
Mechanische sleutel, koppe-
ling van werking aan
afstandsbediening (zoemer)AanUit––O
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Aantal keren knipperen bij
het veranderen van rijstrook3
Uit
––O5
7
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Gevoeligheid lichtsensorNiveau 0Niveau -2 - 2–OO
Tijd die verstrijkt voordat de
koplampen uitgaan
(Extended Headlight Ligh-
ting)
30 seconden
60 seconden
––O90 seconden
120 seconden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 786 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
7878-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
8
Voertuigspecificaties
■Toyota Parking Assist-sensor* (→Blz. 456)
*: Indien aanwezig
■
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)* ( →Blz. 469)
*: Indien aanwezig
■
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)* ( →Blz. 369)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Toyota Parking Assist-sensorAanUitO––
Detectieafstand van de zij-
sensoren
*Ve r w e gDichtbij––O
Zoemervolume21 - 3O––
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)AanUitO––
Zoemervolume21 - 3O––
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeurs- instelling
Pre-Crash Safety-systeemAanUitO––
WaarschuwingstijdstipGemiddeldVroegO––Laat
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 787 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
798Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
●Het controlelampje van de veiligheidsgordel knippert
Dragen de bestuurder en de voorpassagier hun veiligheidsgordel? (→Blz. 685)
●Het waarschuwingslampje van de parkeerrem brandt
Is de parkeerrem gedeactiveerd? ( →Blz. 325)
Afhankelijk van de situatie klinken er mogelijk ook andere soorten waarschuwingszoe-
mers.
(→ Blz. 681, 692)
●Heeft iemand een portier geopend tijdens het instellen van het alarm?
De sensor signaleert dit en laat het alarm klinken. ( →Blz. 147)
Voer een van de onderstaande handelingen uit om het alarm te deactiveren of uit te
schakelen:
●Ontgrendel de portieren met de instapfunctie (indien aanwezig) of de afstandsbe-
diening.
●Schakel het hybridesysteem in. (Het alarm wordt na enkele seconden gedeacti-
veerd of uitgeschakeld.)
●Bevindt de elektronische sleutel zich in de auto?
Controleer de melding op het multi-informatiedisplay. ( →Blz. 692)
●Wanneer een waarschuwingslampje gaat branden of een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven, raadpleeg dan
Blz. 681, 692.
Tijdens het rijden klinkt een waarschuwingszoemer
Er wordt een alarm geactiveerd en de claxon klinkt
(auto's met alarmsysteem)
Bij het verlaten van de auto klinkt een waarschuwingszoemer
Er gaat een waarschuwingslamp je branden of er wordt een
waarschuwingsmelding weergegeven
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 798 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
801Alfabetische index
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720EAlarmknipperlichten ................ 670
Antenne
Smart entry-systeem met startknop ...................... 207
Antiblokkeersysteem
(ABS) ...................................... 532 Functie .................................. 532
Waarschuwingslampje .......... 682
Antidiefstalsysteem Alarm..................................... 147
Inbraaksensor ....................... 151
Startblokkering ...................... 130
Supervergrendeling............... 145
Audio-ingang
*
Audiosysteem*
Automatic High Beam ............. 338
Automatische airconditioning
Automatische airconditioning .................... 548
Climate Preference
(klimaatvoorkeur) ................ 551
Interieurfilter .......................... 637
Automatische verlichting ........ 336
Automatische verticale
koplampverstelling................ 337 Baby- en kinderzitjes................. 59
Met een bevestigingspunt
voor de bovenste gordel ....... 95
Plaatsingsmethode baby- of kinderzitje ............... 90
Punten om rekening mee te houden ..................... 60
Rijden met kinderen in
de auto ................................. 58
Vastgezet met een onderste ISOfix-bevestigingspunt ....... 93
Vastgezet met een
veiligheidsgordel................... 91
Bagageafdekking ..................... 570
Bagagehaken ........................... 566
Banden ..................................... 616 Als uw auto een lekke band heeft .................. 699, 729
Bandenmaat ......................... 776
Bandenspanning ................... 632
Bandenspannings- waarschuwingssysteem ..... 618
Controle ................................ 616
Reservewiel .................. 729, 776
Sneeuwkettingen .................. 545
Vervangen ............................ 729
Waarschuwingslampje .......... 686
Winterbanden ....................... 543
Wisselen van banden ........... 617
Bandenspanning
Onderhoudsgegevens .......... 776
Waarschuwingslampje .......... 686
B
*: Raadpleeg voor auto's met een navigatie-/multimediasysteem de handleiding voor het navigatie-/multimediasysteem of de
handleiding voor het multimediasysteem.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 801 Monday, October 11, 2021 9:41 AM