5304-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
WAARSCHUWING
●De sensoren werken in de volgende situaties mogelijk niet goed, wat een ongeval
tot gevolg kan hebben. Rijd met de nodige voorzichtigheid.
• Obstakels aan de zijkant kunnen niet worden gesignaleerd totdat de scan van
de zijkanten is voltooid. ( →Blz. 463)
• Zelfs nadat de scan van de zijkanten is voltooid, kunnen obstakels zoals andere voertuigen, mensen of dieren die vanaf opzij naderen niet worden gesignaleerd.
• De sensor is bevroren (zodra de sens or ontdooit, zal het systeem weer normaal
werken).
Er wordt mogelijk een waarschuwingsmelding weergegeven bij zeer lage tem-
peraturen doordat de sensor is bevror en en hij daardoor mogelijk geen gepar-
keerde auto's signaleert.
• De sensor wordt geblokkeerd door iemands hand.
• De auto staat erg schuin.
• Bij extreem hoge of lage temperaturen.
• Er wordt gereden op een golvende weg, helling, grindweg, in een gebied waar
het gras hoog is, enz.
• Er bevindt zich een bron van ultrasoongolven in de buurt, zoals een claxon of sensoren van een ander voertuig, de motor van een motorfiets of de luchtrem-
men van een groot voertuig.
• Zware regenval of een andere oorzaak w aardoor er te veel water op uw auto
terechtkomt.
• De hoek van de sensor wijkt mogelijk af wanneer de ondersteuningsregeling start, zelfs wanneer er een geparkeerde auto op de beoogde parkeerplaats
staat. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekw alificeerde en uitgeruste deskundige.
• Monteer geen accessoires binnen het detectiegebied van de sensor.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 530 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
5464-6. Rijtips
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, wat kan leiden tot een
ongeval met dodelijk of ernstig letsel tot gevolg.
● Gebruik winterbanden met de voorgeschreven maat.
● Zorg ervoor dat de bandenspanning aan de specificatie voldoet.
● Rijd niet harder dan de toegestane snelheid of harder dan de snelheidslimiet die
geldt voor de gebruikte winterbanden.
● Monteer winterbanden op alle wielen.
■ Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Anders kunnen een aanrijding en dodelijk of ernstig letsel het gevolg zijn.
● Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte sneeuw-
kettingen of niet harder dan 50 km/h, afhankelijk van welke snelheid de laagste is.
● Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en schakel-
handelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
● Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, dat u zeker weet
dat de auto bestuurbaar blijft.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winterbanden
Laat winterbanden repareren of vervangen door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behor en gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft namelijk invloed op de werking
van de bandenspanningssensoren en -zenders.
■ Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, werken de bandenspanningssensoren en -
zenders mogelijk niet goed.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 546 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
5836-1. Onderhoud en verzorging
6
Onderhoud en verzorging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
WAARSCHUWING
■Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte komt. Anders kunnen de elektrische com-
ponenten, enz. vlam vatten.
■ Bij het wassen van de voorruit
● Wanneer een natte doek of iets dergelijks in de buurt van de regensensor wordt
gehouden
● Als iets tegen de voorruit stoot
● Als u het regensensorhuis aanraakt of als iets in aanraking komt met de regensen-
sor
■ Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaatpijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaatpijp niet aan totdat deze voldoende is afge-
koeld, aangezien het aanraken van een hete uitlaatpijp brandwonden kan veroorza-
ken.
■ Voorzorgsmaatregelen met betrekking to t de achterbumper met de Blind Spot
Monitor (indien aanwezig)
Als de lak van de achterbumper is geschilferd of bekrast, kan een storing optreden in
het systeem. Neem, als dit gebeurt, contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand
OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in de stand
AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in de
volgende gevallen onverwacht in werking tre-
den. Hierdoor kunnen uw handen bekneld
raken en kunt u ernstig letsel oplopen, en hier-
door kunnen de ruitenwisserbladen bescha-
digd raken.
● Wanneer het bovenste deel van de voorruit
waar de regensensor is geplaatst met de
hand wordt aangeraakt
Uit
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 583 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
6186-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders om een lage ban-
denspanning te signaleren voordat deze tot problemen leidt.
Als de bandenspanning onder een bepaalde waarde komt, wordt de bestuur-
der door middel van een waarschuwingslampje gewaarschuwd. (→Blz. 686)
◆Plaatsen van bandenspanningssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspanningssen-
soren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssensoren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze componenten worden geregis-
treerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-ECU en moet het
bandenspanningswaarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd. Laat de
identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zenders registre-
ren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. ( →Blz. 620)
◆Initialiseren van het bandenspanningswaarschuwingssysteem
Wanneer van bandenmaat wordt gewisseld, moet het bandenspannings-
waarschuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning beschouwd.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 618 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
6206-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
◆Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en -zenders zijn voorzien van een unieke
identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspanningssensor en -
zender is het noodzakelijk om de identificatiecode te registreren. Laat de
identificatiecodes registreren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
● De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
● De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of barsten die zo
diep zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt en bulten die duiden op een interne
beschadiging
● Een band vaak leegloopt of niet goed kan worden gerepareerd vanwege de grootte
of plaats van de beschadiging.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste deskundige als u er niet zeker van
bent.
■ Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspanningssensor en -zender niet is geregis-
treerd, werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet correct. Na ongeveer
10 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage bandenspanning gedurende 1
minuut knipperen en het blijft daarna branden om aan te geven dat er een storing in
het systeem aanwezig is.
■ Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalificeerd werkplaatsperso-
neel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauwelijks met de banden is gereden en
de banden niet beschadigd lijken te zijn.
■ Periodieke controle van de bandenspanning
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf regelmatig de bandenspanning.
■ Als de profieldiepte van winterbanden minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 620 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
6216-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
6
Onderhoud en verzorging
■Situaties waarin het bandenspanning swaarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
● Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenkomt met de OE-
specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische signalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspanningssensor en -zender zijn gebruikt.
• Als de identificatiecode op de bandenspanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-ECU.
● In de volgende situaties kunnen de prestaties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radio-
zender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radiogolven of elek-
tromagnetische velden aanwezig zijn
• Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoon of een ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt
● Wanneer de auto geparkeerd is, kan het l anger duren voordat de waarschuwing ver-
schijnt of verdwijnt.
● Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 621 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
6226-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
De initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden koud zijn bij de initialisatie en bij het aanpas-
sen van de bandenspanning.
● Als u het contact tijdens de initialisatie per ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de resettoets in te drukken, omdat de initialisatie automatisch herstart
wordt wanneer het contact de volgende keer AAN wordt gezet.
● Als u per ongeluk de resettoets indrukt wanneer initialiseren niet nodig is, breng de
banden dan op de juiste spanning wanneer ze koud zijn en voer opnieuw de initiali-
satie uit.
■ Waarschuwingen bandenspan ningswaarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het bandenspanningswaarschuwingssysteem is
gebaseerd op de omstandigheden waaronder het systeem geïnitialiseerd is. Daarom
laat het systeem mogelijk zelfs een waarschuwing zien wanneer de bandenspanning
niet laag genoeg is of wanneer de druk hoger is dan de druk die was ingesteld tijdens
het initialiseren van het systeem.
■ Als de initialisatie van het bandensp anningswaarschuwingssysteem niet vol-
tooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in enkele minuten. In de volgende gevallen wor-
den de instellingen echter niet opgeslagen en zal het systeem niet goed werken. Laat,
als herhaalde pogingen de bandenspanning op te slaan mislukken, de auto zo snel
mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Als het systeem wordt geïnitialiseerd, knippert het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning niet 3 keer en verschijnt de melding voor het instellen niet op het multi-
informatiedisplay.
● Nadat er na de initialisatie gedurende een bepaalde tijd gereden is, gaat het waar-
schuwingslampje branden nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd.
■ Registreren van identificatiecodes
De identificatiecodes van de bandenspanningssensoren en -zenders van twee sets
banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de normale banden als de winterbanden vooraf
zijn geregistreerd, is het niet nodig om de identificatiecodes te registreren wanneer de
normale banden worden vervangen door winterbanden.
Neem voor meer informatie over het wijzigen van identificatiecodes contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 622 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
6316-3. Zelf uit te voeren onderhoud
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
6
Onderhoud en verzorging
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssensoren, -zen-
ders en ventieldopjes
● Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspannings-
sensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
omdat de bandenspanningssensoren en -zenders beschadigd kunnen raken als er
niet voorzichtig mee wordt omgegaan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ventieldopjes
niet geplaatst worden, dan kan er water in de bandenspanningssensoren terecht-
komen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Vervang ventieldopjes alleen door het voorgeschreven type ventieldopje.
Anders kunnen de dopjes vast komen te zitten.
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de bandenspanning
tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermindert. Bovendien kun-
nen de banden zelf en de velgen en carrosserie beschadigd raken bij het rijden over
onverharde wegen.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer bandenreparatievloeistof
is gebruikt zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Vervang na het gebruik van bandenreparatievloeistof de bandenspanningssensor en
-zender wanneer de band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 618)
■ Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunnen de banden en/of
velgen ernstig beschadigd raken.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 631 Monday, October 11, 2021 9:41 AM