Page 329 of 568

329
6
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Als het sproeierreservoir op 1/2 staat,
vul dan ruitensproeiervloeistof bij.
WAARSCHUWING
●Voorkom dat ogen, huid of kleren in
contact komen met de elektrolyt.
●Adem of slik nooit elektrolyt in.
●Gebruik een veiligheidsbril als u bij de
accu bezig bent.
●Houd kinderen uit de buurt van de accu.
■Een veilige plaats voor het opladen
van de accu
Laad de accu altijd op in een open ruimte.
Laad de accu niet op in een garage of in
een afgesloten ruimte waar onvoldoende
ventilatie is.
■Noodmaatregelen met betrekking tot
elektrolyt
●Als er elektrolyt in uw ogen terechtkomt
Spoel de ogen minstens 15 minuten met
water en schakel direct medische hulp
in. Blijf zo mogelijk water met een spons
of doek op de ogen deppen, terwijl u
naar een arts of het ziekenhuis gaat.
●Als er elektrolyt op uw huid terechtkomt
Was de huid zorgvuldig met veel water.
Als het pijn doet of brandt, roept u
meteen medische hulp in.
●Als er elektrolyt op uw kleding terecht-
komt
De elektrolyt kan via de kleding op uw
huid terechtkomen. Trek onmiddellijk de
kleding uit en volg, indien nodig, de pro-
cedure zoals hierboven beschreven.
●Als u per ongeluk elektrolyt binnenkrijgt
Drink zo veel mogelijk water of melk.
Schakel zo snel mogelijk medische hulp
in.
■Accukabels van de accu losnemen
Neem de negatieve (-) accupool niet los
van de carrosseriezijde. De losgenomen
negatieve (-) accupool kan in contact
komen met de positieve (+) accupool,
waardoor ernstig lets el als gevolg van een
kortsluiting kan ontstaan.
OPMERKING
■Bij het opladen van de accu
Probeer de accu nooit op te laden bij
draaiende motor. Controleer ook of alle
accessoires zijn uitgeschakeld.
Bijvullen van
ruitensproeiervloeistof
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de
motor draait of nog niet is afgekoeld. Rui-
tensproeiervloeistof bevat alcohol en kan
vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met rui-
tensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw
auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen rui-
tensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeiervloei-
stof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien
nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven tempe-
raturen voor de juiste mengverhouding.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 329 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 330 of 568

330
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Controleer of de slijtage-indicatoren op
de banden te zien zijn. Controleer de
banden tevens op ongelijkmatige slij-
tage, zoals overmatige slijtage aan een
zijde van het loopvlak.
Controleer de staat en de bandenspan-
ning van het reservewiel ook als het
niet gebruikt wordt.Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt
aangegeven met de tekst TWI of de indicatie op de wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicatoren
te zien zijn.
■Wanneer moeten banden worden ver-
vangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een
band.
●De banden beschadigingen vertonen,
zoals insnijdingen, scheuren of barsten die
zo diep zijn dat het binnenmateriaal zicht-
baar wordt en bulten die duiden op een
interne beschadiging
●Een band vaak leegloopt of niet goed kan
worden gerepareerd vanwege de grootte
of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als u er niet zeker van bent.
■Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten
altijd door gekwalificeerd werkplaatsperso-
neel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of
nauwelijks met de banden is gereden en de
banden niet beschadigd lijken te zijn.
■Brede banden (16 en 17 inch banden)
In het algemeen slijten brede banden eerder
en kan de grip op besneeuwde en/of gladde
wegen beperkt zijn in vergelijking met stan-
daard banden. Gebruik daarom winterban-
den op besneeuwde en/of gladde wegen en
rijd voorzichtig waarbij u uw snelheid aanpast
aan de toestand van de weg en de weersom-
standigheden.
■Als de profieldiepte van winterbanden
minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de
winterbanden verloren.
■Controle van de ventielen
Controleer bij het vervangen van de banden
de ventielen op vervorming, scheuren of
andere beschadigingen.
Banden
Vervang of verwissel banden
afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 330 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 331 of 568

331
6
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Wissel de banden zoals aangegeven in
de afbeelding.
Auto's zonder een volwaardig reser-
vewielVo o r
WAARSCHUWING
■Bij het controleren of vervangen van
de banden
Houd u aan de volgende voorzorgsmaat-
regelen om ongevallen te voorkomen.
Het niet in acht nemen van deze voor-
zorgsmaatregelen, kan schade aan de
aandrijflijn veroorzaken en gevaarlijke rij-
eigenschappen tot gevolg hebben, waar-
door een ongeval met ernstig letsel kan
ontstaan.
●Gebruik geen banden van verschil-
lende merken, types of profielen.
Gebruik ook geen banden met duidelijk
verschillende slijtagepatronen door
elkaar.
●Gebruik uitsluitend de door Toyota voor-
geschreven bandenmaat.
●Gebruik geen verschillende soorten
banden (radiaalbanden, gordelbanden
met diagonaalkarkas en diagonaalban-
den) door elkaar.
●Gebruik geen zomer-, all-season- en
winterbanden door elkaar.
●Gebruik nooit banden onder uw auto die
zijn gebruikt onder een andere auto.
Door het gebruik van banden waarvan
het verleden onbekend is, loopt u extra
risico.
OPMERKING
■Brede banden (16 en 17 inch banden)
Het gebruik van brede banden kan leiden
tot meer schade aan de velg bij het rijden
op een slecht wegdek. Let daarom goed
op de volgende punten:
●Zorg ervoor dat de banden de juiste
spanning hebben. Bij een te lage ban-
denspanning zullen de banden sneller
beschadigd raken.
●Rijd niet door diepe gaten of tegen hoge
of scherpe voorwerpen aan of erover-
heen. Anders kunnen de banden en vel-
gen ernstig beschadigd raken.
■Als tijdens het rijden in elke band een
te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te
laag is, anders kunnen de banden en/of
velgen ernstig beschadigd raken.
■Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over
onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben moge-
lijk een verlaging van de bandenspanning
tot gevolg, waardoor de verende werking
van de banden vermindert. Bovendien
kunnen de banden zelf en de velgen en
carrosserie beschadigd raken bij het rijden
over onverharde wegen.
Wisselen van banden
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 331 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 332 of 568

332
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Auto's met een volwaardig reserve-
wiel
Vo o r
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer
elke 10.000 km van plaats te wisselen om
een gelijkmatig slijtagepatroon en een lan-
gere levensduur van de banden te verkrij-
gen.
Vergeet bij het wisselen van voor- en achter-
banden met een verschillende bandenspan-
ning niet om na het wisselen het
bandenspanningswaarschuwi ngssysteem te
initialiseren.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage
bandenspanning te signaleren voordat
deze tot problemen leidt.
Het bandenspanningswaarschuwings-
systeem van deze auto kent 2 verschil-
lende soorten waarschuwingen.
Wanneer “Adjust Pressure” (breng
banden op spanning) wordt weerge-
geven (normale waarschuwing)
Er wordt een waarschuwing gegeven mid-
dels het waarschuwingslampje lage banden-
spanning en een waarschuwingszoemer
wanneer de bandenspanning mogelijk te
laag is als gevolg van het natuurlijk weglek-
ken van lucht alsmede bij wijzigingen in de
bandenspanning overeenkomstig de buiten-
temperatuur. (Oplossingen: →Blz. 375, 417)
Wanneer “Immediately Check tire
when Safe” (controleer de band
onmiddellijk wanneer dit veilig kan)
wordt weergegeven (noodwaarschu-
wing)
Er wordt een waarschuwing gegeven mid-
dels het waarschuwingslampje lage banden-
spanning en een waarschuwingszoemer
wanneer de bandenspanning plotseling te
laag is. (Oplossingen: →Blz. 379, 389)
Het systeem kan echter mogelijk geen plot-
selinge klapband e.d. signaleren.
De door het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem gesignaleerde ban-
denspanning kan op het multi-
informatiedisplay worden weergege-
ven.
De eenheid kan worden gewijzigd.
■Wijzigen van de eenheid
1 Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet de motor uit.
De eenheid kan niet worden gewijzigd wan-
neer de auto rijdt.
2 Zet het contact AAN.
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 332 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 333 of 568

333
6
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
3Druk op / (verticaal display)
of / (horizontaal display)
van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer
.
4 Druk op / (verticaal display)
of / (horizontaal display) om
“Vehicle Settings” (voertuiginstellin-
gen) te selecteren en houd vervol-
gens ingedrukt.
5 Druk op / om “TPWS set-
ting” (instelling TPWS) te selecteren
en druk vervolgens op .
6 Druk op / om “Setting Unit”
(eenheid instellen) te selecteren.
7 Druk op / om de gewenste
eenheid te selecteren en druk ver-
volgens op .
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Bandenspanning
●Nadat met de startknop stand AAN gese-
lecteerd is, kan het enkele minuten duren
voordat de bandenspanning wordt weerge-
geven. Het kan ook enkele minuten duren
voordat de bandenspanning wordt weerge-
geven nadat de banden op spanning zijn
gebracht.
●De bandenspanning verandert met de tem-
peratuur. De weergegeven waarden kun-
nen verschillen van de waarden die met
andere bandenspanningmeters worden
gemeten.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningsw aarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de OE-
specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu- nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings- sensoren en -zenders worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of
elektromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u
draagt.
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het
langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 333 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 334 of 568

334
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de rijomstandigheden. Daarom laat
het systeem mogelijk zelfs een waarschu-
wing zien wanneer de bandenspanning niet
laag genoeg is of wanneer de druk hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het ini-
tialiseren van het systeem.
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze
componenten worden geregistreerd in
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
worden geïnitialis eerd. Laat de identifi-
catiecodes van de bandenspannings-
sensoren en -zenders registreren door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. ( →Blz. 336)
■Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd,
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Verwisselen van voor- en achterwie-
len met een verschillende banden-
spanning.
Plaatsen van
bandenspanningssensoren en
-zenders
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren, -
zenders en ventieldopjes
●Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige omdat de bandenspan-
ningssensoren en -zenders beschadigd
kunnen raken als er niet voorzichtig
mee wordt omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de ven-
tielen aan te brengen. Als de ventieldop-
jes niet geplaatst worden, dan kan er
water in de bandenspanningssensoren
terechtkomen en kunnen ze vast gaan
zitten.
●Vervang ventieldopjes alleen door het
voorgeschreven type ventieldopje. De
dop kan anders vast gaan zitten.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het vervangen
van de band de bandenspanningssensor
en -zender. ( →Blz. 334)
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 334 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 335 of 568

335
6
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Als de bandenmaat wordt aange-
past.
Als de bandenspanning wordt gewij-
zigd (bijvoorbeeld wanneer de rij-
snelheid of de belading verandert).
Wisselen tussen twee sets geregis-
treerde wielen.
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1 Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet de motor uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. ( →Blz. 417)
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Zet het contact AAN.
4 Druk op / (verticaal display)
of / (horizontaal display)
van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel en selecteer
.
5 Druk op / (verticaal display)
of / (horizontaal display) om
“Vehicle Settings” (voertuiginstellin-
gen) te selecteren en houd vervol-
gens ingedrukt. 6
Druk op / om “TPWS set-
ting” (instelling TPWS) te selecteren
en druk vervolgens op .
7 Druk op / om “Setting Pres-
sure” (druk instellen) te selecteren.
Houd vervolgens ingedrukt tot
het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning 3 keer knippert.
Vervolgens wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay. -- wordt
op het multi-informatiedisplay weergegeven
voor de bandenspanning van elke band ter-
wijl de initialisatie wordt uitgevoerd.
8Rijd rechtuit (met zo min mogelijk
bochten naar links en rechts) met
een snelheid van ten minste onge-
veer 40 km/h gedurende ongeveer
10 tot 30 minuten.
De initialisatie is vo ltooid als de positie van
elke band is bepaald en de bandenspanning
van elke band wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay. De initialisatie duurt
in bepaalde gevallen mogelijk langer dan
ongeveer 1 uur, bijvoorbeeld wanneer de
auto gedurende langere tijd heeft stilgestaan
voor verkeerslichten, enz. ( →Blz. 337)
■Initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden
koud zijn bij de initialisatie en bij het aan-
passen van de bandenspanning.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 335 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 336 of 568

336
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
●Als u het contact tijdens de initialisatie per
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de resettoets in te drukken,
omdat de initialisatie automatisch herstart
wordt wanneer het contact de volgende
keer AAN wordt gezet.
●Als u per ongeluk de resettoets indrukt
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer opnieuw de initi-
alisatie uit.
●Als tijdens het bepalen van de positie van
elke band, waarbij de bandenspanningen
niet worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay, de spanning in een band
daalt, gaat het waarschuwingslampje lage
bandenspanning branden.
■Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem niet goed is geïnitiali-
seerd
●In de onderstaande situaties duurt het vol-
tooien van de initialisatie mogelijk langer
dan gebruikelijk of is initialisatie niet moge-
lijk. (Normaal gesproken moet er gedu-
rende ongeveer 10 tot 30 minuten met de
auto worden gereden om de initialisatie te
voltooien.) Rijd nog een poosje door als de
initialisatie na ongeveer 30 minuten nog
niet is voltooid.
• Het voltooien van de initialisatie duurt mogelijk langer als er met de auto over een
onverharde weg wordt gereden.
• Als er tijdens de initialisatie achteruit wordt gereden, worden de tijdens de initialisatie
verzamelde gegevens gewist en duurt het
langer dan gebruikelijk voordat de initiali-
satie is voltooid.
• Als er met de auto in druk verkeer wordt gereden of in een andere situatie waarbij
andere auto's vlakbij u rijden, duurt het
mogelijk een poosje voordat het systeem
de bandenspanningssensoren en -zenders
van uw auto herkent.
Parkeer de auto op een veilige plaats gedu-
rende ongeveer 20 minuten als de initialisatie
na ongeveer 1 uur rijden niet is voltooid en
rijd vervolgens nogmaals met de auto.
●In de volgende situaties wordt de initialisa-
tie niet gestart of is de initialisatie niet goed
voltooid en werkt het systeem niet goed.
Voer de initialisatieprocedure nogmaals
uit.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning niet 3 keer knippert wanneer
wordt geprobeerd om de initialisatie te
starten.
• Als het waarschuwingslampje lage ban- denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den wanneer er na de initialisatie gedu-
rende ongeveer 20 minuten met de auto is
gereden.
●Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de initialisatie
niet kan worden voltooid na het uitvoeren
van de bovenstaande procedure.
De bandenspanningssensoren en -zen-
ders zijn voorzien van een unieke iden-
tificatiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren.
De identificatiecodes kunnen worden
geregistreerd via van het multi-
informatiedisplay.
WAARSCHUWING
■Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Initialiseer het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem niet zonder eerst de
banden op de voorgeschreven spanning te
brengen. Anders kan het voorkomen dat
het waarschuwingslampje voor de lage
bandenspanning niet gaat branden terwijl
de bandenspanning te laag is, of wel gaat
branden terwijl de bandenspanning in orde
is.
Registreren van
identificatiecodes
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 336 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM