Page 145 of 568

145
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
2Activeer de parkeerrem.
(→Blz. 171)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3 Zet de selectiehendel in stand N.
(→Blz. 168)
Zet de auto bij het parkeren op een helling in
de 1e versnelling of de achteruit en plaats
indien nodig wielblokken.
4 Zet het contact UIT om de motor uit
te zetten.
5 Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
6 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
Multidrive CVT
1 Activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in stand D.
2 Trap het gaspedaal geleidelijk in.
3 Deactiveer de parkeerrem.
Handgeschakelde transmissie
1 Activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in de 1e versnelling.
2 Trap het gaspedaal een beetje in en
laat tegelijkertijd het koppelingspe-
daal geleidelijk opkomen.
3 Deactiveer de parkeerrem.
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
■Motortoerental tijdens het rijden (auto's
met Multidrive CVT)
In de volgende gevallen kan het motortoeren-
tal tijdens het rijden te hoog oplopen. Dit is
het gevolg van automatisch op- of terugscha-
kelen, al naar gelang de rijomstandigheden.
Het duidt niet op plotseling accelereren.
●Het systeem signaleert dat de auto een
helling op of af rijdt
●Als het gaspedaal wordt losgelaten
●Als het rempedaal wordt ingetrapt terwijl
de POWER-modus is geselecteerd
■Beperken van het motorvermogen
(Brake Override-systeem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het
motorvermogen mogelijk beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay ter-
wijl het systeem in werking is.
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling [auto's met Multidrive CVT])
●Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt, wordt het motorver-
mogen mogelijk beperkt.
• Wanneer de selectiehendel van R in D, van D in R, van N in R, van P in D of van P
in R wordt gezet (D omvat M) terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het multi-
informatiedisplay. Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzing op.
• Wanneer het gaspedaal te diep wordt inge- trapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 145 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 146 of 568

146
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
●Wanneer de wegrijregeling wordt geacti-
veerd, heeft uw auto mogelijk moeite met
het wegrijden in modder of op verse
sneeuw. Deactiveer in zo'n geval de TRC
(→ Blz. 268) om de wegrijregeling uit te
schakelen, zodat de auto gemakkelijker
wegrijdt in modder of op verse sneeuw.
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen. (alleen
auto's met trekhaakpakket)
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
• Rijd niet langdurig met een constante snel- heid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. ( →Blz. 413)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
■Bij het starten van de auto (auto's
met Multidrive CVT)
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als de
auto stilstaat en de motor draait. Dit voor-
komt kruipen van de auto.
■Tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt,
blindelings het gas- en rempedaal kunt
vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rem- pedaal het gaspedaal intrapt, zal de
auto onverwacht accelereren, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedienen van
de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de
pedalen altijd goed kunt bedienen.
• Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u rem-
en gaspedaal goed bedienen.
• Trap het rempedaal met uw rechtervoet in. Wanneer u het rempedaal met uw
linkervoet intrapt, kan in een noodgeval
uw reactie vertraagd worden, waardoor
een ongeval kan ontstaan.
●Rijd niet met de auto over licht ontvlam-
bare materialen en parkeer de auto ook
niet in de buurt van dergelijke materia-
len.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen
kunnen zeer heet worden. Deze hete
onderdelen kunnen brand veroorzaken
als er licht ontvlambaar materiaal aan-
wezig is.
●Zet de motor niet uit tijdens het rijden.
Door de motor tijdens het rijden uit te
zetten, verliest u niet de controle over
het stuurwiel of de remmen, maar werkt
de bekrachtiging van deze systemen
niet meer. Hierdoor zullen het remmen
en sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
In geval van nood echter, bijvoorbeeld
als de auto onmogelijk op de normale
manier tot stilstand kan worden
gebracht: → Blz. 360
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 146 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 147 of 568

147
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
●Rem bij het afdalen van een steile hel-
ling af op de motor (terugschakelen) om
een veilige snelheid aan te kunnen hou-
den.
Het continu gebruiken van de remmen
kan leiden tot oververhitting en een ver-
minderde remwerking. (→Blz. 164, 168)
●Verstel het stuurwiel, de stoel en de bin-
nen- en buitenspiegels niet tijdens het
rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen.
●Controleer altijd of alle passagiers hun
armen, hoofd en andere lichaamsdelen
binnen de auto houden.
■Rijden op glad wegdek
●Door plotseling remmen, accelereren en
sturen kunnen de banden hun grip ver-
liezen, met controleverlies tot gevolg.
●Door plotseling accelereren, afremmen
op de motor als gevolg van schakelen,
of wijzigingen in het motortoerental kan
de auto in een slip raken.
●Trap, nadat u door een plas bent gere-
den, het rempedaal lichtjes in om ervoor
te zorgen dat de remmen goed werken.
Door natte remblokken kan de remwer-
king afnemen. Remmen die aan één
kant van de auto nat zijn en niet goed
werken, kunnen de besturing bemoeilij-
ken.
■Bedienen van de selectiehendel
●Auto's met Multidrive CVT: Laat de auto
niet achteruit rollen als een van de voor-
uitversnellingen is ingeschakeld of voor-
uit rollen terwijl de selectiehendel in
stand R staat.
Als dat wel gebeurt, kan de motor
afslaan of kan de remwerking of de
besturing in negatieve zin worden beïn-
vloed, waardoor een ongeval of schade
aan de auto kan ontstaan.
●Auto's met Multidrive CVT: Zet de selec-
tiehendel nooit in stand P terwijl de auto
nog rijdt.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het voor-
uitrijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het achter-
uitrijden niet in een vooruitversnelling.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het rijden
niet in stand N. Als u dat wel doet, wordt
de verbinding tussen de motor en de
transmissie verbroken. Als de transmis-
sie in stand N staat, is afremmen op de
motor niet mogelijk.
●Auto's met Multidrive CVT: Zet de selec-
tiehendel niet in een andere stand als
het gaspedaal is ingetrapt. Als de selec-
tiehendel in een andere stand dan P of
N wordt gezet, kan de auto onverwacht
snel accelereren, waardoor een ongeval
en ernstig letsel kunnen ontstaan.
■Als u een piepend of krassend geluid
hoort (remblokslijtage-indicatoren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakij-
ken en indien nodig vervangen door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
De remschijven kunnen beschadigd raken
als de remblokken niet op tijd worden ver-
vangen.
Het rijden met een auto waarvan de rem-
blokken en/of de remschijven de slijtageli-
miet hebben overschreden, is gevaarlijk.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 147 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 148 of 568

148
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
■Bij stilstaande auto
●Laat de motor niet met te veel toeren
draaien.
Als de transmissie in een andere stand
dan P (Multidrive CVT) of N staat, kan
de auto onverwachts accelereren, waar-
door er een aanrijding kan ontstaan.
●Auto's met Multidrive CVT: Voorkom het
ontstaan van ongelukken door het weg-
rollen van de auto en houd het rempe-
daal altijd ingetrapt als de motor draait,
activeer indien nodig de parkeerrem.
●Voorkom voor- of achteruitrollen van de
auto bij stoppen op een helling, waar-
door een ongeval kan ontstaan: trap
altijd het rempedaal in en activeer de
parkeerrem indien nodig.
●Voorkom dat de motor met een te hoog
toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental
draait terwijl de auto stilstaat, kan het
uitlaatsysteem oververhit raken, het-
geen brand kan veroorzaken als er
brandbaar materiaal aanwezig is.
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuitbus-
sen of blikken frisdrank in de auto liggen
als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillenglazen en
kunststof monturen kunnen vervormen
of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten, waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof
kortsluiting in de elektrische componen-
ten van de auto veroorzaken.
●Laat geen aanstekers achter in de auto.
Als een aansteker in het dashboard-
kastje of op de vloer ligt, kan deze per
ongeluk gaan branden als er bagage
wordt geplaatst of een stoel wordt afge-
steld en brand veroorzaken.
●Plak geen parkeerschijven op de voor-
ruit of andere ruiten. Plaats geen reser-
voirs zoals luchtverfrissers op het
instrumentenpaneel of dashboard. Deze
parkeerschijven of reservoirs kunnen
als een lens werken en brand veroorza-
ken in de auto.
●Laat geen portier of ruit open als het
gebogen glas van naastliggende gebou-
wen voorzien is van een gemetalli-
seerde film, bijvoorbeeld een
zilverkleurige folie. Weerkaatst zonlicht
kan van het glas een lens maken en
brand veroorzaken.
●Activeer altijd de parkeerrem, zet de
selectiehendel in stand P (auto's met
Multidrive CVT), zet de motor uit en sluit
de auto af.
Laat de auto niet onbeheerd achter met
draaiende motor.
Als de auto is geparkeerd met de selec-
tiehendel in stand P, terwijl de parkeer-
rem niet is geactiveerd, zou de auto in
beweging kunnen komen, wat kan lei-
den tot een ongeval.
●Raak de uitlaatpijp niet aan als de motor
draait en ook niet net na het uitzetten
van de motor.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
■Als u even gaat slapen in de auto
Zet de motor altijd uit. Anders zou u per
ongeluk de selectiehendel kunnen ver-
plaatsen of het gaspedaal in kunnen trap-
pen, waardoor een ongeval zou kunnen
ontstaan of de motor oververhit zou kun-
nen raken en brand kan ontstaan. Verder
kunnen uitlaatgassen in een slecht geven-
tileerde omgeving in de auto terechtko-
men, hetgeen zeer schadelijk is voor de
gezondheid.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 148 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 149 of 568

149
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
■Bij het remmen
●Rijd voorzichtiger wanneer de remmen
nat zijn.
De remweg neemt toe als de remmen
nat zijn en bovendien kan vocht ertoe
leiden dat de ene kant van de auto ster-
ker afgeremd wordt dan de andere kant.
Ook de werking van de parkeerrem kan
door vocht in negatieve zin beïnvloed
worden.
●Rijd niet te dicht achter een andere auto
en vermijd afdalingen en scherpe boch-
ten die krachtig afremmen noodzakelijk
maken als de rembekrachtiger niet
werkt.
In dit geval kan de auto nog wel worden
afgeremd, maar moet er een grotere
kracht op het rempedaal worden uitge-
oefend dan normaal. De remweg zal
ook langer zijn. Laat uw remmen onmid-
dellijk repareren.
●Rem niet “pompend” als de motor is
afgeslagen.
Elke keer dat het rempedaal wordt inge-
trapt, wordt er weer een gedeelte van
de reserveremdruk verbruikt.
●Het remsysteem bestaat uit twee afzon-
derlijke hydraulische systemen: als een
van de beide systemen uitvalt, werkt het
andere systeem nog wel. In dat geval
moet het rempedaal krachtiger worden
ingetrapt dan gewoonlijk en neemt ook
de remweg toe. Laat uw remmen
onmiddellijk repareren.
■Als de auto vast komt te zitten
Laat de wielen niet overmatig doorslippen
als een aangedreven wiel los van de grond
komt of als de auto vastzit in bijvoorbeeld
zand of modder. Anders kunnen de onder-
delen van het aandrij fsysteem beschadigd
raken en kan de auto plotseling naar voren
of achteren schieten en een ongeval ver-
oorzaken.
OPMERKING
■Tijdens het rijden (auto's met Mul-
tidrive CVT)
●Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd
het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het motorvermogen
mogelijk af.
●Gebruik het gaspedaal niet om de auto
op een helling op zijn plaats te houden
en trap daartoe ook niet het rempedaal
en het gaspedaal gel ijktijdig in.
■Tijdens het rijden (auto's met hand-
geschakelde transmissie)
●Trap tijdens het rijden niet tegelijkertijd
het gaspedaal en het rempedaal in,
anders neemt het motorvermogen
mogelijk af.
●Schakel alleen een andere versnelling
in als het koppelingspedaal helemaal is
ingetrapt. Laat na het schakelen het
koppelingspedaal gelei delijk opkomen.
Anders kunnen de koppeling, de trans-
missie en de vers nellingen beschadigd
raken.
●Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Anders kan overmatige en voortijdige
slijtage optreden of de koppeling
beschadigd raken, waardoor het accele-
reren en vanuit stilstand wegrijden
moeilijk zullen gaan. Laat de auto nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Laat uw voet niet op het koppelingspe- daal rusten en trap het pedaal niet in
wanneer u niet schakelt.
Dit kan problemen met de koppeling
veroorzaken.
• Gebruik voor het wegrijden alleen de 1e versnelling.
Anders kan de koppeling beschadigd
raken.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 149 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 150 of 568

150
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
OPMERKING
• Gebruik het koppelingspedaal niet om de rijsnelheid aan te passen. Zorg er,
wanneer u de auto tot stilstand brengt
terwijl de selectiehendel in een andere
stand dan de neutraalstand staat, voor
dat u het koppelingspedaal volledig
intrapt en de auto tot stilstand brengt
met behulp van de remmen.
Anders kan de koppeling beschadigd
raken.
• Zorg er, wanneer u de auto tot stilstand brengt terwijl de selectiehendel in een
andere stand dan de neutraalstand
staat, voor dat u het koppelingspedaal
volledig intrapt en de auto tot stilstand
brengt met behulp van de remmen.
●Zet de selectiehendel niet in stand R
voordat de auto volledig tot stilstand is
gekomen.
Anders kunnen de koppeling, de trans-
missie en de versnellingen beschadigd
raken.
■Bij het parkeren van de auto (auto's
met Multidrive CVT)
Activeer altijd de parkeerrem en zet de
selectiehendel altijd in stand P. Anders kan
de auto onverwachts accelereren als het
gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt.
■Vermijd schade aan onderdelen van
de auto
●Draai het stuurwiel niet gedurende lan-
gere tijd in een van beide richtingen
tegen de aanslag aan.
Anders kan schade aan de stuurbe-
krachtigingsmotor ontstaan.
●Rijd zo langzaam mogelijk over oneffen-
heden in de weg om schade aan de wie-
len, de onderzijde van de auto, enz. te
vermijden.
■Als u tijdens het rijden een lekke
band krijgt
Een lekke of beschadigde band kan leiden
tot de onderstaande situaties. Houd het
stuurwiel stevig vast en trap het rempe-
daal geleidelijk in om de auto tot stilstand
te brengen.
●Het kan moeilijk zijn om de auto onder
controle te houden.
●De auto kan abnormale geluiden maken
of trillen.
●De auto kan abnormaal gaan overhel-
len.
Informatie over wat u moet doen in het
geval van een lekke band ( →Blz. 379,
389)
■Overstroomde wegen
Rijd niet op wegen die na zware regenval
e.d. zijn overstroomd. Indien u dat toch
doet, kan de auto hierdoor ernstig worden
beschadigd.
●Motor slaat af
●Kortsluiting in elektrische componenten
●Motorschade door onderdompeling in
water
Na het rijden op een overstroomde weg of
als de auto vast is komen te zitten in mod-
der of zand, moet het volgende worden
nagekeken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige:
●Remwerking
●Veranderingen in het peil en de kwaliteit
van de motorolie, transmissievloeistof,
koppelingsvloeistof, differentieelolie,
enz.
●Smering van de lagers en de wielop-
hanging (indien mogelijk) en de werking
van alle koppelingen, lagers, enz.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 150 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 151 of 568

151
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
Lading en bagage
Lees onderstaande informatie
over voorzorgsmaatregelen, laad-
vermogen en belading zorgvuldig
door:
WAARSCHUWING
■Zaken die niet in de bagageruimte
vervoerd mogen worden
De volgende zaken kunnen brand veroor-
zaken als ze in de bagageruimte vervoerd
worden:
●Jerrycans met benzine
●Spuitbussen
■Voorzorgsmaatregelen bij opbergen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ertoe leiden dat de peda-
len niet goed kunnen worden ingetrapt, dat
het zicht van de bestuurder wordt gehin-
derd of dat de bestuurder of passagiers
door voorwerpen geraakt worden, wat een
ongeval kan veroorzaken.
●Vervoer lading en bagage indien moge-
lijk altijd in de bagageruimte.
●Stapel bagage in de bagageruimte nooit
hoger dan de rugleuningen.
●Plaats als u de acht erstoelen neerklapt
geen lange voorwerpen direct achter de
voorstoelen.
●Leg geen lading of bagage op de vol-
gende plaatsen:
• In de voetenruimte bij de bestuurder
• Op de voorpassagiersstoel of de achter- stoelen (als er goederen op elkaar
gestapeld worden)
• Op de bagageafdekking
• Op het instrumentenpaneel
• Op het dashboard
●Zorg dat alle voorwerpen die zich in het
passagierscompartiment bevinden, zijn
opgeborgen of vastgezet.
●Sta nooit toe dat er personen in de
bagageruimte meerijden. De bagage-
ruimte is niet ontworpen om personen te
vervoeren. Personen dienen plaats te
nemen op een zitplaats en een gordel
op de juiste manier om te doen.
■Lading en gewichtsverdeling
●Overlaad uw auto niet.
●Verdeel het gewicht gelijkmatig.
Een onjuiste belading kan de besturing
en de remwerking in negatieve zin beïn-
vloeden, waardoor een ongeval met
ernstig letsel zou kunnen ontstaan.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 151 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 152 of 568

152
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Controleer het maximaal toelaatbare
aanhangwagengewicht, het maximaal
toelaatbare voertuiggewicht (GVW), de
maximale asbelasting (MPAC), en de
maximaal toelaatbare kogeldruk voor-
dat u met een aanhangwagen gaat rij-
den. ( →Blz. 410)
Toyota adviseert gebruik te maken van
een originele Toyota trekhaak/afneem-
bare trekhaak voor uw auto. Ook
andere geschikte en kwalitatief verge-
lijkbare trekhaken mogen worden
gebruikt.
Voor auto's waarbij de trekhaak de ver-
lichting of kentekenp laat blokkeert,
moet het volgende in acht worden
genomen:
Monteer geen trekhaak die niet een-
voudig kan worden verwijderd of
weggeklapt.
Als een trekhaak niet gebruikt wordt
moet deze worden verwijderd of
weggeklapt.
Rijden met een
aanhangwagen
Uw auto is in eerste instantie ont-
worpen voor het vervoer van per-
sonen en hun bagage. Het rijden
met een aanhangwagen zal een
negatief effect hebben op de rij-
eigenschappen, prestaties, rem-
vermogen, duurzaamheid en het
brandstofverbruik. Met name bij
het rijden met een aanhangwagen
hangen uw veiligheid en comfort
af van de juiste uitrusting en een
voorzichtig rijgedrag. Voor uw vei-
ligheid en die van anderen, mag de
aanhangwagen niet te zwaar wor-
den beladen.
Rijd voorzichtig tijdens het rijden
met een aanhangwagen en houd u
aan de voorschriften die gelden
voor de aanhangwagen.
De Toyota-garantie dekt geen
schade die ontstaat bij het
bedrijfsmatig rijden met een aan-
hangwagen.
Neem voor meer informatie over
extra benodigdheden zoals een
trekhaak contact op met een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Maximale gewichten
Trekhaak/trekhaak met
afneembare kogel
MK0001toeuenvhch04.fm Pa ge 152 Friday, February 26, 2021 9:58 AM