155
3
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronische sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan het hybridesys-
teem mogelijk worden gestart als de elek-
tronische sleutel zich in de buurt van de
ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zi ch in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld
worden door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te
ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en ontgren-
deld. Volg in dat geval de correctieproce-
dure hieronder bij het wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 153)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat
tijdens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de handgreep
of het bedienen van de handgreep direct
nadat u het effectieve bereik bent binnen-
gestapt, kan ontgrendeling van de portie-
ren belemmeren. Raak de ontgrendel-
sensor van het portier aan en controleer of
de portieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorko-
men, de elektronische sleutel niet binnen
een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
( Blz. 498)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektronische sleutel helpt
te voorkomen dat de sleutelbatterij leeg-
raakt. ( Blz. 153)
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 155 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
166
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Druk op de toets om de functie uit te scha-
kelen. (Het controlelampje gaat ook uit.)
■Voorkomen van een onjuiste werking
van de sensoren (auto's met binnen-
spiegel met automatische antiverblin-
dingsstand)
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook
niet, omdat hierdoor de werking van de sen-
soren in negatieve zin beïnvloed kan worden.
1 Draai de schakelaar om een
buitenspiegel te selecteren.
Links
Rechts
Buitenspiegels
De positie van de binnenspiegel
kan worden afgesteld zodat de
bestuurder voldoende zicht naar
achteren heeft.
WAARSCHUWING
■Belangrijke punten tijdens het rijden
Neem tijdens het rijden de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen en een ongeval
veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
●Verstel de spiegels niet tijdens het
rijden.
●Rijd niet met de auto als de spiegels zijn
ingeklapt.
●Beide buitenspiegels dienen in de
normale stand te staan en goed te zijn
ingesteld alvorens met de auto wordt
gereden.
Procedure voor het verstellen
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 166 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
4
173
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 175
Lading en bagage .................. 181
Rijden met een aanhangwagen.................... 182
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 189
Startknop (auto's met Smart entry-systeem
en startknop) ....................... 191
EV-modus .............................. 195
Hybridetransmissie ................ 197
Richtingaanwijzer- schakelaar ........................... 200
Parkeerrem ............................ 200
Brake Hold ............................. 203
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 206
AHS (Adaptive High Beam- systeem)..... .........................211
AHB (Automatic High Beam) ......................... 215
Schakelaar mistlampen ......... 218
Ruitenwissers en -sproeiers .. 219
Achterruitenwisser en -sproeier ......................... 222
4-4. Tanken Openen van de tankdop ........ 2244-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense .............. 226
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) .............................. 231
LTA (Lane Tracing Assist)....... 242
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik .................... 252
Snelheidsbegrenzer ............... 264
RSA (Road Sign Assist) ......... 266
BSM (Blind Spot Monitor)....... 271
Toyota Parking Assist- sensor .................................. 276
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert).......................... 287
PKSB (Parking Support Brake) .................................. 292
Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten)... 297
Parking Support Brake-functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden) ............... 301
Toyota Teammate Advanced Park .................... 303
Rijmodusselectieschakelaar... 330
Trail-modus (AWD-uitvoeringen) ............. 331
SNOW-modus (AWD-uitvoeringen) ............. 333
Downhill Assist Control (AWD-uitvoeringen) ............. 333
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................. 335
Ondersteunende systemen .... 336
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 173 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
207
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
schakelaar in de stand of . Dagrij-
verlichting is niet ontworpen voor gebruik in
het donker.
■Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in negatieve
zin beïnvloed worden als er iets over de sen-
sor heen geplaatst wordt of als er iets op de
ruit wordt aangebracht waardoor de sensor
wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht signa-
leren, waardoor het automatische koplamp-
systeem mogelijk onjuist functioneert.
■Automatisch uitschakelsysteem ver-
lichting
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen en mist-
lampen voor (indien aanwezig) worden
automatisch uitgeschakeld als het contact
in stand ACC of UIT wordt gezet.
●Wanneer de lichtschakelaar in stand
staat: De koplampen en alle verlichting
worden automatisch ui tgeschakeld als het
contact in stand ACC of UIT wordt gezet.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen,
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
keer in stand of en daarna terug in
stand of .
■Zoemer verlichting
Er klinkt een zoemer als het contact UIT of in
stand ACC wordt gezet en het bestuurders-
portier wordt geopend terwijl de verlichting is
ingeschakeld.
■Automatische verticale koplampverstel-
ling (indien aanwezig)
De koplamphoogte wordt automatisch gere-
geld op basis van het aantal passagiers in de
auto en de mate van belading om verblinding
van andere weggebruikers door de koplam-
pen te voorkomen.
■Bij het ontgrendelen van de portieren
(verlichting Welcome Light-systeem)
(auto's met led-koplampen)
Wanneer de portieren worden ontgrendeld
met de instapfunctie of de afstandsbediening,
gaan de parkeerlichten voor automatisch
branden.
Wanneer de lichtschakelaar in de stand
AUTO staat en de omgeving donker is, treedt
deze functie in werking.
■Energiebesparende functie 12V-accu
Om te voorkomen dat de 12V-accu van de
auto ontladen raakt wanneer de lichtschake-
laar in de stand of staat terwijl het
contact UIT wordt gezet, schakelt de energie-
besparende functie van de 12V-accu alle ver-
lichting na ongeveer 20 minuten automatisch
uit. Wanneer het contact AAN wordt gezet,
wordt de energiebesparende functie van de
12V-accu uitgeschakeld.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de 12V-
accu eenmaal uitgesc hakeld en vervolgens
weer geactiveerd. Alle verlichting gaat 20
minuten nadat de energiebesparende functie
van de 12V-accu weer is geactiveerd auto-
matisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 498)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingescha-
keld dan noodzakelijk is als het hybride-
systeem niet is ingeschakeld.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 207 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
220
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Ruitenwissers met regensensor
1 Stand AUTO
2 Lage snelheid ruitenwissers
3 Hoge snelheid ruitenwissers
4 Enkele slag
In de stand AUTO werken de ruitenwissers
automatisch wanneer de sensor signaleert
dat het regent. De wissnelheid wordt auto-
matisch afgestemd op de hoeveelheid neer-
slag en de rijsnelheid.
In de stand AUTO kan de gevoeligheid
van de sensor als volgt worden inge-
steld door de schakelaarring te draaien.
5Verhoogt de gevoeligheid van de
ruitenwisser met regensensor 6
Verlaagt de gevoeligheid van de rui-
tenwisser met regensensor
7 Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door aan de hendel te trekken treden de rui-
tenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwissers maken automatisch een
aantal wisbewegingen nadat de sproeier in
werking treedt.
■De ruitenwissers en ruitensproeiers
kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Effecten van de rijsnelheid op de ruiten-
wisserwerking (auto's met ruitenwis-
sers met regensensor)
De rijsnelheid heeft invloed op de interval-
werking.
■Regensensor (auto's met ruitenwissers
met regensensor)
●De regensensor registreert de hoeveelheid
neerslag.
De auto is voorzien van een optische sen-
sor. Deze werkt mogelijk niet goed als zon-
licht van de opkomende of ondergaande
zon af en toe op de voorruit valt of als er
insecten o.i.d. op de voorruit zitten.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 220 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
221
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
●Als de ruitenwisser in de AUTO-modus
wordt gezet terwijl het contact AAN staat,
maken de ruitenwissers één wisslag om
aan te geven dat de AUTO-modus is inge-
schakeld.
●Als de temperatuur van de regensensor
85°C of hoger is, of -15°C of lager, werkt
de automatische functie mogelijk niet. Zet
de ruitenwisserschakelaar in dat geval in
een andere modus dan AUTO.
■Als er geen vloeistof uit de ruitensproei-
ers komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het
reservoir aanwezig is en controleer als dat
het geval is of de sproeierkoppen niet ver-
stopt zijn.
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van de ruitenwissers in de
stand AUTO (auto's met ruitenwis-
sers met regensensor)
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht
in werking treden als de sensor wordt aan-
geraakt of als de voorruit aan trillingen
wordt blootgesteld terwijl de ruitenwissers
in de stand AUTO staan. Let erop dat er
niets bekneld raakt als de ruitenwissers in
werking treden.
■Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van ruitensproeiervloeistof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeier-
vloeistof pas wanneer de voorruit warm is.
De vloeistof kan anders op de voorruit
bevriezen en zo het zicht belemmeren. Dit
kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
OPMERKING
■Als er geen ruitensproeiervloeistof
uit de sproeierkoppen komt
Als u de hendel gedurende langere tijd
naar u toe getrokken houdt, kan de sproei-
erpomp beschadigd raken.
OPMERKING
■Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met
een naald of iets dergel ijks. Hierdoor kan
de sproeierkop beschadigd raken.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 221 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
226
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4-5.Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
Blz. 231
■LTA (Lane Tracing Assist)
Blz. 242
■AHS (Adaptive High Beam-sys-
teem) (indien aanwezig)
Blz. 211
■AHB (Automatic High Beam)
(indien aanwezig)
Blz. 215
■RSA (Road Sign Assist)
Blz. 266
■Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik
Blz. 252 Twee soorten sensoren, die zich achter
de grille en de voorruit bevinden, signa-
leren informatie die nodig is voor de
werking van de ondersteunende syste-
men.
Radarsensor
Camera voor
Toyota Safety Sense*
Toyota Safety Sense bestaat uit de
volgende ondersteunende syste-
men en draagt bij aan een veilige
en comfortabele rijervaring:
Ondersteunend systeem
WAARSCHUWING
■Toyota Safety Sense
Toyota Safety Sense is ontworpen om te
werken met als uitgangspunt dat de
bestuurder voorzichtig rijdt om te helpen
de gevolgen van een aanrijding voor de
inzittenden en de auto te beperken of de
bestuurder te assisteren onder normale
rijomstandigheden.
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden.
Sensoren
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 226 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM
227
4
Handleiding YARIS CROSS_Europa_M52K60_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■Voorkomen van storingen in de
radarsensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, werkt de radarsensor
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
●Houd de radarsensor en de afdekking
van de radarsensor altijd schoon.
Radarsensor
Afdekking radarsensor
Reinig de voorzijde van de radarsensor of
de voor- of achterzijde van afdekking van
de radarsensor als ze vuil zijn of als er
waterdruppels, sneeuw, enz. op zit(ten).
Reinig de radarsensor en de kap van de
radarsensor met een zachte doek om te
voorkomen dat er beschadigingen ont-
staan.
●Bevestig geen accessoires, (doorzich-
tige) stickers of andere zaken op de
radarsensor, de afdekking van de radar-
sensor of het omliggende gebied.
●Stel de radarsensor en de omgeving
van de sensor niet bloot aan krachtige
schokken.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
radarsensor, de grille of de voorbumper
is blootgesteld aan krachtige schokken.
●Haal de radarsensor niet uit elkaar.
●Wijzig of spuit de radarsensor of de kap
van de radarsensor niet.
●In de volgende gevallen moet de radar-
sensor opnieuw worden gekalibreerd.
Neem voor meer informatie contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Als de radarsensor of de grille is verwij- derd en geplaatst of vervangen
• Als de voorbumper is vervangen
■Storingen in de camera voor voorko-
men
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, werkt de camera voor
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden tot
een ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
●Houd de voorruit te allen tijde schoon.
• Reinig de voorruit al s deze vuil is of als
er een dun olielaagje, waterdruppels,
sneeuw, enz. op zit(ten).
• Als er een ruitencoating op de voorruit is aangebracht, moeten waterdruppels
e.d. nog steeds met de ruitenwissers
voor worden verwijderd van het
gedeelte van de voorruit vóór de
camera voor.
• Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
binnenzijde van de voorruit waar de
camera voor is geplaatst vuil is.
YARIS_CROSS_HV_OM_Europe_OM52K60E.book Page 227 Tuesday, June 1, 2021 1:48 PM