3125-1. MOBILITEIT
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
De status van het systeem, bijvoor-
beeld of het systeem actief is, kan wor-
den weergegeven op het regeldisplay.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle status” (status auto)
3 “Tyre Pressure Monitor” (banden-
spanningscontrolesysteem)
De actuele status wordt weergegeven.
De actuele bandenspanning van iedere
band wordt weergegeven.
De actuele bandenspanningswaarden
kunnen variëren afhankelijk van de
rijomstandigheden of de buitentempe-
ratuur.
Afhankelijk van het model wordt de actu-
ele bandentemperatuur weergegeven.
De actuele bandentemperatuurwaar-
den kunnen variëren afhankelijk van de
rijomstandigheden of de buitentempe-
ratuur.
De status van het systeem en de ban-
den wordt weergegeven aan de hand
van de kleur van het wiel en een mel-
ding op het regeldisplay. Indien van toepassing worden
bestaande meldingen niet gewist als de
weergegeven voorgeschreven span-
ning niet is bereikt nadat de banden-
spanning is aangepast.
• Het systeem is actief
en baseert zich
voor wat betreft de waarschuwingen
op de weergegeven voorgeschreven
spanningswaarden.
• In het geval van banden met een speciale goedkeuring: het systeem
is actief en baseert zich voor wat
betreft de waarschuwingen op de
bandenspanningswaarden die wer-
den opgeslagen bij de laatste reset
van het systeem.
Bij de desbetreffende wielen is er
sprake van een lekke band of een sterk
gedaalde bandenspanning.
Dalingen van de bandenspanning wor-
den mogelijk niet gesignaleerd.
Mogelijke oorzaken:
•Storing.
• De bandenspanning wordt gemeten nadat de bandeninstellingen zijn
bevestigd.
• Bij banden met een speciale goed- keuring: het systeem wordt gereset.
Weergave status
Actuele status
Actuele bandenspanning
Actuele bandentemperatuur
Bandenstatussen
Algemeen
Alle wielen groen
Een tot vier gele wielen
Grijze wielen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 312 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
313
5
5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Via Toyota Supra Command:
1
“My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle status” (status auto)
3 “Tyre Pressure Monitor” (banden-
spanningscontrolesysteem)
4 “Tyre settings” (bandeninstellingen)
5 Selecteer de banden:
• “Summer tyres” (zomerbanden)
• “Winter tyres/all-season tyres” (win- ter-/all-seasonbanden)
6 “Current:” (actueel)
Als “Other tyre” (andere band) niet is
geselecteerd:
7 “Load state” (status belasting)
8 “Confirm settings” (bevestig instel-
lingen)
9 Ga rijden met de auto.
Als “Other tyre” (andere band) is
geselecteerd:
7 “Tyre settings” (bandeninstellingen)
8 Schakel de Drive Ready-modus in,
maar rijd niet weg.
9 Reset de bandenspanning: “Per-
form reset” (Voer reset uit).
10 Rijd weg.
Na korte tijd sneller dan 30 km/h gere-
den te hebben, worden de ingestelde
bandenspanningswaarden geaccep-
teerd als referentiewaarden. Het reset-
ten wordt tijdens de rit automatisch
voltooid.
Als het systeem succesvol is gereset,
worden de wielen in groen weergege-
ven op het regeldisplay. U kunt uw rit op elk gewenst moment
onderbreken. Het resetten wordt auto-
matisch hervat als u weer verder rijdt.
De Vehicle Stability Control (VSC)
wordt indien nodig geactiveerd zodra
een melding van een te lage banden-
spanning wordt weergegeven.
■Melding
Een symbool met een voertuigmelding
wordt weergegeven op het regeldisplay.
Het systeem resetten
Meldingen: voor banden zonder
speciale goedkeuring
Algemeen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een beschadigde standaardband met een
te lage of geen bandenspanning beïn-
vloedt de rijeigenschappen, zoals bestu-
ring en remmen, negatief. Bij run-flat
banden blijft een beperkte mate van stabi-
liteit behouden. Er bestaat een kans op
ongevallen. Blijf niet doorrijden als uw auto
is voorzien van standaardbanden. Als uw
auto is voorzien van run-flat banden, houd
u dan aan de aanwijzingen voor deze ban-
den en blijf doorrijden.
Als de bandenspanning gemeten
moet worden
SymboolMogelijke oorzaak
De band is niet correct, bij-
voorbeeld onvoldoende, op
spanning gebracht of er is
sprake van een natuurlijke
gelijkmatige afname van de
spanning.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 313 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
3145-1. MOBILITEIT
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
■Maatregel
Controleer de bandenspanning en pas
deze indien nodig aan.
■Melding
Bovendien wordt een symbool met een
voertuigmelding weergegeven op het
regeldisplay.
■Maatregel
1 Verlaag uw snelheid. Rijd niet snel-
ler dan 130 km/h.
2 Stop zo spoedig mogelijk bij een
tankstation o.i.d. en controleer de
bandenspanning van alle 4 de ban-
den. Breng de banden op spanning
of laat de banden indien nodig repa-
reren.
■Melding
Bovendien wordt in een voertuigmel-
ding op het regeldisplay een symbool
voor de desbetreffende band weerge-
geven.
■Maatregel
1 Verlaag uw snelheid en breng de
auto voorzichtig tot stilstand. Ver-
mijd sterk afremmen en plotselinge
stuurbewegingen.
2 Controleer of de auto is uitgerust
met standaardbanden of run-flat
banden.
Het symbool waaraan run-flat banden zijn te
herkennen, zie blz. 304, is een cirkel met
daarin de letters RSC op de wang van de
band.
3Volg de beschrijving met betrekking
tot wat te doen bij een lekke band,
zie blz. 316.
De Vehicle Stability Control (VSC)
wordt indien nodig geactiveerd zodra
een melding van een te lage banden-
spanning wordt weergegeven.
Als de bandenspanning te laag is
Een geel waarschuwings-
lampje brandt op het instru-
mentenpaneel.
SymboolMogelijke oorzaak
De bandenspanning is
afgenomen.
Als er sprake is van een sterk
gedaalde bandenspanning
Een geel waarschuwings-
lampje brandt op het instru-
mentenpaneel.
SymboolMogelijke oorzaak
Er is sprake van een lekke
band of een sterk gedaalde
bandenspanning.
Meldingen: voor banden met
speciale goedkeuring
Algemeen
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 314 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
315
5
5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
■Melding
Een symbool met een voertuigmelding
wordt weergegeven op het regeldisplay.
■Maatregel
1 Controleer de bandenspanning en
pas deze indien nodig aan.
2 Reset het systeem.
■Melding
Bovendien wordt een symbool met een
voertuigmelding weergegeven op het
regeldisplay.
■Maatregel
1 Verlaag uw snelheid. Rijd niet snel-
ler dan 130 km/h.
2 Neem de eerstvolgende gelegen-
heid, bijvoorbeeld een tankstation,
te baat om de bandenspanning van
alle vier de banden te controleren
en indien nodig aan te passen.
3 Reset het systeem.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een beschadigde standaardband met een
te lage of geen bandenspanning beïn-
vloedt de rijeigenschappen, zoals bestu-
ring en remmen, negatief. Bij run-flat
banden blijft een beperkte mate van stabi-
liteit behouden. Er bestaat een kans op
ongevallen. Blijf niet
doorrijden als uw auto
is voorzien van standaardbanden. Als uw
auto is voorzien van run-flat banden, houd
u dan aan de aanwijzingen voor deze ban-
den en blijf doorrijden.
Als de bandenspanning gemeten
moet worden
SymboolMogelijke oorzaak
De band is niet correct, bij-
voorbeeld onvoldoende, op
spanning gebracht.
Het systeem heeft gesigna-
leerd dat een wiel is vervan-
gen zonder dat het systeem
is gereset.
De bandenspanning is
gedaald sinds de laatste keer
dat het systeem is gereset.
Het systeem is niet gereset.
Het systeem baseert zich
voor wat betreft de waarschu-
wingen op de bandenspan-
ningswaarden die werden
opgeslagen bij de laatste
reset van het systeem.
Als de bandenspanning te laag is
Een geel waarschuwings-
lampje brandt op het instru-
mentenpaneel.
SymboolMogelijke oorzaak
De bandenspanning is
afgenomen.
Het systeem is niet gereset.
Het systeem baseert zich
voor wat betreft de waarschu-
wingen op de bandenspan-
ningswaarden die werden
opgeslagen bij de laatste
reset van het systeem.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 315 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
3165-1. MOBILITEIT
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
■Melding
Bovendien wordt in een voertuigmel-
ding op het regeldisplay een symbool
voor de desbetreffende band weerge-
geven.
■Maatregel
1 Verlaag uw snelheid en breng de
auto voorzichtig tot stilstand. Ver-
mijd sterk afremmen en plotselinge
stuurbewegingen.
2 Controleer of de auto is uitgerust
met standaardbanden of run-flat
banden.
Het symbool waaraan run-flat banden zijn te
herkennen, zie blz. 304, is een cirkel met
daarin de letters RSC op de wang van de
band.
3Volg de beschrijving met betrekking
tot wat te doen bij een lekke band,
zie blz. 316. 1
Bepaal welke band beschadigd is.
Controleer de bandenspanning van alle vier
de banden met bijvoorbeeld de banden-
spanningsmeter van de bandenreparatieset.
Bij banden met een speciale goedkeuring:
als alle vier de banden de juiste banden-
spanning hebben, is het bandenspan-
ningscontrolesysteem m ogelijk niet gereset.
Reset het systeem.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige als u geen beschadiging
aan een band kunt constateren.
2 Repareer de lekke band met bij-
voorbeeld de bandenreparatieset of
verwissel het wiel.
De bandenreparatievloeistof van bij-
voorbeeld een bandenreparatieset kan
schade veroorzaken aan de TPM-wie-
lelektronica. Laat de elektronica bij de
eerstkomende gelegenheid vervangen.
■Veiligheidsaanwijzingen
■Maximale snelheid
Als een band beschadigd is, kunt u uw
reis voortzetten. Rijd echter niet sneller
dan 80 km/h.
Als er sprake is van een sterk
gedaalde bandenspanning
Een geel waarschuwings-
lampje brandt op het instru-
mentenpaneel.
SymboolMogelijke oorzaak
Er is sprake van een lekke
band of een sterk gedaalde
bandenspanning.
Het systeem is niet gereset.
Het systeem baseert zich
voor wat betreft de waarschu-
wingen op de bandenspan-
ningswaarden die werden
opgeslagen bij de laatste
reset van het systeem.
Wat te doen bij een lekke band
Standaardbanden
Run-flat banden
WAARSCHUWING
Een run-flat band met een lage spanning
of zonder spanning heeft invloed op de rij-
eigenschappen van de auto. Zo kan de
stabiliteit van de besturing tijdens het rem-
men afnemen, kan de remweg langer zijn
en kunnen de zelfsturende eigenschappen
veranderen. Er bestaat een kans op onge-
vallen. Rijd voorzichtig en niet sneller dan
80 km/h.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 316 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
317
5
5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
■Doorrijden met een lekke band
Houd u aan het volgende als u met een
lekke band doorrijdt:
1 Vermijd krachtig of plotseling rem-
men en dito stuurbewegingen.
2 Rijd niet sneller dan 80 km/h.
3 Controleer zodra de mogelijkheid
zich voordoet de bandenspanning
van alle vier de banden.
Bij banden met een speciale goedkeuring:
als alle vier de banden de juiste banden-
spanning hebben, is het bandenspan-
ningscontrolesysteem mogelijk niet gereset.
Reset het systeem.
■Maximale rijafsta nd met een lekke
band
De maximale rijafstand is afhankelijk
van de belading en van op de auto uit-
geoefende krachten die op hun beurt
afhankelijk zijn van bijvoorbeeld de rij-
snelheid, het wegprofiel en de buiten-
temperatuur. De rijafstand kan korter of,
bij een zorgvuldigere rijstijl, langer zijn.
Als de auto gemiddeld beladen is en
onder gunstige omstandigheden wordt
gebruikt, kan tot wel 80 km worden
afgelegd.
■Rijeigenschappen met bescha-
digde banden
Beschadigde banden hebben invloed
op de rijeigenschappen, wat onder
andere kan leiden tot:
• Sneller tractieverlies.
• Een langere remweg.
• Veranderingen in de zelfsturende eigenschappen.
Pas uw rijstijl aan. Voorkom abrupte
stuurbewegingen en rijd niet over
obstakels zoals stoepranden of door
kuilen.
■Definitief einde van de band
Trillingen en harde bijgeluiden tijdens
het rijden kunnen wijzen op een defini-
tief einde van de band.
Verlaag uw snelheid en breng de auto
tot stilstand. Delen van de band kunnen
losraken, wat tot een ongeval zou kun-
nen leiden.
Rijd niet door, maar neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
De bandenspanning is afhankelijk van
de temperatuur van de band.
De bandenspanning stijgt als de tempe-
ratuur van de band stijgt, bijvoorbeeld
tijdens het rijden of door blootstelling
aan zonlicht.
De bandenspanning daalt als de tem-
peratuur van de band afneemt.
Ten gevolge van de gegeven drempel-
waarden voor een waarschuwing kan
hierdoor een waarschuwing worden
gegeven als de temperatuur sterk daalt.
Na een aan de temperatuur gerela-
teerde waarschuwing worden de voor-
geschreven bandenspanningswaarden
weer weergegeven op het regeldisplay
als een korte afstand is gereden. Beperkingen van het systeem
Temperatuur
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 317 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
3285-1. MOBILITEIT
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Uitvoering SZ, SZ-R en RZ
(DB41L-ZRLW, DB42R-ZRRW)
Super, RON 95.
Gebruik deze brandstof om de nomi-
nale prestatie- en verbruikscijfers te
behalen.
Uitvoering RZ (DB01L-ZULW,
DB02R-ZURW)
Super, RON 98.
Gebruik deze brandstof om de nomi-
nale prestatie- en verbruikscijfers te
behalen.
Loodvrije benzine, RON 91. Het olieverbruik is afhankelijk van de
rijstijl en de gebruiksomstandigheden.
Controleer daarom geregeld het motor-
oliepeil door het bijvoorbeeld elke keer
dat u brandstof tankt nauwkeurig te pei-
len.
Het olieverbruik kan toenemen in bij-
voorbeeld de volgende situaties:
• Sportieve rijstijl.
• Inrijden van de motor.
• Stationair draaien van de motor.
• Gebruik van oliesoorten die als
niet-geschikt te boek staan.
Er kunnen verschillende voertuigmel-
dingen worden weergegeven op het
regeldisplay, afhankelijk van het motor-
oliepeil.
OPMERKING
Brandstof die niet voldoet aan de voorge-
schreven minimale kwal iteitseisen kan het
functioneren van de motor negatief beïn-
vloeden of schade aan de motor veroorza-
ken. Er bestaat een kans op schade. Tank
geen brandstof die niet voldoet aan de
voorgeschreven minimale kwaliteitseisen.
Benzinesoort
Minimale benzinesoort
Motorolie
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
OPMERKING
Bij een te laag motoroliepeil kan de motor
beschadigd raken. Er bestaat een kans op
schade. Vul onmiddellijk motorolie bij.
OPMERKING
Bij een te hoog motoroliepeil kan de motor
of de katalysator beschadigd raken. Er
bestaat een kans op schade. Vul niet te
veel motorolie bij. Al s het motoroliepeil te
hoog is, laat dan een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige het oliepeil corrigeren.
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 328 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM
329
5
5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
Handleiding Supra_NL (vanaf productiedatum nov. 2020)
Bij de elektronische meting van het
oliepeil worden twee meetmethoden
gebruikt:
• Bewaking.
• Gedetailleerde meting.
Voer geregeld een gedetailleerde
meting uit als u vaak korte afstanden
aflegt of als u een sportieve rijstijl han-
teert, zoals het met hoge snelheid
nemen van bochten.
■Principe
Het motoroliepeil word t tijdens de rit
elektronisch bewaakt en kan worden
weergegeven op het regeldisplay.
Er wordt een voertuigmelding weerge-
geven als het motoroliepeil niet binnen
het toegestane werkingsgebied ligt.
■Voorwaarden voor werking
Een actuele meting is beschikbaar na
ongeveer 30 minuten normaal rijden.
■Weergeven van het motoroliepeil
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle status” (status auto)
3 “Engine oil level” (motorolie-
peil)
Het motoroliepeil wordt weergegeven.
■Beperkingen van het systeem
Als u vaak korte afstanden aflegt of als u
een sportieve rijstijl hanteert, kan het
oliepeil mogelijk niet worden gemeten.
In dat geval wordt de meting van de laat-
ste, voldoende lange rit weergegeven.
■Principe
Het motoroliepeil wordt gecontroleerd
terwijl de auto stilstaat en wordt weer-
gegeven op een schaalverdeling.
Er wordt een voertuigmelding weerge-
geven als het motoroliepeil niet binnen
het toegestane werkingsgebied ligt.
■Algemeen
Tijdens de meting wordt het stationair
toerental iets verhoogd.
■Voorwaarden voor werking
• De auto staat horizontaal.
• De selectiehendel staat in stand N of
P en het gaspedaal is niet ingetrapt.
• De motor draait en is op bedrijfstem- peratuur.
■Uitvoeren van een gedetailleerde
meting
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle status” (status auto)
3 “Engine oil level” (motorolie-
peil)
4 “Engine oil level measurement”
(meting motoroliepeil)
5 “Start measurement” (start meting)
Het motoroliepeil wordt gecontroleerd
en weergegeven op een schaalverde-
ling.
Elektronische meting oliepeil
Algemeen
Bewaking
Gedetailleerde meting
Supra_OM_General_OM99X84E_1_2011.book Page 329 Thursday, October 8, 2020 9:53 AM