5828-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige, vlakke
ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P.
Schakel de inbraaksensor en hel-
lingsensor uit (indien aanwezig)
(Blz. 80)
Schakel het hybridesysteem uit.
Schakel de alarmknipperlichten in.
(Blz. 560)
Auto's met elektrisch bedienbare
achterklep: Schakel de elektrisch
bedienbare achterklep uit.
(Blz. 214)
Controleer de mate waarin de band
beschadigd is.
Een band mag alleen met de bandenre-
paratieset worden gerepareerd indien
de beschadiging te wijten is aan perfo-
ratie van het loopvlak door een spijker
of schroef.
• Haal de spijker of schroef niet uit de band. Door het verwijderen van de
spijker of de schroef kan het gat gro-
ter worden waardoor de band niet
meer tijdelijk gerepareerd kan wor-
den.
• Rijd de auto naar voren tot het gat, voor zover zichtbaar , zich boven aan
de band bevindt om lekkage van
bandenreparatievloeistof te voorko-
men.
■Een lekke band die niet kan worden
gerepareerd met de bandenreparatieset
In de volgende gevallen is reparatie van de
band met behulp van de bandenreparatieset
niet mogelijk. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●De band is beschadigd door rijden met
onvoldoende spanning
●De band loopt leeg door een scheur in of
beschadiging van de flank
●De band is zichtbaar van de velg afgelo-
pen
●Het lek in of de beschadiging van het loop-
vlak is 4 mm of groter
●De velg is beschadigd
●Twee of meer banden zijn lek
●De band is op meerdere plaatsen lek of
beschadigd
●Wanneer de bandenreparatievloeistof over
de uiterste houdbaarheidsdatum is
Voordat u de band repareert
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 582 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
5908-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Als de band te hard is opgepompt
1 Neem de slang los van het ventiel.
2 Plaats het dopje op het uiteinde van de
slang en duw het uitstekende gedeelte
van het dopje in het ventiel van de band
om wat lucht te laten ontsnappen.
3 Neem de slang los van het ventiel, verwij-
der het dopje van de slang en sluit dan
de slang weer aan.
4 Zet de compressor aan, wacht enkele
seconden en zet de compressor weer uit.
Controleer of de bandenspanningsmeter
de voorgeschreven spanning aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning
onder de voorgeschreven waarde ligt en vul
de band tot de juiste spanning is bereikt.
■Nadat een band is gerepareerd met de
bandenreparatieset
●Vervang de bandenspanningssensor en -
zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het voor-
geschreven niveau ligt, gaat mogelijk het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning branden/knipperen.
■Verwijderen van de krik (indien aanwe-
zig)
1 Open de afdekplaat.
2 Maak de riem los en ve rwijder de krik uit
de opbergruimte onder de afdekplaat.
Houd de krik na het verwijderen op zijn plaats
door het elastiek tijdelijk aan de in de afbeel-
ding getoonde opening te bevestigen.
Draai om de krik te kunnen opbergen de krik
met de hand vast totdat hij goed vastzit.
Plaats hem in de opbergruimte onder de
afdekplaat en zet hem vervolgens met het
elastiek vast.
WAARSCHUWING
■Bij het repareren van een lekke band
●Parkeer de auto op een veilige plaats en
een vlakke ondergrond.
●Raak de wielen of het gedeelte rond de
remmen direct nadat met de auto is
gereden niet aan.
Nadat met de auto is gereden, zijn de
wielen en het gedeelte rond de remmen
mogelijk zeer heet. Wanneer u deze
delen met uw handen, voeten of andere
lichaamsdelen aanraakt, kan dit leiden
tot brandwonden.
●Sluit de slang stevig aan op het ventiel
terwijl het wiel aan de auto bevestigd is.
Als de slang niet goed op het ventiel is
aangesloten, kan er lekkage van lucht
optreden waarbij bandenreparatievloei-
stof naar buiten spuit.
●Als de slang tijdens het vullen loskomt
van het ventiel, is het mogelijk dat de
slang abrupte bewegingen maakt van-
wege de luchtdruk.
●Nadat de band gevuld is, kunnen er
spetters bandenreparatievloeistof naar
buiten komen als de slang wordt losge-
maakt of wanneer u lucht uit de band
laat ontsnappen.
●Volg voor het repareren van de band de
volgende procedure. Als u de procedu-
res niet volgt, kan de bandenreparatie-
vloeistof naar buiten spuiten.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 590 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
5928-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de bandenspan-
ningssensor en -zender wanneer de band
wordt gerepareerd of vervangen.
( Blz. 511)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 592 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
593
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Breng de auto tot stilstand op een veilige plaats en een stevige, vlakke onder-
grond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P.
Schakel de inbraaksensor en hellingsensor uit (indien aanwezig) ( Blz. 80)
Schakel het hybridesysteem uit.
Schakel de alarmknipperlichten in. ( Blz. 560)
Auto's met elektrisch bedienbare achterklep: Schakel de elektrisch bedienbare
achterklep uit. ( Blz. 222)
Als uw auto een lekke band heeft (auto's met een
reservewiel)
Uw auto is voorzien van een reservewiel. De lekke band kan worden
vervangen door het reservewiel.
Meer informatie over banden: Blz. 509
WAARSCHUWING
■Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden, kunnen band en
velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer mogelijk is en kan er een ongeval
ontstaan.
Voor het opkrikken van de auto
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 593 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
5988-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
2Plaats het reservewiel en draai de
wielmoeren met de hand allemaal
ongeveer even ver op de wielbout.
Draai de wielmoeren zover vast totdat de
sluitringen contact maken met de velg
.
3Laat de auto zakken. 4
Draai iedere moer twee of drie keer
aan in de volgorde die in de afbeel-
ding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
5Berg het wiel met de lekke band, de
krik en het gereedschap op.
■Het compacte reservewiel
●Op de band van het compacte reservewiel
staat aan de zijkant de aanduiding TEM-
PORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk
gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen
tijdelijk en alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het
compacte reservewiel. ( Blz. 625)
■Bij gebruik van het compacte reserve-
wiel
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender,
waardoor een te lage bandenspanning hier-
van niet wordt aangegeven door het banden-
spanningswaarschuwingssysteem. Verder
zal, als u het compacte reservewiel monteert
nadat het waarschuwingslampje voor een
lage bandenspanning is gaan branden, dit
lampje blijven branden.
■Bij gebruik van het compacte reserve-
wiel
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden.
A
B
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 598 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
6008-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC/Trailer Sway Control
•TRC
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• EPS
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem
• AHB (Automatic High Beam) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• Panoramic View Monitor (indien aanwe- zig)
• Toyota Parking Assist-monitor (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
Bovendien kan het onderstaande systeem
niet volledig worden gebruikt, maar wor-
den mogelijk ook de onderdelen van de
aandrijflijn negatief beïnvloed:
• E-Four (elektronisch on-demand AWD- systeem)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het compacte
reservewiel onder de auto gemon-
teerd is
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij het
rijden over slechte wegen.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 600 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
601
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De AC-laadkabel is mogelijk aange-
sloten op de auto. ( Blz. 135)
De elektronische sleutel werkt
mogelijk niet goed. ( Blz. 604)
Er is mogelijk onvoldoende brand-
stof aanwezig in de tank.
Vul de brandstoftank. ( Blz. 342)
Er kan een storing aanwezig zijn in
de startblokkering. (Blz. 76)
Er kan een storing aanwezig zijn in
het stuurslotsysteem.
Het hybridesysteem van de motor is
mogelijk defect als gevolg van een
elektrische storing, zoals een ontla-
den batterij van de elektronische
sleutel of een defecte zekering. Er
bestaat echter, afhankelijk van het
soort storing, een noodmaatregel om
het hybridesystee m te starten.
(Blz. 602)
De kans bestaat dat de temperatuur
van het batterijpakket (tractiebatterij)
zeer laag is (lager dan ongeveer -
30°C). (Blz. 318)
OPMERKING
■Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het com-
pacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie
beschadigen en het rijgedrag in negatieve
zin beïnvloeden.
■Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspannings-
sensoren en -zenders contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgerus te deskundige, omdat
de bandenspanningssensoren en -zen-
ders beschadigd kunnen raken als er niet
voorzichtig mee wordt omgegaan.
Als het hybridesysteem
niet kan worden gestart
Het niet starten van het hybride-
systeem kan verschillende oorza-
ken hebben. Raadpleeg het
volgende overzicht en onderneem
de bijpassende acties:
Het hybridesysteem kan niet
worden gestart, ook al is de
startprocedure correct uitge-
voerd ( Blz. 317)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 601 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
637
9
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■Verlichting (
Blz. 332)
■Automatische verlichting ( Blz. 332)
■Achterruitenwisser (Blz. 340)
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)* (Blz. 355)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Zoemer verlichtingAanUit––O
FunctieStandaard-
instelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensorStandaard- 2 - 2O–O
Tijd die verstrijkt voordat de
koplampen automatisch worden
ingeschakeld
StandaardLang––O
Tijd die verstrijkt voordat de
koplampen uitgaan (Extended
Headlight Lighting)
30 seconden
60 seconden
––O90 seconden
120 seconden
FunctieStandaard- instelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
Aan het openen van de achterklep
gekoppelde onderbreking van de
werking van de achterruitenwisser
UitAan––O
Ruitensproeiergekoppelde werking
achterruitenwisserAanUit––O
Schakelpositiegekoppelde werking
achterruitenwisser ( Blz. 341)Alleen één keerUit––OContinu
FunctieStandaard-
instelling Persoonlijke
voorkeursinstelling
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)AanUit–O–
Afstellen timing waarschuwingGemiddeldVroeg–O–Laat
ABC
ABC
ABC
ABC
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 637 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM