509
5
5-10. Bluetooth
®
Audiosysteem
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 509 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
5105-10. Bluetooth®
WAARSCHUWING
■Tijdens het rijden
Gebruik de draagbare audiospeler of
mobiele telefoon niet en probeer geen ver-
binding te maken met het Bluetooth
®-sys-
teem.
■Waarschuwing met betrekking tot
beïnvloeding van elektronische
apparatuur
●Uw audiosysteem is uitgerust met
Bluetooth®-antennes. Mensen met
geïmplanteerde pacemakers, CRT-
pacemakers of geïmplanteerde hartdefi-
brillatoren moeten voldoende afstand
bewaren tot de Bluetooth
®-antennes.
Radiogolven kunnen de werking van
dergelijke apparatuur beïnvloeden.
●Alvorens Bluetooth®-apparaten te
gebruiken, moeten gebruikers van
medische apparatuur anders dan geïm-
planteerde pacemakers, CRT-pacema-
kers en geïmplanteerde
hartdefibrillatoren contact opnemen met
de fabrikant of leverancier van deze pro-
ducten om te informeren of radiosigna-
len invloed uitoefenen op deze
apparatuur. Radiogolven kunnen onver-
wachte effecten hebben op de werking
van dergelijke medische apparatuur.
OPMERKING
■Bij het verlaten van de auto
Laat uw draagbare audiospeler of mobiele
telefoon niet achter in de auto. De tempe-
ratuur in de auto kan hoog oplopen, waar-
door uw draagbare audiospeler of mobiele
telefoon beschadigd kan raken.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 510 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
5547-1. Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
■Water in de auto
●Mors geen vloeistof in het interieur van
de auto.
Anders kunnen de elektrische onderde-
len en dergelijke defect raken of vlam
vatten.
●Voorkom dat onderdelen of de bedra-
ding van het airbagsysteem in het interi-
eur nat worden.
(→ Blz. 32)
Een elektrische storing kan ervoor zor-
gen dat de airbags worden geactiveerd
of niet op de juiste wijze werken, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
●Auto's met draadloze lader:
Laat de draadloze lader (→ Blz. 542)
niet nat worden. Als dat wel gebeurt,
kan de lader oververhit raken, wat kan
leiden tot brandwonden of een elektri-
sche schok, waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Reinigen van het interieur (met name
het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner. Het
dashboard kan in de voorruit worden
weerkaatst; hierdoor kan het gezichtsveld
van de bestuurder worden belemmerd wat
een ernstig ongeval tot gevolg kan heb-
ben.
OPMERKING
■Reinigingsmiddelen
●Gebruik de volgende reinigingsmidde-
len niet, omdat ze verkleuring van het
interieur of strepen en beschadigingen
van gelakte oppervlakken kunnen ver-
oorzaken:
• Behalve de stoelen: Organische reini- gingsmiddelen zoals wasbenzine en ter-
pentine, alkalische of zuurhoudende
middelen, textielverf en bleekmiddel
• Stoelen: Alkalische en zuurhoudende middelen, zoals thinner, wasbenzine en
alcohol
●Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard of andere gelakte delen
van het interieur kunnen beschadigd
raken.
■Voorkomen van beschadiging van
lederen bekleding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om beschadiging en vroegtijdige
slijtage van lederen bekleding te voorko-
men:
●Verwijder stof en vuil onmiddellijk van
de bekleding.
●Stel de auto niet langdurig bloot aan
direct zonlicht. Parkeer uw auto in de
schaduw, vooral bij warm weer.
●Leg geen vinyl of plastic voorwerpen of
artikelen die was bevatten op de bekle-
ding, aangezien ze bij hoge temperatu-
ren in het interieur mogelijk aan het leer
vast blijven kleven.
■Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet
met water.
Water dat in contact komt met elektrische
onderdelen boven of onder de vloerbedek-
king, kan schade aan de verschillende
systemen van de auto veroorzaken, bij-
voorbeeld aan het audiosysteem. Water
kan bovendien roest aan de carrosserie
veroorzaken.
■Bij het reinigen van de binnenzijde
van de voorruit (auto's met Toyota
Safety Sense)
Zorg ervoor dat er geen glasreiniger op de
lens terechtkomt. Raak de lens ook niet
aan. ( →Blz. 322)
■Schoonmaken van de binnenzijde
van de achterruit
●Gebruik geen ruitenreiniger om de ach-
terruit schoon te maken. Anders kunnen
de verwarmingsdraden beschadigd
raken. Veeg de ruit voorzichtig schoon
met een doek en lauw water. Maak de
ruit in horizontale richting schoon, even-
wijdig aan de verwarmingsdraden.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 554 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
6268-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Controlelampjes veiligheidsgordel achterpassagiers*1 (waarschuwingszoe-
mer)*2, 3
*1: Deze lampjes branden op het multi-informatiedisplay.
*2: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel achterpassagiers (behalve auto's met model-
code*4 die een “W” als laatste letter heeft):
De waarschuwingszoemer voor de veilighei dsgordel herinnert de achterpassagiers eraan
de veiligheidsgordel om te doen. Als de veili gheidsgordel wordt losgemaakt klinkt de zoe-
mer gedurende een bepaalde tijd met tussenpozen wanneer de veiligheidsgordel is vastge-
maakt en losgemaakt en de auto een bepaalde snelheid heeft bereikt.
*3: Waarschuwingszoemer veiligheidsgordel achterpassagiers (auto's met modelcode*4 die
een “W” als laatste letter heeft):
De waarschuwingszoemer voor de veilighei dsgordel herinnert de achterpassagiers eraan
de veiligheidsgordel om te doen. Als de veili gheidsgordel wordt losgemaakt klinkt de zoe-
mer gedurende een bepaalde tijd met tussenpozen wanneer de auto een bepaalde snel-
heid heeft bereikt.
*4: De modelcode staat vermeld op het typeplaatje. ( →Blz. 670)
■Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoor-
baar, zoals in een luidruchtige omgeving of
wanneer het volume van de audio hoog
staat.
■Detectiesensor voorpassagier, contro-
lelampje veiligheidsgordel en waar-
schuwingszoemer
●Als er bagage wordt geplaatst op de pas-
sagiersstoel kan de detectiesensor het
controlelampje laten knipperen en de
waarschuwingszoemer laten klinken, ook
al zit er niemand op de passagiersstoel.
●Als er op de stoel een kussen wordt
geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwings-
lampje niet goed werkt.
■Als het motorcontrolelampje tijdens het
rijden gaat branden
Het motorcontrolelampje gaat branden als de
brandstoftank volledig leeg raakt. Vul de
brandstoftank onmiddellijk als deze leeg is.
Het motorcontrolelampje gaat na enkele rit-
ten weer uit.
Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als het
motorcontrolelampje niet uitgaat.
■Waarschuwingslampje (waarschu-
wingszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de laadtoestand van de accu laag wordt
of de spanning tijdelijk daalt, kan het waar-
schuwingslampje van de elektrische stuurbe-
krachtiging gaan branden en kan er een
waarschuwingszoemer klinken.
■Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem)
Controleer het uiterlijk van de banden om na
te gaan of er een band lek is.
Als een band lek is: →Blz. 631, 642
Als geen van de banden lek is:
Zet het contact UIT en vervolgens AAN. Con-
troleer of het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden of knipperen.
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(indien aanwezig)
Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel
om te doen
→ Doe de veiligheidsgordel om.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 626 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
6588-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Minpool (-) accu (tweede auto)
Stevig, niet-bewegend, niet-gelakt metalen punt, ver weg van de accu en bewe-
gende delen, zoals aangegeven in de afbeelding.
A25A-FKS motorPluspool (+) accu (uw auto)
Pluspool (+) accu (tweede auto)
Minpool (-) accu (tweede auto)
Stevig, niet-bewegend, niet-gelakt metalen punt, ver weg van de accu en bewe-
gende delen, zoals aangegeven in de afbeelding.
4 Start de motor van de tweede auto.
Verhoog het motortoerental iets en
laat de motor gedurende ongeveer
5 minuten met het verhoogde toe-
rental draaien om de accu van uw
auto op te laden.
5 Open en sluit een van de portieren
terwijl het contact UIT staat.
6 Houd het motortoerental van de
tweede auto constant en start de
motor van uw auto door het contact
AAN te zetten.
7 Verwijder de startkabels in exact de
omgekeerde volgorde van aanslui- ten als de motor van uw auto aan-
geslagen is.
Laat, nadat de motor van uw auto aan-
geslagen is, de auto zo snel mogelijk
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■Starten van de motor als de accu leeg is
De auto kan niet worden aangeduwd.
■Voorkomen van ontlading van de accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit
als de motor is uitgeschakeld. (Auto's met
Stop & Start-systeem: Behalve wanneer
de motor is uitgezet door het Stop & Start-
systeem)
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 658 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
685
9
9-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
*1: Voor meer informatie over elke functie:
→Blz. 126
*2: Alleen auto's zonder navigatiesysteem of multimediasysteem
*3: De standaardinstelling verschilt per land.
*4: De beschikbare talen kunnen per regio verschillend zijn.
*5: Indien aanwezig
*6: Alleen auto's met 7 inch display
*7: AWD-uitvoeringen
“Fuel Economy” (brandstofverbruik)
“Total Average”
(totaal gemid- delde)
“Trip Average” (rit-
gemiddelde)
–O–“Tank Average”
(gemiddelde per tankbeurt)
Audiosysteemgekoppeld display*5AanUit–O–
Display AWD-systeem*7AanUit–O–
Type rij-informatieTrip (rit)Total (totaal)–O–
Rij-informatie-items (eerste item)Afstand
Gemiddelde rij- snelheid
–O–
Totale tijd
Rij-informatie-items (tweede item)Totale tijd
Gemiddelde rij-snelheid
–O–
Afstand
Pop-updisplayAanUit–O–
Multi-informatiedisplay uitUitAan–O–
SuggestiefunctieAan
Aan (bij stil-
staande auto)
O–O
Uit
Functie*1Standaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstellingABC
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 685 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
702Alfabetische index
Airconditioning ............................. 512, 517 Airconditioning, handmatig bediende ......................................... 512
Automatische airconditioning ............ 517
Geconcentreerde luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus) ........................... 522
Interieurfilter ...................................... 585
Persoonlijke
voorkeursinstellingen aanjager ....... 519
Airconditioning, handmatig bediende ............................................. 512
Interieurfilter ...................................... 585
Alarm ..................................................... 101 Alarm ................................................. 101
Waarschuwingszoemer ..................... 618
Alarmknipperlichten............................. 608
Antenne Radio ................................................. 466
Smart entry-systeem
met startknop .................................. 181
Antiblokkeersysteem (ABS) ................ 445 Functie .............................................. 445
Waarschuwingslampje ...................... 620
Antidiefstalsysteem Alarm ................................................. 101
Hellingsensor .................................... 102
Inbraaksensor ................................... 102
Startblokkering .................................... 76
Supervergrendeling ........................... 100
Armsteun............................................... 546
Asbak..................................................... 539
Audiosysteem ....................................... 460 Audio-ingang ..................................... 462
Audiotoetsen op het stuurwiel ........... 461
AUX-aansluiting/USB-aansluiting ...... 462
Bluetooth
®-audio ............................... 484
CD-speler .......................................... 467
Draagbare audioapparatuur .............. 462
iPod ................................................... 474
MP3/WMA/AAC-disc ......................... 467
Optimaal gebruik ............................... 463
Radio ................................................. 465
USB-geheugen .................................. 462
Automatic High Beam-systeem .......... 311 Automatische airconditioning ............ 517
Interieurfilter ...................................... 585
Persoonlijke voorkeursinstellingen
aanjager ......................................... 519
Automatische transmissie .................. 290 S-modus ........................................... 293
Automatische verlichting .................... 308
Automatische verticale koplampverstelling............................ 309
AUX-aansluiting ................................... 462
B
Baby- en kinderzitjes ............................. 42 Met een bevestigingspunt voor de bovenste gordel ................... 58
Plaatsingsmethode
baby- of kinderzitje ........................... 53
Punten om rekening mee te houden ............................................. 43
Rijden met kinderen in de auto ........... 41
Vastgezet met een onderste ISOfix-bevestigingspunt ................... 57
Vastgezet met een veiligheidsgordel............................... 55
Baby- of kinderzitje plaatsen
op de voorpassagiersstoel ................. 44
Bagageafdekking ................................. 537
Bagagehaken........................................ 534
Bagageruimteverlichting ............. 170, 173 Vermogen ......................................... 680
Banden .................................................. 570
Als uw auto een lekke band heeft .............................. 631, 642
Banden, wisselen van ....................... 571
Bandenspanning ............................... 583
Bandenspannings- waarschuwingssysteem ................. 572
Controle ............................................ 570
Reservewiel ...................................... 642
Sneeuwkettingen .............................. 454
Vervangen ................................ 631, 642
Waarschuwingslampje ...................... 625
Winterbanden ................................... 452
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 702 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
703Alfabetische index
Bandenspanning .................................. 678Waarschuwingslampje ...................... 625
Bandenspannings-
waarschuwingssysteemFunctie .............................................. 572
Initialisatie ......................................... 581
Plaatsen van bandenspannings- sensoren en -zenders ..................... 580
Registreren van identificatiecodes .... 582
Waarschuwingslampje ...................... 625
Bedieningstoetsen instrumentenpaneel........................... 122
Bekerhouders ....................................... 532
Bevestigingspunten bovenste gordel .................................................... 58
Binnenspiegel ............................... 240, 241
Blind Spot Monitor (BSM) .................... 390 Blind Spot Monitor-functie ................. 399
Rear Crossing Traffi c Alert-functie .... 402
Blokkeerschakelaar ruitbediening ...... 254
Bluetooth
®............................................ 501
Audiosysteem .................................... 484
Draadloze communicatie ................... 484
Handsfree-systeem (voor mobiele telefoon) ................... 484
Registreren van een
Bluetooth
®-apparaat ....................... 488
Selecteren van een Bluetooth
®-apparaat ....................... 489
Bluetooth®-audio .................................. 496
Bluetooth®-telefoon ............................. 484
De contacten beheren ....................... 491
Een gesprek tot stand brengen ......... 498
Favorieten verwijderen ...................... 494
Ontvangen van een oproep ............... 499
Stuurwieltoetsen ................................ 488
Telefooninstellingen .......................... 489
Verwijderen van de
oproepgeschiedenis........................ 492
Voeren van een telefoongesprek ...... 499
Bougie ................................................... 675
Brake Assist.......................................... 445
Brake Hold-systeem ............................. 306 Brandstof
Brandstofmeter ......................... 112, 116
Brandstofpomp,
uitschakelsysteem .......................... 617
Capaciteit .......................................... 672
Informatie .......................................... 681
Informatie tankstation ....................... 716
Soort ................................................. 672
Tanken .............................................. 320
Waarschuwingslampje ...................... 625
Brandstofmeter ............................ 112, 116
Brandstofpomp,
uitschakelsysteem ............................ 617
BSM (Blind Spot Monitor) ................... 390 Blind Spot Monitor-functie................. 399
Rear Crossing Traffi c Alert-functie.... 402
Buitenspiegels ..................................... 250
Afstellen ............................................ 250
BSM (Blind Spot Monitor) ................. 390
Buitenspiegelverwarming.......... 513, 519
Inklappen .......................................... 251
Verstellen en inklappen .................... 250
C
CD-speler .............................................. 467
Claxon ................................................... 239
Condensor ............................................ 566
Consolevak ........................................... 531
Contact (startknop) ...................... 284, 286Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet worden
gebracht ......................................... 608
Auto power off-functie ....................... 289
Starten van de motor ................ 284, 286
Veranderen van de standen van het contact ............................... 284
Wijzigen van de standen van het contact ............................... 288
Controlelampje
achterpassagiersgordel .................... 626
Controlelampje bestuurdersgordel .... 625
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 703 Friday, August 7, 2020 1:15 PM