433
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
→
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
“Battery Charging” (accu aan het
opladen)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
→ Het uitschakelen van de motor is tijdelijk
niet mogelijk om voorrang te geven aan het
laden van de accu. Nadat de motor gedu-
rende een bepaalde periode heeft gedraaid,
wordt het systeem weer geactiveerd.
• Er wordt mogelijk een onderhoudslaadpro- cedure uitgevoerd (bijvoorbeeld enige tijd
nadat de accupolen zijn losgenomen en
weer aangesloten. Enige tijd na het ver-
vangen van de accu, enz.)
→ Wanneer de onderhoudslaadprocedure
van maximaal een uur is voltooid, kan het
systeem worden bediend.
• Indien continu weergegeven gedurende een langere tijd (meer dan een uur)
→ De accu kan verouderd zijn. Neem voor
meer informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
“Stop & Start System Unavailable”
(Stop & Start-systeem niet beschikbaar)
• Het Stop & Start-systeem is tijdelijk uitge- schakeld.
→ Laat de motor gedurende enige tijd
draaien.
• De motor is mogelijk herstart terwijl de motorkap was geopend.
→ Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht ten minste 30 seconden en start ver-
volgens de motor. “In Preparation” (in voorbereiding)
• De auto rijdt op grote hoogte.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
*
→Wanneer het vacuüm van de rembekrachti-
ger een bepaald niveau bereikt, wordt het
systeem ingeschakeld.
*: Auto's met automatische transmissie of Multidrive CVT
“For Climate Control” (voor klimaat-
regeling)
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperatuur hoog of laag is.
→ Het systeem treedt in werking wanneer het
verschil tussen de ingestelde temperatuur en
de temperatuur in het interieur te klein wordt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
●Wanneer de motor automatisch wordt her-
start terwijl hij was uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem
“In Preparation” (in voorbereiding)
*
• Het rempedaal is dieper of pompend inge-trapt.
→ Het systeem wordt ingeschakeld als de
motor draait en het vacuüm van de rembe-
krachtiger een bepaald niveau heeft bereikt.
*: Auto's met automatische transmissie of Multidrive CVT
“For Climate Control” (voor klimaat-
regeling)
• De airconditioning wordt ingeschakeld of gebruikt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 433 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
4364-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Auto's met de motor voorin en
voorwielaandrijving/Dynamic Tor-
que Control AWD-uitvoeringen
1 ECO-rijmodus
Geschikt voor het rijden met een lager
brandstofverbruik doordat er soepeler kop-
pel wordt gegenereerd in reactie op de
bediening van het gaspedaal dan in de nor-
male modus en beperking van de werking
van het airconditioningsysteem (verwar-
men/koelen).
Als de schakelaar wordt ingedrukt terwijl de
ECO-rijmodus niet inges chakeld is, schakelt
het systeem naar de ECO-rijmodus en gaat
de ECO-rijmodusindicator in het multi-infor-
matiedisplay branden.
2 Normale modus
Geschikt voor normaal rijden.
De rijmodus gaat naar de normale modus
als de schakelaar wordt ingedrukt in de
ECO-rijmodus of sportmodus.
3Sportmodus
Regelt het stuurgevoel en de motor voor een
acceleratiereactie die geschikt is voor een
sportieve rijstijl. Ge schikt voor wanneer
wendbaarheid gewenst is, bijvoorbeeld bij
het rijden in bergachtige gebieden.
Als de schakelaar wordt ingedrukt terwijl de
sportmodus niet inges chakeld is, schakelt
het systeem naar de sportmodus en gaat het
controlelampje voor de sportmodus in het
multi-informatiedisplay branden.
■Dynamic Torque Vectoring AWD-
uitvoeringen
1 ECO-rijmodus
Geschikt voor het rijden met een lager
brandstofverbruik doordat er soepeler kop-
pel wordt gegenereerd in reactie op de
bediening van het gaspedaal dan in de nor-
male modus en beperking van de werking
van het airconditioningsysteem (verwar-
men/koelen).
Rijmodusselectie-
schakelaar
De rijmodi kunnen worden gese-
lecteerd overeenkomstig de rij- en
gebruiksomstandigheden.
Selecteren van een rijmodus
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 436 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
437
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als de schakelaar wordt ingedrukt terwijl de
ECO-rijmodus niet inges
chakeld is, schakelt
het systeem naar de ECO-rijmodus en gaat
de ECO-rijmodusindicator in het multi-infor-
matiedisplay branden.
2 Normale modus
Geschikt voor normaal rijden.
De rijmodus gaat naar de normale modus
als de schakelaar wordt ingedrukt in de
ECO-rijmodus of sportmodus.
3Sportmodus
Regelt het stuurgevoel en de motor voor een
acceleratiereactie die geschikt is voor een
sportieve rijstijl. Ge schikt voor wanneer
wendbaarheid gewenst is, bijvoorbeeld bij
het rijden in bergachtige gebieden.
Als de schakelaar wordt ingedrukt terwijl de
sportmodus niet inge schakeld is, schakelt
het systeem naar de sportmodus en gaat het
controlelampje voor de sportmodus in het
multi-informatiedisplay branden.
■Als een andere rijmodus geselecteerd
wordt dan de normale modus
●De achtergrondkleur van het multi-informa-
tiedisplay wijzigt overeenkomstig de gese-
lecteerde rijmodus.
●Als de snelheidsmeter is ingesteld op ana-
loge weergave, wijzigt ook de kleur van het
snelheidsmeterdisplay . (Alleen auto's met
7 inch multi-informatiedisplay)
●Schakelt naar AWD-r egeling passend bij
de geselecteerde modus. (Alleen Dynamic
Torque Vectoring AWD-uitvoeringen)
●Auto's met handgeschakelde transmissie:
De iMT werkt als de sportmodus is gese-
lecteerd.
■Werking airconditioningsysteem in
ECO-rijmodus
In de ECO-rijmodus worden de verwar-
ming/koeling en de aanjagersnelheid gere-
geld voor een zo laag mogelijk
brandstofverbruik. Voer de volgende proce-
dures uit om de prestaties van de airconditio-
ning te verbeteren.
●Wijzig de aanjagersnelheid
( → Blz. 512, 518)
●Annuleren ECO-rijmodus
■Annuleren van een rijmodus
●De sportmodus wordt automatisch gean-
nuleerd en de rijmodus keert terug naar de
normale modus als het contact UIT wordt
gezet.
●De normale modus en de ECO-rijmodus
worden niet geannuleerd zolang er geen
andere rijmodus wordt geselecteerd. (Zelfs
als het contact UIT wordt gezet, worden de
normale modus en de ECO-rijmodus niet
automatisch geannuleerd.)
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 437 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
6
511
6
Voorzieningen in het interieur
Voorzieningen inhet interieur
6-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Handmatig bediende airconditioning ..................... 512
Automatische airconditioning ..................... 517
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming/
stoelventilatoren .................. 524
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ............... 527
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden .......... 530
Voorzieningen in de bagageruimte ...................... 534
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in
het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ......................... 539
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 511 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
5126-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
6-1.Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
*: Indien aanwezig
Schakelaar aanjagersnelheid
Temperatuurschakelaar
Toets ON/OFF
Toets voorruitverwarming
Toets achterruit- en buitenspiegelverwarming
Toets luchtcirculatieregeling
Toets buitenlucht-/recirculatiemodus
Toets A/C
■Wijzigen van de ingestelde tempe-
ratuur
Draai de draaiknop voor de tempera-
tuurregeling rechtsom (warm) of
linksom (koel) om de temperatuurinstel-
ling aan te passen.
Als de toets A/C niet is ingedrukt, blaast het
systeem lucht met de omgevingstempera-
tuur of verwarmde lucht in het interieur.
■Instellen van de aanjagersnelheid
Draai de knop voor de aanjagersnel-
heid rechtsom (hoger) of linksom
(lager) om de aanjagersnelheid aan te
passen.
Door op de AAN-/UIT-schakelaar te drukken
wordt de aanjager uitgeschakeld.
Als de aanjager is uitgeschakeld, kunt u
deze weer inschakelen door op de AAN-
/UIT-schakelaar te drukken of aan de knop
voor de aanjagersnelheid te draaien.
■Wijzigen van de luchtcirculatie-
modus
Druk op de toets voor de luchtcirculatie-
regeling.
De luchtcirculatiemodus verandert telkens
wanneer de schakelaar wordt ingedrukt als
volgt:
Handmatig bediende airconditioning*
Bedieningspaneel airconditioning
A
B
C
D
E
F
G
H
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 512 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
513
6
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
1
Bovenlichaam
2 Bovenlichaam en voeten
3 Voeten
4 Voeten en voorruitontwaseming
■Schakelen tussen buitenluchtmo-
dus en recirculatiemodus
Druk op de toets buitenlucht-/recircula-
tiemodus.
Iedere keer dat de schakelaar wordt
bediend, wijzigt de modus tussen buiten-
luchtmodus en recirculatiemodus.
Wanneer de recirculat iemodus is geselec-
teerd, brandt het controlelampje op de scha-
kelaar buitenlucht-/recirculatiemodus.
■In-/uitschakelen van de koel- en
ontvochtigingsfunctie
Druk op de aircoschakelaar.
Wanneer de functie is ingeschakeld, brandt
het controlelampje op de toets A/C.
■Ontwasemen van de voorruit
De ruitverwarming wordt gebruikt om
de voorruit en de zijruiten voor te ont-
wasemen.
Druk op de schakelaar voor de voorruit-
verwarming.
Zet, als de recirculat iemodus is ingescha-
keld, de toets voor de buitenlucht-/recircula-
tiemodus in de buitenluchtmodus.
Verhoog de aanjagersnelheid en de tempe-
ratuur om de voorruit en zijruiten snel te ont-
wasemen.
Druk wanneer de voorruit is ontwasemd
nogmaals op de schakelaar voor de voorruit-
verwarming om terug te keren naar de
vorige modus.
Als de voorruitverwarming is ingeschakeld,
brandt het controlelampje op de schakelaar
voorruitontwaseming.
■Ontwasemen van de achterruit en
buitenspiegels
De achterruit- en buitenspiegelverwar-
ming worden gebruikt om de achterruit
te ontwasemen en om regendruppels,
dauw en ijs van de buitenspiegels te
verwijderen.
Druk op de schakelaar achterruit- en
buitenspiegelverwarming.
Als de achterruit- en buitenspiegelverwar-
ming is ingeschakeld, brandt het controle-
lampje op de schakelaar achterruit- en
buitenspiegelverwarming.
De achterruit- en buitenspiegelverwarming
wordt na ongeveer 60 minuten automatisch
uitgeschakeld.
De achterruit- en buitenspiegelverwarming
wordt na ongeveer 15 minuten echter auto-
matisch uitgeschakeld afhankelijk van condi-
ties zoals de buitentemperatuur en de status
van het laadsysteem.
1 1 2 23 3
4 4
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 513 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
5146-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
■Werking van de airconditioning in de
ECO-rijmodus
In de ECO-rijstand wordt de airconditioning
bediend voor een laag brandstofverbruik.
Hierbij worden het motortoerental en de com-
pressorwerking afgeregeld om zo de capaci-
teit van de verwarming/koeling te beperken.
Doe het volgende om de prestaties van de
airconditioning te verbeteren:
●Wijzig de aanjagersnelheid
●Wijzig de ingestelde temperatuur
●Schakel de ECO-rijmodus uit (→ Blz. 436)
■Beslaan van de ruiten
●Wanneer de luchtvochtigheid in de auto
hoog is, zullen de ruiten gemakkelijk
beslaan. Wanneer de toets A/C wordt inge-
schakeld, wordt de lucht die via de uit-
stroomopeningen stroomt ontvochtigd en
wordt de voorruit efficiënt ontwasemd.
●Als u de toets A/C uitschakelt, zullen de
ruiten mogelijk sneller beslaan.
●De ruiten zullen mogelijk beslaan als de
recirculatiemodus is ingeschakeld.
■Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van de
ruiten nog altijd stof wordt aangezogen, zet
dan de luchttoevoerregeling in de buiten-
luchtmodus en schakel de aanjager in.
■Buitenlucht-/recirculatiemodus
Het wordt aangeraden om de recirculatiemo-
dus tijdelijk in te schakelen om te voorkomen
dat er vuile lucht wordt aangevoerd en om de
auto te helpen koelen wanneer het buiten
warm is.
■Wanneer de buitentemperatuur tot bijna
0°C daalt
De ontvochtigingsfuncti e werkt mogelijk niet,
zelfs niet wanneer de toets A/C wordt inge-
drukt.
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende
geuren van binnen en buiten de auto in het
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit
de uitstroomopeningen komt niet lekker
ruikt.
●Het voorkomen van mogelijke geuren:
We raden u aan het airconditioningsys-
teem in de buitenluchtmodus te zetten
voordat u de motor uitschakelt.
●Bij het parkeren schakelt het systeem
automatisch de buitenluchtmodus in voor
een betere luchtcirculatie in de auto, wat
helpt om geuren bij het starten van de auto
te verminderen.
■De airconditioning blijft in werking als
de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem (auto's met Stop & Start-
systeem)
Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem, worden de koel-, verwar-
mings- en ontvochtigingsfuncties uitgescha-
keld en blaast het systeem alleen lucht die op
omgevingstemperatuur is. Het blazen van
lucht die op omgevingstemperatuur is, kan
eveneens stoppen. Druk op de uitschakel-
toets van het Stop & Start-systeem om te
voorkomen dat de airconditioning wordt uit-
geschakeld.
■Als de voorruit beslagen is en de motor
is uitgezet door het Stop & Start-sys-
teem (auto's met Stop & Start-systeem)
Druk op de schakelaar voorruitontwaseming
om de motor opnieuw te starten en de voor-
ruit te ontwasemen.
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uit-
schakeltoets van het Stop & Start-systeem
en gebruik het Stop & Start-systeem niet.
■Wanneer er een geur vrijkomt uit de air-
conditioning als de motor is uitgezet
door het Stop & Start-systeem (auto's
met Stop & Start-systeem)
Druk op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem om de motor weer te starten.
■Interieurfilter
→ Blz. 585
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 514 Friday, August 7, 2020 1:15 PM
515
6
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
Dit systeem wordt g
ebruikt om ijsvor-
ming op de voorruit en de ruitenwissers
te voorkomen.
Gebruik deze toets om het systeem in
en uit te schakelen.
Het controlelampje gaat branden als het sys-
teem is ingeschakeld.
De voorruitverwarming wordt na een tijdje
automatisch uitgeschakeld.
■Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en luchthoe-
veelheid veranderen overeenkomstig
de geselecteerde luchtcirculatiemodus.
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele
lucht bij zeer vochtig weer. Het verschil
tussen de buitentemperatuur en de tempe-
ratuur van de voorruit zorgt ervoor dat de
buitenkant van de voorruit beslaat, waar-
door het zicht wordt belemmerd.
■Als de buitenspiegelverwarming
ingeschakeld is (indien aanwezig)
Raak het spiegeloppervlak van de buiten-
spiegels niet aan wanneer de buitenspie-
gelverwarming is ingeschakeld.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de airconditioning niet langer inge-
schakeld dan noodzakelijk is als de motor
niet draait.
Voorruitverwarming
(indien aanwezig)
WAARSCHUWING
■Voorkomen van brandwonden
Raak het onderste deel van de voorruit en
de gedeeltes bij de voorstijlen niet aan
wanneer de voorruitverwarming is inge-
schakeld.
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen
pM_RAV4_OM_OM42D20E_(EE).book Page 515 Friday, August 7, 2020 1:15 PM