383
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
■Locatie en soorten sensoren
Hoeksensoren voor (indien aanwe-
zig)
Binnenste sensoren voor (indien
aanwezig)
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
■Display (multi-i nformatiedisplay)
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaleren, wordt er een
afbeelding weergegeven op het multi-
informatiedisplay overeenkomstig de
positie van en de afstand tot het object.
Signalering hoeksensor voor (indien
aanwezig)
Signaleren binnenste sensor voor
(indien aanwezig)
*1
Signaleren hoeksensor achter*2
Signaleren binnenste sensor ach-
ter
*2
*1: Weergegeven als de selectiehendel in een rijpositie staat
*2: Weergegeven als de selectiehendel in
stand R staat
■Display (scherm audiosysteem)
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaleren, wordt er een
afbeelding weergegeven op het scherm
van het navigatiesysteem (indien aan-
wezig) of het scherm van het multime-
diasysteem (ind ien aanwezig)
overeenkomstig de positie van en de
afstand tot het object.
Wanneer de Toyota Parking Assist-
monitor (indien aanwezig) wordt
weergegeven
Toyota Parking Assist-
sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage
wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het scherm
van het navigatiesysteem of het
scherm van het multimediasys-
teem en een zoemer. Controleer
bij gebruik van dit systeem ook
altijd zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
A
B
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 383 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
3864-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als er een waarschuwingsmelding wordt
weergegeven terwijl de sensor schoon is, is
er mogelijk een storing aanwezig in de sen-
sor. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Als “Parking Assist Unavailable” (Par-
king Assist niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display (auto's met PKSB)
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer
normaal is, zal het systeem weer normaal
werken.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem niet
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem.
( Blz. 386)
Als deze melding na de initialisatie nog
steeds wordt weergegeven, laat de auto
dan controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten (auto's met PKSB)
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is
beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
• Als het stilstaande object zich te dicht bij de sensor bevindt, is detectie wellicht niet
mogelijk.
• Tussen het signaleren van een statisch object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer).
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object
binnen 30 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de
waarschuwingszoemer hoorbaar is. • Het kan moeilijk zijn om de zoemer te
horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati e van de airconditioning
veel geluid produceert.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen ten gevolge van geluiden van
andere systemen.
■Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs.
(Het reinigen van de sensoren zal het pro-
bleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
●Een sensor wordt ergens door afgedekt.
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Er is veel omgevingslawaai rond de auto
van claxons, motorfietsmotoren, luchtrem-
men van vrachtwagens of andere geluids-
bronnen die ultrasone geluidsgolven
produceren.
●Er is een andere auto uitgerust met Par-
king Assist-sensoren in de nabije omge-
ving.
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of
er is sprake van zware regenval.
●Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg.
●Als de auto sterk naar één kant helt.
●De auto nadert een hoge of gebogen
stoeprand.
●Als het object zich te dicht bij de sensor
bevindt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 386 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
4646-1. Onderhoud en verzorging
Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger.
Veeg overtollig vuil en stof weg met
een zachte doek die is bevochtigd
met een verdund reinigingsmiddel.
Gebruik sop met ongeveer 5% wolreini-
gingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel grondig met een
schone, vochtige doek.
Veeg daarna het resterende vocht
van het leder af met een droge,
schone doek. Laat de lederen bekle-
ding drogen in een geventileerde
ruimte in de schaduw.
■Onderhoud van lederen bekleding
Om het interieur in een goede conditie te
houden, raadt Toyota u aan het ten minste
twee keer per jaar schoon te maken.
Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger.
Verwijder het met een zachte voch-
tige doek met ongeveer 1% reini-
gingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel en water grondig met
een schone, vochtige doek.
OPMERKING
●Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard of andere gelakte delen
van het interieur kunnen beschadigd
raken.
■Voorkomen van beschadiging van
lederen bekleding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om beschadiging en vroegtijdige
slijtage van lederen bek leding te voorko-
men:
●Verwijder stof en vuil onmiddellijk van
de bekleding.
●Stel de auto niet langdurig bloot aan
direct zonlicht. Parkeer uw auto in de
schaduw, vooral bij warm weer.
●Leg geen vinyl of plastic voorwerpen of
artikelen die was bevatten op de bekle-
ding, aangezien ze bij hoge temperatu-
ren in het interieur mogelijk aan het leer
vast blijven kleven.
■Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet
met water.
Water dat in contact komt met elektrische
onderdelen boven of onder de vloerbedek-
king, kan schade aan de verschillende
systemen van de auto veroorzaken, bij-
voorbeeld aan het audiosysteem. Water
kan bovendien roest aan de carrosserie
veroorzaken.
■Bij het reinigen van de binnenzijde
van de voorruit (auto's met Toyota
Safety Sense)
Zorg ervoor dat er geen glasreiniger op de
lens terechtkomt. Raak de lens ook niet
aan. ( Blz. 320)
■Schoonmaken van de binnenzijde
van de achterruit
●Gebruik geen ruitenreiniger om de ach-
terruit schoon te maken. Anders kunnen
de verwarmingsdraden beschadigd
raken. Veeg de ruit voorzichtig schoon
met een doek en lauw water. Maak de
ruit in horizontale richting schoon, even-
wijdig aan de verwarmingsdraden.
●Voorkom beschadiging van de verwar-
mingsdraden.
Schoonmaken van lederen
bekleding
Schoonmaken van kunstleder
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 464 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
541
7
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoor-
baar, zoals in een luidruchtige omgeving of
wanneer het volume van de audio hoog
staat.
■Detectiesensor voorpassagier, contro-
lelampje veiligheidsgordel en waar-
schuwingszoemer
●Als er bagage wordt geplaatst op de pas-
sagiersstoel kan de detectiesensor het
controlelampje laten knipperen en de
waarschuwingszoemer laten klinken, ook
al zit er niemand op de passagiersstoel.
●Als er op de stoel een kussen wordt
geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwings-
lampje niet goed werkt.
■Als het motorcontrolelampje tijdens het
rijden gaat branden
Het motorcontrolelampje gaat branden als de
brandstoftank volledig leeg raakt. Vul de
brandstoftank onmiddellijk als deze leeg is.
Het motorcontrolelampje gaat na enkele rit-
ten weer uit.
Neem zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als het
motorcontrolelampje niet uitgaat.
■Waarschuwingslampje (waarschu-
wingszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de spanning van de 12V-accu laag is of
tijdelijk daalt, kan het waarschuwingslampje
van de elektrische stuurbekrachtiging gaan
branden en kan er een waarschuwingszoe-
mer klinken.
■Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van de banden om na
te gaan of er een band lek is.
Als een band lek is: Blz. 547, 558
Als geen van de banden lek is:
Zet het contact UIT en vervolgens AAN. Con-
troleer of het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden of knipperen.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den
Er kan een storing aanwezig zijn in het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
1 Controleer de bandenspanning voor
iedere band nadat de banden voldoende
zijn afgekoeld en breng de banden op de
voorgeschreven spanning.
2 Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, controleer
dan of de bandenspanning voor iedere
band in orde is en voer de initialisatie uit.
( Blz. 491)
■Het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaat mogelijk branden door
een natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning gaat mogelijk branden door een natuur-
lijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke
spanningsverlies dat op den duur optreedt of
een veranderde bandenspanning die veroor-
zaakt wordt door temperatuurveranderingen.
In dat geval zal het waarschuwingslampje na
een paar minuten uitgaan als de banden
weer op de juiste spanning gebracht zijn.
■Als een wiel wordt vervangen door een
compact reservewiel (auto's met com-
pact reservewiel en bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender.
Bij een lekke band zal het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning niet uitgaan,
ook al is het wiel met de lekke band vervan-
gen door het reservewiel. Vervang het reser-
vewiel door het standaardwiel en breng de
band op de juiste spanning. Het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning zal na
een paar minuten uitgaan.
■Omstandigheden waaronder het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem
mogelijk niet juist werkt
Blz. 480
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 541 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
573
7
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
5
Start de motor van de tweede auto.
Verhoog het motortoerental iets en
laat de motor gedurende ongeveer
5 minuten met het verhoogde toe-
rental draaien om de 12V-accu van
uw auto op te laden.
6 Open en sluit een van de portieren
terwijl het contact UIT staat.
7 Laat de motor van de tweede auto
met een iets verhoogd toerental
draaien en start het hybridesysteem
van uw auto door het contact AAN
te zetten.
8 Controleer of het controlelampje
READY gaat branden. Neem als het
controlelampje niet gaat branden
contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
9 Verwijder de startkabels als het
hybridesysteem gestart is in exact
de omgekeerde volgorde van aan-
sluiten.
10 Sluit het deksel van de speciale
hulpstartaansluiting en plaats het
deksel van de zekeringenkast weer
in de oorspronkelijke positie.
Laat, nadat het hybridesysteem is
gestart, de auto zo snel mogelijk nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.■Starten van het hybridesysteem wan-
neer de 12V-accu ontladen is
Het hybridesysteem kan niet worden gestart
door de auto aan te duwen.
■Voorkomen van ontlading van de 12V-
accu
●Zet de koplampen en het audiosysteem uit
als het hybridesysteem is uitgeschakeld.
●Schakel niet-noodzakelij ke elektrische ver-
bruikers uit als er gedurende langere tijd
met lage snelheden gereden wordt, bij-
voorbeeld in een file.
■Als de 12V-accu verwijderd of ontladen
is
●De in de ECU opgeslagen informatie wordt
gewist. Laat wanneer de 12V-accu volledig
is ontladen de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
●Sommige systemen moeten mogelijk wor-
den geïnitialiseerd. ( Blz. 605)
■Bij het losnemen van de 12V-accuklem-
men
Wanneer de 12V-accuklemmen worden los-
genomen, wordt de in de ECU opgeslagen
informatie gewist. Neem voordat u de 12V-
accuklemmen losneemt contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Opladen van de 12V-accu
De 12V-accu zal geleidelijk aan ontladen,
zelfs wanneer de auto niet in gebruik is. Dit
wordt veroorzaakt door natuurlijke ontlading
en het effect van bepaalde elektrische appa-
ratuur. Als de auto langere tijd niet gebruikt
wordt, kan de 12V-accu ontladen en kan het
hybridesysteem mogeli jk niet meer worden
gestart. (De 12V-accu laadt automatisch op
wanneer het hybridesysteem in werking is.)
■Bij het bijladen of vervangen van de
12V-accu
●Wanneer de 12V-accu is ontladen, is het in
sommige gevallen niet mogelijk om de por-
tieren te ontgrendelen met het Smart entry-
systeem met startknop. Gebruik de
afstandsbediening of de mechanische
sleutel om de portieren te vergrendelen of
te ontgrendelen.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 573 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
595
8
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties*1: Voor meer informatie over elke functie:
Blz. 138
*2: Alleen auto's zonder navigatiesysteem of multimediasysteem
*3: De standaardinstelling verschilt per land.
*4: De beschikbare talen kunnen per regio verschillend zijn.
*5: Indien aanwezig
*6: Alleen auto's met 7 inch display
*7: AWD-uitvoeringen
“Fuel Economy” (brandstofverbruik)
“Total Average”
(totaal gemid- delde)
“Trip Average” (rit-
gemiddelde)
–O–“Tank Average”
(gemiddelde per tankbeurt)
Audiosysteemgekoppeld display*5AanUit–O–
EnergiemonitorAanUit–O–
Display AWD-systeem*7AanUit–O–
Type rij-informatieTrip (rit)Total (totaal)–O–
Rij-informatie-items (eerste item)Afstand
Gemiddelde rij- snelheid
–O–
Totale tijd
Rij-informatie-items (tweede item)Totale tijd
Gemiddelde rij-
snelheid
–O–
Afstand
“Trip Summary” (overzicht rit)
“ECO Guidance”
(begeleiding mili-
eubewust bedie- nen gaspedaal)
“Drive Info” (rij-
informatie)–O–
Pop-updisplayAanUit–O–
Multi-informatiedisplay uitUitAan–O–
SuggestiefunctieAan
Aan (bij stil-
staande auto)
O–O
Uit
Functie*1Standaard-
instelling Persoonlijke
voorkeursinstellingABC
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 595 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
616Alfabetische index
Motorolie Capaciteit .......................................... 585
Controle ............................................. 472
Voorbereidingen en controles bij rijden in de winter ....................... 420
Waarschuwingslampje ...................... 534
Multi-informatiedisplay Aan audiosysteem gekoppelde weergave ........................................ 136
Aan navigatiesysteem gekoppelde weergave..................... 136
Bedieningstoetsen
instrumentenpaneel ........................ 133
Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik........... 352
Eenheden .................................. 140, 594
Hybridesysteemindicator ........... 123, 129
Informatie op display ......................... 132
Instellingen ................................ 138, 594
LTA (Lane Tracing Assist) ................. 344
Menu-iconen ..................................... 133
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) ..... 331
Pop-updisplay ................................... 140
Suggestiefunctie................................ 141
Taal ........................................... 140, 594
Toyota Parking Assist-sensor ........... 383
Waarschuwingsmeldingen ................ 543
Weergave informatie ondersteunend systeem ................. 136
Weergave rij-informatie ..................... 134
Weergave voertuiginformatie ............ 136
Weergave waarschuw ingsmelding .... 141
Wijzigen van de weergave ................ 133
N
Naderingswaarschuwing ..................... 358
Noodstopsignaal .................................. 412
Normale modus .................................... 406
O
Olie Motorolie ........................................... 585
Onderhoud Exterieur ........................................... 460
Interieur............................................. 463
Lichtmetalen velgen .......................... 460
Onderhoud en reparatie.................... 465
Onderhoudsgegevens ...................... 582
Veiligheidsgordels............................. 463
Zelf uit te voeren onderhoud ............. 467
Onderhoud, zelf uit te voeren ..... 465, 467
Opbergmogelijkheden ......................... 440
Opbergruimte onder de afdekplaat .... 447
Openingssysteem Achterklep ................................. 181, 183
Motorkap ........................................... 468
Opslaan voertuiginformatie .................... 7
Oververhitting ...................................... 576
P
Paddle shift-schakelaars ..................... 299
Panoramadak Bediening .......................................... 266
Klembeveiliging................................. 267
Waarschuwingsmelding .................... 268
Parkeerlichten voor
Lampen vervangen ........................... 512
Lichtschakelaar ................................. 307
Parkeerrem
Waarschuwingslampje ...................... 539
Waarschuwingsmelding .................... 303
Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem ............... 303
Werking............................................. 301
Parking Assist-sensoren
(Toyota Parking Assist-sensor) ....... 383
Parking Support Brake (PKSB)........... 391 Controlelampje.................................. 119
Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten) ............. 396
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 616 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
623Alfabetische index
WaarschuwingszoemersBrake Hold-systeem .......................... 539
Brake Override-systeem ................... 538
Controlelampje PKSB OFF ............... 537
Controlelampje RCTA OFF ............... 538
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF .......................... 537
Elektrische stuurbekrachtiging .......... 535
Hoge koelvloeistoftemperatuur ......... 534
Lage motoroliedruk ........................... 534
LTA (Lane Tracing Assist) ................. 339
Naderingswaarschuwing ................... 358
Open motorkap ................................. 178
Open portier ...................................... 178
Open ruit ........................................... 264
Pre-Crash-waarschuwing .................. 331
RCTA (Rear Cross Traffic Alert)........ 368
Remsysteem ..................................... 533
Terugschakelen ......................... 299, 300
Toyota Parking Assist ....................... 383
Veiligheidsgordels, waarschuwing ......................... 540, 540
Waarschuwing voor slingeren ........... 343
Wegrijregeling ................................... 538
Wassen en in de was zetten ................ 460
Weergave
BSM (Blind Spot Monitor) .................. 368
Cruise control .................................... 363
Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik........... 352
Energiemonitor .................................. 142
LTA (Lane Tracing Assist) ................. 344
Multi-informatiedisplay ...................... 132
RCTA ................................................ 368
Rij-informatie ..................................... 134
Rij-informatie ..................................... 136
Toyota Parking Assist-sensor ........... 383
Verbruiksscherm ............................... 142
Waarschuwingsmeldingen ................ 543
Weergave buitentemperatuur...... 123, 129
Weergave informatie
ondersteunend systeem ................... 136
Weergave kilometerteller en dagteller Toets ODO TRIP ....................... 124, 130 Weergave rij-informatie ....................... 134
Winterbanden ....................................... 420
Z
Zekeringen ............................................ 509
Zijruiten ................................................. 263
Zonnebrilhouder .................................. 443
Zonnekleppen....................................... 450
Zonnescherm ....................................... 266
Raadpleeg bij auto's met een
navigatiesysteem of een multi-
mediasysteem de handleiding
voor het navigatie- en multimedi-
asysteem of de handleiding voor
het multimediasysteem voor
meer informatie over de onder-
staande uitrusting.
• Navigatiesysteem
• Audiosysteem
• Rear View Monitor-systeem
• Toyota Parking Assist Monitor
• Panoramic View Monitor
Toyota Motor Europe NV/SA, Avenue du Bourget 60 - 1140
Brussel, België
www.toyota-europe.com
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 623 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM