141
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
Hiermee kunt u de weergave van het rij-
informatietype wijzigen tussen de rit en het
totaal. (
Blz. 136).
• “Drive Info Items” (r ij-informatie-items)
Hiermee kunt u de items instellen op het
bovenste en onderste deel van het rij-infor-
matiescherm. Hierbij kunt u kiezen uit drie
items: gemiddelde rijsnelheid, afstand en
totale tijd.
“Trip Summary” (overzicht rit)
Hiermee kunt u de weergegeven onderwer-
pen instellen wanneer het contact UIT staat.
“Pop-Up Display” (pop-updisplay)
(indien aanwezig)
Hiermee kunt u de volgende pop-updisplays
in- of uitschakelen. Deze displays kunnen in
bepaalde situaties verschijnen.
• Display van de kruispuntenbegeleiding
van het aan het navigatiesysteem gekop-
pelde systeem (indien aanwezig)
• Display van binnenkomende oproepen van het handsfree-systeem (indien aan-
wezig)
• Bediening audio (indien aanwezig)
• Bediening volume (indien aanwezig)
• Spraakbediening (indien aanwezig)
“MID OFF” (MID uit)
Er wordt een leeg scherm weergegeven
“Default Settings” (standaardinstel-
lingen)
Hiermee kunnen de instellingen van de
weergave van het instrumentenpaneel wor-
den gereset.
■Onderbreking van de weergave van de
instellingen
●In de volgende situaties wordt de bedie-
ning van het instellingendisplay tijdelijk uit-
geschakeld.
• Wanneer er een waarschuwingsmelding op het multi-informatiedisplay verschijnt.
• Wanneer de auto begint te rijden
●Instellingen voor functies waarmee de auto
niet is uitgerust, worden niet weergegeven.
●Als een functie is uitgeschakeld, kunnen
de instellingen voor de desbetreffende
functie niet worden geselecteerd.
Hiermee kunnen waarschuwingsmel-
dingen en te nemen maatregelen wor-
den weergegeven als een storing wordt
gesignaleerd. ( Blz. 543)
Hiermee worden suggesties voor de
bestuurder weergegeven in de onder-
staande situaties. U kunt een reactie op
de weergegeven suggestie selecteren
met behulp van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel.
WAARSCHUWING
■Waarschuwing bij het instellen van
het display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op een
plaats met voldoende ventilatie, aangezien
het hybridesysteem tijdens het instellen
van het display moet draaien. In een afge-
sloten ruimte, zoals een garage, kunnen
uitlaatgassen die het schadelijke koolmo-
noxide (CO) bevatten, zich ophopen en in
de auto terechtkomen. Dit kan zeer scha-
delijk zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
■Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem draait
tijdens het instellen van het display om te
voorkomen dat de 12V-accu leeg raakt.
Weergave
waarschuwingsmelding
Suggestiefunctie
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 141 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
1422-1. Instrumentenpaneel
■Suggestie om de koplampen in te
schakelen
Als de lichtschakelaar in een andere
stand dan of staat en de rij-
snelheid 5 km/h of hoger is gedurende
een bepaalde periode wanneer het
donker is, wordt een melding van de
suggestiefunctie weergegeven.
■Suggestie om de koplampen uit te
schakelen
Als de koplampen nog enige tijd blijven
ingeschakeld nadat het contact UIT is
gezet, verschijnt een melding van de
suggestiefunctie.
Wanneer de lichtschakelaar in de stand
AUTO staat:
De melding met de vraag of u de kop-
lampen wilt uitschakelen wordt weerge-
geven. Selecteer “Yes” (ja) om de
koplampen uit te schakelen.
Als het bestuurdersportier wordt geopend
nadat het contact UIT is gezet, wordt deze
melding van de suggestiefunctie niet weer-
gegeven.
■Suggestie om de elektrisch
bedienbare ruiten te sluiten
(gekoppeld aan de werking van de
ruitenwissers)
Als de ruitenwissers worden bediend
terwijl één of meer elektrisch bedien-
bare ruiten zijn geopend, verschijnt een
melding van de suggestiefunctie met de
vraag of u de elektrisch bedienbare rui-
ten wilt sluiten. Selecteer “Ja” om alle
elektrisch bedienbare ruiten te sluiten.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De suggestiefunctie kan worden in- en uitge-
schakeld. (Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke vo orkeursinstellingen:
Blz. 594)
Scherm audiosysteem (indien aan-
wezig)
Multi-informatiedisplay
Bedieningstoetsen instrumentenpa-
neel ( Blz. 133)
De energiemonitor kan worden gebruikt
om de rijstatus van de auto, de bedrijfs-
status van het hybridesysteem en de
energieregeneratiestatus te controle-
ren.
■Display
Multi-informatiedisplay
Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpa-
Energiemonitor/
verbruiksscherm
U kunt de status van uw auto zien
op het multi-informatiedisplay en
op het scherm van het audiosys-
teem
* (indien aanwezig).
*: Navigatiesysteem of multimediasys- teem
Systeemonderdelen
Energiemonitor
A
B
C
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 142 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
143
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
neel op het stuurwiel, selecteer
en druk vervolgens op of
om de energiemonitor weer te
geven.
Scherm audiosysteem (zonder navi-
gatiefunctie)
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
Als een ander scherm dan “Energy monitor”
(energiemonitor) wordt weergegeven, selec-
teert u “Energy” (energie).
Scherm audiosysteem (met naviga-
tiefunctie)
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
3 Selecteer ECO op het scherm
“Information” (informatie).
Als een ander scherm dan “Energy monitor”
(energiemonitor) wordt weergegeven, selec-
teert u “Energy” (energie).
■Het display aflezen
De pijlen verschijnen overeenkomstig
de energiestroom. Wanneer er geen
energiestroom is, worden er geen pijlen
weergegeven.
De kleur van de pijlen wijzigt als volgt:
Groen: Als het batterijpakket (tractiebatterij)
wordt geregenereerd of opgeladen.
Geel: Als het batterijpakket (tractiebatterij)
wordt gebruikt.
Rood: Als de benzinemotor wordt gebruikt.
Multi-informatiedisplay
In de afbeelding worden alle pijlen ter illus-
tratie weergegeven. De daadwerkelijke
weergave is afhankelijk van de omstandig-
heden.
Benzinemotor
Batterijpakket (tractiebatterij)
Banden voor
Banden achter
*
*: Bij auto's met de motor voorin en voor-
wielaandrijving wor den de pijlen naar
niet weergegeven.
Scherm audiosysteem
In de afbeelding worden alle pijlen ter illus-
tratie weergegeven. De daadwerkelijke
weergave is afhankelijk van de omstandig-
heden.
Benzinemotor
Elektromotor voor (tractiemotor)
A
B
C
D
D
A
B
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 143 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
1442-1. Instrumentenpaneel
Batterijpakket (tractiebatterij)
Elektromotor achter (tractiemotor)
Banden voor
Banden achter
*
*: Bij auto's met de motor voorin en voor-wielaandrijving worden de pijlen naar
niet weergegeven.
Scherm audiosysteem (begin-
scherm)
In de afbeelding worden alle pijlen ter illus-
tratie weergegeven. De daadwerkelijke
weergave is afhankelijk van de omstandig-
heden.
Benzinemotor
Batterijpakket (tractiebatterij)
Band
■Status batterijpakket (tractiebatterij)
De weergave is onderverdeeld in 8 niveaus,
afhankelijk van de ladingstoestand van het
batterijpakket (tractiebatterij).
●In de afbeelding wordt het multi-informatie-
display als voorbeeld weergegeven ter
illustratie.
●De volgende afbeeldingen zijn slechts
voorbeelden en kunnen licht afwijken van
de werkelijke situaties. Laag
Hoog
■Waarschuwing ladingstoestand batterij-
pakket (tractiebatterij)
●De zoemer klinkt met tussenpozen als het
batterijpakket (tractiebatterij) ongeladen
blijft als de selectiehendel in stand N staat
of als de resterende lading onder een vast-
gesteld niveau daalt. Als de ladingstoe-
stand nog verder daalt, klinkt de zoemer
continu.
●Volg de aanwijzingen die worden weerge-
geven op het scherm om het probleem te
verhelpen als er een waarschuwingsmel-
ding wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay en er een zoemer klinkt.
■Display
Audiosysteem zonder navigatiefunc-
tie
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
3 Selecteer “Ritinformatie” of
“Geschiedenis”
Audiosysteem met navigatiefunctie
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
3 Selecteer ECO op het scherm
“Information” (informatie).
C
D
E
F
F
A
B
C
Verbruik
A
B
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 144 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
149
3
3-1. Informatie over sleutels
Voordat u gaat rijden
■Als “Key Battery Low Replace Key Bat-
tery” (sleutelbatterij leeg, vervang sleu-
telbatterij) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
De batterij van de elektronische sleutel is
(bijna) leeg. Vervang de batterij van de elek-
tronische sleutel. ( Blz. 507)
■Batterij vervangen
Blz. 507
■Bevestiging van het aantal geregis-
treerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan wor-
den bevestigd. Neem voor meer informatie
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Als “A New Key has been Registered
Contact Your Dealer for Details” (Er is
een nieuwe sleutel geregistreerd. Neem
voor meer informatie contact op met uw
dealer) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Deze melding wordt weergegeven elke keer
dat het bestuurdersportier wordt geopend als
de portieren van buitenaf worden ontgren-
deld gedurende ongeveer 10 dagen nadat er
een nieuwe elektronische sleutel is geregis-
treerd.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de melding wordt weergege-
ven, maar u geen nieuwe elektronische sleu-
tel hebt geregistreerd, om te controleren of er
een onbekende elektronische sleutel (anders
dan de sleutels die u in uw bezit hebt) is
geregistreerd.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet
bloot aan sterke schokken en buig ze
niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot aan
hoge temperaturen.
●Voorkom dat de sleutels nat worden en
reinig ze niet in een ultrasoon reini-
gingsbad of iets dergelijks.
●Bevestig geen metaalhoudende of mag-
netische voorwerpen aan de sleutels en
houd de sleutels uit de buurt van derge-
lijke voorwerpen.
●Haal de sleutels niet uit elkaar.
●Plak geen stickers o.i.d. op het opper-
vlak van de elektronische sleutels.
●Houd de sleutels uit de buurt van appa-
raten die magnetische velden opwek-
ken, bijvoorbeeld te levisietoestellen,
audiosystemen en inductiekookplaten.
●Houd de sleutels uit de buurt van medi-
sche apparatuur, zoals laagfrequente
therapeutische uitrusting en therapeuti-
sche apparaten met microgolven, en
zorg ervoor dat u de sleutels niet bij u
draagt als u medische hulp ontvangt.
■De elektronische sleutel bij u dragen
Houd de elektronische sleutel altijd ten
minste 10 cm uit de buurt van ingescha-
kelde elektrische apparaten. Radiogolven
die worden uitgezonden door elektrische
apparaten die zich minder dan 10 cm van
de elektronische sleutel vandaan bevin-
den, kunnen de correcte werking van de
sleutel hinderen.
■In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere problemen met de sleutel
Blz. 569
■Wanneer u een elektronische sleutel
verliest
Blz. 568
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 149 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
195
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• De elektronische sleutel of een afstands-
bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer u parkeert op een parkeerplaats
met een betaalautomaat (Radiogolven die
worden gebruikt om auto's te signaleren
beïnvloeden mogelijk het Smart entry-sys-
teem met startknop.)
■Aanwijzing voor de instapfunctie
(indien aanwezig)
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, op de bagageafdekking, op de vloer
of in een portiervak of het dashboardkastje
wanneer het hybridesysteem wordt gestart
of de stand van het contact wordt gewij-
zigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan het hybridesys-
teem mogelijk worden gestart als de
elektronische sleutel zi ch in de buurt van
de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld
als er een grote hoeveelheid water op de
portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tij-
dens een zware regenbui of in een was-
straat, wanneer de elektronische sleutel
zich binnen het detectiegebied bevindt.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt
terwijl u handschoenen draagt, kan de
reactie van het systeem trager zijn of wor-
den de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
Trek uw handschoenen uit en raak de ver-
grendelsensor opnieuw aan.
●Wanneer de vergrendelac tie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 194)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt
met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendel-
sensor en raak hem opnieuw aan of
gebruik de vergrendelsensor aan de
onderzijde van de portiergreep.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 195 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
293
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
1
UIT*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Als de selectiehendel niet in stand P staat
en het hybridesysteem wordt uitgezet,
wordt in plaats van de stand UIT de stand
ACC van het contact geselecteerd.
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in
stand ACC of langer dan een uur AAN staat
(hybridesysteem niet in werking) terwijl de
selectiehendel in stand P staat, wordt het
contact automatisch UIT gezet. Deze functie
kan het ontladen van de 12V-accu echter niet
helemaal voorkomen. Laat de auto niet gedu-
rende langere tijd in stand ACC of AAN staan
terwijl het hybridesysteem niet in werking is.
Als het hybridesyst eem wordt uitge-
schakeld met de selectiehendel in een
andere stand dan P, dan wordt het con-
tact niet UIT maar in stand ACC gezet.
Voer de volgende procedure uit om het
contact UIT te zetten:
1 Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2 Zet de selectiehendel in stand P.
3 Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven en druk de
startknop kort en stevig in.
4 Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) of IGNITION ON (contact
AAN) op het multi- informatiedisplay
uit is.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
●Zet het contact niet gedurende een lan-
gere periode in stand ACC of AAN zon-
der het hybridesysteem in te schakelen.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven, is
het contact niet UIT. Verlaat de auto
nadat u het contact UIT hebt gezet.
Uitschakelen van het
hybridesysteem met de
selectiehendel in een andere
stand dan P
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 293 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM
369
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
laar wordt bediend in de richting van de zijde
waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de
indicator in de buitenspiegel knipperen.
RCTA:
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, gaan de
indicatoren in beide buitenspiegels knippe-
ren.
Controlelampje BSM/controlelampje
RCTA OFF
Als de Blind Spot Monitor wordt ingescha-
keld, gaat het controlelampje BSM branden.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje RCTA OFF bran-
den.
Weergave monitorscherm (alleen
RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, wordt het
RCTA-icoon (
Blz. 380) voor de desbetref-
fende zijde weergegeven.
RCTA-zoemer (alleen RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, klinkt er
een zoemer vanachter de achterstoel.
De BSM-functie en de RCTA kunnen
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
het scherm van het multi-informa-
tiedisplay. ( Blz. 138)
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk
boven harde geluiden uit, zoals wanneer het
volume van het audiosysteem hoog staat.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Unavaila-
ble” (Blind Spot Monitor niet beschik-
baar), “Rear Cross Traffic Alert
Unavailable” (Rear Cross Traffic Alert
niet beschikbaar) of “RCTA Unavaila-
ble” (RCTA niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display
De sensorspanning is niet in orde of water,
sneeuw, modder, enz. hopen zich mogelijk
op in de buurt rondom de sensor in de ach-
terbumper. ( Blz. 377)
Wanneer het water, de sneeuw, de modder,
enz. rondom de sensor worden verwijderd,
moet het systeem weer normaal gaan wer-
ken.
Ook werkt mogelijk de sensor niet normaal bij
extreem warm of koud weer.
■Wanneer “Blind Spot Monitor System
Malfunction Visit Your Dealer” (Storing
in Blind Spot Monitor. Ga naar uw dea-
ler), “Rear Cross Traffic Alert Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Rear
Cross Traffic Alert. Ga naar uw dealer)
of “RCTA Malfunction Visit Your Dea-
ler” (Storing in RCTA. Ga naar uw dea-
ler) op het multi-informatiedisplay
wordt weergegeven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de
sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 138)In-/uitschakelen van de
BSM-functie/RCTA
C
D
E
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book Page 369 Wednesday, July 29, 2020 9:01 AM