192
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Als de selectiehendel in stand P
wordt gezet, wo rdt de parkeerrem
geactiveerd en gaat het waarschu-
wingslampje van de parkeerrem
branden.
Bedien de selectiehendel en schake-
laar stand P terwijl de auto stilstaat en u
het rempedaal intrapt.
■Schakelt de automatische modus
uit
Houd bij stilstaande auto de parkeer-
remschakelaar ingedrukt totdat een
melding wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
“EPB Shift Interlock Function Deac-
tivated” (schakelbl okkeringsfunctie
EPB gedeactiveerd)
Bedien de selectiehendel en schake-
laar stand P terwijl de auto stilstaat en u
het rempedaal intrapt.
■Werking van parkeerrem
●Als het contact niet AAN staat, kunt u de
parkeerrem niet met de schakelaar deacti-
veren.
●Als het contact niet AAN staat, is de auto-
matische stand (automatische activering
en deactivering) niet beschikbaar.
■Functie automatisch deactiveren par-
keerrem
●Als de selectiehendel uit stand P wordt
gezet, wordt de parkeerrem gedeactiveerd
in de automatische modus.
●Als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan in de handmatige modus kan de
parkeerrem worden gedeactiveerd door
het gaspedaal in te trappen.
• Het bestuurdersportier is gesloten
• De bestuurder draagt de veiligheidsgordel
• Schakelstand D of P is geselecteerd
■Als “Parking Brake Temporarily
Unavailable” (parkeerrem tijdelijk niet
beschikbaar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Als de parkeerrem herhaaldelijk gedurende
korte tijd bediend wordt, zal het systeem de
werking beperken om oververhitting te voor-
komen. Gebruik de parkeerrem niet als dit
gebeurt. Na ongeveer 1 minuut zal de wer-
king weer normaal zijn.
■Als “Parking Brake Unavailable” (par-
keerrem niet beschikbaar) wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
Bedien de parkeerremschakelaar. Als de
melding niet verdwijnt nadat de schakelaar
een aantal keer is bediend, zit er mogelijk
een storing in het systeem. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Geluid parkeerrem
Wanneer de parkeerrem geactiveerd is, kan
het geluid van een elektromotor (zoemend
geluid) hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt
niet op een storing.
■Werking van parkeerrem
●Afhankelijk van de stand van het contact
gaat het waarschuwingslampje parkeer-
rem branden en blijft het branden zoals
hieronder beschreven:
AAN: Brandt totdat de parkeerrem wordt
gedeactiveerd.
Niet AAN: Blijft gedurende ongeveer 15
seconden branden.
●Wanneer het contact UIT wordt gezet en
de parkeerrem geactiveerd is, zal het
waarschuwingslampje van de parkeerrem
gedurende ongeveer 15 seconden gaan
branden. Dit is normaal en duidt niet op
een storing.
■Bij een storing in de parkeerremschake-
laar
De automatische modus (automatisch active-
ren en deactiveren parkeerrem) wordt auto-
matisch ingeschakeld.
A
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 192 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
193
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
■Parkeren van de auto
→ Blz. 172
■Waarschuwingszoemer geactiveerde
parkeerrem
De zoemer klinkt als er met de auto wordt
gereden terwijl de parkeerrem is geactiveerd.
“Parking Brake ON” (parkeerrem geacti-
veerd) wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay. (terwijl een rijsnelheid van 5
km/h is bereikt)
■Als het waarschuwingslampje van het
remsysteem gaat branden
→ Blz. 431
■Gebruik in de winter
→ Blz. 329
Activeert het Brake Hold-systeem
Het controlelampje voor de stand-bystand
van het Brake Hold-systeem (groen)
gaat branden. Als het systeem de remmen
vasthoudt, gaat het controlelampje Brake
Hold-systeem in werking (geel) branden.
■Voorwaarden voor werking Brake Hold-
systeem
Het Brake Hold-systeem kan onder de vol-
gende omstandigheden niet geactiveerd wor-
den:
●Het bestuurdersportier is niet gesloten.
●De bestuurder draagt geen veiligheidsgor-
del.
●De parkeerrem is geactiveerd.
WAARSCHUWING
■Bij het parkeren
Laat een kind niet alleen in de auto achter.
De parkeerrem kan onbedoeld worden
gedeactiveerd en er bestaat het gevaar
dat de auto in beweging komt. Dit kan lei-
den tot een ongeval waarbij ernstig letsel
kan ontstaan.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Activeer de parkeerrem en zet de selectie-
hendel in stand P voordat u de auto ver-
laat en controleer of de auto niet beweegt.
■Wanneer een storing in het systeem
optreedt
Breng de auto op een veilige plaats tot stil-
stand en controleer de waarschuwings-
meldingen.
■Wanneer de parkeerrem niet gedeac-
tiveerd kan worden door een storing
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is
geactiveerd, kunnen de onderdelen van
het remsysteem oververhit raken, waar-
door de remprestaties in negatieve zin
kunnen worden beïnvloed en de onderde-
len van het remsysteem sneller slijten.
Laat, als dit gebeurt, de auto onmiddellijk
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Brake Hold-systeem
Het Brake Hold-systeem houdt na
activering de remmen vast wan-
neer de selectiehendel in stand D
of N staat en het rempedaal inge-
trapt werd om de auto tot stilstand
te brengen. Het systeem laat de
rem los wanneer het gaspedaal
ingetrapt wordt terwijl de selectie-
hendel in stand D staat om zo voor
soepel wegrijden te zorgen.
Inschakelen van het systeem
A
B
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 193 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
194
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Als onder een van de bovenstaande omstan-
digheden het Brake Hold-systeem is inge-
schakeld, wordt het sy steem uitgeschakeld
en gaat het controlelampje voor de stand-
bystand van het Brake Hold-systeem uit.
Wanneer een van deze omstandigheden zich
voordoet terwijl het systeem de remmen vast-
houdt, klinkt een waarschuwingszoemer en
wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay. De parkeerrem wordt
dan automatisch geactiveerd.
■Brake Hold-functie
●Nadat het systeem ongeveer 3 minuten de
remmen heeft vastgehouden en het rem-
pedaal niet ingetrapt wordt, wordt automa-
tisch de parkeerrem geactiveerd. In dat
geval klinkt een zoemer en verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het multi-
informatiedisplay.
●Trap het rempedaal krachtig in en druk
opnieuw op de schakelaar om het systeem
te deactiveren.
●De Brake Hold-functie kan de auto moge-
lijk niet stilhouden op een steile helling. In
deze situatie kan het nodig zijn dat de
bestuurder zelf het rempedaal ingetrapt
houdt. Er klinkt een waarschuwingszoemer
en het multi-informatiedisplay zal de
bestuurder over de situatie informeren.
Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven waarschuwingsmelding en
volg de aanwijzingen op.
■Wanneer de parkeerrem automatisch
geactiveerd wordt terwijl het systeem
de remmen vasthoudt
Voer een van de volgende handelingen uit
om de parkeerrem te deactiveren.
●Trap het gaspedaal in. (De parkeerrem zal
niet automatisch gedeactiveerd worden als
de veiligheidsgordel niet is vastgemaakt.)
●Bedien de parkeerremsc hakelaar terwijl u
het rempedaal intrapt.
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem uitgaat. ( →Blz. 191)
■Wanneer een controle door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige nodig
is
Als het controlelampje stand-bystand Brake
Hold-systeem (groen) niet brandt terwijl de
Brake Hold-schakelaar wordt ingedrukt en
aan de werkingsvoorwaarden van het Brake
Hold-systeem is voldaan, is het systeem
mogelijk defect. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Brake Hold Malfunction Press
Brake to Deactivate Visit Your Dealer”
(Storing in Brake Hold-functie. Trap
rempedaal in om te deactiveren. Ga
naar uw dealer) of “Brake Hold Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Brake
Hold-functie. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat
hij extra moet opletten. Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
■Als het controlelampje Brake Hold-sys-
teem in werking knippert
→ Blz. 431
WAARSCHUWING
■Als de auto op een steile helling staat
Wees voorzichtig wanneer u het Brake
Hold-systeem gebruikt op een steile hel-
ling. De Brake Hold-functie kan de auto in
een dergelijke situatie mogelijk niet stil-
houden.
■Wanneer u stilhoudt op een glad
wegdek
Het systeem kan de auto niet stilhouden
wanneer de banden hun grip hebben ver-
loren. Gebruik het systeem niet wanneer u
stilhoudt op een glad wegdek.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 194 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
195
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-2. Rijprocedures
Rijden
*: Indien aanwezig
Schakelt de ASC in/uit
Wanneer de ASC is ingeschakeld, brandt
het controlelampje in de toets ASC.
■Voorwaarden voor werking
Wanneer de rijmodusselectieschakelaar niet
in de ECO-rijmodus staat.
■Tijdelijk uitschakelen van de functies
van het ASC-systeem
Het ASC-systeem wordt mogelijk tijdelijk uit-
geschakeld afhankelijk van de rijomstandig-
heden, bijvoorbeeld wanneer de banden
slippen als gevolg van plotseling accelereren.
De tonen klinken mogelijk niet als de rijmo-
dus in korte tijd continu wordt gewijzigd.
OPMERKING
■Bij het parkeren
Het Brake Hold-systeem is niet ontworpen
voor langdurig gebruik bij het parkeren van
de auto. Als u het contact UIT zet terwijl
het systeem de remmen vasthoudt, wor-
den de remmen mogelijk gelost, waardoor
de auto in beweging komt. Trap het rem-
pedaal in, zet de selectiehendel in stand P
en activeer de parkeerrem wanneer u de
startknop bedient.
ASC (Active Sound
Control)*
De ASC is een systeem dat de
bedrijfscondities, zoals acceleratie
en deceleratie van de auto, door
middel van geluiden overbrengt
aan de bestuurder. De reactie van
de auto op acceleratie- en rembe-
wegingen van de bestuurder wordt
door middel van geluid overge-
bracht. De desbetreffende toon
verandert voor de normale modus
en de sportmodus. ( →Blz. 320)
In-/uitschakelen van de ASC
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 195 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
219
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Het systeem kan de volgende zaken
signaleren (de waarneembare zaken
verschillen afhankelijk van de functie):
Voertuigen
Fietsers
Voetgangers
■Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer het systeem oordeelt dat een
frontale aanrijding waarschijnlijk is,
klinkt er een zoemer en wordt er een
waarschuwingsmelding weergegeven
op het multi-informatiedisplay om de
bestuurder aan te sporen om uit te wij-
ken.
BRAKE! (REMMEN!)
■Pre-Crash Brake Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding aan de voorzijde waarschijn-
lijk is, past het een grotere remkracht
toe in relatie tot de kracht waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt.
■Pre-Crash Brake-functie
Wanneer het systeem oordeelt dat de
kans op een frontale aanrijding zeer
groot is, worden de remmen automa-
tisch bekrachtigd om te helpen een
aanrijding te voorkomen of de snelheid
van de aanrijding te verlagen.
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)
Het Pre-Crash Safety-systeem
maakt gebruik van een radarsen-
sor en een camera voor om objec-
ten ( →Blz. 219) vóór de auto te
signaleren. Wanneer het systeem
oordeelt dat de kans op een fron-
tale aanrijding met een object
groot is, wordt een waarschuwing
geactiveerd om de bestuurder aan
te sporen om uit te wijken en
wordt de potentiële remdruk ver-
hoogd om de bestuurder te helpen
een aanrijding te voorkomen.
Wanneer het systeem oordeelt dat
de kans op een frontale aanrijding
met een object zeer groot is, wor-
den de remmen automatisch
bekrachtigd om te helpen een aan-
rijding te voorkomen of om de
impact van een aanrijding te hel-
pen verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan
worden in-/uitgeschakeld en het
waarschuwingstijdstip kan worden
gewijzigd. ( →Blz. 223)
Signaleerbare objecten
Systeemfuncties
A
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 219 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
220
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Emergency Steering Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat een
frontale aanrijding zeer waarschijnlijk
is, de auto voldoende ruimte heeft op
zijn rijstrook en de bestuurder bezig is
een uitwijk- of stuurmanoeuvre uit te
voeren, helpt de Emergency Steering
Assist bij het sturen. Op die manier
wordt gezorgd voor een betere voer-
tuigstabiliteit en wordt er voorkomen
dat de rijstrook wordt verlaten. Tijdens
de werking brandt het controlelampje
groen.
■Assistentie bij het rechts/links
afslaan op een kruispunt
Wanneer het systeem in de onder-
staande situaties oordeelt dat een aan-
rijding zeer waarschijnlijk is, geeft het
een Pre-Crash-waarschuwing en wordt
indien nodig de Pre-Crash Brake-func-
tie uitgevoerd.
Afhankelijk van hoe het kruispunt eruit
ziet, is assistentie wellicht niet mogelijk.
Wanneer u rechts/links afslaat op
een kruispunt en het pad van een
tegenligger kruist
Wanneer u rechts/links afslaat, er
vóór u een voetganger wordt gesig-
naleerd en het systeem inschat dat
deze uw pad zal kruisen (fietsers
worden niet gesignaleerd).
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Pre-Crash
Safety-systeem
●De bestuurder is zelf verantwoordelijk
voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig
en houd rekening met de omgeving.
Gebruik het Pre-Crash Safety-systeem
nooit in plaats van normaal remmen. Dit
systeem voorkomt niet in alle gevallen
een aanrijding en vermindert ook niet
altijd de schade of het letsel bij de aan-
rijding. Vertrouw niet uitsluitend op dit
systeem. Als u dat wel doet, kan dat lei-
den tot een ongeval, met ernstig letsel
tot gevolg.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 220 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
221
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Hoewel dit systeem is ontworpen om
aanrijdingen te helpen voorkomen of de
impact van een aanrijding te helpen ver-
minderen, is het effect afhankelijk van
allerlei omstandigheden. Hierdoor
bereikt het systeem mogelijk niet altijd
hetzelfde prestatieniveau.
Lees de hierna gegeven aanwijzingen
aandachtig door. Vertrouw niet blinde-
lings op dit systeem en rijd altijd voor-
zichtig.
• Omstandigheden waaronder het sys- teem mogelijk werkt, zelfs als er geen
kans op een aanrijding is: →Blz. 227
• Omstandigheden waaronder het sys- teem mogelijk niet juist werkt:
→Blz. 228
●Probeer niet zelf de werking van het
Pre-Crash Safety-systeem te testen.
Afhankelijk van de objecten die voor het
testen worden gebruikt (dummy's, kar-
tonnen imitaties van signaleerbare
objecten, enz.) werkt het systeem
mogelijk niet goed, hetgeen kan leiden
tot een ongeval.
■Pre-Crash Brake-functie
●Als de Pre-Crash Brake-functie in wer-
king is, wordt er veel remkracht toege-
past.
●Als de auto wordt stilgezet door de wer-
king van de Pre-Crash Brake-functie,
wordt de werking van de functie na
ongeveer 2 seconden uitgeschakeld.
Trap indien nodig het rempedaal in.
●De Pre-Crash Brake-functie werkt
mogelijk niet, afhankelijk van de bedie-
ning van de auto door de bestuurder.
Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt
of het stuurwiel wordt gedraaid, oordeelt
het systeem mogelijk dat de bestuurder
een uitwijkactie uitvoert en werkt het
Pre-Crash Brake-systeem mogelijk niet.
●Terwijl het Pre-Crash Brake-systeem is
ingeschakeld, wordt in sommige geval-
len de werking ervan mogelijk uitge-
schakeld, wanneer het gaspedaal diep
wordt ingetrapt of het stuurwiel wordt
gedraaid en het systeem oordeelt dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert.
●Als het rempedaal wordt ingetrapt, oor-
deelt het systeem mogelijk dat de
bestuurder een uitwijkactie uitvoert en
stelt het mogelijk het werkingstijdstip
van de Pre-Crash Brake-functie uit.
■Emergency Steering Assist
●De werking van de Emergency Steering
Assist wordt uitgeschakeld wanneer het
systeem vaststelt dat is voorkomen dat
de rijstrook is verlaten.
●In de volgende gevallen werkt Emer-
gency Steering Assist mogelijk niet of
wordt het mogelijk uitgeschakeld, aan-
gezien het systeem mogelijk vaststelt
dat de bestuurder handelend optreedt.
• Als het gaspedaal diep wordt ingetrapt, er een ruk aan het stuurwiel wordt gege-
ven, het rempedaal wordt ingetrapt of
de richtingaanwijzerschakelaar wordt
bediend. In dit geval stelt het systeem
mogelijk vast dat de bestuurder een uit-
wijkmanoeuvre uitvoert en werkt de
Emergency Steering Assist mogelijk
niet.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 221 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
225
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer de Pre-Crash-waarschuwingsfunctie in werking is en het stuurwiel stevig of plotseling
wordt gedraaid, wordt de func tie mogelijk uitgeschakeld.
●Pre-Crash Brake Assist
●Pre-Crash Brake-systeem
Als zich een van de volgende situaties voordoet terw ijl het Pre-Crash Brake-systeem in werking
is, wordt dit systeem uitgeschakeld:
• Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
• Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wordt plotseling gedraaid.
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw
auto en het object
Voorliggers en stilstaande
voertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
TegenliggersOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 20 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
Voorliggers en stilstaande
voertuigenOngeveer 30 - 180 km/hOngeveer 30 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 30 - 80 km/hOngeveer 30 - 80 km/h
Signaleerbare objectenRijsnelheidSnelheidsverschil tussen uw auto en het object
Voorliggers en stilstaande
voertuigenOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 10 - 180 km/h
TegenliggersOngeveer 10 - 180 km/hOngeveer 20 - 180 km/h
Fietsers en voetgangersOngeveer 10 - 80 km/hOngeveer 10 - 80 km/h
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 225 Friday, November 6, 2020 11:27 AM