287
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Wanneer de auto de verkeerde
kant op rijdt doordat de verkeerde
schakelstand is geselecteerd
→Blz. 262■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 108, 429)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of lager.
• Er bevindt zich een stilstaand object in de rijrichting van de auto, op een afstand van
ongeveer 2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het brandstof- celsysteem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er onmiddellijk moet worden geremd om een
aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Het systeem stelt vast dat de aanrijding voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m
van de auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van ongeveer 2 tot 4 m
van de auto in de rijrichting van de auto.
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
→ Blz. 263
■Als de Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) onnodig
wordt geactiveerd, bijvoorbeeld op
een spoorwegovergang
→ Blz. 285
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
→ Blz. 264
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 287 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
288
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking Assist-
sensor. ( →Blz. 267) Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk niet geactiveerd, ook al
signaleert de Toyota Parking Assist-sensor
een obstakel en wordt er een waarschuwing
gegeven.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
→ Blz. 265
■Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
→ Blz. 266
*: Indien aanwezig
Deze functie treedt in werking in situa-
ties zoals hieronder aangegeven wan-
neer in de rijrichting van de auto een
auto wordt gesignaleerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een
auto en het rempedaal wordt niet
of te laat ingetrapt
→Blz. 259
Parking Support
Brake-functie (voor
voertuigen die achterlangs
rijden)
*
Als een radarsensor achter een
auto signaleert die van rechts of
links achter nadert en het systeem
bepaalt dat de kans op een aanrij-
ding groot is, acti veert deze func-
tie de remmen om de kans op een
aanrijding met de naderende auto
te verkleinen.
Voorbeelden van het in
werking treden van de functie
Soorten sensoren
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 288 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
289
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 108, 429)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of lager.
• Er naderen voertuigen de auto van rechts of links achter met een snelheid van onge-
veer 8 km/h of meer.
• De selectiehendel staat in stand R.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden geremd
om een aanrijding met een naderende auto
te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het brandstof- celsysteem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat een noodstop noodzakelijk is om een aan-
rijding met een naderende auto te voorko-
men.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor voertuigen die achterlangs
rijden)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• De aanrijding kan worden voorkomen met normaal remmen.
• Er nadert niet langer een auto van rechts of links achter de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Er nadert niet langer een auto van rechts of links achter de auto.
■Detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
Het detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) verschilt van dat van de RCTA
( → Blz. 274). Daardoor wordt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet geactiveerd, ook
al signaleert de RCTA een auto en wordt er
een waarschuwing gegeven.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
→ Blz. 275
■Situaties waarin het systeem mogelijk
werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
→ Blz. 276
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
→ Blz. 258
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 289 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
290
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Wanneer tijdens het achteruitrijden een
voetganger wordt gesignaleerd achter
de auto of het rempedaal niet of te laat
wordt ingetrapt.Geeft een melding we
er om de bestuur-
der aan te sporen om uit te wijken wan-
neer er een voetganger wordt
gesignaleerd in het detectiegebied ach-
ter de auto. (Er wordt ook een melding
weergegeven op het multi-informatie-
display en het head-up display [indien
aanwezig].)
Voetgangerdetectie-icoon
Remherinnering
Parking Suppor t
Brake-functie
(voor voetgangers die
achterlangs lopen)
*
Wanneer de camerasensor achter
tijdens het achteruitrijden een
voetganger signaleert achter de
auto en het systeem oordeelt dat
de kans op een aanrijding met de
gesignaleerde voetganger groot
is, klinkt er een zoemer. Wanneer
het systeem oordeelt dat de kans
op een aanrijding met de gesigna-
leerde voetganger zeer groot is,
worden de remmen automatisch
bekrachtigd om de impact van een
aanrijding te helpen verminderen.
Voorbeelden van de werking
van het systeem
Multimedia-display
WAARSCHUWING
■Als de Parking Support Brake-functie
(voor voetgangers die achterlangs
lopen) onnodig in werking treedt
Trap het rempedaal direct in nadat de Par-
king Support Brake-functie (voor voetgan-
gers die achterlangs lopen) in werking is
getreden. (De werking van de functie
wordt geannuleerd door het rempedaal in
te trappen.)
■Correct gebruik van de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voetgan-
gers die achterlangs lopen)
→ Blz. 277
A
B
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 290 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
291
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Voorwaarde voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voet-
gangers die achterlangs lopen)
De functie werkt als het controlelampje PKSB
OFF niet brandt of knippert ( →Blz. 108, 429)
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• De selectiehendel staat in stand R.
• De camerasensor acht er signaleert tijdens
het achteruitrijden een voetganger achter
de auto en het systeem oordeelt dat de
kans op een aanrijding met de gesigna-
leerde voetganger groot is.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het brandstof- celsysteem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat een noodstop noodzakelijk is om een aan-
rijding met een voetganger te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor voetgangers die achter-
langs lopen)
De werking van de functie stopt als aan één
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeling vermogen brandstof-
celsysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• De aanrijding kan worden voorkomen met normaal remmen.
• De voetganger wordt niet langer achter de auto gesignaleerd.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• De voetganger wordt niet langer achter de auto gesignaleerd.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake-functie (voor voetgan-
gers die achterlangs lopen)
→ Blz. 285
■Detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voetgangers die
achterlangs lopen)
Het detectiegebied van de Parking Support
Brake-functie (voor voetgangers die achter-
langs lopen) verschilt van dat van de RCD-
functie ( →Blz. 279). Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor voetgangers
die achterlangs lopen) mogelijk niet geacti-
veerd, ook al signaleert de RCD-functie een
voetganger en wordt er een waarschuwing
gegeven.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
→ Blz. 280
■Situaties waarin het systeem mogelijk
onverwacht ingeschakeld wordt
→ Blz. 280
OPMERKING
■Wanneer “Parking Support Brake
Unavailable Remove the Dirt from
Rear Camera” (Parking Support
Brake niet beschikbaar, verwijder het
vuil van de camera achter) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display en het controlelampje PKSB
OFF knippert
Als deze melding direct nadat het contact
AAN is gezet wordt weergegeven, bedien
de auto dan voorzichtig en let daarbij goed
op de omgeving.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 291 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
296
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Begeleidingsscherm (bij achteruitrij-
den)
Afstandslijnen (geel en rood)
Geven punten aan vanaf het midden van de
rand van de voor- of achterbumper tot aan
de beoogde stoppositie (geel)
* en ongeveer
0,3 m (rood) vanaf de auto.
Display Toyota Parking Assist
→ Blz. 263
RCTA (Rear Cross Traffic
Alert)/RCTA-icoon
→Blz. 274
Display werking remregeling
BRAKE! (remmen) wordt weergegeven.
Toets voor persoonlijke voorkeurs-
instelling
Hiermee kunt u het instelscherm voor
Advanced Park weergeven.
Werkingsicoon
Wordt weergegeven als Advanced Park is
ingeschakeld.
*: Als de afstand tot de beoogde stoppositie
langer is dan 2,5 m, wordt de lijn 2,5 m
vóór de auto weergegeven.
■Pop-updisplay Toyota Parking Assist
Ongeacht of de Toyota Parking Assist is uit-
of ingeschakeld ( →Blz. 263), als er een
object wordt gesignaleerd door de Toyota
Parking Assist terwijl Advanced Park is inge-
schakeld, wordt er automatisch een pop-
updisplay weergegeven over het begelei-
dingsscherm.
■Werking remregeling als Advanced
Park is ingeschakeld
Als terwijl Advanced Park is ingeschakeld
wordt geoordeeld dat de kans op een aanrij-
ding met een gesignaleerd bewegend of stil-
staand object groot is, treden de
begrenzingsregeling van het brandstofcel-
systeem en de remregeling in werking.
●Als de remregeling in werking is, wordt de
werking van Advanced Park onderbroken
en wordt er een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
●Als de werking van Advanced Park 3 keer
is onderbroken door werking van de remre-
geling, wordt Advanced Park uitgescha-
keld.
In de volgende situaties wordt de wer-
king van Advanced Park uitgeschakeld
of onderbroken.
De begeleiding wordt uitgeschakeld
als:
De hoofdschakelaar van Advanced
Park wordt ingedrukt
De selectiehendel in stand P wordt
gezet
De parkeerrem wordt geactiveerd
Een portier of de achterklep wordt
geopend
De veiligheidsgordel van de bestuur-
der wordt losgemaakt
De buitenspiegels worden ingeklapt
De TRC of VSC wordt uitgeschakeld
De TRC, de VSC of het ABS in wer-
king is
A
B
C
D
E
F
Uitschakelen/onderbreken
Advanced Park
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 296 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
309
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De volgende meldingen worden in de
volgende situaties weergegeven op het
multimedia-display als Advanced Park
niet kan werken of als de werking is uit-
geschakeld of onderbroken. Voer de
juiste corrigerende maatregelen uit
overeenkomstig de weergegeven mel-
ding.
■Als Advanced Park niet kan wor-
den ingeschakeld• Als de hoeveelheid zonlicht afwijkt van toen de registratie werd uitgevoerd
(door de weersomstandigheden of het
tijdstip van de dag)
• Als er een helder licht op het parkeervak schijnt
• Als het parkeervak tij delijk verlicht wordt
(verlichting van een andere auto, bevei-
ligingslicht, enz.)
• Als een cameralens vuil is of bedekt is met waterdruppels
Als de begeleiding wordt beëindigd tijdens
de registratie, voer de registratie dan
opnieuw uit.
●Als tijdens het registreren van een par-
keervak met behulp van de geheugen-
functie het wegdek niet kan worden
gesignaleerd, wordt “No available par-
king space to register” (geen parkeer-
vak beschikbaar om te registreren)
weergegeven.
●Stop bij het gebruik van de geheugen-
functie altijd direct vóór de stoppositie.
Anders kan het parkeervak mogelijk niet
goed worden gesignaleerd en wordt u
mogelijk niet begeleid tot het punt
waarop het parkeren helemaal is afge-
rond.
●Gebruik de geheugenfunctie niet als
een camera is blootgesteld aan krach-
tige schokken of beelden van de Pano-
ramic View Monitor niet goed zijn
uitgelijnd.
●Omdat als een camera is vervangen de
plaatsingshoek van de camera gewij-
zigd zal zijn, moeten de parkeervakken
van de geheugenfunctie opnieuw wor-
den geregistreerd.
Weergegeven meldingen
MeldingConditie/corrige- rende maatregel
“Advanced Park
malfunction. Visit
your dealer.” (storing
Advanced Park, ga
naar uw dealer)
Er is mogelijk een
storing aanwezig in
Advanced Park
→ Zet het contact UIT
en start vervolgens
het brandstofcelsys-
teem. Laat de auto
nakijken door een
erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/repa-
rateur of een andere
naar behoren gekwa-
lificeerde en uitge-
ruste deskundige als
de melding opnieuw
wordt weergegeven.
“Parking brake is
applied” (parkeerrem
is geactiveerd)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt ter-
wijl de parkeerrem
was geactiveerd
→ Deactiveer de par-
keerrem en druk ver-
volgens nogmaals op
de hoofdschakelaar
van Advanced Park.
“Remove dirt from
camera” (verwijder
vuil van camera)
Een cameralens is
bedekt met ijs,
sneeuw, modder,
enz. (de camera
waarvan het beeld op
wordt weergegeven
op het multimedia-
display)
→ Verwijder de ijs,
sneeuw, modder,
enz.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 309 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
310
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
“Advanced Park
unavailable” (Advan-
ced Park niet
beschikbaar)
Advance Park kan tij-
delijk niet worden
gebruikt
→Wacht even voor-
dat u Advanced Park
gebruikt.
“Side mirrors are
retracted” (buiten-
spiegels zijn inge-
klapt)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt ter-
wijl de buitenspie-
gels waren ingeklapt
→ Klap de buitenspie-
gels uit en druk ver-
volgens weer op de
hoofdschakelaar van
Advanced Park.
“Door is open” (por-
tier is open)
“Boot is open” (ach-
terklep is open)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt ter-
wijl een portier of de
achterklep open was
→ Sluit het portier of
de achterklep en
druk vervolgens nog-
maals op de hoofd-
schakelaar van
Advanced Park.
“Seatbelt is unfaste-
ned” (veiligheidsgor-
del is losgemaakt)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt ter-
wijl de bestuurders-
gordel was
losgemaakt
→ Maak de bestuur-
dersgordel vast en
druk vervolgens nog-
maals op de hoofd-
schakelaar van
Advanced Park.
MeldingConditie/corrige-
rende maatregel
“Brake pedal is not
pressed” (rempedaal
is niet ingetrapt)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt ter-
wijl het rempedaal
niet was ingetrapt
→ Druk op de hoofd-
schakelaar van
Advanced Park ter-
wijl u het rempedaal
ingetrapt houdt.
“Vehicle not stop-
ped” (auto staat niet
stil)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt ter-
wijl de auto reed
→ Druk op de hoofd-
schakelaar van
Advanced Park ter-
wijl de auto stilstaat.
“Steering wheel was
operated manually”
(stuurwiel werd hand-
matig bediend)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt ter-
wijl het stuurwiel
werd bediend
→ Druk op de hoofd-
schakelaar van
Advanced Park ter-
wijl uw handen op het
stuurwiel rusten zon-
der er kracht op uit te
oefenen.
“Accelerator pedal
was pressed” (gas-
pedaal werd inge-
trapt)
De hoofdschakelaar
van Advanced Park
werd ingedrukt ter-
wijl het gaspedaal
was ingetrapt
→ Druk op de hoofd-
schakelaar van
Advanced Park ter-
wijl u het gaspedaal
niet intrapt.
MeldingConditie/corrige- rende maatregel
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 310 Friday, November 6, 2020 11:27 AM