3144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)■
Automatisch uitschakelen van de constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
● Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
● Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 30 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC/A-TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC/A-TRC wordt uitgeschakeld.
● Wanneer de remregeling of de begrenzingsregeling voor het vermogen van een
ondersteunend systeem in werking is. (Bij voorbeeld: Pre-Crash Safety-systeem,
wegrijregeling)
● Als de selectiehendel in de neutraalstand staat of het koppelingspedaal gedurende
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt. (Auto's met handgeschakelde transmis-
sie)
● 4WD-uitvoeringen: het wijzigen van de modus van de tussenbak wordt niet voltooid
binnen 5 seconden bij ingeschakeld cruise control-systeem.
Als de constante-snelheidsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ De Dynamic Radar Cruise Control met Road Sign Assist werkt mogelijk niet goed
wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met Road Sign Assist werkt mogelijk niet goed in
situaties waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt of niet goed signaleert
( Blz. 299). Controleer daarom, wanneer u de ze functie gebruikt, het weergegeven
verkeersbord met de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de ingestelde snelheid mogelijk niet gewijzigd in de
herkende snelheidslimiet door het omhoog of omlaag gedrukt houden van de hendel.
● Als er geen informatie over de snelheidslimiet beschikbaar is
● Wanneer de herkende snelheidslimiet gelijk is aan de ingestelde snelheid
● Wanneer de herkende snelheidslimiet buiten het snelheidsbereik van het Dynamic
Radar Cruise Control-systeem ligt
■ Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar zijn en de reactie van het rempedaal kan
veranderen, maar dit duidt niet op een storing.
■ Waarschuwingsmeldingen en zoemers voor Dynamic Radar Cruise Control
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wo rden gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat hij tijdens het rijden extra moet opletten.
Lees de op het multi-informatiedisplay weergegeven waarschuwingsmelding en volg
de aanwijzingen op. ( Blz. 271, 574)
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 31 4 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
3194-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
■De cruise control kan worden gebruikt als
●De selectiehendel staat in stand D of in schakelbereik 4S of hoger (auto's met
automatische transmissie).
● Stand 4 of hoger is geselecteerd met de paddle shift. (auto's met paddle shift-
schakelaars)
● De rijsnelheid hoger is dan 30 km/h.
■ Accelereren na het instel len van de rijsnelheid
● Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid.
● De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control uit te
schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en vervolgens de
hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stellen.
■ Automatisch uitschakelen van de cruise control
De snelheidsregeling door de cruise control wordt in de volgende gevallen
onderbroken:
● De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 16 km/h onder de geprogrammeerde
rijsnelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
● Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 30 km/h.
● De VSC is geactiveerd. (indien aanwezig)
● 4WD-uitvoeringen: het wijzigen van de modus van de tussenbak wordt niet voltooid
binnen 5 seconden bij ingeschakeld cruise control-systeem.
● De TRC/A-TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd. (indien aanwezig)
● Wanneer de VSC of TRC/A-TRC wordt uitgeschakeld. (indien aanwezig)
■ Als het controlelampje cruise control g eel gaat branden (auto's zonder multi-
informatiedisplay) of als “Cruise Control Malfunction Visit Your Dealer” (Storing
in cruise control. Ga naar uw dealer) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven (auto's met multi-informatiedisplay)
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
vervolgens opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct na het
activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het cruise control-
systeem aanwezig. Laat de auto nakijk en door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naa r behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 31 9 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
321
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Toyota Parking Assist-sensor
Hoeksensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
: Indien aanwezig
De afstand van uw auto tot objecten, zoals een muur, bij het
fileparkeren en inparkeren in een garage wordt gemeten door sensoren
en wordt doorgegeven via het multi- informatiedisplay en een zoemer.
Controleer bij gebruik van dit syst eem ook altijd zelf de omgeving.
Soorten sensoren
1
2
3
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 1 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
3224-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Schakelt Toyota Parking Assist-sen-
sor in/uit
Als de schakelaar aan is, gaat het con-
trolelampje branden om de bestuurder
te informeren dat het systeem geacti-
veerd is.
Wanneer de sensoren een object signaleren, wordt de bestuurder door middel
van de volgende displays geïnformeerd over de positie en afstand tot het
object.
■Multi-informatiedisplay*
Werking hoeksensor voor
Werking hoeksensor achter
Werking binnenste sensor ach-
ter
*: Afhankelijk van de uitvoering kan de in de afbeeldingen getoonde auto
afwijken.
Toyota Parking Assist-sensor in-/uitschakelen
Weergave
1
2
3
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 2 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
3234-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)■
Weergave afstand
Wanneer er een object wordt gesignaleerd door een sensor, wordt de
globale afstand tot het object weergegeven op het multi-informatiedisplay.
*: De afbeeldingen wijken mogelijk af van de getoonde afbeeldingen. (
Blz. 322)
Weergave sensorsignalering, afstand tot object
Multi-informatie-
display*
Globale afstand tot object
Hoeksensor voorBinnenste sensor achter en
hoeksensor achter
(continu)
Alleen binnenste sensor achter:
150 cm - 80 cm
(continu)
60 cm - 45 cm
Binnenste sensor achter:
80 cm - 70 cm
Hoeksensor achter:
60 cm - 50 cm
(continu)
45 cm - 35 cm
Binnenste sensor achter:
70 cm - 60 cm
Hoeksensor achter:
50 cm - 40 cm
(knipperen)
Minder dan 35 cm
Binnenste sensor achter:
Minder dan 60 cm
Hoeksensor achter:
Minder dan 40 cm
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 3 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
3254-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
■De Toyota Parking Assist-sensor kan worden gebruikt als
●Het contact AAN staat.
● Hoeksensor voor:
• De selectiehendel in een andere stand dan P staat.
• De rijsnelheid ongeveer 10 km/h of lager is.
● Hoeksensoren en binnenste sensoren achter:
De selectiehendel in stand R staat
■ Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is beperkt tot het gebied rond de bumper van de
auto.
● Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk zijn.
● Als het object zich te dicht bij de sensor bevindt, is detectie wellicht niet mogelijk.
●
Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine vertraging. Ook
als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijkheid dat het object binnen
het detectiegebied van de sensoren komt voordat het display wordt weergegeven en
het waarschuwingssignaal hoorbaar is.
● Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk niet gesig-
naleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zijn gesignaleerd.
● Het kan moeilijk zijn om de zoemer te horen als het audiosysteem hard staat of als
de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid produceert.
■ Objecten die mogelijk niet goed wo rden gesignaleerd door het systeem
Door de vorm van het object kan de sensor het mogelijk niet signaleren. Let goed op
bij de volgende objecten:
● Kabels, hekken, touwen, enz.
● Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
● Zeer hoekige objecten
● Lage objecten
● Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw auto
● Bewegende objecten zoals mensen of dieren
Mogelijk worden mensen die bepaalde soorten kleding dragen niet gesignaleerd.
■ Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt
Bepaalde omstandigheden van de auto en de omgeving kunnen een negatieve
invloed hebben op het vermogen van de sensor om objecten correct te signaleren.
Specifieke situaties waarin dit voor kan komen ziet u hieronder.
●
Er zit vuil, sneeuw of ijs op de sensor. (Het reinigen van de sensoren zal het probleem
oplossen.)
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 5 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
3264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)●
De sensor is bevroren. (Het ontdooien van de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te zien is op het display of dat objecten niet
worden gesignaleerd.
● De sensor is op een of andere manier afgedekt.
● De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras
● Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motorfietsmotoren, luchtremmen van vracht-
wagens, sonarsystemen van andere auto's of andere bronnen.
● Een sensor is bedekt met een waterfilm of er is sprake van zware regenval.
● Als het object zich te dicht bij de sensor bevindt.
● Als een voetganger kleren draagt die geen ultrasoongolven reflecteren (bijvoorbeeld
een rok met plooien of volants).
● Wanneer objecten die niet loodrecht op de grond staan, objecten die niet in een
rechte hoek ten opzichte van de rijrichting van de auto staan of ongelijkmatige of
golvende objecten zich binnen het detectiebereik bevinden.
● Bij sterke wind.
● Bij het rijden onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm.
● Wanneer zich tussen de auto en een gesignaleerd obstakel een object bevindt dat
niet kan worden gesignaleerd.
● Als een object zoals een auto, motorfiets, fiets of voetganger voor de auto langs komt
of plotseling van opzij opduikt.
● Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
● Als er uitrusting die een sensor kan hinderen, zoals een sleepoog, bumper-
beschermer (een extra beschermstrip, enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is
geplaatst.
● Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto.
● Als niet op een stabiele wijze kan worden gereden met de auto, bijvoorbeeld als hij
betrokken is geweest bij een ongeval of als er storingen zijn.
● Als er sneeuwkettingen, een compact reservewiel of een bandenreparatieset worden
toegepast.
●
Wanneer een sensor of de omgeving van een
sensor zeer heet of koud is
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 6 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
3284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)●
Als er sneeuwkettingen, een compact reservewiel of een bandenreparatieset worden
toegepast.
■ Als “Clean Parking Assist Sensor” (reinig Parking Assist-sensor) wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay
Mogelijk is een sensor vuil of bedekt met sneeuw of ijs. Wanneer dit in zo'n geval van
de sensor wordt verwijderd, moet het systeem weer normaal werken.
Ook kan het gebeuren dat er een storing wordt weergegeven of een object niet wordt
gesignaleerd doordat de sensor bij lage buitentemperaturen is bevroren. Als de sensor
is ontdooid, moet het systeem weer normaal werken.
■ Als “Parking Assist Malfunction Visit Your Dealer” (Storing in Parking Assist. Ga
naar uw dealer) op het multi-in formatiedisplay wordt weergegeven
Afhankelijk van de storing in de sensor, werkt het apparaat mogelijk niet normaal. Laat
de auto nakijken door een erkende Toyota -dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als “Parking Assist Malfunction” (stori ng Parking Assist) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
Er kan continu water over de sensor stromen, zoals bij zware regenval. Als het systeem
signaleert dat de toestand weer normaal is, zal het systeem weer normaal werken.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling van het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 647)
●
De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg,
op een helling, op grind of op gras.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 8 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM