525
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
COROLLA HV_TMMT_EE het wiel met de lekke band vervangen door
het reservewiel. Vervang het reservewiel
door het wiel met de gerepareerde band en
breng de band op de juiste spanning. Het
waarschuwingslampje lage bandenspanning
zal na een paar minuten uitgaan.
Auto's met volwaardig reservewiel: Ook het
volwaardige reservewiel is voorzien van een
bandenspanningssensor en -zender. Als de
bandenspanning van het reservewiel te laag
is, zal het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaan branden. Bij een lekke
band zal het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning niet uitgaan
, ook al is het wiel
met de lekke band vervangen door het reser-
vewiel. Vervang het reservewiel door het wiel
met de gerepareerde band en breng de band
op de juiste spanning. Het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning zal na een paar
minuten uitgaan.
■Omstandigheden waaronder het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem
mogelijk niet juist werkt
Blz. 477
WAARSCHUWING
■Als de waarschuwingslampjes van
het ABS en het remsysteem blijven
branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De auto kan tijdens het remmen extreem
onstabiel worden en het ABS-systeem
treedt mogelijk niet in werking, waardoor
een aanrijding en ernstig letsel kunnen
ontstaan.
■Als het waarschuwingslampje elektri-
sche stuurbekrachtiging gaat bran-
den
Als het lampje geel gaat branden, wordt de
stuurbekrachtiging beperkt. Als het lampje
rood gaat branden, werkt de stuurbekrach-
tiging niet meer en gaat het draaien van
het stuurwiel zeer zwaar.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan
gebruikelijk, houd het dan stevig vast en
oefen meer kracht uit dan anders.
■Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
●Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats. Breng de banden meteen
op spanning.
●Auto's met compact reservewiel: Als,
nadat de banden op spanning zijn
gebracht, het waarschuwingslampje
opnieuw gaat branden, kan dit erop dui-
den dat er een band lek is. Controleer
de banden. Vervang het wiel met de
lekke band door het reservewiel en laat
de band repareren door de dichtstbij-
zijnde erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Auto's met bandenreparatieset: Als,
nadat de banden op spanning zijn
gebracht, het waarschuwingslampje
lage bandenspanning opnieuw gaat
branden, kan dit erop duiden dat er een
band lek is. Controleer de banden.
Repareer een lekke band met de ban-
denreparatieset.
●Vermijd plotselinge stuurbewegingen en
hard remmen.
De banden kunnen beschadigd raken,
waardoor u de controle over het stuur-
wiel of de remmen kunt verliezen.
■Als u een klapband krijgt of als er
plotseling een lek ontstaat
Het kan zijn dat het bandenspannings-
waarschuwingssysteem niet meteen in
werking treedt.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem goed
werkt
Monteer geen banden met verschillende
specificaties of van verschillende merken,
anders werkt het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem mogelijk niet goed.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 525 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
5428-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA HV_TMMT_EE 2
Controleer of de bandenspanningsmeter
de voorgeschreven spanning aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning
onder de voorgeschreven waarde ligt, zet de
compressor aan (type A) of zet hem in stand
(aan) (type B) en vul de band tot de
juiste spanning is bereikt.
■Nadat een band is gerepareerd met de
bandenreparatieset
●Vervang de bandenspanningssensor en
-zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het voor-
geschreven niveau ligt, gaat mogelijk het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning branden/knipperen.
WAARSCHUWING
■Rijd niet door als de auto een lekke
band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een
lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd worden
dat reparatie niet meer mogelijk is.
Door het rijden met een lekke band kan er
op de wang rondom een groef ontstaan. In
zo'n geval kan de band bij het gebruik van
een reparatieset exploderen.
■Bij het repareren van een lekke band
●Parkeer de auto op een veilige plaats en
een vlakke ondergrond.
●Raak de wielen of het gedeelte rond de
remmen direct nadat met de auto is
gereden niet aan.
Nadat met de auto is gereden, zijn de
wielen en het gedeelte rond de remmen
mogelijk zeer heet. Wanneer u deze
delen met uw handen, voeten of andere
lichaamsdelen aanraakt, kan dit leiden
tot brandwonden.
●Sluit de slang stevig aan op het ventiel
terwijl het wiel aan de auto bevestigd is.
Als de slang niet goed op het ventiel is
aangesloten, kan er lekkage van lucht
optreden waarbij bandenreparatievloei-
stof naar buiten spuit.
●Als de slang tijdens het vullen loskomt
van het ventiel, is het mogelijk dat de
slang abrupte bewegingen maakt van-
wege de luchtdruk.
●Nadat de band gevuld is, kunnen er
spetters bandenreparatievloeistof naar
buiten komen als de slang wordt losge-
maakt of wanneer u lucht uit de band
laat ontsnappen.
●Volg voor het repareren van de band de
volgende procedure. Als u de procedu-
res niet volgt, kan de bandenreparatie-
vloeistof naar buiten spuiten.
●Bewaar afstand tot de band wanneer
deze gerepareerd wordt, omdat de band
kan klappen. Zet de schakelaar van de
compressor direct uit (type A) of in stand
(uit) (type B) als u ziet dat de band
scheurtjes vertoont of vervormt.
●De reparatieset kan oververhit raken als
deze langere tijd achter elkaar wordt
gebruikt. Gebruik de reparatieset niet
langer dan 40 minuten achter elkaar.
●Delen van de reparatieset worden tij-
dens het gebruik heet. Wees voor en na
gebruik voorzichtig met de reparatieset.
Raak het metalen deel rond de verbin-
ding tussen de fles en de compressor
niet aan. Dit is namelijk zeer heet.
●Plak de waarschuwingssticker voor de
rijsnelheid alleen op de aangegeven
plaats. Als de sticker wordt aangebracht
op een plaats waar zich een airbag
bevindt, zoals op het stuurwielkussen,
werkt de airbag mogelijk niet goed
meer.
●Laat ter voorkoming van beschadiging
of ernstige lekkage de fles niet vallen.
Voer vóór gebruik een visuele controle
van de fles uit. Gebruik uitsluitend onbe-
schadigde en niet-lekkende flessen. In
dergelijke gevallen direct vervangen.
■Rijden om de bandenreparatievloei-
stof gelijkmatig te verdelen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht.
Als u dat niet doet kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel
kan ontstaan.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 542 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
543
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
COROLLA HV_TMMT_EE
WAARSCHUWING
●Rijd langzaam en voorzichtig. Wees
extra voorzichtig bij het maken van
bochten.
●Breng de auto tot stilstand wanneer de
auto niet rechtuit wil rijden of als u voelt
dat er aan het stuurwiel wordt getrokken
en controleer het volgende.
• Toestand van de band. De band kan van de velg zijn afgelopen.
• Bandenspanning. Als de bandenspan- ning 130 kPa (1,3 kg/cm
2 of bar, 19 psi)
of lager is, is de band mogelijk ernstig
beschadigd.
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
●Een band mag alleen met de bandenre-
paratieset worden gerepareerd indien
de beschadiging is veroorzaakt door
perforatie van het loopvlak door een
scherp voorwerp, zoals een spijker of
een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet
uit de band. Door het verwijderen van
de spijker of de schroef kan het gat gro-
ter worden waardoor de band niet meer
tijdelijk gerepareerd kan worden.
●De reparatieset is niet waterbestendig.
Zorg dat de bandenreparatieset niet in
aanraking komt met water, bijvoorbeeld
bij gebruik tijdens regen.
●Zet de bandenreparatieset niet op een
stoffige ondergrond, zoals in het zand of
in de berm. Als de reparatieset stof e.d.
opzuigt, kunnen er storingen optreden.
●Houd de fles tijdens het gebruik niet
ondersteboven, om schade aan de
compressor te voorkomen.
■Voorzorgsmaatregelen voor de ban-
denreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding
12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repara-
tieset niet aan op andere voedingsbron-
nen.
●Als er brandstofdruppels op de repara-
tieset terechtkomen, kan de set bescha-
digd raken. Zorg dat de set niet met
brandstof in aanraking kan komen.
●Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
●Berg de reparatieset op in de gereed-
schapshouder onder de afdekmat, bui-
ten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel onder-
delen als de bandenspanningsmeter
niet bloot aan schokken. Hierdoor kun-
nen storingen optreden.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de bandenspan-
ningssensor en -zender wanneer de band
wordt gerepareerd of vervangen.
( Blz. 486)
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 543 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
5528-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA HV_TMMT_EE
●Controleer de bandenspanning van het
compacte reservewiel. ( Blz. 576)
■Bij gebruik van het compacte reserve-
wiel
De auto ligt lager op de weg als het compacte
reservewiel is gemonteerd dan wanneer er
gereden wordt met de standaardbanden.
■Na het vervangen van het wiel
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem moet worden gereset. ( Blz. 487)
■Bij gebruik van het reservewiel
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zender,
waardoor een te lage bandenspanning hier-
van niet wordt aangegeven door het banden-
spanningswaarschuwingssysteem. Verder
zal, als u het reservewiel monteert nadat het
waarschuwingslampje voor een lage banden-
spanning is gaan branden, dit lampje blijven
branden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt
op een weg die bedekt is met sneeuw of
ijs
Vervang een van de achterwielen van de
auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer
sneeuwkettingen op de voorwielen:
1 Vervang het wiel links of rechts achter
door het compacte reservewiel.
2 Vervang het wiel met de lekke voorband
door het wiel dat van de achterzijde
afkomstig is.
3 Monteer sneeuwkettingen op de voorwie-
len.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 552 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
5548-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
COROLLA HV_TMMT_EE
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van het normale reserve-
wiel
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
●Houd er rekening mee dat het reserve-
wiel speciaal ontworpen is voor gebruik
onder uw auto. Gebruik uw reservewiel
daarom niet onder een andere auto.
●Monteer niet gelijktijdig meer dan één
compact reservewiel onder uw auto.
●Vervang het reservewiel zo snel moge-
lijk door een wiel met een standaard-
band.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge
motorremwerking veroorzaken.
■Bij gebruik van het compacte reser-
vewiel
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet
goed wordt weergegeven en dat de vol-
gende systemen niet goed werken:
• ABS en Brake Assist
• VSC
•TRC
• Automatic High Beam-systeem (indien aanwezig)
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met vol- ledig snelheidsbereik (indien aanwezig)
• EPS
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aan- wezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aan- wezig)
• S-IPA (Simple Intelligent Parking Assist-systeem) (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik van
het compacte reservewiel
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontwor-
pen voor gebruik bij hoge snelheden. Het
niet opvolgen van deze voorzorgsmaatre-
gel kan leiden tot een ongeval en ernstig
letsel.
■Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opgebor-
gen en bevestigd. Dit om te voorkomen
dat een van deze voorwerpen bij een aan-
rijding of bij hard remmen letsel veroor-
zaakt.
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het compacte
reservewiel onder de auto gemon-
teerd is.
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij het
rijden over slechte wegen.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 554 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
555
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
COROLLA HV_TMMT_EE
Een van de onderstaande punten kan
het probleem veroorzaken:
De elektronische sleutel werkt
mogelijk niet goed. ( Blz. 557)
Er is mogelijk onvoldoende brand-
stof aanwezig in de tank. Vul de
brandstoftank.
Er kan een storing aanwezig zijn in
de startblokkering. (Blz. 83)
Er kan een storing aanwezig zijn in
het stuurslotsysteem.
Het hybridesysteem van de motor is
mogelijk defect als gevolg van een
elektrische storing, zoals een ontla-
den batterij van de elektronische
sleutel of een defecte zekering. Er
bestaat echter, afhankelijk van het
soort storing, een noodmaatregel om
het hybridesystee m te starten.
(Blz. 556)
Alleen ZWE213-uitvoeringen
*: De
temperatuur van het batterijpakket
(tractiebatterij) is mogelijk zeer laag
is (lager dan ongeveer -30°C).
(Blz. 79, 217)
OPMERKING
■Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel
Monteer geen sneeuwketting op het com-
pacte reservewiel. De sneeuwketting kan
de carrosserie beschadigen en het rijge-
drag in negatieve zin beïnvloeden.
■Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspannings-
sensoren en -zenders contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgerus te deskundige, omdat
de bandenspanningssensoren en -zen-
ders beschadigd kunnen raken als er niet
voorzichtig mee wordt omgegaan.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het vervangen
van de band de bandenspanningssensor
en -zender. ( Blz. 486)
Als het hybridesysteem
niet kan worden gestar t
Het niet starten van het hybride-
systeem kan verschillende oorza-
ken hebben. Raadpleeg het
volgende overzicht en onderneem
de bijpassende acties:
Het hybridesysteem kan niet
worden gestart, ook al is de
startprocedure correct
uitgevoerd. ( Blz. 217)
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 555 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
5869-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
COROLLA HV_TMMT_EE
■Schuifdak* ( Blz. 199)
*: Indien aanwezig
■Automatische verlichting ( Blz. 232)
■PCS (Pre-Crash Safety-systeem)* (Blz. 256)
*: Indien aanwezig
■LTA (Lane Tracing Assist)* (Blz. 265)
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Gecombineerde koppeling van
bediening aan portiervergren-
deling met mechanische sleu-
tel
Alleen schuivenAlleen kantelen——O
Koppeling van bediening aan
portiervergrendeling met
afstandsbediening
Alleen schuivenAlleen kantelen——O
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Gevoeligheid lichtsensorStandaard-2 - 2O—O
Follow Me Home-systeem (Tijd
die verstrijkt voordat de kop-
lampen automatisch worden
uitgeschakeld)
30 seconden
60 seconden
——O90 seconden
120 seconden
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem)AanUit—O—
Afstellen timing waarschuwingGemiddeldVroeg—O—Laat
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Lane Centering-functieAanUit—O—
StuurassistentiefunctieAanUit—O—
Gevoeligheid waarschuwingVo lStandaard—O—
Waarschuwingsfunctie slinge-
ren autoAanUit—O—
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 586 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM
5889-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
COROLLA HV_TMMT_EE
■BSM (Blind Sp ot Monitor)* ( Blz. 294)
*: Indien aanwezig
■Toyota Parking Assist-sensor* (Blz. 311)
*: Indien aanwezig
■RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)* ( Blz. 319)
*: Indien aanwezig
■PKSB (Parking Support Brake)* (Blz. 323)
*: Indien aanwezig
FunctieStandaard-
instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
BSM (Blind Spot Monitor)AanUit—O—
Helderheid indicator in buiten-
spiegelHelderGedimd—O—
Timing waarschuwing voor
aanwezigheid van naderende
auto (gevoeligheid)
Gemiddeld
Vroeg
—O—
Laat
Alleen wanneer een auto wordt gesigna-
leerd in de dode hoek
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
Toyota Parking Assist-sensorAanUit—O—
ZoemervolumeNiveau 2Niveau 1—O—Niveau 3
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)AanUit—O—
ZoemervolumeNiveau 2Niveau 1—O—Niveau 3
FunctieStandaard- instellingPersoonlijke
voorkeursinstelling
PKSB-functie (Parking Support
Brake)AanUit—O—
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book Page 588 Tuesday, August 25, 2020 9:11 AM