
3644-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
WAARSCHUWING
●Als de modus parkeerplaats fileparkeren 
verlaten in de volgende gevallen 
abusievelijk wordt gebruikt, raakt de 
auto mogelijk een obstakel.
De functie voor het verlaten van de par-
keerplaats wordt gebruikt in een richting 
waar zich een obstakel bevindt, maar 
het obstakel wordt niet gesignaleerd 
door de zijsensoren (bijvoorbeeld wan-
neer de auto direct naast een paal 
staat).
●Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht, aangezien de sensoren 
mogelijk niet meer goed werken, wat 
een ongeval tot gevolg kan hebben.
• Stel de sensor niet bloot aan sterke  schokken door er tegen te slaan, enz. 
Anders werken de s ensoren mogelijk 
niet goed.
• Spuit bij het wassen van de auto met  een hogedrukreiniger niet rechtstreeks 
op de sensoren. De apparatuur werkt 
mogelijk niet goed als gevolg van bloot-
stelling aan een sterke waterdruk. Wan-
neer de bumper iets raakt, werkt de 
apparatuur mogelijk niet goed meer als 
gevolg van een storing in de sensor. 
Laat de auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●De sensoren werken in de volgende 
situaties mogelijk niet goed, wat een 
ongeval tot gevolg kan hebben. Rijd met 
de nodige voorzichtigheid.
• Obstakels aan de zijkant kunnen niet  worden gesignaleerd totdat de scan van 
de zijkanten is voltooid. ( Blz. 314)
• Zelfs nadat de scan van de zijkanten is  voltooid, kunnen obstakels zoals andere 
voertuigen, mensen of dieren die vanaf 
opzij naderen niet worden gesignaleerd.
• De sensor is bevroren (zodra de sensor  ontdooit, zal het systeem weer normaal 
werken).
Er wordt mogelijk een waarschuwings-
melding weergegeven bij zeer lage tem-
peraturen doordat de sensor is bevroren 
en hij daardoor mogelijk geen gepar-
keerde auto's signaleert.
• De sensor wordt geblokkeerd door  iemands hand.
• De auto staat erg schuin.
• Bij extreem hoge of lage temperaturen.
• Er wordt gereden op een golvende weg,  helling, grindweg, in een gebied waar 
het gras hoog is, enz.
• Er bevindt zich een bron van ultrasoon- golven in de buurt, zoals een claxon of 
sensoren van een ander voertuig, de 
motor van een motorfiets of de lucht-
remmen van een groot voertuig.
• Zware regenval of een andere oorzaak  waardoor er te veel water op uw auto 
terechtkomt.
• De hoek van de sensor wijkt mogelijk af  wanneer de ondersteuningsregeling 
start, zelfs wanneer er een geparkeerde 
auto op de beoogde parkeerplaats 
staat. Laat de auto nakijken door een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
• Monteer geen accessoires binnen het  detectiegebied van de sensor.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 364  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 

3684-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
■Secondary Collision Brake (indien 
aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding sig-
naleert en het systeem in werking is, 
worden de remmen en remlichten auto-
matisch geregeld om de rijsnelheid te 
verlagen en te helpen de kans op ver-
dere schade ten gevolge van een 
tweede aanrijding te verkleinen.
■Als het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is
Het controlelampje Traction Control knippert 
wanneer het TRC/VSC/ABS-systeem in wer-
king is.
■Uitschakelen van het TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in mod-
der of sneeuw, kan het TRC-systeem het 
aandrijfvermogen van het  hybridesysteem 
naar de wielen beperken. Als u op   drukt 
om het systeem uit te schakelen, kunt u de 
auto waarschijnlijk gemakkelijker los krijgen 
door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door   snel 
in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned Off” (Traction Con-
trol uitgeschakeld) wordt op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven.. Druk nogmaals op   om het systeem 
weer in te schakelen.
■Zowel TRC als VSC uitschakelen
Houd   meer dan 3 seconden ingedrukt 
terwijl de auto stilstaat om de TRC en VSC uit 
te schakelen.
Het controlelampje VSC OFF gaat branden 
en “Traction Control Turned OFF” (Traction 
Control uitgeschakeld) wordt op het 
multi-informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals op   om het systeem 
weer in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-sys- teem), wordt de PCS ook uitgeschakeld 
(alleen Pre-Crash-waarschuwing is 
beschikbaar) Het waarschuwingslampje 
PCS gaat branden en er wordt een mel-
ding weergegeven op het multi-informatie-
display. ( Blz. 264)
■Wanneer de melding wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay dat 
de TRC is uitgeschakeld, zelfs al is   
niet ingedrukt
TRC is tijdelijk uitges chakeld. Als  de  melding 
niet verdwijnt neem dan contact op met een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Voorwaarden voor werking Hill Start 
Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden wordt 
voldaan, werkt de Hill Start Assist Control:
●De selectiehendel staat in een andere 
stand dan P of N (bij het vooruit/achteruit 
bergop wegrijden).
●De auto staat stil
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 368  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 

3704-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
COROLLA HV_TMMT_EE
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende 
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden ingescha-
keld.
●Het systeem oordeelt op basis van de 
deceleratie van de auto dat het niet om 
een noodstop gaat
■Werkingsvoorwaarden Secondary Colli-
sion Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor een 
aanrijding signaleert terwijl de auto in bewe-
ging is.
Het systeem werkt echter niet onder de vol-
gende omstandigheden.
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secondary 
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem wordt automatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 10 
km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de 
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten 
banden op een weg die bedekt is met 
sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge 
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan 
langer zijn dan onder normale 
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg 
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met 
name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind, 
zand en dergelijke, of op besneeuwde 
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met 
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet 
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het 
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen 
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet 
als het TRC/VSC-systeem in werking is. 
Rijd voorzichtig met de auto onder 
omstandigheden waarbij de stabiliteit en 
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet 
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Corne-
ring Assist. De Active Cornering Assist 
werkt mogelijk niet effectief bij het acce-
lereren op een helling of bij het rijden op 
een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist 
vaak in werking is getreden, wordt de 
werking ervan mogelijk  tijdelijk gestopt 
om een goede werking van de remmen, 
TRC en VSC te garanderen.
■De Hill Start Assist Control werkt niet 
effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start 
Assist Control. De Hill Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile 
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de 
Hill Start Assist Control niet bedoeld om 
de auto gedurende langere tijd op zijn 
plaats te houden. Gebruik de Hill Start 
Assist Control niet om de auto op een 
helling op zijn plaats te houden omdat 
dat kan leiden tot een ongeval.
■Als de TRC/het ABS/de VSC is geacti-
veerd
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rij-
gedrag kan leiden tot ongevallen. Wees 
bijzonder voorzichtig als het controle-
lampje knippert.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 370  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 

3744-6. Rijtips
COROLLA HV_TMMT_EE
 Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn 
voor winterse omstandigheden.
• Motorolie
• Koelvloeistof motor/vermogensregeleen-
heid
• Ruitensproeiervloeistof
 Laat de toestand van de 12V-accu 
controleren door een monteur.
 Laat vier winterbanden onder uw 
auto monteren of schaf een set 
sneeuwkettingen voor de voorwielen 
aan.
Controleer of alle banden dezelfde maat 
hebben en van hetzelfde merk zijn en con-
troleer of de sneeuwkettingen geschikt zijn 
voor de bandenmaat van uw auto.
Rijden in de winter
Tref voor het aanbreken van de 
winter de noodzakelijke voorberei-
dingen en voer de benodigde con-
troles uit. Pas uw rijgedrag altijd 
aan de actuele weersomstandighe-
den aan.
Voorbereidingen voor de winter
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in 
acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over 
het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel 
kan ontstaan.
●Gebruik banden met de voorgeschreven 
maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan 
de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snel-
heid of harder dan de snelheidslimiet 
die geldt voor de gebruikte winterban-
den.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
■Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beper-
ken de volgende voorzorgsmaatregelen in 
acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig 
letsel het gevolg zijn.
●Rijd niet harder dan de maximaal toege-
stane snelheid voor de gebruikte 
sneeuwkettingen of niet harder dan 50 
km/h, afhankelijk van welke snelheid de 
laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdek-
ken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte 
stuuracties, plotseling remmen en scha-
kelhandelingen die een plotselinge 
motorremwerking veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht 
aan te snijden zodanig, dat u zeker weet 
dat de auto bestuurbaar blijft.
●Gebruik het LTA-systeem (Lane Tracing 
Assist) niet. (indien aanwezig)
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winter-
banden
Laat winterbanden repareren of vervangen 
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige 
of door een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winter-
banden heeft namelijk invloed op de wer-
king van de bandenspanningssensoren en 
-zenders.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 374  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 

3764-6. Rijtips
COROLLA HV_TMMT_EE
Dwarsketting (diameter 4 mm)
Dwarsketting (breedte 14 mm)
Dwarsketting: (lengte 25 mm)
De wetgeving met betrekking tot het 
gebruik van sneeuwkettingen verschilt 
per land en per soort weg. Stel u op de 
hoogte van lokale voorschriften alvo-
rens sneeuwkettingen te monteren.
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in 
acht bij het monteren en verwijderen van 
sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen 
op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op 
de voorwielen. Gebruik geen sneeuwket-
tingen om de achterwielen.
●Plaats de sneeuwkettingen zo strak moge-
lijk om de voorwielen. Zet de sneeuwkettin-
gen na 0,5 - 1 km opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de 
meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Wetgeving met betrekking tot 
het gebruik van 
sneeuwkettingen
OPMERKING
■Monteren van sneeuwkettingen
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, 
werken de bandenspanningssensoren en 
-zenders mogelijk niet goed.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 376  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 

457
7
7-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
COROLLA HV_TMMT_EE
WAARSCHUWING
■Bij het wassen van de auto
Zorg dat er geen water in de motorruimte 
komt. Anders kunnen de elektrische com-
ponenten, enz. vlam vatten.
■Bij het wassen van de voorruit 
(auto's met ruitenwissers met regen-
sensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand 
OFF. Als de ruitenwisserschakelaar in de 
stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in de volgende gevallen onverwacht 
in werking treden. Hierdoor kunnen uw 
handen bekneld raken en kunt u ernstig 
letsel oplopen, en hierdoor kunnen de rui-
tenwisserbladen beschadigd raken.
Uit
AUTO
●Wanneer het bovenste deel van de 
voorruit waar de regensensor is 
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
●Wanneer een natte doek of iets derge-
lijks in de buurt van de regensensor 
wordt gehouden
●Als iets tegen de voorruit stoot
●Als u het regensensorhuis aanraakt of 
als iets in aanraking komt met de regen-
sensor
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de uitlaatpijp
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaat-
pijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaat-
pijp niet aan totdat deze voldoende is 
afgekoeld, aangezien het aanraken van 
een hete uitlaatpijp brandwonden kan ver-
oorzaken.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot de achterbumper met de 
Blind Spot Monitor (indien aanwezig)
Als de lak van de achterbumper is geschil-
ferd of bekrast, kan een storing optreden 
in het systeem. Neem, als dit gebeurt, con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige.
OPMERKING
■Aantasting van de lak en corrosie 
van de carrosserie en onderdelen 
(lichtmetalen velgen, enz.) voorko-
men
●Was de auto zo spoedig mogelijk:
• Na het rijden in een kustgebied
• Na het rijden over gepekelde wegen
• Als er zich teer of boomsappen op de  lak bevinden
• Als er zich dode insecten, insecten- of  vogelpoep op de lak bevinden
• Na het rijden in gebieden waar sprake is  van veel rook, stof,  ijzerdeeltjes of che-
mische stoffen
• Als de auto erg vuil is geworden van stof  of modder
• Als er brandstof op de lak is gemorst
●Als de lak is geschilferd of bekrast, laat 
deze dan direct herstellen.
●Verwijder vuil van de velgen en berg ze 
op een droge plaats op om te voorko-
men dat de velgen tijdens de opslag 
gaan corroderen.
■Schoonmaken van de verlichting aan 
de buitenzijde
●Was deze met de nodige voorzichtig-
heid. Gebruik geen organische oplos-
middelen en borstel ze ook niet af met 
een harde borstel.
Dit kan het oppervlak van de lampen 
beschadigen.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 457  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 

4587-1. Onderhoud en verzorging
COROLLA HV_TMMT_EE
OPMERKING
●Breng geen was aan op de lenzen.
Was kan het lampglas beschadigen.
■Voorkomen van beschadiging van de 
ruitenwisserarmen voor
Trek eerst de ruitenwisserarm aan de 
bestuurderszijde omhoog en daarna die 
aan de passagierszijde. Begin, als u de 
ruitenwisserarmen weer in hun oorspron-
kelijke stand terugzet, aan de passagiers-
zijde.
■Wassen in een wasstraat (auto's met 
ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in stand 
OFF. Als de ruitenwisserschakelaar in 
stand AUTO staat, kunnen de ruitenwis-
sers in werking treden waardoor de ruiten-
wisserbladen beschadigd kunnen raken.
■Reinigen met een hogedrukreiniger
●Auto's met Rear View Monitor-systeem: 
Stel de camera of de omgeving ervan tij-
dens het wassen van de auto niet bloot 
aan sterke waterstralen uit een hoge-
drukreiniger. Door de kracht van de 
waterstralen werkt het apparaat moge-
lijk niet goed meer.
●Houd de sproeierkop uit de buurt van 
hoezen (rubberen of kunststof afdekkin-
gen), stekkers of de volgende onderde-
len. Wanneer onderdelen in aanraking 
komen met sterke waterstralen, kunnen 
ze beschadigd raken.
• Aan tractie gerelateerde onderdelen
• Onderdelen stuurinrichting
• Onderdelen wielophanging
• Onderdelen remsysteem
●Houd de sproeierkop op ten minste 30 
cm van de carrosserie. Anders kunnen 
kunststof delen, zoals lijsten en bum-
pers, vervormd of beschadigd raken. 
Houd de sproeierkop ook niet de hele 
tijd op dezelfde plek.
●Spuit niet continu met water op het 
onderste gedeelte van de voorruit. Daar 
bevindt zich de luchtinlaatopening voor 
de airconditioning en als daar water 
doorheen komt, werkt de airconditioning 
mogelijk niet goed.
●Reinig de onderzijde van de auto niet 
met een hogedrukreiniger.
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 458  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM 

477
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
COROLLA HV_TMMT_EE Vergeet bij het wisselen van voor- en achter-
banden met een verschillende bandenspan-
ning niet om na het wisselen het 
bandenspanningswaarschuwi
ngssysteem te 
initialiseren.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschuwingssysteem dat 
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage 
bandenspanning te signaleren voordat 
deze tot problemen leidt.
Als de bandenspanning onder een 
bepaalde waarde komt, wordt de 
bestuurder door middel van een waar-
schuwingslampje gewaarschuwd. 
(Blz. 521)
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de 
bandenspanning niet. Controleer daarom ook 
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet 
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt 
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn  gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet overeenkomt met de 
OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem- plaar dat niet de voorgeschreven maat 
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu- nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating  die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs,  vooral bij de wielen of de wielkasten. • Als de bandenspanning aanzienlijk hoger 
is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings- sensoren en -zenders worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden- spanningssensoren en -zenders niet is 
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast,  elektriciteitscentrale,  tankstation, radiozen-
der, videowall, luchthaven of andere loca-
tie waar sterke radiogolven of 
elektromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele tele- foon, draadloze telefoon of een ander 
draadloos communicatiemiddel bij u 
draagt.
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het 
langer duren voordat de waarschuwing 
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt, 
zoals bij een klapband, dan verschijnt de 
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de rijomstandigheden. Daarom laat 
het systeem mogelijk zelfs een waarschu-
wing zien wanneer de bandenspanning niet 
laag genoeg is of wanneer de druk hoger is 
dan de druk die was ingesteld tijdens het ini-
tialiseren van het systeem.
Bandenspanningswaarschu-
wingssysteem
COROLLA-HYBRID(TMMT)_OM_Europe_OM12P19E.book   Page 477  Tuesday, August 25, 2020  9:11 AM