3554-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
Wanneer de constante-snelheidsregelmodus is geselecteerd, blijft de auto
met een ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te regelen.
Selecteer deze modus alleen wanneer de afstandsregelmodus niet goed
werkt als gevolg van een vuile radarsensor, enz.Houd bij uitgeschakelde cruise
control de cruise control-hoofd-
schakelaar gedurende ten minste
1,5 seconden ingedrukt.
Direct nadat op de schakelaar is
gedrukt, gaat het controlelampje Dyna-
mic Radar Cruise Control branden.
Vervolgens gaat het controlelampje
cruise control branden.
Overschakelen naar de constante-snelheidsregelmodus is alleen mogelijk als de
schakelaar wordt bediend terwijl de cruise control uit staat.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (ongeveer 40
km/h of hoger) en druk op de scha-
kelaar - SET om de snelheid op te
slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de schakelaar wordt losgelaten, wordt de inge-
stelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid: →Blz. 351
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling: →Blz. 353
Selecteren van de cons tante-snelheidsregelmodus
1
2
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 355 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
3564-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
■De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik kan worden
gebruikt als
● De selectiehendel in stand D of in schakelbereik 4S of hoger staat.
● De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger. Als echter een voorligger wordt gesigna-
leerd, kan de Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik zelfs wor-
den ingeschakeld als de rijsnelheid lager is dan ongeveer 50 km/h.
■ Accelereren na het instel len van de rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto weer rijden
met de ingestelde snelheid. Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld, neemt de rij-
snelheid echter mogelijk af tot onder de ingestelde snelheid, zodat de afstand tot de
voorligger gehandhaafd blijft.
■ Als de auto stopt tijdens rijden met de volgregeling
● Door op de schakelaar + RES te drukken terwijl de voorligger stopt, wordt, als de
voorligger begint te rijden, binnen ongeveer 3 seconden nadat op de schakelaar is
gedrukt het rijden met de volgregeling hervat.
● Als de voorligger binnen 3 seconden nadat uw auto is gestopt begint te rijden, wordt
het rijden met de volgregeling hervat.
■ Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de volgende situaties:
● De werkelijke rijsnelheid zakt tot ongeveer 40 km/h of lager en er worden geen voor-
liggers gesignaleerd.
● De voorligger verlaat de rijstrook terwijl uw auto rijdt met een rijsnelheid van onge-
veer 40 km/h of lager. Anders kan de sensor de auto niet op de juiste manier signale-
ren. (“Radar Cruise Control Unavailable” (Dynamic Radar Cruise Control-systeem
niet beschikbaar) wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay)
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld.
● De sensor kan niet goed signaleren omdat hij ergens door bedekt is.
● Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
● De parkeerrem is geactiveerd.
● De auto wordt door het systeem stilgezet op een steile helling.
● Als de auto door het systeem is stilgezet, wordt het volgen van de voorligger in de
volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto heeft ongeveer 3 minuten stilgestaan.
Als de afstandsregelmodus om een andere dan de hierboven genoemde redenen
automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwezig zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 356 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
3584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE■
Omstandigheden waarin de sensor voorligg ers mogelijk niet op de juiste manier
signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandigheden het rempe-
daal wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gaspedaal wanneer
moet worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert, wordt er
mogelijk geen naderingswaarschuwing ( →Blz. 354) gegeven.
● Auto's die plotseling voor u invoegen
● Auto's die met lage snelheden rijden
● Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
● Voertuigen met een relatief kleine achterzijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
● Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
● Als door omringend verkeer opgeworpen water of sneeuw de signalering door de
sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt
is (omdat er zware lading in de bagage-
ruimte vervoerd wordt, enz.)
● De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 358 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
3594-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
■Omstandigheden waaronder de afstandsregelmodus mogelijk niet goed werkt
Bedien indien nodig in onderstaande gevallen het rempedaal (of, afhankelijk van de
situatie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signaleert, werkt het
systeem mogelijk niet goed.
● Als uw voorligger plotseling decelereert
● Als u op een weg rijdt die wordt omgeven door een constructie, zoals in een tunnel of
op een ijzeren brug
● Als de rijsnelheid afneemt tot de ingestelde snelheid na acceleratie van de auto door
intrappen van het gaspedaal.
●
Als de weg erg bochtig is of de rijstroken erg
smal zijn
● Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uitvoe-
ren of frequent van rijstrook wisselt
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 359 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
3614-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
◆ECB (elektronisch geregeld remsysteem)
Het elektronisch geregelde remsysteem genereert remkracht overeenkom-
stig de bediening van de remmen.
◆ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
◆Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetrapt als het
systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
◆VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwijkmanoeu-
vres en het nemen van bochten op een glad wegdek.
◆VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-, TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de stuurcommando's aan te passen.
◆Secondary Collision Brake
Als de airbagsensor een aanrijding signaleert en het systeem in werking \
is,
worden de remmen en remlichten automatisch geregeld om de rijsnelheid
te verlagen en te helpen de kans op verdere schade ten gevolge van een
tweede aanrijding te verkleinen.
◆TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is uw
auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in werking
treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd er echter reke-
ning mee dat dit aanvullende systemen zijn en vertrouw niet in al te
sterke mate op deze systemen als u de auto bedient.
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 361 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
3654-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
■Automatisch opnieuw inschakelen van de TR C- en VSC-systemen
Als de TRC- en VSC-systemen zijn uitges chakeld, worden deze automatisch opnieuw
ingeschakeld in de volgende situaties:
● Als het contact UIT wordt gezet
● Als alleen het TRC-systeem wordt uitgeschakeld, wordt de TRC weer ingeschakeld
zodra de rijsnelheid toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-systeem is uitgeschakeld, worden deze niet automa-
tisch weer ingeschakeld als de rijsnelheid toeneemt.
■ Werkingsvoorwaarden Secondary Collision Brake
Het systeem werkt als de airbagsensor een aanrijding signaleert terwijl de auto in
beweging is.
Het systeem werkt echter niet onder de volgende omstandigheden.
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
● Er zijn componenten beschadigd
■ Automatisch uitschakelen Secondary Collision Brake
De Secondary Collision Brake wordt in de volgende situaties automatisch uitgescha-
keld:
● De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 10 km/h
● Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de werking
● Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
■ Gereduceerde bekrachtigi ng door het EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het EPS- systeem wordt gereduceerd om het systeem
tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere tijd veel stuurbewegin-
gen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing zwaar aanvoelen. Probeer als dat
het geval is minder frequent te sturen of breng de auto tot stilstand en schakel het
hybridesysteem UIT. Het EPS-systeem moet binnen 10 minuten weer normaal wer-
ken.
■ Voorwaarden voor werking noodstopsignaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit
● De werkelijke rijsnelheid is hoger dan 55 km/h
● Het systeem oordeelt op basis van de deceleratie van de auto dat het om een nood-
stop gaat.
■ Automatisch uitschakel en van noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende situaties uitgeschakeld:
● De alarmknipperlichten worden ingeschakeld
● Het systeem oordeelt op basis van de decele ratie van de auto dat het niet om een
noodstop gaat
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 365 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
3684-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
De Blind Spot Monitor is een systeem met 2 functies;
●De BSM-functie (Blind Spot Monitor)
Helpt de bestuurder bij het nemen van een beslissing als van rijstrook
wordt gewisseld
● De RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)
Helpt de bestuurder bij het achteruitrijden
Deze functies maken gebruik van dezelfde sensoren.
Multi-informatiedisplay
In-/uitschakelen van de BSM-functie/RCTA. ( →Blz. 369)
Indicatoren in buitenspiegel
BSM-functie:
Als een auto in de dode hoek wordt gesignaleerd, gaat de indicator in de buiten-
spiegel branden als de richtingaanwijzerschakelaar niet wordt bediend en gaat de
indicator in de buitenspiegel knipperen als de richtingaanwijzerschakelaar wel
wordt bediend.
RCTA:
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert, gaan
de indicatoren in de buitenspiegels knipperen.
Controlelampje BSM/controlelampje RCTA
Als de BSM-functie/RCTA is ingeschakeld, brandt het controlelampje.
BSM (Blind Spot Monitor)∗
Overzicht van de Blind Spot Monitor
∗: Indien aanwezig
1
2
3
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 368 Friday, August 14, 2020 9:43 AM
3694-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
CAMRY_HV_EE
4
Rijden
Scherm audiosysteem (alleen RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert, wordt
het RCTA-icoon (→Blz. 382) voor de desbetreffende zijde weergegeven.
RCTA
-zoemer (alleen RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die van rechts of links achter nadert, klinkt
een zoemer vanachter de achterstoel.
Druk op / van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel en
selecteer .
Druk op
/ van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel en
selecteer of .
Druk op van de bedieningstoets van het instrumentenpaneel.
Elke keer dat op wordt gedrukt, wisselt de functie tussen aan en
uit.
■ De zichtbaarheid van de indi catoren in de buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspiegels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■ Hoorbaarheid RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk boven harde geluiden uit, zoals wanneer het
volume van het audiosysteem hoog staat.
■ Wanneer “Blind Spot Monitor Unavailable” (Blind Spot Monitor niet beschikbaar)
en “Rear Cross Traffic Alert Unavailable” (Rear Cross Traffic Alert niet beschik-
baar) worden weergegeven op het multi-informatiedisplay
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, modder, enz. rond de sensoren in de achterbumper.
(→ Blz. 378)
Na het verwijderen van het ijs, de sneeuw, de modder, enz. van de achterbumper moet
het systeem weer normaal gaan werken.
Ook werken de sensoren mogelijk niet normaal bij extreem warm of koud weer.
■ Als er een storing in de Bl ind Spot Monitor aanwezig is
Als er een systeemstoring wordt gesigna leerd om een van onderstaande redenen,
wordt er een waarschuwingsmelding weergegeven:
● Er zit een storing in de sensoren
● De sensoren zijn vuil geworden
● De buitentemperatuur is zeer hoog of zeer laag
● De sensorspanning is niet in orde
In-/uitschakelen van de BSM-functie/RCTA
4
5
1
2
3
CAMRY_HV_OM_Europe_OM33F82E.book Page 369 Friday, August 14, 2020 9:43 AM