Page 479 of 818

4774-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Park ing Support Brake-systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem, omdat dit kan leiden tot een ongeval.
● De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor een veilig rijgedrag. Rijd altijd voorzich-
tig en houd rekening met de omgeving. Het Parking Support Brake-systeem is ont-
worpen om te helpen de ernst van een aanrijding te verminderen. Onder sommige
omstandigheden is het echter mogelijk dat het systeem niet werkt.
● Het Parking Support Brake-systeem is niet ontworpen om de auto volledig tot stil-
stand te brengen. Bovendien is het, zelfs wanneer het systeem de auto tot stilstand
heeft gebracht, noodzakelijk om onmiddellijk het rempedaal in te trappen, omdat de
remregeling na ongeveer 2 seconden wordt uitgeschakeld.
OPMERKING
■ Wanneer “Parking Support Brake Un available” (Parking Support Brake niet
beschikbaar) op het multi-informatiedi splay wordt weergegeven en het contro-
lelampje PKSB OFF knippert
Als deze melding direct nadat het contact AAN is gezet wordt weergegeven, bedien
de auto dan voorzichtig en let daarbij goed op de omgeving. Het is wellicht nodig om
een bepaalde tijd met de auto te rijden voordat het systeem weer normaal werkt. (Als
het systeem nog niet normaal werkt nadat een poosje met de auto gereden is, reinig
dan de sensoren en hun omgeving op de bumpers.)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 47 7 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
Page 480 of 818

4784-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E
Parking Suppor t Brake-functie
(voor stilstaande objecten)
*
Deze functie werkt in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in de rij-
richting van de auto een object wordt gesignaleerd.
■Er wordt langzaam gereden en het rempedaal wordt niet of te laat
ingetrapt
: Indien aanwezig
Als de sensoren een stilstaand object, zoals een muur, signaleren in de
rijrichting van de auto en het syst eem oordeelt dat zich een aanrijding
voor kan doen doordat de auto plotseling naar voren beweegt doordat
het gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt, wanneer de auto de ver-
keerde kant op rijdt doordat de verkeerde schakelstand wordt geselec-
teerd of tijdens het parkeren of het rijden met een lage snelheid, werkt
het systeem om de gevolgen van een aanrijding met het gesignaleerde
stilstaande object zo veel mogelijk te beperken.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 47 8 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
Page 481 of 818
4794-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E■
Wanneer het gaspedaal
diep wordt ingetrapt
■Wanneer de auto de verkeerde kan t op rijdt doordat de verkeerde
schakelstand is geselecteerd
Blz. 452
Soorten sensoren
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 47 9 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
Page 483 of 818

4814-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E■
Opnieuw inschakelen van de Parking Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten)
Blz. 476
■ Detectiebereik van de Parking Support Br ake-functie (voor stilstaande objecten)
Het detectiebereik van de Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten)
verschilt van dat van de Toyota Parking Assist-sensor. (
Blz. 457)
Daardoor wordt de Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten) mogelijk
niet geactiveerd, ook al signaleert de Toyota Parking Assist-sensor een obstakel en
wordt er een waarschuwing gegeven.
■ Objecten die mogelijk niet door de Parking Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) worden gesignaleerd
Het kan voorkomen dat de sensoren bepaalde objecten niet signaleren, zoals de vol-
gende:
●Voetganger
● Katoen, sneeuw of andere materialen die ultrasoongolven slecht weerkaatsen.
● Objecten die niet loodrecht op de grond staan, objecten die niet in een rechte hoek
ten opzichte van de rijrichting van de auto staan en ongelijkmatige of golvende objec-
ten
● Lage objecten
● Dunne objecten zoals draden, hekken, touwen en palen van verkeersborden
● Objecten die zich extreem dicht bij de bumper bevinden
● Zeer hoekige objecten
● Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw auto
■ Zoemer Toyota Parking Assist-sensor
Als, ongeacht of de Toyota Parking Assist-sensor is ingeschakeld of niet (
Blz. 453),
de Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten) is ingeschakeld
(
Blz. 471) en de sensoren voor en achter een obstakel signaleren en de remrege-
ling wordt uitgevoerd, klinkt de zoemer van het Toyota Parking Assist Sensor-systeem
om de geschatte afstand tot het obstakel aan te geven.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 48 1 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
Page 484 of 818

4824-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E■
Omstandigheden waaronder de Parking Support Brake-functie (voor stilstaande
objecten) mogelijk werkt, zelfs als er geen kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de onderstaande, werkt de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten) mogeli jk zelfs als er geen kans op een aanrij-
ding is.
● Omgeving van de auto
• Wanneer richting een spandoek of vlag, een laaghangende tak of een slagboom
(zoals wordt gebruikt bij spoorwegovergangen, tolpoortjes en parkeerplaatsen)
wordt gereden
• Bij het rijden op een smalle rijbaan omringd door een constructie, zoals een tunnel
of een stalen brug
• Bij fileparkeren
• Bij een groef of gat in het wegdek
• Wanneer de auto over een metalen afdekking (rooster) rijdt, zoals gebruikt boven afvoergoten
• Bij het rijden op een steile helling
• Als een sensor wordt geraakt door een grote hoeveelheid water, zoals bij het rij- den op een overstroomde weg
• Wanneer op een smalle weg wordt gere-
den
• Wanneer op een grindweg of in een omgeving met hoog gras wordt gereden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 48 2 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
Page 485 of 818

4834-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E●
Weer
• Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is
schoongemaakt, zal het systeem weer normaal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm
• Wanneer het stevig waait
● Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motorfietsmotoren, luchtremmen van vracht-
wagens, sonarsystemen van andere auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onderdeel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name fluorescerende), een mistlamp, een spatbordantenne
of een draadloze antenne in de buurt van een van de sensoren is geplaatst
● Wijzigingen in de stand van de auto ten opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de
auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
• Als er bijvoorbeeld lak of een sticker op een sensor is aangebracht.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 48 3 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
Page 486 of 818

4844-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E■
Situaties waarin de Parking Support Br ake-functie (voor stilstaande objecten)
mogelijk niet goed werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande, werkt deze functie mogelijk niet goed.
● Weer
• Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is
schoongemaakt, zal het systeem weer normaal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm
• Als de sensor bevroren is (zodra de sens or ontdooit, zal het systeem weer nor-
maal werken)
● Omgeving van de auto
• Wanneer zich tussen de auto en een gesignaleerd obstakel een object bevindt dat
niet kan worden gesignaleerd
• Als een object zoals een auto, motorfiets, fiets of voetganger voor de auto langs komt of plotseling van opzij opduikt.
• De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras.
• Als het object zich te dicht bij de sensor bevindt. • Wanneer een sensor of de omgeving van een sensor zeer heet of koud is
• Wanneer het stevig waait
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 48 4 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
Page 487 of 818

4854-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E●
Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motorfietsmotoren, luchtremmen van vracht-
wagens, sonarsystemen van andere auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onderdeel zoals een kentekenplaat met achter- grondverlichting (met name fluorescerende), een mistlamp, een spatbordantenne
of een draadloze antenne in de buurt van een van de sensoren is geplaatst
● Wijzigingen in de stand van de auto ten opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de
auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
• Als er uitrusting die een sensor kan hinderen, zoals een bumperbeschermer (een
extra beschermstrip, enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
• Als de wielophanging is gewijzigd of als er een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
• Als er bijvoorbeeld lak of een sticker op een sensor is aangebracht.
• Als er met de auto wordt gereden terwijl de selectiehendel in stand N staat
WAARSCHUWING
■ Om ervoor te zorgen dat de Pa rking Support Brake goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de sensoren in acht
(
Blz. 452).
Het niet in acht nemen van de voorschriften kan er toe leiden dat een sensor niet
goed werkt, waardoor een ongeval kan ontstaan.
● Wijzig, demonteer of spuit de sensoren niet.
● Vervang een defecte sensor uitsluitend door een originele sensor.
● Stel een sensor en zijn omgeving niet bloot aan krachtige schokken.
● Beschadig de sensoren niet en houd ze altijd schoon.
● Wanneer het gebied rondom een radarsensor wordt blootgesteld aan een krachtige
schok, werkt het systeem mogelijk niet goed meer doordat de sensor niet goed
meer werkt. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielophanging aan, aangezien veranderingen in de
wagenhoogte of de hellingshoek van de auto ervoor kunnen zorgen dat de sensoren
objecten niet juist signaleren, dat het syst eem niet werkt of dat het systeem onnodig
werkt.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 48 5 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM