4554-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E■
Middelste sensoren
Globale afstand tot objectMulti-informatiedisplayZoemer
Voor: 100 - 60 cm
Achter: 150 - 60 cm Langzaam
60 cm - 45 cm Gemiddeld
45 cm - 30 cm Snel
30 cm - 15 cm Continu
Minder dan 15 cm Continu
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 45 5 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
4564-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E■
Werking zoemer en af
stand tot een object
Een zoemer klinkt als de sensoren in werking zijn.
● De geluidssignalen volgen elkaar sneller op naarmate de auto dichter
bij het object komt. Als de auto het obstakel genaderd is tot ongeveer
30cm, klinkt de zoemer continu.
● Als er gelijktijdig 2 of meer objecten worden gesignaleerd, klinkt de zoe-
mer voor het dichtstbijzijnde object. Als een of meer objecten dichter bij
de auto komen dan ongeveer 30 cm, klinkt er een langdurig piepsignaal,
gevolgd door elkaar snel opvolgende piepsignalen.
● Functie automatisch dempen zoemer: Als, terwijl de zoemer klinkt, de
afstand tussen de auto en het gesignaleerde object niet kleiner wordt,
wordt de zoemer automatisch gedempt.
(Als de afstand tussen de auto en het object echter 30 cm of minder is,
werkt de functie niet.)
■Aanpassen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aangepast op het multi-informatiedisplay.
Het volume van de zoemers voor de Toyota Parking Assist-sensor en de
RCTA (indien aanwezig) wordt gelijktijdig aangepast.
Wijzig de instellingen met behulp van de bedieningstoetsen van het instr\
u-
mentenpaneel. ( Blz. 169)
Druk op of om te selecteren.
Druk op of om “Vehicle Settings” (voertuiginstellingen) te selecteren
en druk vervolgens op .
Druk op of om of te selecteren,
selecteer het volume en druk vervolgens op .
Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wijzigt het volume tussen 1, 2 en 3.
1
2
3
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 45 6 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
4574-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E■
Dempen van het geluid van een zoemer
Op het multi-informatiedisplay wordt een toets MUTE weergegeven wan-
neer een object wordt gesignaleerd. Druk op om het geluid van de
zoemer te dempen.
Het volume van de zoemers voor de Toyota Parking Assist-sensor en de
RCTA (indien aanwezig) wordt gelijktijdig onderdrukt.
In de volgende gevallen wordt het dempen automatisch geannuleerd:
●
Als de stand van de selectiehendel wordt gewijzigd.
● Als de rijsnelheid hoger wordt dan een bepaalde snelheid.
● Als de actieve functie tijdelijk wordt geannuleerd.
● Als de actieve functie handmatig wordt uitgeschakeld.
● Het contact wordt UIT gezet.
Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 60 cm
Ongeveer 60 cm (indien aanwezig)
• Het schema toont het detectiebereik van de sensoren. Houd er rekening
mee dat de sensoren geen objecten
kunnen signaleren die zich extreem
dicht bij de auto bevinden.
• Auto's met zijsensoren: Meer infor- matie m.b.t. de signalering van obsta-
kels aan de zijkanten. ( Blz. 458)
• Het bereik van de sensoren kan ver- schillend zijn, afhankelijk van bijvoor-
beeld de vorm van het object.
Auto's met zijsensoren: Het detectiebereik voor obstakels kan worden
gewijzigd. ( Blz. 787)
Detectiebereik van de sensoren
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 45 7 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
4584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E
■Het systeem kan worden geactiveerd wanneer
● Het contact AAN staat.
● De Toyota Parking Assist-sensor is ingeschakeld.
● De rijsnelheid lager is dan ongeveer 10 km/h.
● Een andere schakelstand dan P is geselecteerd.
● Auto's met zijsensoren: Het stuurwiel wordt ongeveer 90° of meer gedraaid
■ Detectie-informatie sensoren
Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende situaties voordoen:
●De sensoren signaleren mogelijk alleen objecten die zich dicht bij de voor- of achter-
bumper bevinden.
● Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk zijn.
● Obstakels worden mogelijk niet gesignaleerd als ze zich te dicht bij de sensor bevin-
den.
● Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine vertraging. Ook
als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijkheid dat het object bin-
nen het detectiegebied van de sensoren komt voordat het display wordt weergege-
ven en het waarschuwingssignaal hoorbaar is.
● Het kan moeilijk zijn om de zoemer te horen als het audiosysteem hard staat of als
de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid produceert.
● De zoemer is mogelijk moeilijk te horen doordat zoemers van andere systemen klin-
ken.
■ Waarschuwingsfuncti e obstakel (auto's met zijsensoren)
Wanneer een obstakel zich aan de zijkant van
de auto op het traject van de auto bevindt ter-
wijl de auto naar voren of achteren rijdt, infor-
meert deze functie de bestuurder m.b.v. het
display en de zoemer. Obstakel
Berekend traject auto
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 45 8 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
4594-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E■
Signalering obst akels aan zijkanten (auto's met zijsensoren)
● Obstakels aan de zijkanten worden tijdens het rijden gesignaleerd door de zijkanten
te scannen met de zijsensoren. Herkende obstakels worden gedurende maximaal
ongeveer 2 minuten in het geheugen opgeslagen.
● Obstakels worden mogelijk niet aan de zijkanten gesignaleerd tot de scan is voltooid.
Nadat het contact AAN is gezet, wordt het scannen voltooid nadat er korte tijd met de
auto is gereden.
● Wanneer een obstakel, zoals een ander voertuig, een voetganger of een dier, door
de zijsensoren is gesignaleerd, blijft het systeem het obstakel mogelijk signaleren,
zelfs nadat het obstakel zich niet meer binnen het detectiegebied van de zijsensor
bevindt.
■ Omstandigheden waaronder de functie mogelijk niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen van invloed zijn op de capaciteit van de
sensor om objecten correct te signaleren. Specifieke situaties waarin dit voor kan
komen ziet u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs. (Het reinigen van de sensoren zal het
probleem oplossen.)
● De sensor is bevroren. (Het ontdooien van de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
● Een sensor wordt ergens door afgedekt.
● Wanneer een sensor of de omgeving van een sensor zeer heet of koud is.
● De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras.
● Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmotoren, luchtrem-
men van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die ultrasone geluidsgolven produ-
ceren.
● Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de nabije omgeving.
● Een sensor is bedekt met een waterfilm of er is sprake van zware regenval.
● Als een sensor wordt geraakt door een grote hoeveelheid water, zoals bij het rijden
op een overstroomde weg.
● Als de auto sterk naar één kant helt.
● De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
● Als het object zich te dicht bij de sensor bevindt.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 45 9 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
4604-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E■
Objecten die mogelijk niet goed worden gesignaleerd
Door de vorm van het object kan de sensor het mogelijk niet signaleren. Let goed op
bij de volgende objecten:
● Kabels, hekken, touwen, enz.
● Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
● Zeer hoekige objecten
● Lage objecten
● Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw auto
Mogelijk worden mensen die bepaalde soorten kleding dragen niet gesignaleerd.
■ Als “Parking assist unavailable. Clean parking assist sensor” (Parking Assist
niet beschikbaar, reinig Parking Assist- sensor) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Verwijder
dit van de sensor om te zorgen dat het systeem weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen m ogelijk een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een sensor daardoor mogelijk geen obstakels
signaleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem weer normaal werken.
■ Als “Parking assist Malfunction Visit your dealer” (Storing in Parking Assist. Ga
naar uw dealer) op het multi-in formatiedisplay wordt weergegeven
Het systeem werkt mogelijk niet door een storing in een sensor.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyo ta-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 46 0 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
4614-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E
WAARSCHUWING
■Als de Toyota Parking A ssist-sensor in gebruik is
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
● Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
● Het detectiegebied van de sensoren en de reactietijden zijn beperkt. Controleer tij-
dens het voor- of achteruitrijden of de omgeving (vooral naast de auto) veilig is en
rijd langzaam. Regel de snelheid met het rempedaal.
● Monteer geen accessoires binnen de detectiegebieden van de sensoren.
● Objecten direct onder de bumper worden niet waargenomen.
Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk niet gesig-
naleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eerder wel zijn gesignaleerd.
■ Zijsensoren (indien aanwezig)
In de onderstaande situaties werkt het so narsysteem mogelijk niet goed, waardoor
een ongeval kan ontstaan. Rijd met de nodige voorzichtigheid.
● Obstakels worden mogelijk niet aan de zijkanten gesignaleerd tot er kort met de
auto is gereden en de scan van de zijkanten is voltooid. ( Blz. 459)
● Zelfs nadat de scan van de zijkanten is voltooid, kunnen obstakels zoals andere
voertuigen, mensen of dieren die vanaf opzij naderen niet worden gesignaleerd.
● Zelfs nadat de scan van de zijkanten is voltooid, kunnen obstakels mogelijk niet
worden gesignaleerd, afhankelijk van de situatie rondom de auto.
Op dat moment wordt de weergave van de zijsensor ( Blz. 453) tijdelijk uitgescha-
keld.
■ Wanneer moet de functie uitgeschakeld worden
Schakel in de volgende situaties de functie uit, omdat deze anders mogelijk zelfs
werkt als er geen kans op een aanrijding is.
● De auto is uitgerust met een staafantenne, een draadloze antenne of mistlampen.
● De voor- of achterbumper of een sensor ondergaat een sterke schok.
● Als een niet-originele Toyota-wielophanging (bijvoorbeeld verlaagde wielop-
hanging) is gemonteerd.
● Er zijn sleepogen geplaatst.
● Er is een kentekenplaat met achtergrondverlichting gemonteerd.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 46 1 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM
4624-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E
WAARSCHUWING
■Als de Toyota Parking A ssist-sensor in gebruik is
In de volgende gevallen werkt het systeem mogelijk niet goed als gevolg van een
storing in een sensor, enz. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
● Het display van de Toyota Parking Assist-sensor knippert of wordt continu weerge-
geven en er klinkt een piepsignaal terwijl er geen objecten worden gesignaleerd.
● Als het gedeelte rond de sensor in aanraking komt met iets of wordt blootgesteld
aan een krachtige schok.
● Als de bumper of grille ergens tegenaan komt.
● Als het display knippert of continu wordt weergegeven en er geen zoemer klinkt,
behalve wanneer het geluid is gedempt.
● Controleer eerst de sensor als er een weergavefout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs, sneeuw of modder op de sensor zit, is
de sensor waarschijnlijk defect.
■ Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
● Spuit bij het wassen van de auto met een hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden dat een sensor niet meer goed werkt.
● Richt bij het wassen van de auto met stoom de stoom niet rechtstreeks op de sen-
soren, omdat dit er toe kan leiden dat een sensor niet meer goed werkt.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10566E.book Page 46 2 Tuesday, October 20, 2020 9:44 AM