Page 217 of 324

215
Praktische informatie
7
► Breng de zwarte afdekplaat
aan; begin daarbij aan de
bovenzijde.
Om te voorkomen dat u het AdBlue®-
reservoir met te veel vloeistof vult:
–
V
ul 10 tot 13 liter bij met behulp van
AdBlue
®-verpakkingen.
–
Stop met bijvullen als het vulpistool voor
het eerst afslaat als u bij een tankstation
tankt.
Het systeem kan alleen hoeveelheden van 5
liter AdBlue
® of meer registreren.
Als het AdBlue®-reservoir helemaal leeg
is, wat wordt bevestigd met de melding
"Vul
AdBlue
bij: Starten niet mogelijk", dan
moet u minimaal 5 liter bijvullen.
Vrijloop
In bepaalde situaties moet de vrijloop van de
auto worden geactiveerd (bijvoorbeeld bij het
slepen, op een rollenbank, in een automatische wasstraat of bij vervoer over het spoor of op een
veerboot).
De procedure hiervoor is afhankelijk van het type
transmissie en parkeerrem.
Met handgeschakelde
versnellingsbak of
automatische transmissie
en handbediende
parkeerrem
/
Voor vrijgeven
► Trap het rempedaal in terwijl de auto stilstaat
en de motor draait.
►
Zet bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand.
►
Selecteer bij een auto met een automatische
transmissie stand N
.
►
Zet de parkeerrem vrij.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact af.
Met handgeschakelde
versnellingsbak en
elektrische parkeerrem
/
Voor vrijgeven
► Zet de transmissie met draaiende motor en
ingetrapt rempedaal in de neutraalstand.
►
Houd het rempedaal ingetrapt en zet het
contact uit.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact
weer aan.
►
Druk het rempedaal in en duw op de hendel
om de parkeerrem uit te schakelen.
►
Laat het rempedaal los en schakel het
contact uit.
Terug naar de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de
motor .
Met automatische
transmissie en elektrische
parkeerrem
/
Voor vrijgeven
► Zet de schakelhendel in N terwijl de motor
draait en u het rempedaal indrukt.
►
Houd het rempedaal ingedrukt en schakel
contact uit.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact
weer aan.
►
Druk het rempedaal in en duw op de hendel
om de parkeerrem uit te schakelen.
Page 218 of 324

216
Praktische informatie
► Laat het rempedaal los en schakel het
contact uit.
Terug naar de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de
motor .
Met selectiehendel of
keuzeschakelaar van de
transmissie (elektrische
auto) en elektrische
parkeerrem
/
Procedure voor het activeren van de
vrijloop
► Trap het rempedaal in terwijl de auto stilstaat
en de motor draait, en selecteer stand N .
Binnen 5 seconden:
►
Houd het rempedaal ingetrapt en doe het
volgende in deze volgorde: zet het contact uit
en beweeg de selectieschakelaar naar voren of
naar achteren.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact
weer aan.
►
T
rap het rempedaal in en druk op de hendel
van de elektrische parkeerrem om deze vrij te
zetten.
►
Laat het rempedaal los en zet het contact af.
Er wordt een melding op het
instrumentenpaneel weergegeven om te
bevestigen dat de wielen 15 minuten worden
vrijgezet.
In de wasstand kan er een melding op het
instrumentenpaneel worden weergegeven
om aan te geven dat er geen update van het
audiosysteem kan worden uitgevoerd.
Terug naar de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de
motor .
Keyless entry and start
Trap het rempedaal niet in terwijl u het
contact aan en weer uit zet. Als u dat wel
doet, start de motor waardoor u de procedure
opnieuw moet uitvoeren.
Onderhoudstips
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de volgende aanbevelingen om
beschadiging van de auto te voorkomen.
Buitenkant
Gebruik nooit een hogedrukspuit in de
motorruimte - kans op schade aan
elektrische componenten!
Was de auto niet bij fel zonlicht of bij zeer
lage temperaturen.
Wanneer u de auto in een autowasstraat
wast, vergrendel dan alle portieren en,
afhankelijk van de uitvoering, haal de
elektronische sleutel uit de detectiezone en
schakel de "handsfree" functie (Handsfree
toegang) uit.
Wanneer u een hogedrukspuit gebruikt, houd
de spuitmond dan op minimaal 30 cm van
de auto (vooral wanneer u gebieden met
beschadigde lak, sensoren of afdichtingen
reinigt).
Verwijder meteen alle vlekken met
chemicaliën die de lak van uw auto kunnen
beschadigen (zoals boomhars, vogelpoep,
insectenafscheidingen, pollen en teer).
Afhankelijk van de omgeving moet u de
auto vaker wassen om zoutafzettingen (in
kustgebieden), roet (in industriële gebieden)
of modder (in natte of koude gebieden) te
verwijderen. Deze materialen kunnen zeer
corrosief zijn.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer
of gekwalificeerde werkplaats voor advies
over het verwijderen van hardnekkige vlekken
waarvoor speciale producten nodig zijn (zoals
verwijdermiddelen voor teer en insecten).
Laat lakschade bij voorkeur repareren door
een PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 219 of 324

217
Praktische informatie
7Binnenkant
Wanneer u de auto wast, gebruik dan
nooit een waterslang of hogedrukreiniger
om de binnenkant te reinigen.
Bekers of andere open houders met
vloeistof kunnen lekken, met kans op
schade aan het instrumentenpaneel en de
bedieningselementen op het dashboard en de
middenconsole. Wees altijd voorzichtig!
Carrosserie
Hoogglanslak
Gebruik nooit schurende producten,
oplosmiddelen, benzine of olie om de
carrosserie te reinigen.
Gebruik nooit een schuursponsje om lastige
vlekken te verwijderen - kans op krassen in
de lak!
Breng geen poetsmiddel aan als de zon fel
schijnt, of op kunststof of rubber onderdelen.
Gebruik een zachte doek met zeepwater
of een pH-neutraal product.
Neem de carrosserie met een schone
microvezeldoek af zonder er hard op te
wrijven.
Breng poetsmiddel aan op een schone en
droge auto.
Neem de instructies die op het product
worden vermeld in acht.
Structuurlak
Dit type lak reageert op licht, door variaties in
uiterlijk en afwerking, waardoor de lijnen en
omtrek van de auto worden benadrukt. De lak
is verrijkt met deeltjes die zichtbaar blijven en
een uniek satijneffect met reliëf geven. De licht
korrelige structuur geeft een verrassend effect.
Probeer de auto nooit zonder water te
reinigen.
Was uw auto niet in een wasstraat met
borstels.
Kies nooit een wasprogramma dat eindigt met
het aanbrengen van een warme waslaag.
Gebruik nooit een hogedrukspuit voorzien van
borstels - kans op krassen in de lak!
Breng nooit een glanzend polijstmiddel
of conserveringsmiddelen aan op de
carrosserie of lichtmetalen velgen; deze
producten kunnen onherstelbare glanzende of
vlekkerige gebieden veroorzaken.
Gebruik een hogedrukreiniger of in elk
geval iets met een harde waterstraal.
Spoel de auto af met gedemineraliseerd
water.
We raden u aan om alleen een
microvezeldoek te gebruiken bij het afvegen
van de auto; veeg met de doek over de auto
zonder te wrijven.
Verwijder met een zachte doek voorzichtig
eventuele brandstofsporen van de carrosserie
en laat de carrosserie vervolgens drogen.
Verwijder kleine vlekken (zoals
vingerafdrukken) met behulp van een door
PEUGEOT aanbevolen onderhoudsproduct.
Stickers
(Afhankelijk van de uitvoering)
Gebruik geen hogedrukspuit om de auto
te wassen - kans op schade of loslaten
van de stickers!
Gebruik een slang met grote diameter
(temperatuur tussen 25 °C en 40 °C).
Richt de waterstraal haaks op het oppervlak
dat moet worden gereinigd.
Spoel de auto af met gedemineraliseerd
water.
Leder
Leder is een natuurproduct. Verzorg het op de
juiste manier zodat het lang meegaat.
Het moet worden beschermd en onderhouden
met een speciaal product voor leder, zodat
het soepel blijft en zijn oorspronkelijke uiterlijk
behoudt.
Reinig leder niet met ongeschikte
reinigingsmiddelen, zoals oplosmiddelen,
schoonmaakmiddelen, benzine of pure
alcohol.
Wanneer u onderdelen reinigt die gedeeltelijk
van leder zijn, zorg dan dat u de andere
Page 220 of 324
218
Praktische informatie
materialen niet beschadigt met het speciale
product voor leder.
Voordat u vetvlekken of vloeistoffen
verwijdert, veeg dan eerst de resten weg.
Veeg voordat u begint met schoonmaken
de resten weg die het leder kunnen
beschadigen. Gebruik daarvoor een doek die
is bevochtigd met gedemineraliseerd water en
vervolgens goed is uitgeknepen.
Reinig leder met een zachte doek die is
bevochtigd met zeepwater of een pH-neutraal
product.
Droog het af met een zachte, droge doek.
Page 221 of 324

219
In geval van pech
8Gevarendriehoek
Deze reflecterende en inklapbare voorziening
moet langs de kant van de weg worden geplaatst
bij pech of schade aan de auto.
Voordat u uit de auto stapt
Schakel de alarmknipperlichten in en
doe het veiligheidsvest aan. Zet dan de
gevarendriehoek in elkaar en plaats deze.
Uitvouwen en plaatsen van
de gevarendriehoek
Zie de bovenstaande afbeelding voor
uitvoeringen met een originele gevarendriehoek.
Raadpleeg bij andere gevarendriehoeken
de instructies voor het uitvouwen in de
gebruiksaanwijzing van de gevarendriehoek.
►
Plaats de gevarendriehoek achter de auto,
houd u daarbij aan de ter plaatse geldende
regels.
Brandstoftank leeg
(diesel)
Bij een auto met dieselmotor moet het
brandstofsysteem worden ontlucht als de
brandstoftank leeg is.
Voordat u begint met het ontluchten van het
systeem , is het van groot belang om minimaal 5
liter diesel in de brandstoftank te gieten.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het tanken en de
tankbeveiliging (diesel) .
Bij niet-BlueHDi-uitvoeringen bevinden de
onderdelen van het brandstofsysteem zich in de
motorruimte, mogelijk onder de verwijderbare
afdekplaat.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de motorruimte, en met
name de plaats van deze onderdelen onder
de motorkap.
1.5 BlueHDi-motoren
► Zet het contact aan (zonder de motor te
starten).
►
W
acht ongeveer 1 minuut en zet het contact
af.
►
Start de motor
.
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan
uw startpoging en herhaal de procedure.
2.0 BlueHDi-motoren
► Zet het contact aan (zonder de motor te
starten).
►
W
acht ongeveer 6 seconden en zet het
contact af.
►
Herhaal deze handelingen 10 keer
.
►
Start de motor
.
Als de motor niet direct aanslaat, beëindig dan
uw startpoging en herhaal de procedure.
2.0 HDi-motoren
► Open de motorkap en maak indien nodig de
sierkap los om de handopvoerpomp te kunnen
bereiken.
►
Draai de ontluchtingsschroef los.
► Bedien d e handopvoerpomp tot u
brandstof door de transparante slang ziet
stromen.
►
Draai de ontluchtingsschroef weer vast.
►
Bedien de startmotor tot de motor aanslaat
(als de motor niet gelijk aanslaat, wacht dan
ongeveer 15 seconden voordat u het opnieuw
probeert).
►
Als de motor na meerdere pogingen niet
aanslaat, bedien dan de handopvoerpomp en
vervolgens de startmotor opnieuw
.
►
Breng de sierkap aan, klem deze vast en sluit
de motorkap.
Page 222 of 324

220
In geval van pech
► Om de gereedschapskist langs de stang 1
te bewegen: breng de gereedschapskist iets
omhoog en dan helemaal naar achteren.
► Als de gereedschapskist zich helemaal in
zijn behuizing bevindt, duw deze dan tegen de
vloerbekleding en schuif vervolgens de grendels
A naar buiten om de kist vast te zetten.
Trek aan de gereedschapskist om te controleren of hij goed in zijn behuizing is
vastgezet.
Bandenreparatieset
Scan de QR-code op pagina 3 om
verklarende video's te bekijken.
U kunt de band tijdelijk repareren met een
compressor en een flacon met afdichtmiddel
zodat u naar de dichtstbijzijnde garage kunt
rijden.
Ontworpen om algemene lekkages op het
loopvlak van een band te repareren.
Gereedschapskist
Toegang
De gereedschapskist bevindt zich onder de
voorstoel links.
De stangen 1 en 2 zorgen ervoor dat de
gereedschapskist niet uit zijn behuizing
kan komen als deze niet goed is vastgezet.
Verwijderen
► Druk op de grendels A en schuif deze naar
binnen om de gereedschapskist te ontgrendelen.
►
Druk deze voorbij stang 1
, zet de kist iets
omhoog en trek hem zo ver mogelijk aan.
► Beweeg vervolgens de gereedschapskist
omhoog om hem langs stang 2
te halen.
Openen
► Maak de haakjes B van het deksel los en
open het deksel om bij het gereedschap te
kunnen komen.
Opbergen
► Breng het deksel weer aan op de
gereedschapskist en maak de haakjes B
vast.
► Houd de gereedschapskist met de voorzijde
schuin omhoog.
►
Om de gereedschapskist langs de stang 2
te
bewegen: duw de kist naar achteren en omlaag.
Page 223 of 324

221
In geval van pech
8► Om de gereedschapskist langs de stang 1
te bewegen: breng de gereedschapskist iets
omhoog en dan helemaal naar achteren.
► Als de gereedschapskist zich helemaal in
zijn behuizing bevindt, duw deze dan tegen de
vloerbekleding en schuif vervolgens de grendels
A naar buiten om de kist vast te zetten.
Trek aan de gereedschapskist om te controleren of hij goed in zijn behuizing is
vastgezet.
Bandenreparatieset
Scan de QR-code op pagina 3 om
verklarende video's te bekijken.
U kunt de band tijdelijk repareren met een
compressor en een flacon met afdichtmiddel
zodat u naar de dichtstbijzijnde garage kunt
rijden.
Ontworpen om algemene lekkages op het
loopvlak van een band te repareren.
Met de compressor kunt u de
bandenspanning controleren en
aanpassen.
Toegang tot de set
Deze set bevindt zich in een gereedschapskist.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de
gereedschapskist .
Beschikbaar gereedschap
Dit gereedschap is specifiek voor de auto en kan
afhankelijk van de uitvoering verschillen. Gebruik
het niet voor andere doeleinden.
1.12V-compressor.
De compressor bevat een patroon met
afdichtmiddel voor het tijdelijk repareren van
een band en kan ook worden gebruikt om de
bandenspanning aan te passen.
2.Sleepoog.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over slepen.
Op deze sticker staat de
bandenspanning aangegeven.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de identificatie, vooral dit
label.
Samenstelling van de set
A. Schakelaar stand "Reparatie" of "Op
spanning brengen".
B. Aan-/uitschakelaar I/O.
C. Knop voor leeg laten lopen.
D. Manometer (bar en psi).
Page 224 of 324

222
In geval van pech
E.Opbergruimte met een kabel en een adapter
voor een 12V-aansluiting.
F. Flacon met afdichtmiddel.
G. Witte slang met dop voor de reparatie en het
op spanning brengen.
H. Sticker met de snelheidslimiet.
De elektrische installatie van de auto
biedt de mogelijkheid een compressor
aan te sluiten en te gebruiken voor de duur
die nodig is om een gerepareerde lekke band
op spanning te brengen.
Gebruik alleen de twee 12V-aansluitingen
voorin voor het aansluiten van de
compressor.
Reparatiemethode,
afdichten
► Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en trek de parkeerrem aan.
► Volg de veiligheidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek, dragen
van een reflecterend veiligheidsvest, enz.) met
betrekking tot de regels die gelden in het land
waar u zich bevindt.
►
Zet het contact af.
► Draai de schakelaar A in de stand
"Reparatie".
►
Controleer of schakelaar B
in de stand O
staat.
Verwijder niet het voorwerp dat de
lekkage heeft veroorzaakt uit de band.
► Rol de witte slang G volledig uit.
► Draai de dop van de witte slang los.
►
Sluit de witte slang aan op het ventiel van de
lekke band.
►
Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V
-aansluiting van de auto.
► Bevestig de sticker met de
snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet moet in
het interieur, in het gezichtsveld van de
bestuurder, worden geplakt om hem/haar te
herinneren aan het feit dat de band tijdelijk is
gerepareerd.
►
Start de motor en laat de motor draaien.
Schakel de compressor niet in voordat
de witte slang is aangesloten op het
ventiel van de band: het afdichtmiddel wordt
anders buiten de band gespoten.
►
Schakel
de compressor in door de schakelaar
B in de stand I te zetten, tot de bandenspanning
2,0 bar bedraagt. Het afdichtmiddel wordt onder
druk in de band gespoten; neem gedurende
deze handeling de slang niet los van de
aansluiting (kans op spatten).
Als na ongeveer 7 minuten de gewenste bandenspanning niet is bereikt, is de
band niet te repareren met de
bandenreparatieset; neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om u verder te helpen.
►
V
erwijder de set en draai de dop van de
witte slang vast. Zorg ervoor dat restanten van
de vloeistof niet op of in de auto terecht kunnen
komen. Houd de set binnen handbereik.