209
PEUGEOT Connect Nav
11PEUGEOT Connect Nav
GPS-navigatie - Apps -
Multimedia-audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
De functies en de instellingen die worden
beschreven, verschillen afhankelijk van
de uitvoering van de auto en de configuratie.
Om veiligheidsredenen en omdat deze
handelingen de aandacht van de
bestuurder vereisen, moeten deze
handelingen worden uitgevoerd wanneer de
auto stilstaat en het contact is ingeschakeld:
–
De smartphone in de Bluetooth-modus
koppelen met het systeem.
–
De smartphone gebruiken.
–
V
erbinding maken met de CarPlay
®-,
MirrorLinkTM- of Android Auto apps (de
weergave van bepaalde apps wordt
onderbroken wanneer met de auto wordt
gereden).
–
Een video bekijken (het afspelen van de
video stopt wanneer de auto weer begint te
rijden).
–
De systeeminstellingen en de configuratie
wijzigen.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in de auto functioneert.
De melding Eco-modus wordt weergegeven
wanneer het systeem in de betreffende
modus wordt gezet.
Via de website van het merk kunt u
updates voor systemen en kaarten
downloaden.
Op de website wordt ook de procedure voor
updaten vermeld.
De broncodes van Open Source
Software (OSS) van het systeem, zijn op
de volgende sites verkrijgbaar:
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de toets drukt, wordt
het systeem ingeschakeld.
Verhoog of verlaag het volume met het wieltje
of de toetsen "plus" of "min" (afhankelijk van de
uitvoering).
Gebruik de menutoetsen aan weerszijden van of
onder het touchscreen om de menu's te openen
en druk vervolgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
Gebruik afhankelijk van de uitvoering de toetsen
"Bron" of "Menu" om de menu's te openen
en druk vervolgens op de op het touchscreen
weergegeven toetsen.
U kunt op elk gewenst moment het menu
oproepen door het scherm kort met drie vingers
aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn wit.
Druk op de pijl Terug om één niveau terug te
gaan.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Het touchscreen is een capacitief
scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm is
het raadzaam gebruik te maken van een niet
schurende zachte doek (bijvoorbeeld een
brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven op de zijbalken of op de bovenste
balk van het touchscreen (afhankelijk van de
uitrusting):
210
PEUGEOT Connect Nav
– Statusinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering) en rechtstreeks
toegang tot het desbetreffende menu.
–
Rechtstreeks toegang tot de keuze van de
audiobron om de lijst met radiozenders (of titels,
afhankelijk van de geluidsbron) te bekijken.
–
T
oegang tot de "Berichten" van meldingen,
e-mailberichten, updates van kaarten en
aanwijzingen van het navigatiesysteem
(afhankelijk van de diensten).
–
T
oegang tot de instellingen van het
touchscreen en het digitale instrumentenpaneel.
Audiobronnen selecteren (afhankelijk van de
uitrusting):
–
FM/DAB/AM-radiozenders (afhankelijk van de
uitrusting).
–
T
elefoon verbonden via Bluetooth en
multimedia-uitzending Bluetooth (streaming).
–
USB-geheugenstick.
–
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten
mediaspeler (afhankelijk van de uitrusting).
–
V
ideo (afhankelijk van de uitrusting).
In het menu "Instellingen" kunt u een
individueel profiel of een profiel voor een
groep mensen met gedeelde interesses
aanmaken, en een groot aantal instellingen
(voorkeuzezenders, audio-instellingen,
navigatiegeschiedenis, favoriete contacten,
enz.) configureren. De instellingen worden
automatisch toegepast.
Als het zeer warm is in het interieur, kan het voorkomen dat het geluidsvolume
lager wordt gezet om het systeem te
beschermen. Het systeem kan dan
gedurende 5 minuten of langer in de
standby-modus (scherm en geluid worden
uitgeschakeld) staan.
Het systeem werkt weer normaal wanneer
de temperatuur in het passagiersgedeelte is
gezakt.
Stuurkolomschakelaars
Spraakbedieningssysteem :
Deze toets bevindt zich op het stuurwiel
of op het uiteinde van de lichtschakelaar
(afhankelijk van de uitvoering).
Kort indrukken: spraakbediening van het
systeem.
Lang indrukken, gesproken commando's van
een smartphone of CarPlay
®, Android Auto via
het systeem.
Het geluidsvolume verhogen.
Het geluidsvolume verlagen.
Geluidsweergave onderbreken/weer
inschakelen.
Telefoon (kort indrukken):
telefoongesprek starten.
Tijdens telefoongesprek (kort indrukken):
toegang tot het telefoonmenu.
Telefoon (lang indrukken) : inkomend
gesprek weigeren, gesprek beëindigen; als de
telefoon niet wordt gebruikt, toegang tot het
telefoonmenu.
Radio (draaien): automatisch zoeken
naar vorige/volgende zender.
Media (draaien): vorige / volgende nummer,
bladeren door lijsten.
Kort indrukken: bevestigen van een selectie.
Wanneer er niets wordt geselecteerd, toegang
tot voorkeuzezenders.
Radio: weergeven van de zenderlijst.
Media: weergeven van de tracklijst.
Radio (ingedrukt houden): bijwerken van de lijst
met beschikbare radiozenders.
2 11
PEUGEOT Connect Nav
11Menu's
Online navigatie
Voer de instellingen voor het
navigatiesysteem in, en kies een
bestemming.
Gebruik realtime diensten, afhankelijk van de
uitrusting.
Apps
Voer bepaalde apps uit via uw
smartphone, via CarPlay® of Android
Auto.
Controleer de status van de verbindingen
van
Bluetooth
® en Wi-Fi.
Radio Media
FM 87.5 MHz
Selecteer een geluidsbron of radiozender,
of laat foto's weergeven.
Telefoon
Verbind een telefoon via Bluetooth®, lees
berichten en e-mails en verzend
snelberichten.
Instellingen
Configureer een persoonlijk profiel en/of
configureer het geluid (balans, sfeer enz.)
en de weergave (taal, eenheden, datum, tijd,
enz.).
Auto
217
PEUGEOT Connect Nav
11Selecteer "Locatie" om de locatie van
aankomst op de kaart te bekijken.
Naar "Thuis" of "My work"
Druk op Navigatie om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Mijn bestemmingen".
Selecteer het tabblad " Favorieten".
Selecteer "Thuis".
Of
Selecteer "My work".
Of
Selecteer een vooraf ingestelde favoriete
bestemming.
Naar een contact
Druk op Navigatie om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Mijn bestemmingen".
Selecteer het tabblad " Contact".
Selecteer een contact in de lijst om de geleide
navigatie te starten.
Naar een Point of Interest
(POI)
Geleide methode:
De Points of Interest (POI) zijn onderverdeeld in
verschillende categorieën.
Druk op Navigatie om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Points of interest".
Selecteer het tabblad "Reizen",
"Activiteiten", "Winkelcentrum",
"Openbaar", of " Geografisch".
Of
Selecteer "Zoeken" om de naam en het
adres van een POI in te voeren.
Druk op "OK" om de route te berekenen.
Of
Intuïtieve methode:
U kunt, om deze dienst te gebruiken,
deze methode alleen selecteren wanneer
er een netwerkverbinding aanwezig is. Deze
verbinding kan een "netwerkverbinding via de
auto" zijn wanneer u de Peugeot Connect
Packs gebruikt, of een "netwerkverbinding
van de gebruiker" via een smartphone zijn.
In beide gevallen wordt het systeem
automatisch met het internet verbonden
wanneer de netwerkdekking dit toelaat.
Druk op Navigatie om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Zoeken".
Druk op de modus die rechtsonder op het
scherm wordt weergegeven (Lokaal, of op
Verbonden) om "Database" te wijzigen.
Selecteer de "Database" in de "Lokaal"-
modus (geïntegreerd in de kaart), of in de
"Verbonden"-modus (verbonden met internet).
Druk op de pijl Terug om te bevestigen.
Voer een adres of trefwoorden in voor uw
bestemming (POI).
Druk op "OK" om het zoeken te starten.
Selecteer het tabblad "Op de route ",
"Rondom de auto ", of "Op bestemming"
om uw zoekopdracht te verfijnen.
Selecteer het gewenste adres om de route te
berekenen.
Naar een punt op de kaart
Druk op Navigatie om het beginscherm
weer te geven.
Verken de kaart door er met uw vinger over heen
te gaan.
Selecteer de bestemming door op de kaart te
drukken.
Tik op het scherm om een markeerpunt te plaatsen en een submenu weer te geven.
218
PEUGEOT Connect Nav
Druk op deze toets om de geleide
navigatie te starten.
Of
Druk op deze toets om het weergegeven
adres op te slaan.
Wanneer u lang op een punt drukt, wordt
een lijst met POIs geopend.
Naar GPS-coördinaten
Druk op Navigatie om het beginscherm
weer te geven.
Verken de kaart door er met uw vinger over heen
te gaan.
Raak het scherm met een vinger aan om naar
het volgende afbeelding te gaan.
Druk op deze toets om de wereldkaart
weer te geven.
Selecteer, met behulp van het raster, het
gewenste land of de gewenste regio door hierop
in te zoomen.
Druk op deze toets om de GPS-
coördinaten weer te geven of in te
voeren.
Er wordt een markeerpunt weergegeven
in het midden van het scherm, met de
coördinaten " Breedtegraad " en "Lengtegraad".
Selecteer de soort coördinaten:
GMS voor: Graden, Minuten, Seconden.
GD voor: Graden, Decimalen.
Druk op deze toets om de geleide
navigatie te starten.
Of
Druk op deze toets om het weergegeven
adres op te slaan.
OF
Druk op deze toets om de
"Breedtegraad "-gegevens via het virtuele
toetsenbord in te voeren.
En
Druk op deze toets om de
"Lengtegraad"-gegevens via het virtuele
toetsenbord in te voeren.
TMC (Traffic Message
Channel)
In bepaalde landen beschikbaar.
TMC (Traffic Message Channel)-berichten
worden gebaseerd op een Europese standaard
voor het uitzenden van verkeersinformatie
via het RDS-systeem op FM-radio, waarbij
verkeersinformatie in realtime wordt
uitgezonden.
De door deze TMC-berichten doorgegeven
locaties worden vervolgens weergegeven op een
GPS-navigatiekaart, en onmiddellijk verwerkt in
de aanwijzingen van het navigatiesysteem zodat
ongevallen, files en wegafsluitingen vermeden
kunnen worden.
Waarschuwingen voor gevarenzones
kunnen al dan niet worden weergegeven,
afhankelijk van de betreffende wetgeving en
op het hebben van een abonnement op de
betreffende dienst.
Online navigatie
Verbinding voor online
navigatie
Afwerkingsniveau en abonnement op online diensten en opties, afhankelijk van de uitvoering.
Netwerkverbinding via het systeem
van de auto
Wanneer u de Peugeot Connect Packs
gebruikt, wordt het systeem automatisch
verbonden met het internet en de aangesloten
diensten. In dat geval, hoeft er geen verbinding
via een smartphone te worden gemaakt.
OF
Netwerkverbinding via de mobiele
telefoon van de gebruiker
Ga naar de landelijke website van het
merk voor een overzicht van geschikte
smartphones.
Schakel het toestel in en voer de instellingen in
voor het delen van de internetverbinding van de
smartphone.
Omdat technologie niet stilstaat, raden
wij aan om het besturingssysteem van
de smartphone en de datum en de tijd op
219
PEUGEOT Connect Nav
11de smartphone en van het systeem
up-to-date te houden. Op deze manier zorgt
u ervoor dat de communicatie tussen de
smartphone en het systeem goed verloopt.
USB-verbinding
Sluit de USB-kabel aan.
De smartphone wordt opgeladen als deze
via een USB-kabel is aangesloten.
Bluetooth-verbinding
Schakel de Bluetooth-functie van de
telefoon in en maak deze zichtbaar voor
alle apparaten (zie het gedeelte "Connect-App").
Wi-Fi-verbinding
Selecteer een Wi-Fi-netwerk dat door het
systeem wordt gedetecteerd en maak
hiermee verbinding.
Deze functie is alleen beschikbaar als
deze is ingeschakeld via de "Notificaties"
of via het menu "Connect-App".
Druk op "Berichten".
Selecteer Wi-Fi om deze in te schakelen.
OF
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd ", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer, via het virtuele toetsenbord, voor
het netwerk de Wi-Fi, "Sleutel" en het
"Wachtwoord" in.
Druk op "OK" om verbinding tot stand te
brengen tussen de smartphone en het
systeem van de auto.
Beperkingen in gebruik:
– Met CarPlay® is het delen van een
verbinding alleen beschikbaar bij een
Wi-Fi-verbinding.
–
Met MirrorLinkTM is het delen van een
verbinding alleen beschikbaar bij een
USB-verbinding.
De kwaliteit van de diensten is afhankelijk van
de kwaliteit van de netwerkverbinding.
Versturen van gegevens
toestaan.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Systeemconfiguratie".
Selecteer het tabblad "Stand
privégesprek ".
OF
Druk op "Berichten".
Druk op "Stand privégesprek".
VERVOLGENS
Schakel het volgende in of uit:
–
"Niet delen (gegevens, locatie van de
auto)".
–
"Alleen gegevens delen"
–
"Gegevens en voertuigpositie delen "
Specifieke instellingen voor
online navigatie
Druk op Navigatie om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Instellingen".
Selecteer het tabblad "Kaart ".
Schakel het volgende in of uit:
–
"Waarschuwingen voor risicozones
toestaan".
–
"Adviesroute om eindbestemming te voet
te bereiken".
Deze instellingen moeten voor elk profiel worden
geconfigureerd.
Druk op "OK" om uw keuze te
bevestigen.
221
PEUGEOT Connect Nav
11Selecteer het tabblad "Parameters".
Selecteer het gewenste stekkertype.
Druk op "OK" om op te slaan.
Het weerbericht weergeven
Druk op Navigatie om het beginscherm
weer te geven.
Druk op deze toets om de lijst van
beschikbare diensten weer te geven.
Selecteer "Kaart raadplegen".
Selecteer "Weer".
Druk op deze toets om
standaardinformatie weer te geven.
Druk op deze toets om een uitgebreid
weerbericht weer te geven.
De temperatuur die om 6 uur 's ochtends
wordt weergegeven, is de
maximumtemperatuur van de dag.
De temperatuur die om 6 uur 's avonds wordt
weergegeven, is de minimumtemperatuur van
de nacht.
Applicaties
USB-poorten
Deze hangen af van de uitrusting. Zie het
gedeelte "Ergonomie en comfort" voor meer
informatie over de USB-poorten die compatibel
zijn met de apps CarPlay
®, MirrorLinkTM of
Android Auto.
Ga naar de landelijke website van het
merk voor een overzicht van geschikte
smartphones.
Door een smartphone te synchroniseren,
kunnen gebruikers apps op het scherm
van de auto zien die de MirrorLinkCarPlay
®-, TM- of Android Auto-technologie van de
smartphone ondersteunen. Om CarPlay®-
technologie te kunnen gebruiken, moet de
functie CarPlay
® eerst op de smartphone
worden geactiveerd.
In alle gevallen moet de smartphone worden
ontgrendeld, anders is er geen communicatie
mogelijk tussen de smartphone en het
systeem.
Omdat technologie niet stilstaat, raden wij
aan om het besturingssysteem van de
smartphone en de datum en de tijd op de
smartphone en van het systeem up-to-date
te houden .
Connectiviteit
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de functies
CarPlay
®, MirrorLinkTM, of Android Auto te
openen.
CarPlay®-verbinding voor
smartphones
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone
wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is verbonden.
Druk op "Telefoon" om de CarPlay®-
interface weer te geven.
Of
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone
wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is verbonden.
Druk op het scherm van het systeem op
"Connect-App" om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "CarPlay
®"-
functie te openen.
Druk op "CarPlay" om de CarPlay®-
interface weer te geven.
Wanneer de USB-kabel wordt
aangesloten, schakelt de functie
CarPlay
® de Bluetooth®-modus van het
systeem uit.
222
PEUGEOT Connect Nav
Wanneer de USBkabel wordt ontkoppeld
en het contact uit en weer in wordt
geschakeld, schakelt het systeem niet
automatisch naar de RAD MEDIA-modus. De
bron moet handmatig worden gewijzigd.
Android Auto-verbinding voor smartphones
Installeer, via "Google Play", de app
"Android Auto" op de smartphone.
De functie "Android Auto" werkt alleen in
combinatie met een compatibele smartphone
en compatibele apps.
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone
wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is verbonden.
Druk op het scherm van het systeem op
"Connect-App" om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de "Android Auto"-
functie te openen.
Druk op "Android Auto" om de app in het
systeem te starten.
Tijdens de procedure verschijnen verschillende schermen gerelateerd aan
bepaalde functies.
Accepteer deze om de verbinding tot stand te
brengen en te voltooien.
Tijdens de Android Auto-weergave blijft het
selecteren van de audiobron mogelijk via de
aanraaktoetsen in de bovenste balk van het
scherm.
De menu's van het systeem kunnen op elk
moment worden geopend via de menutoetsen.
In de Android Auto-modus wordt de
functie die uitklapmenu's weergeeft door
met drie vingers op het scherm te drukken,
uitgeschakeld.
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk, kan het zijn dat het even duurt
voordat de apps beschikbaar zijn.
Voertuig-apps
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "Voertuig-apps" om de startpagina van
de apps te openen.
Internet-browser
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "Connectiviteit" om de functie
"Connected-apps" te openen.
Druk op "Connected-apps" om de startpagina
van de browser te openen.
Selecteer het land waar u woont.
Druk op "OK" om uw keuze op te slaan
en de browser te starten.
De internetverbinding komt tot stand via
een van de netwerkverbindingen van de
auto of van de gebruiker.
Bluetooth-verbinding®
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van de gebruikte
Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de smartphone om
te kijken welke diensten beschikbaar zijn.
De functie Bluetooth moet zijn
ingeschakeld, en de smartphone moet
zijn ingesteld op "zichtbaar voor alle
apparaten".
Controleer of de door de smartphone en het
systeem weergegeven code identiek zijn om het
koppelen, met wat voor methode dan ook (via de
smartphone of via het systeem), te voltooien.
Wanneer het koppelen niet lukt, raden wij
u aan om op de smartphone de functie
Bluetooth uit te schakelen en weer in te
schakelen.
Procedure via de smartphone
Selecteer de naam van het systeem in de
lijst met gedetecteerde apparaten.