42
Ergonomie en comfort
Armsteun vóór
Het deksel van de armsteun is in hoogte- en
lengterichting verstelbaar voor een optimaal
zitcomfort.
Hoogteverstelling
► Beweeg het deksel omhoog tot de gewenste
stand (laag, tussenstand of hoog).
►
U kunt de armsteun lager zetten door
hem eerst in de hoogste stand iets omhoog
tebewegen en vervolgens helemaal omlaag te
bewegen.
In lengterichting verstellen
► Schuif de armsteun zo ver mogelijk naar
voren of naar achteren, tot de aanslag.
Openen
► Beweeg de hendel omhoog.
► T rek het deksel helemaal open.
12 V-aansluiting
► Steek een accessoire van 12 V (met een
maximaal nominaal vermogen van 120 W) met
een geschikte adapter in de aansluiting.
Overschrijd dit vermogen niet om te
voorkomen dat het accessoire
beschadigd raakt.
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door PEUGEOT is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen in de
werking van de elektrische componenten van
de auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
USB-aansluitingen
Hierop kunt u draagbare apparatuur, zoals
een digitale audiospelervan het type iPod®,
aansluiten.
De USB-aansluiting voorin
kan ook worden gebruikt
om een smartphone via MirrorLink
TM, Android
Auto® of CarPlay® te verbinden, zodat u
bepaalde apps van uw smartphone via het
touchscreen kunt gebruiken.
U kunt deze apps bedienen met de toetsen
op het stuurwiel of de toetsen van het
audiosysteem.
194
PEUGEOT Connect Radio
PEUGEOT Connect
Radio
Multimedia-audiosysteem -
Apps - Bluetooth
®-telefoon
De functies en de instellingen die worden
beschreven, verschillen afhankelijk van
de uitvoering van de auto en de configuratie.
Om veiligheidsredenen en omdat deze
handelingen de aandacht van de
bestuurder vereisen, moeten deze
handelingen worden uitgevoerd wanneer de
auto stilstaat en het contact is ingeschakeld:
–
De smartphone in de Bluetooth-modus
koppelen met het systeem.
–
De smartphone gebruiken.
–
V
erbinding maken met de CarPlay
®-,
MirrorLinkTM- of Android Auto apps (de
weergave van bepaalde apps wordt
onderbroken wanneer met de auto wordt
gereden).
–
De systeeminstellingen en de configuratie
wijzigen.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in de auto functioneert.
De melding Eco-modus wordt weergegeven
wanneer het systeem in de betreffende
modus wordt gezet.
De broncodes van Open Source
Software (OSS) van het systeem, zijn op
de volgende sites verkrijgbaar:
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de toets drukt, wordt
het systeem ingeschakeld.
Verhoog of verlaag het volume met het wieltje
of de toetsen "plus" of "min" (afhankelijk van de
uitvoering).
Gebruik de toetsen aan weerszijden van of
onder het touchscreen om de menu's te openen
en druk vervolgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen
"Bron" of "Menu" aan de linkerkant van het
touchscreen om de menu's te openen en
druk vervolgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
U kunt op elk gewenst moment de menu's
oproepen door het scherm kort met drie vingers
aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn wit.
Voor pagina's met meerdere tabbladen onder
aan het scherm, kan tussen de pagina's
gewisseld worden door op de gewenste pagina
te tikken of door een vinger te gebruiken en de
pagina's naar links of rechts te verschuiven.
Druk op het gearceerde gedeelte om één niveau
terug te gaan of om uw keuze te bevestigen.
Druk op de zwarte pijl om een niveau lager te
gaan of om uw keuze te bevestigen.
Het touchscreen is een capacitief
scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm is
het raadzaam gebruik te maken van een niet
schurende zachte doek (bijvoorbeeld een
brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven in de bovenste balk van het
touchscreen:
–
Statusinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering) en rechtstreeks
toegang tot het desbetreffende menu.
196
PEUGEOT Connect Radio
Geluidsweergave onderbreken / weer
inschakelen.
Of
Geluidsweergave onderbreken door gelijktijdig
indrukken van de volumetoetsen.
Geluidsweergave weer inschakelen door op één
van de twee volumetoetsen te drukken.
Telefoon (kort indrukken):
telefoongesprek starten.
Tijdens telefoongesprek (kort indrukken):
toegang tot het telefoonmenu.
Telefoon (lang indrukken): inkomend gesprek
weigeren, gesprek beëindigen; als de
telefoon niet wordt gebruikt, toegang tot het
telefoonmenu.
Radio (draaien): automatisch zoeken
naar vorige/volgende zender.
Media (draaien): vorige / volgende nummer,
bladeren door lijsten.
Kort indrukken: bevestigen van een selectie.
Wanneer er niets wordt geselecteerd, toegang
tot voorkeuzezenders.
Radio: weergeven van de zenderlijst.
Media: weergeven van de tracklijst.
Radio (ingedrukt houden): bijwerken van de lijst
met beschikbare radiozenders.
Menu's
Apps
Toegang tot te configureren apparaten.
Radio Media
Selecteer een geluidsbron of radiozender.
Telefoon
Verbind een mobiele telefoon via
Bluetooth®.
Gebruik bepaalde apps op een smartphone
die is verbonden via MirrorLink
TM, CarPlay® of
Android Auto.
Instellingen
Configureer een persoonlijk profiel en/of
configureer het geluid (balans, sfeer enz.)
en de weergave (taal, eenheden, datum, tijd,
enz.).
Rijden
Schakel bepaalde voertuigfuncties in of
uit, of configureer deze.
Navigatie
Stel de navigatie in en selecteer uw
bestemming via MirrorLinkTM, CarPlay® of
Android Auto.
197
PEUGEOT Connect Radio
10en de weergave (taal, eenheden, datum, tijd,
enz.).
Rijden
Schakel bepaalde voertuigfuncties in of
uit, of configureer deze.
Navigatie
Stel de navigatie in en selecteer uw
bestemming via MirrorLinkTM, CarPlay® of
Android Auto.
Airconditioning
21,518,5
Stel de instellingen voor temperatuur en
de luchtstroom in.
Applicaties
Foto's bekijken
Steek een USB-geheugenstick in de USB-poort.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het systeem kan mappen en beeldbestanden in
de volgende indelingen lezen: .tiff; .gif; .jpg/jpeg;
.bmp; .png.
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "Beheer foto's".
Selecteer een map.
Selecteer een afbeelding om deze te
bekijken.
Druk op deze toets voor informatie over
de foto.
Druk op de pijl Terug om één niveau terug
te gaan.
Berichten beheren
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op "SMS".
Selecteer het tabblad "SMS".
Druk op deze toets om de
scherminstellingen voor berichten te
selecteren.
Druk op deze toets om een ontvanger te
zoeken en te selecteren.
Selecteer het tabblad "SMS-berichten".
Druk op deze toets om de
scherminstellingen voor berichten te
selecteren.
Druk op deze toets om een nieuw bericht
te schrijven.
Druk op de prullenbak naast het
geselecteerde bericht om het bericht te
verwijderen.
Druk op de toets naast het geselecteerde
bericht om het vervolgscherm weer te
geven.
201
PEUGEOT Connect Radio
10naar het eerste niveau in de structuur en
kiest u een andere indeling (bijvoorbeeld
afspeellijsten). Bevestig uw keuze voordat u
in de structuur weer afzakt naar het gewenste
nummer.
De softwareversie van het audiosysteem kan
incompatibel zijn met de softwareversie van de
Apple
®-speler.
Informatie en tips
Het systeem ondersteunt USB-apparaten voor
massaopslag, BlackBerry®-apparaten of Apple®-
spelers via de USB-poorten. De adapterkabel
wordt niet meegeleverd.
U beheert de apparaten met de
bedieningstoetsen van het audiosysteem.
Andere apparaten, die bij het aansluiten niet
door het systeem worden herkend, moeten met
een kabel (niet meegeleverd) op de jack-plug
worden aangesloten of via Bluetooth-streaming
worden gekoppeld (indien compatibel).
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden
af met de bestandsextensie ".wav", ".wma",
".aac", ".ogg" en ".mp3" met een bitrate tussen
32 Kbps en 320 Kbps.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate)
kunnen worden afgespeeld.
Andere typen audiobestanden (".mp4", enz.)
kunnen niet worden afgespeeld.
Alle ".wma"-bestanden moeten standaard WMA
9-bestanden zijn.
De ondersteunde bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) zijn 11, 22, 44 en 48 KHz.
Om problemen met lezen en weergeven te
voorkomen, raden wij aan om bestandsnamen
te kiezen van maximaal 20 tekens die geen
speciale tekens bevatten (zoals, " ? .
; ù).
Gebruik uitsluitend USB-geheugensticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Wij raden aan om de originele USB-kabel
voor het draagbare apparaat te
gebruiken.
Telefoon
USB-aansluitingen
Zie de rubriek “Ergonomie en comfort” voor
meer informatie over de USB-aansluitingen die
compatibel zijn met de CarPlay
®- MirrorLinkTM-
of Android Auto-applicaties (afhankelijk van de
uitvoering).
Door uw smartphone te synchroniseren
kunt u de met CarPlay®, MirrorLinkTM of
Android Auto compatibele apps van uw
smartphone weergeven op het scherm van
uw auto. Voor CarPlay
® compatibele apps
moet eerst de functie CarPlay® op de
smartphone geactiveerd worden.
Voor een goede communicatie tussen
de smartphone en het systeem is het van
essentieel belang dat de smartphone is
ontgrendeld.
Werkingsprincipes en normen zijn permanent
aan verandering onderhevig. Houd daarom
zowel het besturingssysteem van de
smartphone als de datum en de tijd
van de smartphone en van het systeem
up-to-date.
Ga naar de landelijke internetsite van
het merk om te zien welke smartphones
compatibel zijn.
MirrorLinkTM-verbinding
voor smartphones
Afhankelijk van het land/de uitvoering.
De functie "MirrorLinkTM" werkt alleen in
combinatie met een compatibele
smartphone en compatibele apps.
Telefoon niet verbonden via
Bluetooth®
Wanneer u een smartphone aansluit op
het systeem, raden wij u aan om
Bluetooth
® op de smartphone in te schakelen.
202
PEUGEOT Connect Radio
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone
wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is verbonden.
Druk op het scherm van het systeem op
"Telefoon" om het beginscherm weer te
geven.
Druk op "MirrorLinkTM" om de app in het
systeem te starten.
Bij bepaalde smartphones moet de functie
"MirrorLink
TM" worden geactiveerd.Tijdens de procedure verschijnen verschillende schermen gerelateerd aan
bepaalde functies.
Accepteer deze om de verbinding tot stand te
brengen en te voltooien.
Telefoon verbonden via Bluetooth®
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone
wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is verbonden.
Druk op het scherm van het systeem op
"Telefoon" om het beginscherm weer te
geven.
Druk op de toets "TEL" om het vervolgscherm
weer te geven.
Druk op "MirrorLinkTM" om de app in het
systeem te starten.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt
een scherm weergegeven met daarop de reeds
op uw smartphone gedownloade apps die
compatibel zijn met de MirrorLink
TM-technologie.
Tijdens de MirrorLinkTM-weergave blijft het
selecteren van de audiobron mogelijk via de
aanraaktoetsen in de bovenste balk van het
scherm.
De menu's van het systeem kunnen op elk
moment worden geopend via de menutoetsen.
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk, kan het zijn dat het even duurt
voordat de apps beschikbaar zijn.
CarPlay®-verbinding voor
smartphones
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone
wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is verbonden.
Druk in het systeem op Telefoon om de
CarPlay®-interface weer te geven.
Of
Als de smartphone al via Bluetooth® is
verbonden.
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone
wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is verbonden.
Druk op het scherm van het systeem op
"Telefoon" om het beginscherm weer te
geven.
Druk op de toets "TEL" om het vervolgscherm
weer te geven.
Druk op "CarPlay" om de CarPlay®-
interface weer te geven.
Wanneer de USB-kabel wordt
aangesloten, schakelt de functie
CarPlay® de Bluetooth®-modus van het
systeem uit.
Wanneer de USBkabel wordt ontkoppeld
en het contact uit en weer in wordt
geschakeld, schakelt het systeem niet
automatisch naar de RAD MEDIA-modus. De
bron moet handmatig worden gewijzigd.
De CarPlay®-navigatie is op elk moment
toegankelijk door op de Navigation-toets
van het systeem te drukken.
Android Auto-verbinding voor smartphones
Download de Android Auto app op de
smartphone.
De functie "Android Auto" werkt alleen in
combinatie met een compatibele
smartphone en compatibele apps.
Telefoon niet verbonden via
Bluetooth®
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone
wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is verbonden.
Druk op het scherm van het systeem op
"Telefoon" om het beginscherm weer te
geven.
Druk op "Android Auto" om de app in het
systeem te starten.
Bij bepaalde smartphones moet de functie
"Android Auto" worden geactiveerd.
Tijdens de procedure verschijnen verschillende schermen gerelateerd aan
bepaalde functies.
Accepteer deze om de verbinding tot stand te
brengen en te voltooien.
Wanneer u een smartphone aansluit op
het systeem, raden wij u aan om
Bluetooth
® op de smartphone in te schakelen.
Telefoon verbonden via Bluetooth®
Druk op het scherm van het systeem op
"Telefoon" om het beginscherm weer te
geven.
Druk op de toets "TEL" om het vervolgscherm
weer te geven.
Druk op "Android Auto" om de app in het
systeem te starten.
Tijdens de Android Auto-weergave blijft het
selecteren van de audiobron mogelijk via de
aanraaktoetsen in de bovenste balk van het
scherm.
De menu's van het systeem kunnen op elk
moment worden geopend via de menutoetsen.
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk, kan het zijn dat het even duurt
voordat de apps beschikbaar zijn.
209
PEUGEOT Connect Nav
11PEUGEOT Connect Nav
GPS-navigatie - Apps -
Multimedia-audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
De functies en de instellingen die worden
beschreven, verschillen afhankelijk van
de uitvoering van de auto en de configuratie.
Om veiligheidsredenen en omdat deze
handelingen de aandacht van de
bestuurder vereisen, moeten deze
handelingen worden uitgevoerd wanneer de
auto stilstaat en het contact is ingeschakeld:
–
De smartphone in de Bluetooth-modus
koppelen met het systeem.
–
De smartphone gebruiken.
–
V
erbinding maken met de CarPlay
®-,
MirrorLinkTM- of Android Auto apps (de
weergave van bepaalde apps wordt
onderbroken wanneer met de auto wordt
gereden).
–
Een video bekijken (het afspelen van de
video stopt wanneer de auto weer begint te
rijden).
–
De systeeminstellingen en de configuratie
wijzigen.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in de auto functioneert.
De melding Eco-modus wordt weergegeven
wanneer het systeem in de betreffende
modus wordt gezet.
Via de website van het merk kunt u
updates voor systemen en kaarten
downloaden.
Op de website wordt ook de procedure voor
updaten vermeld.
De broncodes van Open Source
Software (OSS) van het systeem, zijn op
de volgende sites verkrijgbaar:
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de toets drukt, wordt
het systeem ingeschakeld.
Verhoog of verlaag het volume met het wieltje
of de toetsen "plus" of "min" (afhankelijk van de
uitvoering).
Gebruik de menutoetsen aan weerszijden van of
onder het touchscreen om de menu's te openen
en druk vervolgens op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
Gebruik afhankelijk van de uitvoering de toetsen
"Bron" of "Menu" om de menu's te openen
en druk vervolgens op de op het touchscreen
weergegeven toetsen.
U kunt op elk gewenst moment het menu
oproepen door het scherm kort met drie vingers
aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn wit.
Druk op de pijl Terug om één niveau terug te
gaan.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Het touchscreen is een capacitief
scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm is
het raadzaam gebruik te maken van een niet
schurende zachte doek (bijvoorbeeld een
brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven op de zijbalken of op de bovenste
balk van het touchscreen (afhankelijk van de
uitrusting):
219
PEUGEOT Connect Nav
11de smartphone en van het systeem
up-to-date te houden. Op deze manier zorgt
u ervoor dat de communicatie tussen de
smartphone en het systeem goed verloopt.
USB-verbinding
Sluit de USB-kabel aan.
De smartphone wordt opgeladen als deze
via een USB-kabel is aangesloten.
Bluetooth-verbinding
Schakel de Bluetooth-functie van de
telefoon in en maak deze zichtbaar voor
alle apparaten (zie het gedeelte "Connect-App").
Wi-Fi-verbinding
Selecteer een Wi-Fi-netwerk dat door het
systeem wordt gedetecteerd en maak
hiermee verbinding.
Deze functie is alleen beschikbaar als
deze is ingeschakeld via de "Notificaties"
of via het menu "Connect-App".
Druk op "Berichten".
Selecteer Wi-Fi om deze in te schakelen.
OF
Druk op Connect-App om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Verbinding Wi-Fi-netwerk".
Selecteer het tabblad "Beveiligd", "Niet
beveiligd ", of "Opgeslagen".
Selecteer een netwerk.
Voer, via het virtuele toetsenbord, voor
het netwerk de Wi-Fi, "Sleutel" en het
"Wachtwoord" in.
Druk op "OK" om verbinding tot stand te
brengen tussen de smartphone en het
systeem van de auto.
Beperkingen in gebruik:
– Met CarPlay® is het delen van een
verbinding alleen beschikbaar bij een
Wi-Fi-verbinding.
–
Met MirrorLinkTM is het delen van een
verbinding alleen beschikbaar bij een
USB-verbinding.
De kwaliteit van de diensten is afhankelijk van
de kwaliteit van de netwerkverbinding.
Versturen van gegevens
toestaan.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Systeemconfiguratie".
Selecteer het tabblad "Stand
privégesprek ".
OF
Druk op "Berichten".
Druk op "Stand privégesprek".
VERVOLGENS
Schakel het volgende in of uit:
–
"Niet delen (gegevens, locatie van de
auto)".
–
"Alleen gegevens delen"
–
"Gegevens en voertuigpositie delen "
Specifieke instellingen voor
online navigatie
Druk op Navigatie om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "MENU" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Instellingen".
Selecteer het tabblad "Kaart ".
Schakel het volgende in of uit:
–
"Waarschuwingen voor risicozones
toestaan".
–
"Adviesroute om eindbestemming te voet
te bereiken".
Deze instellingen moeten voor elk profiel worden
geconfigureerd.
Druk op "OK" om uw keuze te
bevestigen.