159
In geval van pech
8► Draai de lamp een kwartslag naar links, trek de lamp eruit en vervang de lamp.
Achterlichten
1.Remlichten / parkeerlichten (W21/5W)
2. Richtingaanwijzers (WY21W)
3. Achteruitrijlicht of mistlamp (P21W)
Lichtunit vervangen
Deze lampen worden vanaf de buitenkant van de
bagageruimte vervangen.
► Stel vast welke lamp defect is en open de bagageruimte.► Gebruik een dunne, platte schroevendraaier , klikt de twee kunststof deksels los en buig ze
omlaag.
► Draai de twee bevestigingsschroeven in de openingen los.
► Maak het lampje los en verwijder deze voorzichtig door het in een rechte beweging naar
u toe te trekken.
► Houd het lampje vast en maak de stekker los.
► Draai de lamphouder van het defecte lampje een kwartslag linksom en trek de lamphouder
naar buiten.
► Verwijder de lamp en vervang deze.
Druk de lampeenheid recht uitgelijnd met
de lengteas van de auto goed in de
geleiders.
Draai de moer goed vast zodat de houder
goed afdicht. Draai de moer echter niet al te
vast, om te voorkomen dat de lampeenheid
beschadigd raakt.
Achteruitrijlicht of mistachterlicht.
Raadpleeg een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats om dit type
verlichting te laten vervangen.
166
In geval van pech
– Er is geen goedgekeurde sleepstang beschikbaar.
Beperkingen bij slepen
Type auto
(motor / versnellingsbak)
versnellingsbak Voorwielen op de grond
Achterwielen op de grondDieplader4 wielen op de grond met
sleepstang
Interne verbranding /
Handmatig
Interne verbranding /
Automaat
Bij een storing in de accu of elektrische parkeerrem is het essentieel dat
u contact opneemt met een professioneel bedrijf met een dieplader voor
berging (zonder handgeschakelde versnellingsbak).
Toegang tot het
gereedschap
De hendel tijdens het vergrendelen niet
forceren omdat de klem dan mogelijk
verkeerd zit; start de procedure opnieuw.
Na opnieuw aansluiten van de accu
Na opnieuw aansluiten van de accu moet u
het contact aanzetten en vervolgens 1 minuut
wachten alvorens de motor te starten, om de
elektronische systemen te initialiseren.
Bij auto's met rechtse besturing moet
ongeveer 15 minuten worden gewacht
voordat de motor wordt gestart wanneer de
60 km/ s bereikt.
Mochten er zich na deze handeling kleine
storingen blijven voordoen, raadpleeg dan
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Raadpleeg de volgende rubriek om bepaalde
systemen zelf te resetten, zoals:
– de sleutel met afstandsbediening of de elektronische sleutel (afhankelijk van de
uitvoering),
– het schuif-/kanteldak en het elektrische zonnescherm;– de elektrische ruitbediening;– de datum en de tijd,– de voorkeuzezenders.
Tijdens de rit die volgt op het de eerste keer starten van de motor, werkt het Stop
& Start-systeem mogelijk niet.
In dat geval werkt het systeem pas weer als
de auto gedurende een bepaalde periode, die
afhankelijk is van de omgevingstemperatuur
en de laadtoestand van de accu (maximaal 8
uur), niet is gebruikt.
Slepen
U kunt de auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het sleepoog.
Algemene aanwijzingen
Houd u aan de ter plaatse geldende regelgeving.
Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan dat van de auto die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van de gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon moet beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de grond altijd een goedgekeurde sleepstang; touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met uitgeschakelde motor, werken ook de rem- en stuurbekrachtiging niet.
Neem in de volgende gevallen contact op met een professioneel bergbedrijf:– Uw auto staat met pech langs de autosnelweg of snelweg;– Het is niet meer mogelijk om de versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, het stuurslot te ontgrendelen of de parkeerrem uit te schakelen;– Het is niet meer mogelijk om een auto met een automatische transmissie te slepen, met draaiende motor;– Bij takelen met slechts twee wielen op de grond;– Bij auto's met vierwielaandrijving;
167
In geval van pech
8– Er is geen goedgekeurde sleepstang beschikbaar.
Beperkingen bij slepen
Type auto
(motor / versnellingsbak)
versnellingsbak Voorwielen op de grond
Achterwielen op de grondDieplader4 wielen op de grond met
sleepstang
Interne verbranding /
Handmatig
Interne verbranding /
Automaat
Bij een storing in de accu of elektrische parkeerrem is het essentieel dat
u contact opneemt met een professioneel bedrijf met een dieplader voor
berging (zonder handgeschakelde versnellingsbak).
Toegang tot het
gereedschap
De gereedschappen liggen in de bagageruimte.
Afhankelijk van de uitvoering liggen ze onder de
vloer of achter het verwijderbare rooster van het
rechtervak.
Voor toegang:
► Open de bagageruimte.► Afhankelijk van de uitvoering tilt u de
vloerplaat omhoog met de greep, verwijdert u
deze en verwijdert u de bekleding
► Of u opent het verwijderbare rooster aan de rechterkant door aan de bovenkant te trekken.
Zie het hoofdstuk Gereedschapsset voor meer
informatie over de lijst met gereedschappen.
Slepen van uw auto
► Maak op de voorbumper vanaf de onderkant de afdekking los met de platte schroevendraaier.► Draai het sleepoog vast tot de aanslag.
168
In geval van pech
► Bevestig de sleepstang.► Zet bij een auto met een handgeschakelde versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand.
► Zet bij een auto met een automatische transmissie de selectiehendel in stand N.
Wanneer deze instructie niet wordt
nageleefd, kunnen bepaalde onderdelen
(rem, transmissie, enz.) beschadigd raken en
kan het zijn dat de remassistentie niet werkt
wanneer de motor een volgende keer wordt
gestart.
► Ontgrendel het stuurwiel en zet de parkeerrem vrij.► Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's in.► Rijd voorzichtig weg en houd zowel de snelheid als de af te leggen afstand beperkt.
Slepen van een andere auto
► Maak op de achterbumper vanaf de onderkant de afdekking los met de platte
schroevendraaier.
► Draai het sleepoog vast tot de aanslag.► Bevestig de sleepstang.► Schakel de alarmknipperlichten van de te slepen auto in.► Rijd voorzichtig weg en houd zowel de snelheid als de af te leggen afstand beperkt.
Wanneer de auto is voorzien van een
BlueHDi 120 S&S EAT6-motor en een
schuif-/kanteldak of een reservewiel, mag er
met deze auto niet worden gesleept.
177
Bluetooth®-audiosysteem
10"Multimedia": Parameters media,
Radio-instellingen.
"Telefoon": Bellen, Beheer index,
Instelling telefoon, Gespr. beëindigen.
"Boordcomputer".
"Onderhoud ": Diagnose, Logboek
waarschuw., ... .
"Verbindingen ": Beheer van de
verbindingen, apparaten zoeken.
"Persoonlijke instelling - configuratie ":
Parameters van de auto definiëren,
Taalkeuze, Configuratie beeldscherm, Keuze van
eenheden, Datum en tijd instellen.
Druk op de toets "MENU".
Scrollen tussen de menu's.
Toegang tot een menu.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk herhaaldelijk op de toets SOURCE
om de radiofunctie te selecteren.
Druk op deze toets om het golfbereik te selecteren (FM / AM / DAB).Druk op een van de toetsen voor
automatisch zoeken naar een
radiozender.
Druk op een van de toetsen om
handmatig naar hogere/lagere frequenties
te zoeken.
Druk op deze toets voor een lijst van de beschikbare zenders in het gebied waar u
zich bevindt.
Druk langer dan 2 seconden op de toets om
deze lijst bij te werken. Tijdens het bijwerken is
de geluidsweergave uitgeschakeld.
RDS
Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de omgeving
(bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages,
enz.), ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel en duidt niet
op een storing in het audiosysteem.
Als de RDS-functie niet beschikbaar is, worden de letters RDS doorgestreept
weergegeven op het display.
Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds naar de sterkste
frequentie van een zender, zodat u ernaar
kunt blijven luisteren. Onder bepaalde
omstandigheden zijn sommige RDS-zenders
echter niet in het hele land te ontvangen
doordat de zenders niet het hele land dekken.
Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden
kan wegvallen.
Korte procedure
Druk in modus " Radio" op OK om de RDS-
functie direct in of uit te schakelen.
Lange procedure
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Audiofuncties ".
Druk op OK.
Selecteer de functie "Voorkeuze
FM-band ".
Druk op OK.
Selecteer "Frequentie volgen (RDS) ".
Druk op OK, RDS verschijnt op het
scherm.
TA-berichten beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar de
verkeersinformatie. Voor een correcte werking
van deze functie is een goede ontvangst van
een radiozender nodig die deze berichten
uitzendt. Zodra er een bericht wordt
uitgezonden, wordt de geluidsbron die op dat
moment wordt weergegeven (Radio, CD, ...)
automatisch onderbroken en wordt de
verkeersinformatie doorgegeven. Zodra dit
186
Bluetooth®-audiosysteem
► Activeer de RDS-functie om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het
gebied aanwezig is.
Elementen uit de omgeving (zoals heuvels,
gebouwen, tunnels en ondergrondse
parkeergarages) kunnen de ontvangst
blokkeren, ook in de RDS-stand.
Dit is heel normaal en betekent niet dat het
audiosysteem defect is.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd
(bijvoorbeeld in een wasstraat of parkeergarage).
► Laat de antenne controleren door een dealer.Het geluid wordt in de radiostand af en toe 1
of 2 seconden onderbroken.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking
van het geluid naar een andere frequentie voor
een betere ontvangst van de radiozender.
► Schakel de RDS-functie uit als dit te vaak en steeds op hetzelfde traject gebeurt.
Media
De Bluetooth-verbinding wordt onderbroken.
De batterij van het apparaat is misschien
onvoldoende opgeladen.
► Laad de batterij van het apparaat op.Het scherm toont de melding "Storing
USB-apparaat".
De USB-stick wordt niet herkend of is mogelijk
defect.
► Formatteer de USB-stick opnieuw.De cd wordt steeds uitgeworpen of niet
afgespeeld. De cd is ondersteboven in de speler geplaatst,
kan niet worden gelezen, bevat geen
audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door het audiosysteem worden herkend.
De cd is tegen kopiëren beveiligd en deze
beveiliging wordt niet door het audiosysteem
herkend.
► Controleer of de cd goed in de speler is geplaatst.► Controleer de staat van de cd: de cd kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd.► Controleer bij een opgenomen cd de inhoud: zie het advies in het hoofdstuk "Audio".
Door een te slechte kwaliteit kunnen bepaalde
gebrande cd's niet door het audiosysteem
worden afgespeeld.
De geluidskwaliteit van de cd is slecht.
De cd is bekrast of van slechte kwaliteit.
► Gebruik alleen cd's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De geluidsinstellingen (lage tonen, hoge tonen,
klankkleur) zijn niet op de cd-speler afgestemd.
► Zet het niveau van de lage en hoge tonen op
0, zonder een geluidseffect te selecteren.
Muziek op een smartphone wordt niet via de
USB-aansluiting afgespeeld.
Afhankelijk van het type smartphone moet
het audiosysteem toestemming krijgen
van de smartphone voor toegang tot de
muziekbestanden.
► Activeer het MTP-profiel op de smartphone handmatig (menu USB-instellingen).
Telefoon
Ik heb geen toegang tot mijn voicemail.
Er zijn slechts weinig telefoons en providers die
deze functionaliteit ondersteunen.
► Ga naar het menu voor telefoneren en kies het nummer van uw voicemail dat u van uw
provider hebt gekregen.
Ik kan mijn telefoonboek niet openen.
► Controleer of uw telefoon compatibel is.U hebt tijdens de koppeling het systeem geen
toestemming gegeven voor toegang tot het
telefoonboek.
► Geef het systeem toegang tot het telefoonboek van uw telefoon.
Het gesprek wordt onderbroken als ik in de
auto stap.
De handsetstand is ingeschakeld.
► Schakel de handsetstand uit om het gesprek over te zetten naar het systeem van de auto.
Het lukt niet om mijn telefoon via Bluetooth
te koppelen.
De koppelingsprocedure kan afhankelijk van de
telefoon (model, besturingssysteem) verschillen
en bepaalde telefoons zijn niet compatibel.
► Voordat u de telefoon en het systeem gaat koppelen, moet u de telefoonkoppeling uit
het systeem en de systeemkoppeling van de
telefoon verwijderen om te kijken of de telefoon
geschikt is.
191
CITROËN Connect Radio
11Druk op deze toets om de bestaande tekst te bewerken en aan te passen.Druk op deze toets om een nieuw bericht te schrijven.Druk op de prullenbak om het bericht te
verwijderen.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op een van de toetsen om automatisch naar radiozenders te zoeken.
Of
Verplaats de schuifbalk om handmatig naar andere frequenties te zoeken.
Of
Druk op de frequentie.
Voer de waarden van de FM- en AM-frequentieband in via het virtuele
toetsenbord.
Druk op "OK" om te bevestigen.
De radio-ontvangst kan worden verstoord
door het gebruik van elektrische
apparatuur die niet door het merk is
goedgekeurd, zoals een USB-lader die is
aangesloten op de 12 V-aansluiting.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.),
ook als de RDS-functie is ingeschakeld. Dit
fenomeen is heel normaal bij de transmissie
van radiogolven, en geven in geen geval een
defect van het audiosysteem aan.
De frequentieband wijzigen
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Band" om de frequentieband te
wijzigen.
Druk op het gearceerde gedeelte om te
bevestigen.
Opslaan van een
radiozender
Selecteer een zender of een frequentie.Druk kort op de lege ster. Als de ster is gevuld, is de radiozender al opgeslagen.
Of
Selecteer een zender of een frequentie.
Druk op "Opslaan".
Houd de toets waaronder u de zender wilt opslaan lang ingedrukt.
RDS inschakelen/
uitschakelen
Als RDS is ingeschakeld, zoekt de radio steeds
naar de sterkste frequentie van een zender,
zodat u ernaar kunt blijven luisteren zonder dat u
zelf de frequentie hoeft te wijzigen.
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Schakel "RDS" in of uit.
Druk op het gearceerde gedeelte om te
bevestigen.
Het kan zijn dat het volgen van een
RDS-zender niet in het hele land
beschikbaar is, omdat veel radiozenders geen
dekking hebben in het hele land. Daardoor
kan de zender tijdens het rijden wegvallen.
Tekstberichten weergeven
De functie "Radio-tekstberichten" toont
informatie die door de radiozender wordt
uitgezonden en die betrekking heeft op de
zender, of op het nummer wat op dat moment
wordt afgespeeld.
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
197
CITROËN Connect Radio
11Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u met de telefoon waarmee het
laatst verbinding is gemaakt, terugkomt in
uw auto wordt deze automatisch herkend en
wordt er binnen ongeveer 30 seconden na
het inschakelen van het contact automatisch
verbinding gemaakt met de telefoon (indien
Bluetooth is ingeschakeld).
Het verbindingsprofiel wijzigen:
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "TEL" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om
een lijst met gekoppelde apparatuur
weer te geven.
Druk op de toets "Details" van een gekoppeld apparaat.Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat aansluiten
of ontkoppelen, of een koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "TEL" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om
een lijst met gekoppelde apparatuur
weer te geven.
Druk op de naam van de telefoon die in de lijst is geselecteerd om de koppeling
ongedaan te maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon weer te
koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Druk op het prullenbaksymbool rechts
boven op het scherm om een prullenbak
naast de geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op het prullenbaksymbool naast de
naam van de telefoon te verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op de toets TEL op het stuur om
het gesprek aan te nemen.
En
houd de toets
TEL op het stuurwiel langer ingedrukt om
het gesprek te weigeren.
Of
Druk op "Ophangen ".
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet
onder het rijden.
Parkeer de auto.
Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te
bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale
toetsenbord.
Druk op "Bellen" om het nummer te
bellen.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Of, houd
de TEL-toets op het stuurwiel ingedrukt.
Druk op "Contacten".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
Druk op "Bellen".
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Of
Houd