2021 BMW X7 Instructieboekjes (in Dutch)

Instellingen
ritgegevens
PrincipeDe
intervallen
waarin
de
ritgegevens
worden
gej
reset,
kunnen
worden
ingesteld.
Ritgegevens
resetten
1.CAR2.Instellingen3.Algemene
instellingen4.Ritgegevens
terugzetten5.Gewenste
instelling
selecteren.
Snelheidswaarschuwing
Principe
Met
het
systeem
kan
een
snelheidsgrens
worj
den
ingesteld
waarbij
een
waarschuwing
wordt
gegeven
wanneer
die
wordt
overschreden.
Algemeen
Er
wordt
opnieuw
gewaarschuwd
als
de
ingej
stelde
snelheidslimiet
na
een
onderschrijding
van 5
km/h
opnieuw
wordt
overschreden.
Instellen
1.CAR2.Instellingen3.Algemene
instellingen4.Snelheidswaarschuwing5.Waarschuwing
bij:6.Controller
draaien
tot
de
gewenste
snelheid
wordt
weergegeven.7.Controller
indrukken.
Activeren/deactiveren
1.CAR2.Instellingen3.Algemene
instellingen4.Snelheidswaarschuwing5.Snelheidswaarschuwing
Actuele
snelheid
overnemen
als
snelheidswaarschuwing
1.CAR2.Instellingen3.Algemene
instellingen4.Snelheidswaarschuwing5.Huidige
snelheid
overnemen
Aanwijzingsvenster
activeren/deactiveren
Voor
sommige
functies
worden
automatischaanwijzingsvensters
op
het
Control
Display
weerjgegeven.
Enkele
van
deze
aanwijzingsvensters
kunnen
worden
geactiveerd
of
gedeactiveerd.
1.CAR2.Instellingen3.Algemene
instellingen4.Aanwijzingenscherm5.Gewenste
instelling
selecteren.
De
instelling
wordt
opgeslagen
voor
het
momenj
teel
gebruikte
bestuurdersprofiel.
Control
Display
Helderheid
1.CAR2.Instellingen3.Displays4.Controledisplay5.Helderheid
's
nachts6.Controller
indrukken.Seite
73Algemene
instellingenBEDIENING73
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

7.Controller
draaien
tot
de
gewenste
helderjheid
bereikt
is.8.Controller
indrukken.
De
instelling
wordt
opgeslagen
voor
het
momenj
teel
gebruikte
bestuurdersprofiel.
Naargelang
de
lichtverhoudingen
kan
de
regeling van
de
lichtsterkte
eventueel
niet
direct
worden
herkend.
Autoconfiguratie
resetten
Alle
individuele
instellingen
kunnen
bij
uitgeschaj
kelde
rijden-stand-by
worden
gereset
naar
de
faj brieksinstellingen.
1.CAR2.Instellingen3.Algemene
instellingen4.Autogegevens
terugzetten5.Autogegevens
terugzetten
Als
de
in
een
bestuurdersprofiel
opgeslagen
inj
stellingen
met
een
ConnectedDrive-account
worden
gesynchroniseerd,
blijven
die
instellingen
op
de
ConnectedDrive-account
behouden.
Mededelingen
Principe
Het
menu
toont
alle
berichten
die
in
de
auto
binj nenkomen
centraal
in
de
vorm
van
een
lijst.
Algemeen
De
volgende
berichten
kunnen
worden
weergej geven:
'xVerkeersinformatie.'xCheck-Control-meldingen.'xOnderhoudsmeldingen.'xCommunicatieberichten,
bijvoorbeeld
e-mail,
SMS
of
herinneringen.'xBerichten,
bijv.
van
de
Concierge
Service
of
de
BMW
Connected-app.'xBerichten
van
de
fabrikant
van
het
voertuig.
Het
aantal
mededelingen
wordt
ook
in
het
staj tusveld
weergegeven.
Het
menu
rMededelingens
kan
ook
als
widget worden
geconfigureerd.
Mededelingen
oproepen
1.Controller
naar
boven
kantelen.2.Berichten3.Gewenste
mededeling
selecteren.
Mededelingen
wissen Alle
mededelingen
kunnen
uit
de
lijst
wordenverwijderd,
behalve
Check-Control-meldingen
ofberichten
van
de
fabrikant
van
het
voertuig.
Check-Control-meldingen
of
berichten
van
de fabrikant
van
het
voertuig
blijven
bestaan
zolangze
relevant
zijn.
1.Controller
naar
boven
kantelen.2.Berichten3.Gewenste
mededeling
selecteren,
bijv.
sms.4.

Toets
indrukken.5.'xDit
bericht
wissen'xAlle
berichten
wissen
Instellingen
De
volgende
instellingen
kunnen
uitgevoerd
worj
den:
'xDe
toepassingen
selecteren
die
mededelinj
gen
toelaten.'xAlle
mededelingen
of
alleen
de
mededelinj
gen
van
een
bepaalde
tijdspanne.1.Controller
naar
boven
kantelen.2.Berichten3.Controller
naar
rechts
kantelen.4.Instellingen5.Gewenste
instelling
selecteren.Seite
74BEDIENINGAlgemene
instellingen74
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

Persoonlijke
instellingenUitrusting
van
de
auto
In
dit
hoofdstuk
worden
alle
standaard,
landspejcifieke
en
speciale
uitrustingen
beschreven
die
inde
modelserie
aangeboden
worden.
Daarom
worden
er
ook
uitrustingen
en
functies
beschrej ven
die
niet
in
een
voertuig
beschikbaar
zijn,
bijv.omwille
van
de
geselecteerde
speciale
opties
of
landuitvoering.
Dat
geldt
ook
voor
veiligheidsrelej vante
functies
en
systemen.
Bij
gebruik
van
deze
functies
en
systemen
moeten
de
geldende
wetj
ten
en
voorschriften
worden
nageleefd.
Gegevensbeveiliging
Gegevensoverdracht
Principe De
auto
biedt
diverse
diensten
aan
waarbij
gegej
vens
moeten
worden
overgedragen
aan
BMW
of
aan
een
serviceprovider.
Voor
bepaalde
diensten
kan
de
gegevensoverdracht
worden
gedeactij
veerd.
Algemeen
Bij
gedeactiveerde
data-overdracht
kan
de
bej treffende
dienst
niet
worden
gebruikt.
Instellingen
alleen
bij
stilstand
uitvoeren.
Instellingen De
gegevensoverdracht
kan
in
verschillende
nij
veaus
of
voor
afzonderlijke
diensten
individueel
worden
ingesteld.
1.CAR2.Instellingen3.Algemene
instellingen4.Gegevensbescherming5.Gewenste
instelling
selecteren.Persoonlijke
gegevens
in
de
auto
wissen
Principe De
auto
slaat,
afhankelijk
van
het
gebruik,
perj
soonlijke
gegevens,
zoals
opgeslagen
radiozenj
ders
op.
Deze
persoonlijke
gegevens
kunnen
via
iDrive
onherroepelijk
worden
gewist.
Algemeen
Afhankelijk
van
de
uitrusting
kunnen
bijv.
de
volj gende
gegevens
worden
gewist:'xInstellingen
van
het
bestuurdersprofiel.'xOpgeslagen
radiozenders.'xOpgeslagen
toets
favorieten.'xReis-
en
boordcomputerwaarden.'xNavigatie,
bijvoorbeeld
opgeslagen
bestemj mingen.'xTelefoonboek.'xOnline
gegevens,
bijvoorbeeld
favorieten,
cookies.'xOffice-gegevens,
bijvoorbeeld
gesproken
noj tities.'xLogin-accounts.
Het
wissen
van
de
gegevens
kan
in
totaal
max.15
minuten
duren.
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking
Gegevens
kunnen
alleen
bij
stilstand
worden
gej
wist.
Gegevens
wissen De
persoonlijke
gegevens
in
het
voertuig
wordengewist
als
het
voertuig
terug
op
de
fabrieksinstelj
lingen
wordt
ingesteld.
Meer
informatie:
Autoconfiguratie
resetten,
zie
pagina
74.
Seite
75Persoonlijke
instellingenBEDIENING75
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

Bestuurdersprofielen
Principe
Er
kunnen
bestuurdersprofielen
worden
aangej maakt
om
persoonlijke
auto-instellingen
op
te
slaan.
Als
de
auto
door
meerdere
gebruikers wordt
gebruikt,
kan
iedere
bestuurder
zijn
of
haarpersoonlijke
bestuurdersprofiel
aanmaken.
Als
een
bestuurdersprofiel
wordt
geselecteerd,
dan past
de
auto
de
instellingen
van
het
gebruikersjprofiel
automatisch
toe.
Algemeen Er
kunnen
drie
persoonlijke
bestuurdersprofielen
worden
aangemaakt.
Daarnaast
is
er
een
gastprofiel,
dat
door
iedere
bestuurder
kan
worden
gekozen.
Het
gastprofiel
is
actief,
als
er
geen
persoonlijk
bestuurdersproj fiel
werd
geselecteerd.
Wijzigingen
aan
de
instellingen
van
de
auto
worj den
automatisch
opgeslagen
in
het
actieve
bejstuurdersprofiel
of
in
het
gastprofiel.
Het
voertuig
kan
zich
reeds
bij
het
ontgrendelen
op
de
bestuurder
afstemmen.
Daarvoor
moet
de
herkenning
via
een
voertuigsleutel
of
via
een
dij
gitale
sleutel
aan
een
bestuurdersprofiel
worden toegewezen.
ConnectedDrive-landen:
De
in
het
bestuurderj
sprofiel
opgeslagen
instellingen
kunnen
met
de persoonlijke
BMW
ConnectedDrive-account
worden
gesynchroniseerd.
Daardoor
kunnen deze
instellingen
ook
in
andere
auto's
van
BMW
worden
gebruikt.
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking
Als
er
een
ander
bestuurdersprofiel
wordt
gekojzen,
mag
het
voertuig
maximaal
stapvoets
voortj
bewegen.
Begroetingsscherm
Na
het
inschakelen
van
het
Control
Display
wordt het
begroetingsscherm
weergegeven.
Op
het
begroetingsscherm
kunnen
de
volgendeacties
worden
uitgevoerd:'xHet
bestuurdersprofiel
wisselen.'xDe
configuratiewizard
starten.
Deze
mogelijkheid
wordt
gedurende
een
bej perkte
tijd
aangeboden
in
nieuwe
auto's.
Zodra
de
motor
wordt
gestart
of
een
willekeurigetoets
wordt
ingedrukt,
verdwijnt
het
begroetingsj
scherm.
Configuratiewizard De
configuratiewizard
wordt
in
nieuwe
autossvoor
een
bepaalde
periode
op
het
begroetingsj
scherm
aangeboden
om
de
belangrijkste
instelj
lingen
voor
de
auto
vast
te
leggen.
Eerste
stap.
selecteren
om
de
configuratiewij
zard
te
starten.
De
configuratiewizard
kan
altijd
via
iDrive
worden gestart:
1.CAR2.Instellingen3.Algemene
instellingen4.Eerste
stappen
De
bestuurder
wordt
stap
voor
stap
door
de
voljgende
functies
geleid:
'xSysteemtaal
instellen.'xConnectedDrive-landen:
Als
de
configuratiewizard
in
het
gastprofiel
werd
opgeroepen:
het
bestuurdersprofiel
aanmaken.'xMobiele
apparaten
aanmelden
bij
de
auto.'xAls
de
configuratiewizard
vanuit
een
reeds gedefinieerd
bestuurdersprofiel
werd
opgej
roepen:
de
persoonlijke
assistent
configurej
ren.'xAfhankelijk
van
het
feit
of
de
configuratiewij zard
vanuit
een
reeds
gedefinieerd
bestuurj
dersprofiel
of
vanuit
het
gastprofiel
werd
opj geroepen:
de
diensten
configureren
of
de
uitleg
bij
de
overdracht
van
de
gegevens
met betrekking
tot
de
auto
bevestigen.Seite
76BEDIENINGPersoonlijke
instellingen76
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

'xAndere
bedieningsmethodes
configureren.
De
geselecteerde
instellingen
worden
in
het
acj
tieve
bestuurdersprofiel
opgeslagen.
Gastprofiel
Het
gastprofiel
kan
door
iedere
bestuurder
worj
den
geactiveerd.
Auto-instellingen
die
worden
gewijzigd
wanneer
het
gastprofiel
actief
is,
worj den
in
het
gastprofiel
opgeslagen.
Het
gastprofiel
is
automatisch
actief
in
de
volj
gende
gevallen:
'xAls
er
nog
geen
bestuurdersprofiel
is
aangej maakt.'xEr
is
geen
bestuurdersprofiel
toegewezen
aan
de
autosleutel
waarmee
de
auto
werd ontgrendeld.'xAls
er
geen
bestuurdersprofiel
is
toegewezenaan
de
digitale
sleutel
waarmee
de
auto
werd
ontgrendeld.
Het
gastprofiel
heeft
de
volgende
beperkingen:
'xDe
naam
van
het
gastprofiel
kan
niet
worden gewijzigd.'xHet
gastprofiel
kan
niet
opnieuw
worden
herjkend.'xAan
het
gastprofiel
kan
geen
PIN
worden
toejgewezen.'xConnectedDrive-landen:
De
synchronisatie
met
een
ConnectedDrive-account
is
niet
moj
gelijk.
De
keuze
van
het
gastprofiel
gebeurt
op
het
bej
groetingsscherm
of
via
iDrive:
1.CAR2.Bestuurdersprof.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
2
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.3.Gast4.OKBestuurdersprofiel
aanmaken1.CAR2.Bestuurdersprof.3.Controller
naar
rechts
kantelen.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
3
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.4.Profiel
toevoeg.
Niet-ConnectedDrive-landen:
Voor
het
bestuurj
dersprofiel
moet
een
naam
worden
ingevoerd.
ConnectedDrive-landen:
Een
bestuurdersprofiel
moet
aan
een
bestaande
ConnectedDrive-acj count
worden
toegewezen.
Daarvoor
zijn
er
devolgende
mogelijkheden:
'xAanmelden
De
toegangsgegevens
moeten
via
iDrive
worj
den
ingevoerd.'xNieuwe
registratie
Als
er
nog
geen
ConnectedDrive-account voorhanden
is,
kan
die
via
iDrive
worden
aanj
gemaakt.
Herkenningsfunctie
selecteren
1.CAR2.Bestuurdersprof.3.Controller
naar
rechts
kantelen.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
3
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.4.Bestuurdersherken.5.Gewenste
instelling
selecteren:'xMet
autosleutel
Het
bestuurdersprofiel
wordt
toegewezen
aan
de
autosleutel
die
in
het
interieur
wordt
herkend.
Als
meerdere
autosleutels worden
herkend,
moeten
de
ongewenste
autosleutels
uit
het
interieur
worden
verj
wijderd.'xMet
Digital
KeySeite
77Persoonlijke
instellingenBEDIENING77
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

Het
bestuurdersprofiel
wordt
toegewezen
aan
de
digitale
sleutel
die
in
het
interieur wordt
herkend.
Als
meerdere
digitale
sleutels
worden
herkend,
moeten
de
onj
gewenste
digitale
sleutels
uit
het
interieur
worden
verwijderd.6.Koppeling
activeren
Zodra
de
autosleutel
of
digitale
sleutel
door
de
auto
wordt
herkend,
wordt
het
overeenkomstige bestuurdersprofiel
geactiveerd.
Als
de
voertuigjsleutel
of
de
smartphone
met
de
digitale
sleutel
niet
wordt
meegevoerd
of
niet
wordt
herkend,
kan
het
bestuurdersprofiel
op
het
begroetingsj scherm
alleen
worden
geselecteerd
wanneer
ereen
PIN
werd
ingesteld.
PIN
instellen Een
bestuurdersprofiel
met
herkenning
kan
zonjder
autosleutel
en
zonder
digitale
sleutel
niet worden
geactiveerd.
Voor
dit
geval
kan
een
PINworden
ingesteld
waarmee
het
bestuurdersproj
fiel
kan
worden
geactiveerd.
Landen
waarin
ConnectedDrive
niet
ter
beschikj king
staat:
Als
er
geen
PIN
werd
ingesteld
of
alsde
PIN
niet
bekend
is,
kan
het
bestuurdersprofielniet
worden
geactiveerd.
Landen
waarin
ConnectedDrive
ter
beschikking
staat:
Als
er
geen
PIN
werd
ingesteld
of
als
de
PIN
niet
bekend
is,
kan
het
bestuurdersprofiel
met
de
toegangsgegevens
van
de
overeenkomj stige
ConnectedDrive-account
worden
geactij
veerd.
1.CAR2.Bestuurdersprof.3.Controller
naar
rechts
kantelen.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
3
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.4.Bestuurdersherken.5.Met
PINHerkenning
veranderen/
annuleren
Als
een
bestuurdersprofiel
een
andere
autosleujtel
of
een
andere
digitale
sleutel
krijgt
toegewejzen,
moet
eerst
de
huidige
toewijzing
worden
opgeheven.1.CAR2.Bestuurdersprof.3.Controller
naar
rechts
kantelen.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
3
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.4.Bestuurdersherken.5.Gewenste
instelling
selecteren:'xMet
autosleutel'xMet
Digital
Key6.Koppeling
activeren
Als
de
auto
en
de
autosleutel
bijv.
voor
een
servij
cebeurt
moeten
worden
ingeleverd,
moeten
vooraf
de
volgende
stappen
worden
uitgevoerd:
'xPIN
instellen.'xDe
herkenning
via
de
autosleutel
opheffen.'xNaar
het
gastenprofiel
wisselen.
Met
de
ingeleverde
autosleutel
is
de
toegang
tot
het
persoonlijke
bestuurdersprofiel
niet
meer
mogelijk.
Bestuurdersprofiel
selecteren Afhankelijk
van
de
herkenning
wordt
het
bestuurjdersprofiel
automatisch
geselecteerd.
Als
het
gastprofiel
actief
is,
gebeurt
de
selectie van
het
bestuurdersprofiel
op
het
begroetingsj
scherm
of
via
iDrive.
Evt.
moet
een
PIN
worden
ingevoerd.
1.CAR2.Bestuurdersprof.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
2
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.Seite
78BEDIENINGPersoonlijke
instellingen78
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

3.Bestuurdersprofiel
selecteren.4.OK
De
in
het
opgeroepen
bestuurdersprofiel
opgej
slagen
instellingen
worden
automatisch
uitgej voerd.
Synchronisatie
met
de
ConnectedDrive-account
in-/
uitschakelen
ConnectedDrive-landen:
De
in
het
persoonlijke
bestuurdersprofiel
opgej
slagen
instellingen
worden
met
de
persoonlijke ConnectedDrive-account
gesynchroniseerd.
Daardoor
is
het
mogelijk
om
de
persoonlijke
inj stellingen
ook
in
andere
BMW
autoss
met
Conj
nectedDrive-toegang
te
gebruiken
als
deze
funcj
tie
wordt
ondersteund.
De
synchronisatie
met
de
ConnectedDrive-acj
count
wordt
bij
het
aanmaken
van
een
bestuurj
dersprofiel
of
via
iDrive
vrijgegeven:
1.CAR2.Bestuurdersprof.3.Controller
naar
rechts
kantelen.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
3
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.4.Instellingen5.Bestuurdersprofiel
synchr.6.Bestuurdersprofiel
synchr.
Bestuurdersprofiel
hernoemen
Niet-ConnectedDrive-landen:
1.CAR2.Bestuurdersprof.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
2
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.3.Bestuurdersprofiel
selecteren.4.Instellingen5.Profielnaam
invoeren.6.

Symbool
selecteren.
ConnectedDrive-landen:
De
naam
van
het
bestuurdersprofiel
wordt
uit
de ConnectedDrive-account
overgenomen.
Wijzij
gingen
aan
de
profielnaam
moeten
in
de
Conj
nectedDrive-account
worden
aangebracht.
Profielfoto
selecteren Niet-ConnectedDrive-landen:
1.CAR2.Bestuurdersprof.3.Controller
naar
rechts
kantelen.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
3
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.4.Avatar5.Gewenste
profielfoto
selecteren.
Bestuurdersprofiel
verwijderen
1.CAR2.Bestuurdersprof.3.Controller
naar
rechts
kantelen.
Als
alternatief
voor
de
stappen
1
tot
3
kan
het profielbeeld
in
de
bovenste
statusbalk
worj
den
aangetikt.4.Instellingen5.Bestuurdersprofiel
verwijderen6.Gewenst
bestuurdersprofiel
selecteren.7.Nu
verwijderen
ConnectedDrive-landen:
Als
het
bestuurdersproj fiel
met
een
ConnectedDrive-account
werd
gej
synchroniseerd,
blijven
de
in
de
Connectedj Drive-account
opgeslagen
gegevens
behouden.
Grenzen
van
het
systeem
Een
eenduidige
herkenning
van
de
gewenste
auj tosleutel
is
bijv.
in
de
volgende
gevallen
niet
altijd
mogelijk:
Seite
79Persoonlijke
instellingenBEDIENING79
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

'xDe
bestuurder
ontgrendelt
de
auto
via
decomforttoegang.'xBij
wisselen
van
bestuurder
zonder
dat
deauto
ont-
en
vergrendelt
wordt.'xAls
er
meerdere
autosleutels
buiten
aan
debestuurderskant
van
de
auto
aanwezig
zijn.
ConnectedDrive-landen:
Het
aanmaken
van
een
bestuurdersprofiel
en
de
synchronisatie
met
de
ConnectedDrive-account
zijn
alleen
mogelijk
wanneer
er
verbinding
met
een
mobiel
gegevensnetwerk
beschikbaar
is.
Er
zijn
technische
beperkingen
voor
het
gebruik
van
de
in
de
ConnectedDrive-account
opgeslaj
gen
persoonlijke
instellingen
in
andere
voertuij gen.
Zo
kunnen
er
bijvoorbeeld
instellingen
voor
een
bepaald
systeem
zijn
opgeslagen
waarvoor er
in
de
andere
auto
geen
of
een
incompatibelevariant
van
is.
Seite
80BEDIENINGPersoonlijke
instellingen80
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20