2021 BMW 3 SERIES SEDAN PLUG-IN HYBRID Instructieboekjes (in Dutch)

voor
u
rijdende
auto's
niet
hersteld
worden,
bijj
voorbeeld
bij
het
snel
naderen
van
een
vrachtj
auto.
Het
systeem
verzoekt
u
om
bij
een
met
zej kerheid
gedetecteerde
voorligger
in
te
grijpendoor
af
te
remmen
en
eventueel
uit
te
wijken.
Rijden
in
bochten
Als
de
ingestelde
snelheid
te
hoog
is
voor
een
bocht,
wordt
de
snelheid
in
de
bocht
iets
verminj
derd.
Aangezien
bochten
evt.
niet
op
voorhand
worden
herkend,
moet
de
bocht
met
aangepaste snelheid
worden
ingereden.
Het
systeem
heeft
een
beperkt
detectiegebied.
In
scherpe
bochten
kunnen
situaties
optreden
waarbij
een
voorligger
niet
of
te
laat
wordt
herj
kend.
Bij
het
naderen
van
een
bocht
kan
het
systeem in
verband
met
de
kromming
van
de
bocht
kortjstondig
reageren
op
voertuigen
die
zich
op
de
andere
rijstrook
bevinden.
Een
eventuele
vertraj ging
van
de
auto
door
het
systeem
kan
worden
verholpen
door
kort
te
accelereren.
Na
het
loslaj
ten
van
het
rijpedaal
is
het
systeem
weer
actief
en
wordt
de
snelheid
weer
automatisch
gerej geld.
Wegrijden
De
auto
kan
bijvoorbeeld
in
volgende
situaties niet
automatisch
wegrijden:'xBij
steile
hellingen.'xVoor
verhogingen
in
het
wegdek.'xMet
een
zware
aanhangwagen.
In
deze
gevallen
het
rijpedaal
bedienen.
Weersomstandigheden Bij
ongunstige
weers-
of
lichtomstandigheden
kunnen
de
volgende
beperkingen
optreden:
'xSlechtere
herkenning
van
voertuigen.'xKortstondige
onderbreking
bij
reeds
herj kende
voertuigen.
Voorbeelden
voor
weers-
of
lichtomstandighej
den:
'xNat
weer.'xSneeuwval.'xSmeltende
sneeuw.'xMist.'xTegenlicht.
Oplettend
rijden
en
zelf
reageren
op
de
heerj sende
verkeerssituatie.
Evt.
actief
ingrijpen,
bijj
voorbeeld
door
remmen,
sturen
of
uitwijken.
Aandrijfvermogen
De
ingestelde
snelheid
wordt
ook
bij
afdalingen
aangehouden.
Op
hellingen
kan
de
gewenste snelheid
mogelijk
niet
aangehouden
wordenwanneer
het
aandrijfvermogen
niet
toereikend
is.
Naargelang
de
rijmodus
kan
het
in
sommige
situj
aties
tot
een
over-
of
onderschrijding
van
de
inj
gestelde
gewenste
snelheid
komen,
bijv.
bij
helj
lingen.
Storing
Radarsensor
Het
systeem
kan
niet
worden
geactiveerd
als
de radarsensor
niet
correct
is
gericht,
veroorzaakt bijvoorbeeld
door
een
parkeerschade.
Seite
265RijhulpsystemenBEDIENING265
Online
Edition
for
Part
no.
01405A111C9
-
VI/20

Er
wordt
een
Check-Control-melding
weergegej
ven
als
het
systeem
is
uitgevallen.
Het
systeem
door
een
Service
Partner
van
de
faj brikant
of
een
andere
gekwalificeerde
Service
Partner
of
specialist
laten
controleren.
Het
systeem
kan
worden
beperkt
wanneer
het
herkenningsbereik
van
de
wielsensor
gedeeltelijk
wordt
bedekt,
bijv.
door
de
nummerplaathouder.
Camera De
functie
voor
het
herkennen
en
reageren
bijhet
naar
stilstaande
voertuigen
toe
rijden
kan
in de
volgende
situaties
beperkt
zijn:'xTijdens
de
kalibratieprocedure
van
de
camera
direct
na
aflevering
van
de
auto.'xBij
uitval
of
verontreiniging
van
de
camera.
Er
wordt
een
Check-Control-melding
weergej geven.
Speed
Limit
Assist
Principe
Als
de
systemen
in
het
voertuig,
bijv.
Speed
Lijmit
Info,
een
wijziging
van
de
snelheidslimiet
herjkennen,
kan
deze
nieuwe
snelheidswaarde
voor
volgende
systemen
worden
overgenomen.
'xHandmatige
snelheidsbegrenzer.'xSnelheidsregeling.'xActive
Cruise
Control
met
Stop
&
Go-functie
ACC.
De
snelheidswaarde
wordt
als
nieuwe
gewenste snelheid
voorgesteld.
Om
de
snelheidswaardeover
te
nemen,
moet
het
betreffende
systeem
geactiveerd
zijn.
Afhankelijk
van
de
uitrusting,
het
doelsysteem
en
de
landuitvoering
kan
de
waarde
evt.
automaj
tisch
worden
overgenomen.
Verkeerslichtherkenning:
Speed
Limit
Assist
rej
gelt
de
snelheid
wanneer
het
voertuig
een
rood
verkeerslicht
nadert.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het
systeem
ontlast
u
niet
van
persoonlijke
verj
antwoordelijkheid
om
de
verkeerssituatie
juist
in
te
schatten.
Wegens
systeembeperkingen kan
het
systeem
niet
in
alle
verkeerssituaties
zelfstandig
op
gepaste
wijze
reageren.
Er
bej
staat
gevaar
voor
ongevallen.
Rijstijl
aan
de
verj keerssituatie
aanpassen.
Verkeerssituatie
obj
serveren
en
in
de
betreffende
situaties
actief ingrijpen.
WAARSCHUWING
De
ingestelde
snelheid
kan
abusievelijk
verj
keerd
ingesteld
of
opgeroepen
worden.
Er
bej
staat
gevaar
voor
ongevallen.
Ingestelde
snelj
heid
aan
de
verkeerssituatie
aanpassen. Verkeerssituatie
observeren
en
in
de
betrefj
fende
situaties
actief
ingrijpen.
Overzicht
Toetsen
op
stuurwiel
ToetsFunctieVoorgestelde
snelheid
handmatig
overnemen.
Verkeerslichtherkenning:
herkende
verkeerslichten
handmatig
overnej
men.Tuimelschakelaar:
Snelheid
instellen,
zie
Snelheidsregej
ling.
In-/uitschakelen
1.CAR2.Instellingen3.BestuurdersassistentSeite
266BEDIENINGRijhulpsystemen266
Online
Edition
for
Part
no.
01405A111C9
-
VI/20

4.Evt.
Rijden5.Snelheidsassistent6.Snelheidslimieten7.Gewenste
instelling
selecteren:'xAutomatisch
overnemen:
herkende
snelheidslimiet
wordt
automatisch
overj
genomen.
Verkeerslichtherkenning:
herkende
verj
keerslichten
worden
indien
mogelijk
autoj
matisch
overgenomen.'xHandmatig
overnemen:
herkende
snelj heidslimiet
kan
handmatig
overgenomen
worden.
Verkeerslichtherkenning:
herkende
verj
keerslichten
kunnen
handmatig
worden
overgenomen.'xAnticiperend
rijden
weergeven:
herj
kende
snelheidslimieten
worden
zonder
over
te
nemen
op
het
instrumentenpaneel weergegeven.'xUit:
Speed
Limit
Assist
wordt
uitgeschaj
keld.
Evt.
worden
andere
anticiperende
comj
fortfuncties
uitgeschakeld,
bijv.
de
anticij peerhulp.
Weergaven
in
het
instrumentenpaneel
In
het
instrumentenpaneel
verschijnt
een
melj
ding,
als
het
systeem
en
de
snelheidsregeling
geactiveerd
zijn.
SymboolFunctieAfhankelijk
van
de
uitvoering
brandt
het
controlelampje
groen,
samen
met
het
symbool
voor
een
rijsnelheidsregeling:
Speed
Limit
Assist
is
actief
en
herj kende
snelheidslimieten
kunnen
handmatig
voor
het
weergegeven
systeem
worden
overgenomen.Onmiddellijke
toepassing
van
nieuw
herkende
snelheidslimiet.
Een
afstandsvermelding
achter
het
symbool
signaliseert
evt.
een
te
verwachten
verandering
van
de
snelheidslimiet.Controlelampje
brandt
groen:
de
herkende
snelheidslimiet
kan
met
de
SET-toets
overgenomen
worj
den.
Verkeerslichtherkenning:
het
herj
kende
verkeerslicht
kan
met
de
SET-toets
worden
overgenomen.
Na
de
overname
wordt
een
groen
vinkje
weergegeven.
Automatische
overname
In
automatische
modus
wordt
een
herkende
snelheidslimiet
automatisch
ingesteld
voor
de snelheidsregeling.
Door
op
de
toets
te
drukken,
kan
terug
worden
overgeschakeld
op
de
laatst
inj
gestelde
waarde.
Verkeerslichtherkenning:
herkende
verkeerslichj ten
worden
indien
mogelijk
automatisch
overgej nomen.
Handmatige
overname
Een
herkende
snelheidslimiet
kan
handmatig
voor
de
snelheidsregeling
worden
overgenomen.
Verkeerslichtherkenning:
herkende
verkeerslichj
ten
kunnen
handmatig
worden
overgenomen.
Seite
267RijhulpsystemenBEDIENING267
Online
Edition
for
Part
no.
01405A111C9
-
VI/20

Op
de
toets
drukken
wanneer
het
SET-symbool
brandt.
Snelheidsaanpassing PrincipeEr
kan
worden
ingesteld
of
de
snelheidsbegrenjzing
exact
overgenomen
wordt,
of
met
een
tolejrantie.
Algemeen
Voor
alle
snelheden
kan
een
snelheidsaanpasj sing
worden
ingesteld
en
voor
snelheden
tot 60
km/h
kan
een
extra
snelheidsaanpassing
worj
den
ingesteld.
De
extra
snelheidsaanpassing
voor
snelheden
tot
60
km/h
kan
worden
geactiveerd
of
gedeactij veerd.
Instellen1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Evt.
Rijden5.Snelheidsassistent6.Gewenste
instelling
uitvoeren:'xSnelheidslim.
aanpassen:
tolerantie
inj
stellen
voor
de
snelheidsaanpassing
die
voor
alle
snelheden
actief
is.'x2e
aanpassing
tot:
extra
snelheidsaanj
passing
activeren
of
deactiveren.'xSnelheidslim.
aanpassen:
bij
een
geactij veerde
extra
snelheidsaanpassing
een
toj
lerantie
voor
snelheden
tot
60
km/h
instelj len.
Aan
route
aanpassen
Principe Het
systeem
kan
zodanig
worden
ingesteld
dat
het
voertuig
de
snelheid
automatisch
aanpast
aan
het
routeverloop.
In
de
volgende
situaties
wordt
de
snelheid
bijv.
evt.
verminderd:'xVoor
afslagen.'xVoor
kruisend
verkeer.'xVoor
een
bocht.
Corrigeren
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Evt.
Rijden5.Snelheidsassistent6.Aan
trajectverloop
aanpassen
Verkeerslichtherkenning
PrincipeSpeed
Limit
Assist
regelt
de
snelheid
wanneerhet
voertuig
een
rood
verkeerslicht
nadert.
Algemeen
Voor
de
herkenning
van
rode
verkeerslichten
wordt
de
camera
bij
de
binnenspiegel
gebruikt.
Het
systeem
houdt
evt.
ook
rekening
met
inforj matie
die
in
het
navigatiesysteem
is
opgeslagen.
Herkende
rode
verkeerslichten
worden
in
het
inj
strumentenpaneel
weergegeven
en
kunnen
afj
hankelijk
van
de
instelling
van
de
Speed
Limit
Assist
handmatig
of
evt.
automatisch
tijdens
het
rijden
in
aanmerking
worden
genomen.
Seite
268BEDIENINGRijhulpsystemen268
Online
Edition
for
Part
no.
01405A111C9
-
VI/20

OverzichtCamera
De
camera
bevindt
zich
bij
de
binnenspiegel.Voorruit
voor
de
binnenspiegel
schoon
en
vrij
houden.
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking
'xActive
Cruise
Control
met
Stop
&
Go-functie
ACC
is
geactiveerd.'xSnelheid
tot
ca.
80
km/h.'xDe
functie
moet
beschikbaar
zijn
in
het
land
waarin
het
voertuig
rijdt.
Activeren/deactiveren
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Rijden5.Snelheidsassistent6.Gewenste
instelling
selecteren:'xReken.
houd.
met
stoplichten
Andere
instellingen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Rijden5.Stoplichtherkenning6.Gewenste
instellingen
selecteren:'xStoplichtfases
weergeven:
wanneer
het
voertuig
voor
een
verkeerslicht
staat,
kan
de
herkende
verkeerslichtfase
in
het
inj
strumentenpaneel
worden
weergegeven.'xWegrijherinnering:
bij
een
geactiveerde
wegrijherinnering
volgt
een
optische
en evt.
akoestische
aanwijzing
van
zodra
het
aan
een
groen
verkeerslicht
mogelijk
is
om
door
te
rijden.
Weergaven
in
het
instrumentenpaneel
SymboolBetekenisRood
verkeerslicht
herj
kend.
Van
zodra
er
na
de
overj
name
een
groen
vinkje
wordt
weergegeven,
wordt
het
voertuig
tot
stilstand
gebracht.Groen
verkeerslicht
herj
kend.Grijs
verkeerslicht:
het
sysj
teem
is
onderbroken.
Wanneer
het
grijze
verj
keerslicht
met
een
rood
kruisje
wordt
weergegeven,
kan
dit
niet
voor
overname
worden
aangeboden.
Grenzen
van
het
systeem
Speed
Limit
Assist
is
gebaseerd
op
het
systeemSpeed
Limit
Info.
Rekening
houden
met
de
systeemgrenzen
van Speed
Limit
Info.
Afhankelijk
van
het
betreffende
land
kunnen snelheidslimieten
niet
of
slechts
beperkt
overgej nomen
worden,
bijvoorbeeld
bij
snelheidsinforjmatie
van
het
navigatiesysteem.
Seite
269RijhulpsystemenBEDIENING269
Online
Edition
for
Part
no.
01405A111C9
-
VI/20

Snelheidsregeling
zonder
afstandsregeling:
afj
hankelijk
van
het
systeem
kunnen
snelheidslij
mieten
niet
automatisch
worden
overgenomen.
Snelheidslimieten
kunnen
alleen
voor
de
Active
Cruise
Control
ACC
worden
overgenomen.
Het
systeem
reageert
evt.
niet
of
beperkt
op
het
routeverloop
wanneer
de
positie
van
het
voertuig niet
eenduidig
door
het
navigatiesysteem
kanworden
bepaald.
De
verkeerslichtherkenning
kan
bijv.
in
de
volj gende
situaties
beperkt
zijn:'xWanneer
verkeerslichten
bedekt
zijn,
bijv.
door
andere
voertuigen.'xAan
een
kruising
met
meerdere
rijstroken waarop
meerdere
verkeerslichten
aanwezigzijn.
Meer
informatie:
Beperkingen
van
het
systeem
Speed
Limit
Info, zie
pagina
188.
Steering
&
Lane
Control Assistant
Principe Het
systeem
ondersteunt
de
bestuurder
om
de
auto
binnen
de
rijbaan
te
houden.
Daarvoor stuurt
het
systeem
zo
nodig
zelfstandig,
bijvoorjbeeld
bij
het
rijden
in
bochten.
Algemeen
Het
systeem
bepaalt
de
positie
van
de
rijbaanbej
grenzingen
en
de
voorligger
met
behulp
van
vijf radarsensoren
en
een
camera.
Afhankelijk
van
de
snelheid
oriëntieert
het
sysj teem
zich
op
de
rijbaanbegrenzingen
of
op
voorjliggers.
Sensoren
aan
het
stuurwiel
herkennen
of
het
stuurwiel
aangeraakt
wordt.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het
systeem
ontlast
u
niet
van
persoonlijke
verj
antwoordelijkheid
om
de
verkeerssituatie
juist
in
te
schatten.
Wegens
systeembeperkingen
kan
het
systeem
niet
in
alle
verkeerssituaties
zelfstandig
op
gepaste
wijze
reageren.
Er
bej
staat
gevaar
voor
ongevallen.
Rijstijl
aan
de
verj
keerssituatie
aanpassen.
Verkeerssituatie
obj
serveren
en
in
de
betreffende
situaties
actief ingrijpen.
Overzicht
Toetsen
op
stuurwiel
ToetsFunctieStuur-
en
rijstrookassistent
incl.
fileasj
sistent
aan/uit.Functie
instellen.
Radarsensoren
De
radarsensoren
bevinden
zich
in
de
bumpers.
Voorbumper
midden.
Seite
270BEDIENINGRijhulpsystemen270
Online
Edition
for
Part
no.
01405A111C9
-
VI/20

Voorbumper
zijkant.
Achterbumper.
Bumper
bij
de
radarsensoren
schoon
en
vrij
houj den.
Camera
De
camera
bevindt
zich
bij
de
binnenspiegel. Voorruit
voor
de
binnenspiegel
schoon
en
vrij
houden.
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking
'xSnelheid
onder
210
km/h.'xVoldoende
breedte
van
de
rijstrook.'xBoven
70
km/h:
rijbaanbegrenzing
aan
beide
zijden
wordt
herkend.'xBeneden
70
km/h:
rijbaanbegrenzing
aan
beide
zijden
of
een
voorligger
wordt
herkend.'xHanden
aan
de
stuurwielrand.'xVoldoende
straal
van
de
bocht.'xRijden
in
het
midden
van
de
rijstrook.'xRichtingaanwijzers
uitgeschakeld.'xKalibratie
van
de
sensoren
is
afgesloten.'xSnelheidsregeling
met
afstandsregeling
acj
tief.'xVeiligheidsgordel
aan
bestuurderszijde
gesloj ten.'xCollision
Warning
actief.'xPersoonswaarschuwing
actief.'xZijdelingse
botsingswaarschuwing
actief.
In-/uitschakelen
Assisted
Driving
Mode Algemeen Met
de
knop
kan
de
ingestelde
functiein-
en
uitgeschakeld
worden.
Met
de
knop
kan
de
prioritaire
functie
worden
ingesteld.
Functie
instellen Druk
als
het
systeem
actief
is
zo
vaak
op
de
toets,
tot
in
de
functielijst
de
gej
wenste
functie
geselecteerd
is.
De
taakbalk
voor Assisted
Driving
Mode
wordt
onderaan
op
het
inj
strumentenpaneel
weergegeven.
Seite
271RijhulpsystemenBEDIENING271
Online
Edition
for
Part
no.
01405A111C9
-
VI/20

SymboolFunctieSnelheidsregeling
met
afstandsrej
geling.Afhankelijk
van
de
uitvoering,
snelj
heidsregeling
met
afstandsregeling
en
Steering
&
Lane
Control
Assisj
tant.
De
geselecteerde
functie
wordt
groen
weergej geven.
De
instelling
wordt
opgeslagen
voor
het
momenj
teel
gebruikte
bestuurdersprofiel.
Inschakelen
1.

Toets
op
het
stuurwiel
indrukken.2.

Evt.
Steering
&
Lane
Control
Assisj
tant
instellen.
Stuurwielsymbool
brandt
grijs.
Het
systeem
is
gebruiksklaar
en
voert geen
stuurbeweging
uit.
Het
systeem
wordt
automatisch
geactiveerd
als
aan
alle
functievoorwaarden
is
voldaan.
Stuurwielsymbool
brandt
groen.
Het
systeem
is
actief.
Bij
ingeschakeld
systeem
zijn
de
Pedestrian
Warning
met
City-remfunctie
en
de
waarschuj
wing
voor
een
aanrijding
van
opzij
actief.
Uitschakelen Toets
op
het
stuurwiel
indrukken.
De
weergave
gaat
uit.
Het
systeem
voert
ondersteunende
stuurbewej gingen
uit.
Automatisch
onderbreken
De
werking
van
het
systeem
wordt
bijv.
in
de
volj
gende
situaties
automatisch
onderbroken:'xBij
een
snelheid
boven
210
km/h.'xBij
het
loslaten
van
het
stuurwiel.'xAls
de
bestuurder
remt.'xBij
een
krachtige
stuuringreep.'xBij
het
verlaten
van
de
eigen
rijstrook.'xBij
ingeschakelde
richtingaanwijzers.'xBij
een
te
smalle
rijstrook.'xWanneer
na
een
bepaalde
tijd
geen
rijbaanj begrenzing
wordt
herkend
en
geen
autovooroprijdt.'xAls
de
Active
Cruise
Control
ACC
wordt
onjderbroken.'xAls
de
veiligheidsriem
aan
bestuurderszijde
geopend
wordt.
Stuurwielsymbool
brandt
grijs.
Het
systeem
is
gebruiksklaar
en
voert geen
stuurbeweging
uit.
Het
systeem
wordt
automatisch
geactiveerd
als
aan
alle
functievoorwaarden
is
voldaan.
Weergaven
in
het
instrumentenpaneel
SymboolBeschrijvingStuurwielsymbool
grijs.
Systeem
in
stand-by.Stuurwielsymbool
grijs:
Systeem
geactiveerd.
Het
systeem
ondersteunt
de
bej
stuurder
om
de
auto
binnen
de
rijbaan
te
houden.Seite
272BEDIENINGRijhulpsystemen272
Online
Edition
for
Part
no.
01405A111C9
-
VI/20