49
3
Handleiding Supra 3-1. OVERZICHT
OVERZICHT
De auto gaat automatisch over op de
inactieve modus onder de volgende
omstandigheden:
• Na enkele minuten, als er in die tijd
geen functies van de auto worden
bediend.
• Bij een lage ladingstoestand van de accu.
• Bij het uitstappen, als een van de
voorportieren wordt geopend, afhan-
kelijk van de Toyota Supra Com-
mand-instelling.
Zolang een telefoongesprek bezig is
wordt niet automatisch overgegaan op
de inactieve modus.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle setting” (voertuiginstelling)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Switch off after door opening” (uit-
schakelen na openen portier)
Om na het rijden over te schakelen op
de inactieve modus: Wanneer de standby-modus is geacti-
veerd, kunnen de meeste functies wor-
den bediend als de auto stilstaat, zodat
u alle gewenste instellingen kunt uit-
voeren.
De auto gaat over op de
standby-modus nadat een van de voor-
portieren van buitenaf wordt geopend.
WAARSCHUWING
Dat kan leiden tot een ongeval en letsel.
Laat nooit kinderen of huisdieren alleen in
de auto achter. Neem bij het verlaten van
de auto de afstandsbediening mee en ver-
grendel de auto.
Automatische inactieve modus
Activeren van de inactieve
modus bij het openen van de
voorportieren
Handmatige inactieve modus
Houd de toets ingedrukt
tot de aanduiding OFF
op het instrumentenpa-
neel verdwijnt.
Standby-modus
Principe
Algemeen
Weergave op het
instrumentenpaneel
Op het instrumentenpa-
neel wordt OFF weer-
gegeven. De Drive
Ready-modus is uitge-
schakeld en de
standby-modus is inge-
schakeld.
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
49 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
98
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
• Houd de toets op de
afstandsbediening ongeveer 1
seconde ingedrukt.
Indien van toepassing worden ook de portie-
ren ontgrendeld. Openen met de afstands-
bediening, zie blz. 89.
Steek uw hand in de uitsparing en trek
de achterklep omlaag. Trek aan de handgreep in de bagage-
ruimte.
Hierdoor wordt de achterklep ontgren-
deld.
Afhankelijk van de uitrusting en de
landspecificaties zijn verschillende
instellingen voor de functies van de
afstandsbediening mogelijk.
Deze instellingen worden opgeslagen
voor het op dat moment gebruikte
bestuurdersprofiel.
Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Driver's door” (bestuurderspor-
tier) of “All doors” (alle portieren)
OPMERKING
De achterklep zwaait bij het openen naar
achteren en omhoog. Er bestaat een kans
op schade. Houd bij het openen en sluiten
van de achterklep het bewegingsgebied
vrij.
Openen en sluiten
Openen van buitenaf
Openen van binnenuit
Druk op de toets in het portiervak
van het bestuurdersportier.
Sluiten
Noodontgrendeling achterklep
Instellingen
Algemeen
Ontgrendelen
Portieren
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 98 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
99
4
Handleiding Supra 4-1. BEDIENING
BEDIENING
5
Selecteer de gewenste instelling:
• “Driver's door only” (alleen bestuur-
dersportier)
Alleen het bestuurdersportier en de tankdop-
klep worden ontgrendeld. Als nogmaals op
de toets wordt gedrukt, wordt de auto volle-
dig ontgrendeld.
• “All doors” (alle portieren)
De auto wordt volledig ontgrendeld.
De beschikbaarheid van deze instellin-
gen is afhankelijk van de uitrusting en
de landspecificatie.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Tailgate” (achterklep) of
“Tailgate and door(s)” (achter-
klep en portier(en))
5 Selecteer de gewenste instelling:
• “Tailgate” (achterklep)
De achterklep wordt geopend.
• “Tailgate and door(s)” (achterklep en portier(en))
De achterklep wordt geopend en de portie-
ren worden ontgrendeld.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driver profiles” (bestuurdersprofie-
len)
3 Selecteer een bestuurdersprofiel.
De instellingen kunnen worden uitge-
voerd voor het met dit symbool gemarkeerde
bestuurdersprofiel.
4 “Last seat positi on automatic” (auto-
matisch instellen op laatste zitposi-
tie)
Wanneer de auto wordt ontgrendeld,
worden de bestuurdersstoel en de bui-
tenspiegels automatisch ingesteld op
de laatst ingestelde stand.
De laatst ingestelde stand is onafhan-
kelijk van de via het stoelverstellingsge-
heugen opgeslagen standen.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Flash for lock/unlock” (knipperen
bij vergrendelen/ontgrendelen)
Bij het ontgrendelen knipperen de richting-
aanwijzers twee keer, bij het vergrendelen
één keer.
Via Toyota Supra Command:
1“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 Selecteer de gewenste instelling:
• “Relock automatically” (automatisch weer vergrendelen)
Als de auto wordt ontgrendeld zonder dat
een portier wordt geopend, wordt hij na korte
tijd automatisch weer vergrendeld.
Achterklep
De stoel en de buitenspiegels instellen
op de laatst ingestelde stand
Bevestigingssignalen van de
auto
Automatische vergrendeling
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 99 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
100
Handleiding Supra4-1. BEDIENING
• “Lock after pulling away” (vergrende-
len bij het wegrijden)
De auto wordt bij het wegrijden automatisch
vergrendeld.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Unlock at end of journey” (ontgren-
delen bij aankomst)
Als de Drive Ready-modus wordt uitgescha-
keld doordat op de startknop wordt gedrukt,
wordt de vergrendelde auto automatisch
ontgrendeld.
Via Toyota Supra Command:
1“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Fold mirrors in when locked” (bui-
tenspiegels inklappen bij het ver-
grendelen)
De buitenspiegels worden automatisch inge-
klapt wanneer de auto wordt vergrendeld.
Via Toyota Supra Command:
1“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen auto)
3 “Doors/Key” (portieren/sleutel)
4 “Switch off after door opening” (uit-
schakelen na openen portier)
De auto gaat over op de inactieve modus
(zie blz. 48) als de voorportieren worden
geopend.
Het alarmsysteem reageert op de vol-
gende veranderingen als de auto is ver-
grendeld:
• Een van de portieren, de motorkap
of de achterklep wordt geopend.
• Bewegingen binnen in de auto.
• Een wijziging van de hellingshoek van de auto, bijvoorbeeld door een
poging om de auto op te krikken om
de wielen te stelen of om de auto op
te takelen.
• Een onderbreking in de stroomtoe-
voer van de accu.
• Oneigenlijk gebruik van de diagno- seaansluiting (OBD).
• De auto wordt vergrendeld terwijl er een apparaat is aangesloten op de
diagnoseaansluiting (OBD). Diagno-
seaansluiting (OBD), zie blz. 333.
Als het alarmsysteem wordt geacti-
veerd, gebeurt dit met de volgende sig-
nalen:
• Geluidsalarm: Afhankelijk van lokale regelgeving kan de werking van het
geluidsalarm zijn onderdrukt.
• Visueel alarm: Door het knipperen van de alarmknipperlichten en,
indien van toepassing, de koplam-
pen.
Wijzig het alarmsysteem niet om de
werking van het systeem te garande-
ren.
Automatische ontgrendeling
Automatisch inklappen van de
buitenspiegels
Activeren van de inactieve
modus na het openen van de
voorportieren
Alarmsysteem
Algemeen
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page
100 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM
466
Handleiding SupraAlfabetische index
I
i-Size-baby- en kinderzitjes ................. 123
Identificatienummer, zie
Voertuigidentificatienummer .............. 20
Inactieve modus, standby-modus
en Drive Ready-modus ........................ 48
Informatie over inhaalverbod .............. 173
Informatiemateriaal in de auto, gedrukt.................................................. 84
Inhaalverbod, informatie over ............. 173
Initialiseren, bandenspannings- controlesysteem (TPM) ..................... 309
Inladen van de bagageruimte, zie Bagage opbergen en vastzetten....... 279
Inleveren van de accu .......................... 345
Inleveren van de oude accu ................ 345
Inrijden .................................................. 282
Inrijden remblokken, zie Remsysteem....................................... 283
Inrijden remschijven, zie
Remsysteem....................................... 283
Inschakelen, airbags ............................ 203
Instelbare snelheidslimiet, zie Handbediende snelheidsbegrenzer . 234
Instellingen op het regeldisplay............ 66
Instellingen wielophanging, zie SPORT-modusschakelaar ................. 159
Instellingen, vergrendelen/ ontgrendelen ........................................ 98
Instrumentenpaneel ............................. 161
Interieurverlichting ............................... 190
Interieurverlichting bij het ontgrendelen ........................................ 87
Interieurverlichting bij vergrendelde auto ....................................................... 89
Invoeren van letters en cijfers............... 58
Invoervergelijking, navigatie ................. 52
ISOfix, bevestigingen baby- of kinderzitje ........................................... 122
J
Joystick, zie Automatische
transmissie ......................................... 154
K
Kabel voor slepen ................................ 364
Katalysator, zie Heet uitlaatsysteem .. 283
Kentekenplaatverlichting, zie Lampen en lichten ............................. 343
Keuzelijsten op het instrumentenpaneel .......................... 176
Keyless Go, zie Smart entry-systeem
met startknop....................................... 94
Kickdown, zie Automatische transmissie ........................................ 154
Kinderzitjes, zie Veilig vervoeren van kinderen ...................................... 118
Kleinste draaicirkel .............................. 374
Klembeveiliging, ruiten ....................... 103
Knie-airbag ........................................... 193
Knooppuntwaarschuwing, zie
Pre-Crash Safety-systeem ................ 207
Knop, starten/stoppen ......................... 144
Koelen, maximaal................................. 266
Koelfunctie ........................................... 265
Koelsysteem ......................................... 328
Koelvloeistof ........................................ 328
Koelvloeistof, hoeveelheid.................. 379
Koelvloeistofniveau ............................. 328
Koelvloeistoftemperatuur ................... 169
Koerslijnen, achteruitrijcamera .......... 258
Koplampen, verzorging ....................... 367
Koplampen, zie Lampen en lichten .... 343
Koplampglas ........................................ 343
Koplampsproeiers, zie Ruitenwissersysteem........................ 150
Kunststof onderdelen, verzorging ..... 370
Supra_OM_General_OM99V80E_1_1911.book Page 466 Thursday, October 31, 2019 2:57 PM