5145-10. Bluetooth®
Profielen:
• HFP (Handsfree-profiel) versie 1.0 of
hoger (Aanbevolen: Versie 1.7)
Dit is een profiel dat handsfree-telefoonge-
sprekken mogelijk maakt via de mobiele
telefoon. Het heeft een functie voor uit-
gaande en inkomende gesprekken.
• OPP (Object Push-profiel) versie 1.1 of hoger (Aanbevolen: Versie 1.2)
Dit is een profiel voor het overzetten van
telefoonboekgegevens. Als een mobiele
telefoon met Bluetooth
®-ondersteuning
PBAP en OPP heeft, kan OPP niet worden
gebruikt.
• PBAP (Phone Book Access-profiel) versie 1.0 of hoger (Aanbevolen: Versie 1.2)
Dit is een profiel voor het overzetten van
telefoonboekgegevens.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 514 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
5607-1. Onderhoud en verzorging
7-1.Onderhoud en verzorging
Spoel de auto van boven naar bene-
den af met veel water en verwijder
zo vuil en stof van de carrosserie, uit
de wielkasten en van de onderkant
van de auto.
Was de auto met een spons of een
zachte doek (bijv. een zeemlap).
Verwijder hardnekkige vlekken met
een autowasmiddel en spoel grondig
af met water.
Veeg overtollig water weg.
Wanneer het water niet meer in
druppels op de lak bl ijft liggen, moet
de auto opnieuw in de was worden
gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosse-
rie is afgekoeld.
■Wassen in de wasstraat
●Voordat u de wasstraat inrijdt:
• Klap de spiegels in
• Schakel de elektrisch bedienbare achter- klep uit (indien aanwezig)
Begin met wassen vanaf de voorzijde van de
auto. Klap de spiegels weer uit voordat u
gaat rijden.
●Sommige borstels in wasstraten kunnen
krassen veroorzaken op de carrosserie en
andere onderdelen (velgen, enz.), waar-
door de lak van uw auto wordt beschadigd.
●In sommige autowasserettes wordt de ach-
terspoiler mogelijk n iet gereinigd. Ook bestaat er mogelijk een verhoogde kans op
schade aan de auto.
■Hogedrukreinigers
Spuit niet van dichtbij op de randen van de
portieren of de ruiten en blijf er niet langdurig
op spuiten, omdat er anders water in het inte-
rieur terecht kan komen.
■Opmerking voor auto's met Smart
entry-systeem en startknop (indien aan-
wezig)
Als de portiergreep nat wordt terwijl de elek-
tronische sleutel zic h binnen het werkzame
gebied bevindt, kan het por tier herhaaldelijk
worden vergrendeld en ontgrendeld. Volg in
dat geval de correctieprocedure hieronder bij
het wassen van de auto:
●Leg de sleutel op een afstand van ten min-
ste 2 m van de auto als u de auto wast.
(Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen
wordt.)
●Schakel de energiebespaarmodus van de
elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 192)
■Velgen en wieldoppen (indien aanwezig)
●Verwijder vuil onmiddellijk met een neu-
traal reinigingsmiddel.
●Spoel het reinigingsm iddel direct na het
gebruik met water af.
●Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om de lak tegen beschadiging te
beschermen.
• Gebruik geen zuurhoudende of alkalische middelen of schuurmiddelen.
• Gebruik geen harde borstels.
• Reinig de velgen niet met reinigingsmidde- len als de velgen, bijvoorbeeld na het rij-
den of stilstaan bij warm weer, nog warm
zijn.
●Auto's met 19 inch matgelakte velgen: De
velgen moeten op een andere manier dan
normale lichtmetalen velgen worden
onderhouden. Neem voor meer informatie
contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• Gebruik water om het vuil van de auto te spoelen.
Als de auto bijzonder vuil is, gebruik dan een
verdund neutraal reinigingsmiddel en verwij-
der het vuil met de hand met een spons of
een zachte doek.
Reinigen en beschermen
van het exterieur van uw
auto
Voer het volgende uit om uw auto
te beschermen en in perfecte staat
te houden:
Reinigingsinstructies
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 560 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
579
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
■Gebruik van de meter (indien aanwezig)
Het ruitensproeiervloeistofniveau kan worden
gecontroleerd door in de peilstok te kijken
naar het niveau van de ruitensproeiervloei-
stof.
Als het niveau lager is dan de tweede ope-
ning van onderen (merkteken LOW) moet er
ruitensproeiervloeistof worden bijgevuld.
Actueel vloeistofniveau
Controleer of de slijt age-indicatoren op
de banden te zien zijn. Controleer de
banden tevens op ongelijkmatige slij-
tage, zoals overmatige slijtage aan een
zijde van het loopvlak.
Controleer de staat en de bandenspan-
ning van het reservewiel ook als het
niet gebruikt wordt.
Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt
aangegeven met de tekst TWI of de indicatie op de wang van de band.
WAARSCHUWING
■Bij het bijvullen van ruitensproeier-
vloeistof
Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de
motor draait of nog niet is afgekoeld. Rui-
tensproeiervloeistof bevat alcohol en kan
vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete
motoronderdelen wordt gemorst.
OPMERKING
■Vul het reservoir uitsluitend met rui-
tensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in
plaats van ruitensproeiervloeistof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw
auto worden aangetast en de pomp
beschadigd raken, waardoor er geen rui-
tensproeiervloeistof meer kan worden
gesproeid.
■Verdunnen van ruitensproeiervloei-
stof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig
met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruiten-
sproeiervloeistoffles aangegeven tempe-
raturen voor de juiste mengverhouding.
A
Banden
Vervang of verwissel banden
afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
A
B
C
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 579 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
591
7
7-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
lage bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Bij het wisselen van wielen.
Als de band is gewisseld.
Nadat de identificatiecodes zijn
geregistreerd. ( Blz. 593)
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt ge ïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1 Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet de motor uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. ( Blz. 690)
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspannings waarschuwings-
systeem.
3 Zet het contact AAN.
4 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren, -
zenders en ventieldopjes (auto's met
bandenspanningswaarschuwings-
systeem)
●Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige omdat de bandenspan-
ningssensoren en -zenders beschadigd
kunnen raken als er n iet voorzichtig
mee wordt omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de ven-
tielen aan te brengen. Als de ventieldop-
jes niet geplaatst worden, dan kan er
water in de bandenspanningssensoren
terechtkomen en kunnen ze vast gaan
zitten.
●Vervang ventieldopjes alleen door het
voorgeschreven type ventieldopje.
Het dopje kan anders vast gaan zitten.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang bij het repareren of
vervangen van de band de bandenspan-
ningssensor en -zender. ( Blz. 581, 595)
Initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwings-
systeem (indien aanwezig)
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 591 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
651
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
22
Zet de compressor aan om de band
op de voorgeschreven spanning te
brengen. Rijd ongeveer 5 km en
voer dan stap 20 uit.
23 Plaats het ontluchtingsdopje op het
uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijk bandenrepa-
ratievloeistof en kan de auto vuil worden.
24Berg de fles, terwijl deze aan de
compressor is bevestigd, op in de
bagageruimte.
25 Voorkom plotseling remmen, plotse-
ling accelereren en scherpe boch-
ten. Rijd voorzichtig met een
snelheid van maximaal 80 km/h
naar de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige die zich binnen een afstand
van 100 km bevindt voor het repare-
ren of vervangen van de band.
Neem voor de reparatie van een band of
afvoer van de bandenreparatieset contact
op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Laat wanneer u de band laat repareren of
vervangen, de erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige weten dat er bandenreparatie-
vloeistof is ingespoten.
■Als de band te hard is opgepompt
1 Neem de slang los van het ventiel.
2 Plaats het dopje op het uiteinde van de
slang en duw het uitstekende gedeelte
van het dopje in het ventiel van de band
om wat lucht te laten ontsnappen.
3 Neem de slang los van het ventiel, verwij-
der het dopje van de slang en sluit dan
de slang weer aan.
4 Zet de compressor aan, wacht enkele
seconden en zet de compressor weer uit.
Controleer of de bandenspanningsmeter
de voorgeschreven spanning aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning
onder de voorgeschreven waarde ligt en vul
de band tot de juiste spanning is bereikt.
■Nadat een band is gerepareerd met de
bandenreparatieset
●Vervang de bandenspanningssensor en -
zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het voor-
geschreven niveau ligt, gaat mogelijk het
waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning branden/knipperen.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 651 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
6668-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Als de elektronische sleutel niet goed
werkt
●Controleer of het Smart entry-systeem met
startknop niet is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen. Is de func-
tie uitgeschakeld, schakel hem dan in.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeur sinstellingen:
Blz. 698)
●Controleer of de energiebespaarmodus is
ingeschakeld. Is de functie ingeschakeld,
schakel hem dan uit. ( Blz. 192)
Als u uw sleutels verliest
Een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige kan een
nieuwe sleutel maken met behulp
van de andere originele sleutel en
het sleutelnummer op uw plaatje
met sleutelnummer. Bewaar het
plaatje met het sl eutelnummer op
een veilige plaats buiten de auto,
bijvoorbeeld in uw portemonnee.
OPMERKING
■Wanneer u een elektronische sleutel
verliest (indien aanwezig)
Als de elektronische sleutel zoek blijft,
wordt het risico aanzienlijk groter dat de
auto wordt gestolen. Ga onmiddellijk met
alle overgebleven elektronische sleutels
die bij uw auto zijn geleverd naar een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Als de elektronische
sleutel niet goed werkt
(auto's met Smart entr y-
systeem en startknop)
Als de communicatie tussen de
elektronische sleutel en de auto is
verbroken ( Blz. 193) of de elek-
tronische sleutel niet kan worden
gebruikt omdat de batterij leeg is,
werken het Smart entry-systeem
met startknop en de afstandsbe-
diening niet. In dat geval kunnen
de portieren worden geopend of
kan de motor worden gestart door
de onderstaande procedure te vol-
gen.
OPMERKING
■In geval van storingen in het Smart
entry-systeem met startknop of
andere sleutelgerelateerde proble-
men
Breng uw auto, inclusief alle elektronische
sleutels die bij uw auto zijn geleverd, naar
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 666 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
685
9
9-1. Specificaties
Voertuigspecificaties
API-symbool
Bovenste deel: API SERVICE SN geeft de
kwaliteit van de motorolie aan en is vastge-
steld door API (American Petroleum Insti-
tute).
Middelste deel: SAE 0W-16 geeft de viscosi-
teit aan.
Onderste deel: In dit deel staat “Resource-
Conserving”, wat staat voor brandstofbespa-
rende en groene eigenschappen.
ILSAC-symbool
Het ILSAC-symbool (International Lubricant
Standardization and Approval Committee)
staat op de voorzijde van de verpakking.
M20A-FKS motor
*: De inhoud van het koelsyst eem is de referentiehoeveelheid.
Als vervanging noodzakelijk is, neem dan contact op met een erk ende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde e n uitgeruste deskundige.
A25A-FKS motor
A
B
Koelsysteem
Inhoud*
Met Multidrive
CVT6,9 l (7,3 qt., 6,1 Imp.qt.)
Met handge-
schakelde trans-
missie
6,4 l (6,8 qt., 5,6 Imp.qt.)
Soort koelvloeistof
Gebruik een van de volgende middelen:
• Toyota Super Long Life Coolant
• Of een gelijkwaardig product
Gebruik niet uitsluitend kraanwater.
Inhoud*
Zonder
motorolie-
koeler
6,9 l (7,3 qt., 6,1 Imp.qt.)
Met motorolie-
koeler7,0 l (7,4 qt., 6,2 Imp.qt.)
Soort koelvloeistof
Gebruik een van de volgende middelen:
• Toyota Super Long Life Coolant
• Of een gelijkwaardig product
Gebruik niet uitsluitend kraanwater.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 685 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
713Alfabetische index
Alfabetische index
A
A/C ................................................. 524, 529Automatische airconditioning ............ 529
Geconcentreerde luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus) ........................... 534
Handmatig bediende airconditioning................................. 524
Interieurfilter ...................................... 596
Persoonlijke voorkeursinstellingen aanjager .......................................... 531
AAC-disc ............................................... 479
Aan/uit-schakelaar airbag...................... 48
ABS (antiblokkeersysteem) ................. 458 Functie .............................................. 458
Waarschuwingslampje ...................... 632
ACA (Active Cornering Assist) ............ 458
Accessoireaansluitingen ..................... 550
Accu Als de accu ontladen is ..................... 669
Controle ............................................. 577
Vervangen ......................................... 672
Voorbereidingen en controles bij
rijden in de winter............................ 465
Waarschuwingslampje ...................... 631
Achterklep ............................................. 178
Afstandsbediening............................. 181
Elektrisch bedienbare achterklep ...... 181
Handsfree elektrisch bedienbare achterklep ....................................... 183
Achterlichten Lampen vervangen ........................... 608
Lichtschakelaar ................................. 322
Achterruitenwisser ............................... 332
Achterruitverwarming .................. 525, 531 Achterruit ................................... 525, 531
Buitenspiegels ........................... 525, 531
Voorruit ...................................... 525, 530
Achterstoel Hoofdsteunen .................................... 251
Rugleuningen achter neerklappen .... 247
Stoelverwarming ............................... 535 Achteruitrijlichten
Lampen vervangen ........................... 608
Vermogen ......................................... 691
Active Cornering Assist (ACA) ........... 458
Actueel brandstofverbruik .................. 133
Actueel brandstofverbruik .................. 141
Afdekplaat............................................. 545
Afmetingen ........................................... 678
Afstandsbediening............................... 146 Batterij vervangen ............................. 603
Energiebesparende functie ............... 192
Vergrendelen/ontgrendelen .............. 146
Airbags.................................................... 39 Aan/uit-schakelaar airbag ................... 48
Airbags................................................ 39
Algemene voorzorgsmaatregelen airbags ............................................. 43
De juiste houding achter het stuur ...... 33
Plaats van airbags .............................. 39
Voorwaarden voor activering curtain airbags ............................................. 41
Voorwaarden voor activering side airbags ............................................. 41
Voorwaarden voor activering van airbags ............................................. 41
Voorwaarden voor activering van de
side airbags en curtain airbags ........ 41
Voorzorgsmaatregelen airbag voor kinderen ........................................... 43
Voorzorgsmaatregelen curtain airbags ............................................. 43
Voorzorgsmaatregelen side airbags ... 43
Voorzorgsmaatregelen side airbags en curtain airbags ............................. 43
Waarschuwingslampje airbag ........... 632
Waarschuwingslampje SRS.............. 632
Wijzigingen aan en afvoeren van airbags ............................................. 46
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 713 Monday, October 7, 2019 3:26 PM