
4INHOUDSOPGAVE
5-5. Gebruik van een extern apparaatAfspelen van bestanden op een iPod ................................ 486
Afspelen van bestanden op  een USB-geheugen ............... 491
Gebruik van de AUX- aansluiting ............................. 495
5-6. Gebruik van Bluetooth
®-
apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon ........ 496
Gebruik van de toetsen op  het stuurwiel .......................... 500
Registreren van een  Bluetooth
®-apparaat .............. 500
5-7. Menu SETUP ( instellingen)
Gebruik van het menu SETUP  (instellingen) (“Bluetooth”-
menu) .................................... 501
Gebruik van het menu SETUP 
(instellingen) (PHONE-menu) ..
503
5-8. Bluetooth®-audio
Bedienen van een Bluetooth® 
compatibele draagbare speler .
507
5-9. Bluetooth®-telefoon
Bellen ....................................... 509
Beantwoorden van een oproep ..510
Voeren van een 
telefoongesprek ..................... 510
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®................................ 512
6-1. Gebruik van de airconditioning en  de achterruitverwarming
Handmatig bediende airconditioning ....................... 524
Automatische airconditioning ... 529Stuurwielverwarming/
stoelverwarming/
stoelventilatoren..................... 535
6-2. Gebruik van de  interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting .... 538
6-3. Gebruik van de  opbergmogelijkheden
Overzicht van 
opbergmogelijkheden ............ 541
Voorzieningen in de  bagageruimte ......................... 545
6-4. Gebruik van de overige  voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur .................................. 550
7-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur van uw auto ...... 560
Reinigen en beschermen van  het interieur van uw auto ....... 563
7-2. Onderhoud Onderhoud en reparatie ........... 566
7-3. Zelf uit te  voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij zelf  uit te voeren onderhoud ......... 568
Motorkap .................................. 570
Plaatsen van een garagekrik.... 571
Motorruimte .............................. 573
Banden ..................................... 579
Bandenspanning ...................... 593
Velgen ...................................... 594
Interieurfilter ............................. 596
Ruitenwisserrubber vervangen ..599
Batterij afstandsbediening/ elektronische sleutel .............. 603
6Voorzieningen in het interieur
7Onderhoud en verzorging
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book  P age 4  Monday, October 7, 2019  3:26 PM 

7
De auto is uitgerust met geavanceerde 
computers die bepaalde informatie 
opslaan, zoals:
• Motortoerental/toerental elektromo- tor (toerental tractiemotor)
• Status gaspedaal
• Status rempedaal
• Rijsnelheid
• Bedrijfsstatus van de ondersteu-
nende systemen
De opgeslagen informatie is afhankelijk 
van de uitvoering en de aanwezige 
opties van de auto.
Deze computers slaan geen gesprek-
ken of geluiden op en ze slaan alleen in 
bepaalde situaties beelden van buiten 
de auto op.
 Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze com-
puter worden opgeslagen, gebruiken om 
storingen vast te stellen, onderzoek te doen 
en de kwaliteit van haar producten te verbe-
teren.
Toyota stelt de gegevens die zijn opgesla-
gen niet beschikbaar aan derden, behalve:
• Met toestemming van de eigenaar van de 
auto of, wanneer het een leaseauto 
betreft, van de leaserijder van de auto
• Op officieel verzoek van de politie, de  rechtbank of een ander overheidsorgaan
• Voor gebruik door Toyota in een rechts- zaak
• Voor onderzoek waarbij de gegevens niet  worden gekoppeld aan een bepaalde auto 
of eigenaar
De airbags en de gordelspanners in uw 
Toyota bevatten explosieve chemica-
liën. Wanneer uw auto wordt vernietigd  terwijl de airbags en/of de gordelspan-
ners nog intact zijn, kan tijdens de ver-
nietiging een ontploffing plaatsvinden 
en brand ontstaan. La
at daarom het air-
bagsysteem en d e gordelspanners 
eerst verwijderen en afvoeren door een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
Opslaan voertuiginformatie
Vernietigen van uw Toyota
WAARSCHUWING
■Algemene voorzorgsmaatregelen tij-
dens het rijden
Rijden onder invloed: Ga niet rijden met 
uw auto als u alcohol of drugs gebruikt 
hebt, omdat deze middelen invloed kun-
nen hebben op de rijvaardigheid. Alcohol 
en bepaalde drugs vergroten de reactie-
tijd, beïnvloeden het beoordelingsvermo-
gen en hebben een negatieve invloed op 
de coördinatie, waardoor aanrijdingen 
kunnen ontstaan met ernstig letsel als 
gevolg.
Defensief rijden: Rijd altijd defensief. Anti-
cipeer op fouten die andere bestuurders of 
voetgangers zouden kunnen maken 
omdat u hierdoor wellicht een ongeluk 
kunt voorkomen.
Afleiding van de bestuurder: Houd altijd 
uw volledige aandacht bij het verkeer. 
Alles wat de aandacht van de bestuurder 
kan afleiden, zoals het veranderen van 
instellingen, telefoneren of lezen, kan lei-
den tot een aanrijding waarbij u, de andere 
inzittenden van de auto of anderen ernstig 
letsel kunnen oplopen.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book  P age 7  Monday, October 7, 2019  3:26 PM 

35
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt 
eerst of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht om de kans op letsel bij plotseling 
remmen, plotseling uitwijken of een onge-
val te beperken.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg 
hebben.
■Dragen van een veiligheidsgordel
●Zorg ervoor dat alle inzittenden de vei-
ligheidsgordel dragen.
●Draag de veiligheidsgordel altijd op de 
juiste manier.
●Elke veiligheidsgordel mag maar door 
één persoon worden gebruikt. Gebruik 
een veiligheidsgordel niet voor twee 
personen tegelijk, ook niet als de 
tweede persoon een kind is.
●Toyota beveelt aan dat kinderen op de 
achterstoel plaatsnemen en altijd op de 
juiste manier gebruikmaken van de vei-
ligheidsgordels en het baby- of kinder-
zitje.
●Laat om de juiste zitpositie in te stellen 
de rugleuning niet verder achterover 
hellen dan nodig is. De veiligheidsgor-
dels werken het best wanneer de inzit-
tenden geheel rechtop en goed tegen 
de rugleuning zitten.
●Draag het schouderdeel van uw gordel 
nooit onder uw arm.
●Draag de veiligheidsgordel altijd laag en 
goed aansluitend over uw heupen.
■Zwangere vrouwen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier. 
(  Blz. 36)
Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel op 
dezelfde manier dragen als de andere 
inzittenden, zo laag mogelijk over het bek-
ken, de schoudergordel helemaal uittrek-
ken over de schouder en ervoor zorgen 
dat de gordel niet over de buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste 
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de 
zwangere vrouw zelf, maar ook het onge-
boren kind ernstig letsel oplopen bij plotse-
ling remmen of een aanrijding.
■Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veilig-
heidsgordel op de juiste manier. 
(  Blz. 36)
■Als er kinderen in de auto aanwezig 
zijn
 Blz. 63
■Beschadiging en slijtage van veilig-
heidsgordels
●Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels 
niet beschadigd raken doordat de riem, 
de gesp of de gordelsluiting bekneld 
raakt tussen het portier en de carrosse-
rie.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book  P age 35  Monday, October 7, 2019  3:26 PM 

361-1. Voor een veilig gebruik
Trek de schoudergordel zo ver naar 
buiten dat de gordel goed tegen de  schouder aan ligt en niet van de 
schouder af glijdt of tegen de nek 
aan ligt.
 Plaats het heupgedeelte van de gor-
del zo laag mogelijk over de heupen.
 Stel de rugleuning af.
Ga zo rechtop mogelijk in de stoel 
zitten met uw rug stevig tegen de 
leuning.
 Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel 
niet gedraaid zit.
■Gebruik van veiligheidsgordels door 
kinderen
De veiligheidsgordels v an uw auto zijn in 
principe ontworpen voor gebruik door vol-
wassenen.
●Gebruik een passend baby- of kinderzitje 
tot het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel van de auto op de juiste wijze 
te dragen. ( Blz. 50)
●Als het kind groot genoeg is om de veilig-
heidsgordel op de juiste wijze te dragen, 
volg dan de instructies met betrekking tot 
het gebruik van de veiligheidsgordel op. 
( Blz. 35)
■Wetgeving met betrekking tot veilig-
heidsgordels
Als er in het land waar in u woont regels zijn 
voor veiligheidsgordel s, neem dan contact op 
met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige 
voor het vervangen of plaatsen van veilig-
heidsgordels.
WAARSCHUWING
●Controleer het veiligheidsgordelsysteem 
regelmatig. Let op beschadigingen, 
zoals scheuren en rafels, en op losse 
onderdelen. Gebruik een beschadigde 
veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo 
snel mogelijk vervangen. Een bescha-
digde veiligheidsgordel kan de veilig-
heid van de desbetreffende inzittende 
niet waarborgen.
●Controleer of de gordel en de gesp ver-
grendeld zijn en of de gordel niet 
gedraaid is.
Neem direct contact op met een 
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige als de veiligheidsgordel niet 
goed werkt.
●Laat de stoelen, inclusief de veiligheids-
gordels, vervangen als de auto betrok-
ken is geweest bij een ernstig ongeval, 
ook al is er geen zichtbare schade.
●Probeer de veiligheidsgordels niet zelf 
te plaatsen, verwi jderen, wijzigen, 
demonteren of af te voeren. Laat even-
tueel noodzakelijke reparaties uitvoe-
ren door een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige. Als de veiligheidsgordels 
niet op de juiste wijze worden gebruikt, 
werken ze mogelijk niet meer naar 
behoren.
Juist gebruik van de 
veiligheidsgordels
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book  P age 36  Monday, October 7, 2019  3:26 PM 

37
1
1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
1
Maak de veiligheidsgordel vast door 
de gesp in de gordelsluiting te druk-
ken totdat u een klik hoort.
2 De veiligheidsgordel kan worden 
losgemaakt door de ontgrendelknop 
 in te drukken.
■Blokkeerautomaat (ELR)
De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als 
u zeer krachtig remt of betrokken raakt bij 
een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook 
in werking treden als u te snel vooroverbuigt. 
Door rustig te bewegen kan de veiligheids-
gordel afrollen, zodat u vrij kunt bewegen.
1 Duw het schouderbevestigingspunt 
omlaag terwijl u de ontgrendelknop 
 indrukt.
2 Duw het schouderbevestigingspunt 
omhoog.
Zet het bovenste bevestigingspunt in de 
gewenste positie en laat het los als u een 
klik hoort.
De gordelspanners helpen bij het op 
hun plaats houden v an de inzittenden 
doordat ze de gordels snel strak tegen 
het lichaam aan trekken bij bepaalde 
soorten zware frontale aanrijdingen en 
aanrijdingen van opzij.
De gordelspanners worden niet geactiveerd 
bij lichtere frontale aanrijdingen of aanrijdin-
gen van opzij, bij aanrijdingen van achteren 
of wanneer de auto over de kop slaat.
Vast- en losmaken van de 
veiligheidsgordel
Afstellen van de hoogte van het 
schouderbevestigingspunt van 
de veiligheidsgordel 
(voorstoelen)
A
WAARSCHUWING
■Verstelbaar schouderbevestigings-
punt
Zorg ervoor dat de gordel goed over het 
midden van de schouder ligt. De gordel 
mag niet tegen de nek aanliggen, maar 
ook niet van uw schouder afglijden. Als u 
hier niet voor zorgt, wordt de mate van 
bescherming bij plotseling remmen, uitwij-
ken of een ongeval minder en de kans op 
ernstig letsel groter.
Gordelspanners (voorstoelen 
en buitenste zitplaatsen 
achter
*1)
A
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book  P age 37  Monday, October 7, 2019  3:26 PM 

621-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
■Een baby- of kinderzitje plaatsen 
met behulp van een veiligheids-
gordel
Plaats het baby- of kinderzitje aan de 
hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de ben odigde informatie 
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de 
“voertuiglijst” van de  fabrikant van het 
baby- of kinderzitje voor de diverse 
mogelijke montageposities of doe 
navraag naar de com patibiliteit bij de 
verkoper van het zitje. (Blz. 55, 56)
1 Als het plaatsen van een baby- of 
kinderzitje op de voorpassagiers-
stoel onvermijdelijk is, raadpleeg 
dan Blz. 52 voor het afstellen van 
de voorpassagiersstoel.
2 Zet de rugleuning zo veel mogelijk 
rechtop. Indien er bij het plaatsen 
van een in de rijr ichting geplaatst 
kinderzitje een opening aanwezig is 
tussen het kinderzi tje en de rugleu-
ning, stel de rugl euning dan af tot-
dat het zitje en  de rugleuning goed 
contact maken.
3 Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze d e plaatsing van 
het baby- of kinderzitje hindert. Zet 
anders de hoofdsteun in de hoogste 
stand. ( Blz. 251)
4 Voer de veiligheidsgordel door het 
baby- of kinderzitje en steek de 
gesp in de gordelsluiting. Controleer 
of de gordel niet gedraaid is. Maak 
de veiligheidsgordel goed vast aan  het baby- of kinderzitje aan de hand 
van de bijgesloten handleiding.
5 Als uw baby- of kinderzitje niet is 
voorzien van een vergrendelsys-
teem voor de veiligheidsgordel, zet 
het zitje dan vast met een blokkeer-
clip.
6 Beweeg het baby- of kinderzitje na 
het plaatsen naar a chteren en naar 
voren om te controleren of het goed 
vastzit. ( Blz. 63)
■Verwijderen van een baby- of kin-
derzitje dat is vastgezet met een 
veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordel-
sluiting in en laat de gordel helemaal 
oprollen.
Bij het losmaken van de  gordelsluiting komt 
het baby- of kinderzitje  mogelijk een stukje 
omhoog als gevolg van de terugwerking van 
de zitting. Maak de gordelsluiting los terwijl u 
het baby- en kinderzitje tegenhoudt.
Baby- of kinderzitje vastgezet 
met een veiligheidsgordel
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book  P age 62  Monday, October 7, 2019  3:26 PM 

63
1
1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
De veiligheidsgordel rolt automatisch op. 
Houd de gordel vast, zodat het oprollen rus-
tig gebeurt.
■Als er een baby- of kinderzitje wordt 
geplaatst
U moet bij het plaats en van het zitje mogelijk 
gebruikmaken van een blokkeerclip. Volg de 
aanwijzingen van de fabrikant van het baby- 
of kinderzitje. Als uw zi tje niet over een blok-
keerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige: 
Blokkeerclip voor  baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)■Onderste ISOfix-bevestigingspun-
ten (ISOfix-baby-  of kinderzitje)
Voor de buitenste zitplaatsen achter 
zijn onderste bevestigingspunten aan-
wezig. (Labels ge ven aan waar de 
bevestigingspunten zich in de stoelen 
bevinden.)
■Plaatsing met onderste ISOfix-
bevestigingspunt (ISOfix-baby- of 
kinderzitje)
Plaats het baby- of kinderzitje aan de 
hand van de bijgesl oten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinder-
zitje niet binnen de “universele” catego-
rie valt (of de benodigde informatie 
staat niet in de tabel), raadpleeg dan de 
“voertuiglijst” van de  fabrikant van het 
baby- of kinderzit je voor de diverse 
mogelijke montageposities of doe 
navraag naar de compatibiliteit bij de 
verkoper van het zitje. ( Blz. 55, 56)
1 Zet de rugleuning zo veel mogelijk 
rechtop. Indien er  bij het plaatsen 
van een in de rijrichting geplaatst 
kinderzitje een opening aanwezig is 
tussen het kinderzitje en de rugleu-
ning, stel de rugleuning dan af tot-
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt 
geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht. 
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg 
hebben.
●Laat kinderen niet met de veiligheids-
gordel spelen. Als d e veiligheidsgordel 
om de nek van het kind draait, kan het 
kind stikken of ernstig letsel oplopen. 
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet 
kan worden losgemaakt, knip de gordel 
dan door met een schaar.
●Controleer of de gesp goed in de gor-
delsluiting is vergrendeld en of de veilig-
heidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar 
links en naar rechts en naar voren en 
naar achteren om te controleren of het 
goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat 
het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Controleer als er een zitkussen geplaatst 
is altijd of de schoudergordel over het 
midden van de schouder van het kind 
loopt. De gordel mag  niet langs de nek 
van het kind lopen, maar mag ook niet 
van de schouder van het kind vallen.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of 
kinderzitje altijd d e gebruiksaanwijzing 
van de fabrikant.
Baby- of kinderzitje vastgezet 
met een onderste ISOfix-
bevestigingspunt
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book  P age 63  Monday, October 7, 2019  3:26 PM 

1443-1. Informatie over sleutels
3-1.Informatie over sleutels
Bij de auto worden de volgende sleu-
tels geleverd.
Auto's zonder Smart entry-systeem 
en startknop
Hoofdsleutels
Gebruik van de afstandsbedieningsfunctie 
(  Blz. 146)
Plaatje met sleutelnummer
Auto's met Smart e ntry-systeem en 
startknop
Elektronische sleutels
• Bedienen van het Smart entry-systeem  met startknop ( Blz. 191)
• Gebruik van de afstandsbedieningsfunctie  ( Blz. 146)
Mechanische sleutels Plaatje met sl
eutelnummer
■Aan boord van een vliegtuig
Druk aan boord van een vliegtuig nooit op de 
toetsen van de sleutel met afstandsbedie-
ning. Zorg dat de toetsen niet per ongeluk 
kunnen worden ingedrukt als de sleutel zich 
bijvoorbeeld in uw tas bevindt. Als op de toet-
sen van de sleutel wordt gedrukt, kunnen er 
radiogolven worden uitgezonden die de wer-
king van de vliegtuigsystemen kunnen ver-
storen.
■Leegraken sleutelbatterij
 Auto's zonder Smart entry-systeem en 
startknop
●De standaard levensduur van de batterij is 
1 - 2 jaar.
●De batterij raakt ook ontladen als de sleu-
tel met afstandsbediening niet wordt 
gebruikt. De volgende symptomen geven 
aan dat de batterij van de sleutel met 
afstandsbediening mogelijk ontladen is. 
Vervang de batterij indien nodig. 
( Blz. 603)
• De afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
 Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
●De standaard levensduur van de batterij is 
1 - 2 jaar.
●Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waar-
schuwingssignaal in de auto en wordt er 
een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay als de motor wordt uitge-
zet.
●Schakel de energiebespaarmodus van de 
elektronische sleutel in om te voorkomen 
dat de batterij van de elektronische sleutel 
leegraakt wanneer deze gedurende lan-
gere tijd niet wordt gebruikt. ( Blz. 192)
●Omdat de elektronische  sleutel altijd radio-
golven ontvangt, raakt de batterij ook ont-
laden wanneer de elektronische sleutel 
niet wordt gebruikt. De volgende sympto-
men geven aan dat de batterij van de elek-
tronische sleutel mogel ijk ontladen is. 
Vervang de batterij indien nodig.
• Het Smart entry-systeem met startknop of  de afstandsbediening werkt niet.
• Het detectiegebied wordt kleiner.
• Het ledcontrolelampje in de sleutel gaat  niet branden.
Sleutels
Soorten sleutels
A
B
A
B
C
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book  P age 144  Monday, October 7, 2019  3:26 PM