3964-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer de op dat moment inge-
stelde snelheid hoger is dan de her-
kende snelheidslimiet
Houd de schakelaar -SET ingedrukt.
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschakelen/
uitschakelen via het scherm op het
multi-informatiedisplay. ( Blz. 136)
■De Dynamic Radar Cruise Control kan
worden gebruikt als
●De selectiehendel staat in het 2e bereik of
hoger.
●Afhankelijk van de regelmodus kan dit item
op de volgende snelheden worden inge-
steld:
• Afstandsregelmodus: Ongeveer 30 km/h of
hoger
• Constante-snelheidsregelmodus: Onge- veer 30 km/h of hoger
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na
het accelereren gaat de auto weer rijden met
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid
echter mogelijk af to t onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger
gehandhaafd blijft.
■Selectie schakelstand
Selecteert een schakelstand die past bij de
rijsnelheid. Als het motortoerental te hoog of
te laag is, kan de regeling automatisch wor-
den uitgeschakeld.
■Automatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch
uitgeschakeld in de volgende situaties.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
25 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●De sensor kan niet goed signaleren omdat
hij ergens door bedekt is.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●Als de selectiehendel in de neutraalstand
staat of het koppelingspedaal gedurende
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
Als de afstandsregelmodus om een andere
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem
contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Automatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelhei dsregelmodus wordt
automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
●Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
●Pre Crash Brake-func tie is geactiveerd.
●Als de selectiehendel in de neutraalstand
staat of het koppelingspedaal gedurende
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
Inschakelen/uitschakelen
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist (auto's
met RSA)
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 396 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
397
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als de constante-snelheidsregelmodus om
een andere dan de hierboven genoemde
redenen automatisch uitgeschakeld wordt,
kan er een storing in het systeem aanwezig
zijn. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■De Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist (auto's met RSA)
werkt mogelijk niet goed wanneer
De Dynamic Radar Cruise Control met Road
Sign Assist werkt mogelijk niet goed in situa-
ties waarbij de RSA mogelijk niet goed werkt
of niet goed signaleert ( Blz. 375). Contro-
leer daarom, wanneer u deze functie
gebruikt, het weergegeven verkeersbord met
de snelheidslimiet.
In de onderstaande gevallen wordt de inge-
stelde snelheid mogelij k niet gewijzigd in de
herkende snelheidslimiet door het ingedrukt
houden van de schakelaar +RES/-SET:
●Als er geen informatie over de snelheidsli-
miet beschikbaar is
●Wanneer de herkende snelheidslimiet
gelijk is aan de ingestelde snelheid
●Wanneer de herkende snelheidslimiet bui-
ten het snelheidsbereik van het Dynamic
Radar Cruise Control-systeem ligt
■Werking van de remmen
Er kan een geluid van de remmen hoorbaar
zijn en de reactie van het rempedaal kan ver-
anderen, maar dit duidt niet op een storing.
■Waarschuwingsmeldingen en zoemers
voor Dynamic Radar Cruise Control
Waarschuwingsmeldingen en zoemers wor-
den gebruikt om een systeemstoring aan te
geven of om de bestuurder te informeren dat
hij tijdens het rijden extra moet opletten. Lees
de op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzingen op. ( Blz. 345, 640)
■Omstandigheden waarin de sensor
voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhanke-
lijk van de omstandigheden het rempedaal
wanneer het systeem onvoldoende decele-
reert of bedien het gaspedaal wanneer moet
worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht
niet op de juiste manier signaleert, wordt er mogelijk geen naderi
ngswaarschuwing
( Blz. 394) gegeven.
●Auto's die plotseling voor u invoegen
●Auto's die met lage snelheden rijden
●Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
●Voertuigen met een relatief kleine achter-
zijde (aanhangwagens zonder lading, enz.)
●Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
●Als door omringend verkeer opgeworpen
water of sneeuw de signalering door de
sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver ingezakt
is (omdat er zware lading in de bagage-
ruimte vervoerd wordt, enz.)
●De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 397 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
401
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
1
Als u op de uitschakeltoets drukt,
wordt de constant e-snelheidsrege-
ling uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt ook uitgescha-
keld als het rempedaal of het koppelingspe-
daal (alleen handgeschak elde transmissie)
wordt ingetrapt.
2 Door op de schakelaar +RES te
drukken wordt de constante-snel-
heidsregeling hervat.
Hervatten is mogelijk vanaf een rijsnelheid
hoger dan ongeveer 30 km/h.
■De cruise control kan worden gebruikt
als
●De selectiehendel in stand D staat.
●Auto's met paddle shift-schakelaars: Scha-
kelbereik 4 of hoger of stand D is geselec-
teerd met de paddle shift-schakelaar.
●De rijsnelheid hoger is dan 30 km/h.
■Accelereren na het instellen van de rij-
snelheid
●Er kan normaal met de auto geaccelereerd
worden. Na de acceleratie gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid.
●De ingestelde snelheid kan zelfs worden
verhoogd zonder de cruise control uit te
schakelen door eerst naar de gewenste
snelheid te acceler eren en vervolgens op
de schakelaar -SET te drukken om de
nieuwe snelheid in te stellen.
■Automatisch uitschakelen van de cruise
control
De snelheidsregeling door de cruise control
wordt in de volgende gevallen onderbroken:
●De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan
16 km/h onder de geprogrammeerde rij-
snelheid.
●Werkelijke rijsnelheid is lager dan onge-
veer 30 km/h.
●De VSC is geactiveerd.
●De TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
●Wanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
■Als de waarschuwingsmelding voor de
cruise control op het multi-informatie-
display wordt weergegeven
Druk eenmaal op de cruise control-hoofd-
schakelaar om het systeem uit te schakelen
en druk vervolgens opnieuw op de schake-
laar om het systeem weer in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogram-
meerd of de cruise control direct na het acti-
veren weer wordt uitgeschakeld, is er
mogelijk een defect in het cruise control-sys-
teem aanwezig. Laat de auto controleren
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Uitschakelen en hervatten van
de constante-
snelheidsregeling
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 401 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
403
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Ruime afstelling: Houd de schakelaar inge-
drukt om de snelheid te wijzigen en laat hem
los als de gewenste snelheid is bereikt.
1
Als u op de uitschakeltoets drukt,
wordt de snelheidsbegrenzer uitge-
schakeld.
2 Door op de schakelaar +RES te
drukken wordt de snelheidsbegren-
zer opnieuw geactiveerd.
■Instellen van de rijsnelheid
Als de schakelaar -SET wordt ingedrukt ter-
wijl de auto stilstaat of wanneer de rijsnelheid
30 km/h of lager is, wordt de snelheid inge-
steld op 30 km/h.
■Overschrijden van de ingestelde snel-
heid
In de volgende situaties overschrijdt de rij-
snelheid de ingestelde snelheid en gaat het
multi-informatiedisplay branden:
●Wanneer u het gaspedaal volledig intrapt
●Wanneer u bergaf rijdt (er klinkt ook een
zoemer)
■Automatische uitschakeling snelheids-
begrenzer
De ingestelde snelheid wordt automatisch uit-
geschakeld wanneer de cruise control geacti-
veerd wordt.
■Als het controlelampje van de snel-
heidsbegrenzer dooft en “Speed Limiter
Malfunction Visit Your Dealer” (Storing
in snelheidsbegrenzer. Ga naar uw dea-
ler) wordt weergegeven
Zet de motor af en start de motor weer. Stel
na het weer starten van de motor de snel-
heidsbegrenzer in.
Als de snelheidsbegrenzer niet kan worden
ingesteld, is er mogelijk een storing aanwezig
in het snelheidsbegrenzersysteem. Laat de
auto controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.Uitschakelen en hervatten van
de snelheidsbegrenzer
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 403 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
4044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Multi-informatiedisplay
In-/uitschakelen van de BSM-functie/RCTA.
Indicatoren in buitenspiegel
BSM-functie:
Wanneer een auto wordt gesignaleerd in de
dode hoek van de buitenspiegels of van ach-
teren snel de dode hoek nadert, gaat de
indicator in de buitenspiegel aan die zijde
branden. Als de richtingaanwijzerschake-
BSM (Blind Spot Monitor)*
De Blind Spot Monitor is een sys-
teem met 2 functies:
De BSM-functie (Blind Spot Moni-
tor)
Helpt de bestuurder bij het nemen
van een beslissing als van rijstrook
wordt gewisseld
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert) (indien aanwezig)
Helpt de bestuurder bij het achteruit-
rijden
Deze functies maken gebruik van
dezelfde sensoren.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van de BSM-functie
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De BSM-functie is een aanvullende functie
die de bestuurder er attent op maakt dat er
zich een auto in de dode hoek van de bui-
tenspiegels bevindt of snel van achteren
nadert richting dode hoek. Vertrouw niet
alleen op de BSM-functie. De functie kan
niet beoordelen of u v eilig van rijstrook
kunt wisselen. Wanneer u alleen op de
functie vertrouwt, kan dit leiden tot een
ongeval met ernstig letsel tot gevolg.
Aangezien het systeem onder bepaalde
omstandigheden mogelijk niet goed werkt,
dient de bestuurder altijd zelf de veiligheid
te controleren.
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van de RCTA
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De RCTA is slechts een aanvullende func-
tie die de bestuurder waarschuwt wanneer
er een auto van rechts of links achter de
auto nadert. Aangezien de RCTA onder
bepaalde omstandigheden mogelijk niet
goed werkt, dient de bestuurder altijd zelf
visueel de veiligheid te controleren.
Wanneer u te veel op deze functie ver-
trouwt, kan dit leiden tot een ongeval met
ernstig letsel tot gevolg.
Systeemonderdelen
A
B
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 404 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
405
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
laar wordt bediend in de richting van de zijde
waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de
indicator in de buitenspiegel knipperen.
RCTA:
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, gaan de
indicatoren in beide buitenspiegels knippe-
ren.
Controlelampje BSM/controlelampje
RCTA OFF
Als de Blind Spot Monitor wordt ingescha-
keld, gaat het controlelampje BSM branden.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje RCTA OFF bran-
den.
Weergave monitorscherm (alleen
RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, wordt het
RCTA-icoon (
Blz. 416) voor de desbetref-
fende zijde weergegeven.
RCTA-zoemer (alleen RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die
van rechts of links achter nadert, klinkt er
een zoemer vanachter de achterstoel.
De BSM-functie en de RCTA kunnen
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via
het scherm van het multi-informa-
tiedisplay. ( Blz. 136)
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer kom t mogelijk moeilijk
boven harde geluiden uit, zoals wanneer het
volume van het audiosysteem hoog staat.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Unavaila-
ble” (Blind Spot Monitor niet beschik-
baar), “Rear Cross Traffic Alert
Unavailable” (Rear Cross Traffic Alert
niet beschikbaar) of “RCTA Unavaila-
ble” (RCTA niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display
De sensorspanning is niet in orde of water,
sneeuw, modder, enz. hopen zich mogelijk op
in de buurt rondom de sensor in de achter-
bumper. ( Blz. 413)
Wanneer het water, de sneeuw, de modder,
enz. rondom de sensor worden verwijderd,
moet het systeem weer normaal gaan wer-
ken.
Ook werkt mogelijk de sensor niet normaal bij
extreem warm of koud weer.
■Wanneer “Blind Spot Monitor System
Malfunction Visit Your Dealer” (Storing
in Blind Spot Monitor. Ga naar uw dea-
ler), “Rear Cross Traffic Alert Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Rear
Cross Traffic Alert. Ga naar uw dealer)
of “RCTA Malfunction Visit Your Dealer”
(Storing in RCTA. Ga naar uw dealer) op
het multi-informatiedisplay wordt weer-
gegeven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de
sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 136)In-/uitschakelen van de BSM-
functie/RCTA
C
D
E
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 405 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
417
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Wanneer de Panoramic View Moni-
tor-monitor (indien aanwezig) wordt
weergegeven
: Er is een storing aanwezig in de RCTA
( Blz. 405)
■Detectiegebieden RCTA
Hieronder staan de gebieden aange-
geven waarin auto' s kunnen worden
gesignaleerd.
De zoemer kan de bestuurder waarschuwen
voor snellere auto's die van verder weg
naderen.
Bijvoorbeeld:
■De RCTA werkt wanneer:
De RCTA werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan:
●De RCTA is ingeschakeld.
●De selectiehendel staat in stand R.
●De rijsnelheid is lager dan ongeveer 8 km/
h.
●De rijsnelheid van de naderende auto ligt
tussen ongeveer 8 km/h en 28 km/h.
■Instellen van het zoemervolume
Het zoemervolume kan worden aangepast op
het multi-informatiedisplay. ( Blz. 136)
■Omstandigheden waaronder de RCTA
een auto niet signaleert
De RCTA is niet ontworpen om de volgende
typen voertuigen en/of objecten te signale-
ren.
●Voertuigen die van direct achter de auto
naderen
●Voertuigen die achteruit inparkeren in een
parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van
obstakels
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
Naderende autoSnelheid
Afstand
waarschu-
wing bij bena- dering
Snel28 km/h20 m
Langzaam8 km/h5,5 m
A
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 417 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
419
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
■Locatie en soorten sensoren
Hoeksensoren voor (indien aanwe-
zig)
Binnenste sensoren voor (indien
aanwezig)
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
■Display (multi-informatiedisplay)
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaler en, wordt er een
afbeelding weergege ven op het multi-
informatiedisplay overeenkomstig de
positie van en de afstand tot het object.
Signalering hoeksensor voor (indien
aanwezig)
Signaleren binnenste sensor voor
(indien aanwezig)
*1
Signaleren hoeksensor achter*2
Signaleren binnenste sensor ach-
ter
*2
*1: Weergegeven als de selectiehendel in een rijpositie staat
*2: Weergegeven als de selectiehendel in
stand R staat
■Display (sche rm audiosysteem)
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaler en, wordt er een
afbeelding weergegeven op het scherm
van het navigatiesysteem (indien aan-
wezig) of het sche rm van het multime-
diasysteem (ind ien aanwezig)
overeenkomstig de positie van en de
afstand tot het object.
Toyota Parking Assist-
sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage
wordt gemeten door sensoren en
wordt doorgegeven via het scherm
van het navigati esysteem of het
scherm van het multimediasys-
teem en een zoemer. Controleer bij
gebruik van dit systeem ook altijd
zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
A
B
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 419 Monday, October 7, 2019 3:26 PM