351
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Als de voorligger een
kinderfiets, een fiets
met bepakking, een fiets met iemand ach-
terop of een fiets met een bijzondere vorm
(fiets met een kinderzitje, tandem, enz.)
is
*2
• Als een voetganger of de rijhoogte van een fietser korter is dan ongeveer 1 m of langer
is dan ongeveer 2 m
*2
• Als een voetganger of fietser breed val-lende kleding (regenjas, lange rok, enz.)
draagt, waardoor zijn of haar silhouet
onduidelijk wordt
*2
• Als een voetganger vooroverbuigt of
gehurkt zit of een fietser vooroverbuigt*2
• Als een voetganger of fietser zich snel voortbeweegt*2
• Als een voetgangers een wandelwagentje, rolstoel, fiets of ander voertuig voortduwt*2
• Bij het rijden onder barre weersomstandig-heden, bijvoorbeeld bij zware regenval,
mist, sneeuw of een zandstorm
• Bij het rijden door stoom of rook
• Als er weinig omgevi ngslicht is, zoals tij-
dens de schemering, of 's nachts of in een
tunnel, waardoor een si gnaleerbaar object
bijna dezelfde kleur l ijkt te hebben als zijn
omgeving
• Bij het rijden in een omgeving waarbij de helderheid van het omgevingslicht plotse-
ling verandert, zoals bi j het in- of uitrijden
van een tunnel
• Nadat het hybridesyst eem gestart is, is er
gedurende een bepaalde tijd niet met de
auto gereden
• Bij het afslaan naar links/rechts en gedu- rende een paar seconden na het afslaan
naar links/rechts
• Tijdens het rijden in een bocht en gedu- rende enkele seconden na het rijden in
een bocht
• Wanneer uw auto slipt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat
• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserb lad de camera voor
blokkeert • Er wordt met extreem hoge snelheden
gereden
• Als op een helling wordt gereden
• Wanneer de radarsensor of de camera voor niet goed is uitgelijnd
●In sommige situaties, zoals de onder-
staande, kan wellicht onvoldoende rem-
kracht worden gerealiseerd, waardoor het
systeem mogelijk niet goed werkt:
• Als de remmen niet op volle sterkte kun- nen werken, bijvoorbeeld wanneer de
onderdelen van het remsysteem extreem
koud, extreem heet of nat zijn
• Als de auto niet volgens de voorschriften is onderhouden (remmen of banden zijn in
verregaande mate versleten, onjuiste ban-
denspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op grind of een andere gladde ondergrond
*1: Van toepassing op uitvoeringen voor lan-
den waar geen fietsers kunnen worden
gesignaleerd ( →Blz. 344)
*2: Van toepassing op uitvoeringen voor lan-
den waar voetgangers en/of fietsers kun-
nen worden gesignaleerd ( →Blz. 344)
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld
(→ Blz. 426), worden ook de Pre-Crash
Brake Assist-functie en de Pre-Crash
Brake-functie uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat bran-
den en “VSC Turned Off Pre-Collision
Brake System Unavailable” (VSC uitge-
schakeld, Pre-Crash Brake-systeem niet
beschikbaar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 351 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM