192
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
IUF Zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd ISOFIX- kinderzitje met het gezicht in de rijrichting en een bovenste riem.IL Zitplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel gehomologeerd ISOFIX-kinderzitje:- rug in de rijrichting voorzien van een bovenste riem of een steun,- gezicht in de rijrichting voorzien van een steun,- reiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun.
X: Zitplaats die niet geschikt is voor een kinderzitje of ISOFIX-reiswieg voor de aangegeven gewichtscategorie.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de ISOFIX-bevestigingen en in het bijzonder de bovenste riem.
Veiligheid
193
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
KinderzitjesPlaatsen van een
zitverhoger
Adviezen
De regelgeving met betrekking tot het ver voer van kinderen op de voorpassagiersstoel verschilt per land. Houd u aan de regels die gelden in het land waar u zich bevindt.Schakel de passagiersairbag vóór uit zodra een kinderzitje "met de rug in de rijrichting" op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst. Het kind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Voor een optimale bevestiging van het kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting" is het noodzakelijk dat de afstand tussen de rugleuning van het kinderzitje en de rugleuning van de stoel van de auto zo klein mogelijk is.Voordat u een kinderzitje met rugleuning op een passagiersstoel plaatst, moet u de hoofdsteun van de desbetreffende passagiersstoel verwijderen.Zorg er voor dat de hoofdsteun goed is opgeborgen of vastgemaakt om te voorkomen dat de hoofdsteun bij plotseling remmen een gevaarlijk projectiel wordt.Vergeet niet de hoofdsteun weer aan te brengen nadat u het kinderzitje weer hebt verwijderd.
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij een aanrijding.Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp van de veiligheidsgordel onder het kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt.Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld kan worden, indien nodig naar voren.Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende ruimte tussen de voorstoel en:- het kinderzitje "met de rug in de rijrichting",- de voeten van het kind in het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting".Schuif daartoe de voorstoel naar voren en zet de rugleuning er van, indien nodig, meer rechtop.
Kinderen voorin
Het bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken.Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt.Toyota beveelt aan een zitverhoger met rugleuning te gebruiken voorzien van een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat de achterportieren per ongeluk geopend worden.Zorg er voor dat de achterportierruiten niet verder dan voor 1/3 deel geopend worden.Plaats zonneschermen om jonge kinderen
tegen de zon te beschermen.
5
Veiligheid
194
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
Mechanisch
kinderslot
Vergrendelen
Ontgrendelen
Beide schuifdeuren zijn voorzien van een kinderslot om het openen van binnenuit te verhinderen.
Elektrische kinderbeveiliging
Afstandsbedieningssysteem om te voorkomen dat de achterportieren (schuifdeuren opzij en de achterdeuren met ruiten of de achterklep) van binnenuit kunnen worden geopend.
Het verklikkerlampje van de knop gaat branden in combinatie met een melding die het inschakelen bevestigt.Het lampje blijft branden zolang de elektrische kinderbeveiliging is ingeschakeld.Het blijft mogelijk de portieren van buitenaf te openen.
Het verklikkerlampje van de knop gaat uit in combinatie met een melding die het uitschakelen bevestigt.Het lampje blijft uit zolang de elektrische kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
Inschakelen
F Druk bij ingeschakeld contact op
deze knop.
F Druk nogmaals bij ingeschakeld contact op deze knop.
Uitschakelen
F Draai de knop op de zijkant van de schuifdeur omhoog.
F Draai de rode knop op de zijkant van de schuifdeur omlaag.
Op afstand bedienbaar systeem waarmee wordt voorkomen dat de elektrisch bedienbare schuifdeur(en) van binnenuit kunnen worden geopend.
Veiligheid
195
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
Kinderbeveiliging
van de ruitbediening
achter
Met dit mechanische systeem kan het openen van de zijruit links en/of rechts achter worden voorkomen.
F Vergrendel/ontgrendel het systeem met de afstandsbediening of de reser vesleutel van het Smart entry-systeem met startknop.
Als het lampje een ander signaal geeft, wijst dit op een storing in de elektrische kinderbeveiliging.Laat het nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Bij een zware aanrijding wordt de elektrische kinderbeveiliging automatisch uitgeschakeld.
Dit systeem werkt onafhankelijk van de centrale vergrendeling; gebruik het nooit in plaats daarvan.Rijd niet met geopende schuifdeuren.Controleer bij het aanzetten van het contact altijd de stand van de kinderbeveiliging.Neem vóór het verlaten van de auto altijd de sleutel uit het contact, zelfs voor korte periodes.
5
Veiligheid
381
Applicaties
Weergeven van foto's
Plaats een USB-stick in de USB-aansluiting.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om beschadiging van het systeem te voorkomen.
Het systeem kan mappen en beeldbestanden lezen in de formaten: .tiff ; .gif ; .jpg/jpeg ; .bmp ; .png.
Druk op Applicaties om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op "Foto's".
Selecteer een map.
Selecteer een afbeelding om deze te bekijken.
Druk op deze toets voor informatie over de foto.
Druk op de pijl Terug om één niveau terug te gaan.
Berichten beheren
Druk op Applicaties om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op "SMS".
Selecteer het tabblad "SMS".
Druk op deze toets om de scherminstellingen voor berichten te selecteren.
Druk op deze toets om een ontvanger te zoeken en te selecteren.
Selecteer het tabblad "SMS-berichten".
Druk op deze toets om de scherminstellingen voor berichten te selecteren.
Druk op deze toets om een nieuw bericht te schrijven.
Druk op de prullenbak naast het geselecteerde bericht om het bericht te verwijderen.
Druk op de toets naast het geselecteerde bericht om de secundaire pagina weer te geven.
Druk op deze toets om de bestaande tekst te bewerken en aan te passen.
Druk op deze toets om een nieuw bericht te schrijven.
Druk op de prullenbak om het bericht te verwijderen.
Radio
Een radiozender selecteren
Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op een van de toetsen voor automatisch zoeken naar een radiozender.
Of
Verplaats de cursor om handmatig omhoog en omlaag te scrollen door de frequenties.
Of
Druk op de frequentie.
Voer de waarden van de FM- en AM-band in met het virtuele toetsenbord.
.
Toyota Pro Touch
387
Druk op de toets "TEL" om de secundaire pagina weer te geven.
Druk op "MirrorLinkTM" om de applicatie in het systeem te starten.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt een scherm weergegeven met daarop de eerder op de smartphone gedownloade apps die compatibel zijn met de MirrorLinkTM-technologie.
Tijdens de MirrorLinkTM-weergave blijft het selecteren van de audiobron mogelijk via de schermtoetsen in de bovenste balk van het scherm.De menu's van het systeem kunnen op elk moment worden geopend via de menutoetsen.
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk kan het even duren voordat de apps beschikbaar zijn.
CarPlay®-verbinding voor
smartphones
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als hij via een USB-kabel is aangesloten.
Druk in het systeem op Telefoon om de CarPlay ®-inter face weer te geven.
Of
Als de smartphone al via Bluetooth® is verbonden.
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als hij via een USB-kabel is aangesloten.
Druk op "Telefoon" op het scherm van het systeem om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets "TEL" om naar de secundaire pagina te gaan.
Druk op "CarPlay" om de CarPlay®inter face weer te geven.
Bij het aansluiten van de USB-kabel verbreekt de CarPlay®-functie de Bluetooth®-verbinding van het systeem.
Wanneer de USBkabel wordt losgekoppeld en vervolgens weer aangesloten wordt bij afgezet contact, schakelt het systeem niet automatisch naar Radio Media; de bron moet handmatig worden gewijzigd.
U kunt op elk gewenst moment de navigatie via CarPlay® starten door te drukken op de toets Navigation van het systeem.
Niet via Bluetooth® verbonden telefoon
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als hij via een USB-kabel is aangesloten.
Druk op "Telefoon" op het scherm van het systeem om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op "Android Auto" om de functie in het systeem te activeren.
Bij bepaalde smartphones is het noodzakelijk om de functie "Android Auto" te activeren.
Tijdens de procedure verschijnen verschillende schermen gerelateerd aan bepaalde functies.Accepteer deze om de verbinding tot stand te brengen en te voltooien.
De functie "Android Auto" werkt alleen in combinatie met een compatibele smartphone en compatibele apps.
Android Auto-verbinding
voor smartphones
Download de Android Auto app op de smartphone.
.
Toyota Pro Touch
388
Tijdens het aansluiten van de smartphone op het systeem is het raadzaam de Bluetooth®-functie van de smartphone te activeren
Via Bluetooth® verbonden telefoon
Druk op "Telefoon" op het scherm van het systeem om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets "TEL" om de secundaire pagina weer te geven.
Druk op "Android Auto" om de functie in het systeem te activeren.
Tijdens de Android Auto-weergave blijft het selecteren van de audiobron mogelijk via de schermtoetsen in de bovenste balk van het scherm.De menu's van het systeem kunnen op elk moment worden geopend via de menutoetsen.
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk kan het even duren voordat de apps beschikbaar zijn.
Koppelen van een
Bluetooth®-telefoon
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon en zorg er voor dat deze "zichtbaar is voor iedereen" (configuratie van de telefoon).
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de lijst van gedetecteerde apparaten.
Accepteer op het systeem het verzoek om een verbinding met de telefoon te maken.
Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit vanaf de telefoon of het systeem wordt gedaan: controleer of de door het telefoon en het systeem weergegeven code identiek zijn.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op "Bluetooth zoeken".Er wordt een lijst van de waargenomen telefoons weergegeven.
Selecteer de naam van de telefoon in de lijst.
Als het koppelen niet is gelukt, wordt geadviseerd de Bluetooth-functie van de telefoon even uit te zetten en opnieuw te activeren.
Afhankelijk van het type telefoon heeft u de optie om de overdracht van uw contacten en berichten wel of niet te accepteren.
Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u terugkomt in uw auto met de telefoon waarmee het laatst verbinding is gemaakt, wordt deze automatisch herkend en wordt er binnen ongeveer 30 seconden na het aanzetten van het contact automatisch een koppeling met de telefoon gemaakt (Bluetooth ingeschakeld).
Wijzigen van het verbindingsprofiel:
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets "TEL" om naar de secundaire pagina te gaan.
Druk op "Bluetooth-verbinding" voor het weergeven van een lijst van gekoppelde apparatuur.
Druk op de toets "details” van een gekoppeld apparaat.
Toyota Pro Touch
389
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de telefoon voor:- "Te l" (handsfree-set, uitsluitend telefoon),- "Streaming audio" (streaming: draadloos afspelen van audiobestanden van de telefoon),- "Internetgegevens".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
De mogelijkheid van het systeem om maar één profiel te koppelen hangt af van de telefoon.Als dit niet mogelijk is, worden standaard alle drie de verbindingsprofielen geselecteerd.
De beschikbaarheid van de diensten is afhankelijk van het netwerk, de simkaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparaten. Controleer in de handleiding van de telefoon en in de informatie van uw provider over welke diensten u beschikt.
Profielen die compatibel zijn met het systeem: HFP, OPP, PBAP, A 2DP, AVRCP, MAP en PAN.
Kijk op de website van het merk voor meer informatie (compatibiliteit, aanvullende instructies, enz.).
Beheer van telefoonverbindingen
Met behulp van deze functie kan een apparaat met het systeem worden verbonden of de verbinding worden verbroken, en kan een koppeling ongedaan worden gemaakt.
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets "TEL" om naar de secundaire pagina te gaan.
Druk op "Bluetooth-verbinding" voor het weergeven van een lijst van gekoppelde apparatuur.
Selecteer de naam van de telefoon in de lijst om de koppeling ongedaan te maken.Druk er nogmaals op om de telefoon weer te koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Druk op het prullenbaksymbool rechts boven op het scherm om een prullenbak naast de geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op het prullenbaksymbool naast de naam van de telefoon te verwijderen.
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet onder het rijden.Parkeer de auto.Gebruik de toetsen op het stuur wiel om te bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale toetsenbord.
Of
Druk op "Ophangen".
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op de toets TEL op het stuur om het gesprek aan te nemen.
En
houd de toets
TEL op het stuur wiel langer ingedrukt om het gesprek te weigeren.
.
Toyota Pro Touch