165
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
In deze stand wordt bij het wegrijden veel wielslip toegestaan bij het wiel met de minste grip, zodat de modder van de band wordt ver wijderd en het wiel ver volgens weer grip krijgt. Er wordt zo veel mogelijk koppel naat het wiel met de meeste grip overgebracht.Tijdens het optrekken verdeelt het systeem de wielslip zodanig dat de handelingen van de bestuurder zo veel mogelijk effect hebben.(regeling actief tot 80 km/h)
F Zet de draaiknop in deze stand.
In deze stand is het gelijktijdig licht doorslippen van de aangedreven wielen toegestaan, zodat de auto vooruit komt en het risico van ingraven wordt beperkt.(regeling actief tot 120 km/h)
F Zet de draaiknop in deze stand.
Activeer op zand geen andere standen, hierdoor bestaat de kans dat de auto vast komt te zitten in het terrein.
U kunt een aantal functies van het ESP (antispinregeling en dynamische stabiliteitscontrole) uitschakelen door de draaiknop in de stand "OFF" te draaien.Deze functies worden automatisch weer ingeschakeld vanaf 50 km/h of als het contact opnieuw wordt aangezet.
Off road (modder, nat gras enz.)Zand
Tips voor het rijden
Uw auto is hoofdzakelijk ontworpen voor het gebruik op verharde wegen, maar u kunt er ook mee uit de voeten op minder goed begaanbare wegen.Uw auto is echter geen terreinauto, en is niet ontworpen voor de volgende omstandigheden:- het rijden in terreinen die de onderzijde van de auto zouden kunnen beschadigen of waarin onderdelen (brandstofleiding, brandstofkoeler, ...) geraakt zouden kunnen worden door stenen of andere objecten,- het rijden in terrein met steile hellingen en weinig grip,- het door waden van beekjes en stroompjes, enz.
5
Veiligheid
166
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
Veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels vóórOmdoen
Losmaken
F Druk op de rode knop van de gordelsluiting.F Houd de gordel vast ter wijl deze zich oprolt.
De veiligheidsgordels vóór zijn voorzien van een pyrotechnische gordelspanner en een spankrachtbegrenzer.Deze systemen zorgen voor extra bescherming van de bestuurder en passagier bij frontale en zijdelingse aanrijdingen. Bij een krachtige aanrijding zorgen de pyrotechnische gordelspanners ervoor dat de veiligheidsgordels stevig tegen de lichamen van de inzittenden worden getrokken.De pyrotechnische gordelspanners zijn actief zodra het contact wordt aangezet.De spankrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegen het lichaam van de inzittenden getrokken wordt en bevordert daarmee de veiligheid.
Hoogteverstelling
Het schoudergedeelte van de gordel moet in het holle gedeelte van de schouder vallen.
F Beweeg de knop A omlaag en schuif het bevestigingspunt omlaag om het lager te plaatsen.F Schuif het bevestigingspunt omhoog om het hoger te plaatsen.
F Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting.F Controleer of de gordel goed is vastgemaakt door even aan de riem te trekken.
Veiligheid
169
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
Adviezen
Bij aanrijdingen
De gordelspanners kunnen, afhankelijk van de aard en de kracht van de aanrijding, vóór en onafhankelijk van de airbags afgaan. Het activeren van de gordelspanners gaat gepaard met wat onschadelijke rook en een knal, als gevolg van de activering van de pyrotechnische lading die in het systeem is geïntegreerd.In alle gevallen gaat het verklikkerlampje van de airbag branden.Laat na een aanrijding de veiligheidsgordels nakijken en indien nodig vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Voor een effectieve werking van de veiligheidsgordel:- dient deze strak om het lichaam te worden gedragen,- moet deze in een vloeiende beweging naar voren worden getrokken, zonder dat de gordel gedraaid raakt,- mag deze door niet meer dan één persoon worden gedragen,- mag deze geen beschadigingen of rafels vertonen,- mag er om te voorkomen dat de gordel niet goed werkt, niets aan worden gewijzigd.Vanwege de wettelijke veiligheidsvoorschriften moeten werkzaamheden en controles aan de veiligheidsgordels worden uitgevoerd door h e t To y o t a-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats, die tevens voor de garantie zorgt en de werkzaamheden volgens de voorschriften uitvoert.Laat uw veiligheidsgordels regelmatig nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige, vooral wanneer ze tekenen van beschadiging vertonen.Reinig de veiligheidsgordels met zeepsop of een reinigingsmiddel voor textiel, verkrijgbaar bij het Toyota-netwerk.Controleer na het neerklappen of verstellen van een stoel of de achterbank of de gordel zich op de juiste plaats bevindt en goed is opgerold.
Voorschriften voor kinderen
Maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan 1,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje.De veiligheidsgordel mag door niet meer dan één persoon gedragen worden.Laat nooit een kind op schoot zitten tijdens het rijden.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over kinderzitjes.
Alvorens te gaan rijden dient de bestuurder te controleren of alle passagiers hun veiligheidsgordel goed hebben omgedaan en vastgemaakt.Zorg er voor dat alle inzittenden tijdens het rijden hun veiligheidsgordel dragen, ook al betreft het een korte rit.Draai de gespen van de veiligheidsgordels niet om; de gordels zijn dan niet voldoende effectief.De veiligheidsgordels zijn voorzien van een oprolautomaat die er voor zorgt dat de lengte van de gordel automatisch wordt aangepast aan de lichaamsbouw van de gebruiker. De gordel wordt automatisch opgerold als deze niet wordt gebruikt.Controleer zowel voor en na het gebruik van de gordel of deze goed is opgerold.De heupgordel moet zo laag mogelijk op het bekken worden geplaatst.De schoudergordel moet langs het holle gedeelte van de schouder worden geplaatst.De oprolautomaten zijn voorzien van een automatische blokkeerinrichting die in werking treedt bij een aanrijding, een noodstop of het over de kop slaan van de auto. U kunt de blokkeerinrichting
deblokkeren door stevig aan de riem te trekken en deze weer los te laten, zodat de riem weer een stukje wordt opgerold.
5
Veiligheid
176
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
Passagiersstoel in de hoogste stand en zo ver mogelijk naar achteren.
"Met de rug in de rijrichting"
Kinderzitje op de passagiersstoel voor*
"Met het gezicht in de rijrichting"
Let erop dat de veiligheidsgordel goed aansgespannen is.Zorg er bij kinderzitjes met een steun voor dat de steun goed contact maakt met de vloer. Verstel de passagiersstoel als dit niet het geval is.
Wanneer een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de passagiersstoel voor wordt geplaatst, moet de stoel zo ver mogelijk naar achteren worden geschoven, en in de hoogste stand en met de rugleuning rechtop worden gezet.De frontairbag aan passagierszijde moet zijn uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan het kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Wanneer een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting op de passagiersstoel voor wordt geplaatst, moet de stoel zo ver mogelijk naar achteren worden geschoven, en in de hoogste stand en met de rugleuning rechtop worden gezet en mag de frontairbag aan passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
* Raadpleeg de wetgeving in uw land alvorens u een kinderzitje op deze zitplaats bevestigt.
Veiligheid
178
AR
BGНИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АК ТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦ А. Това може да причини СМЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето.
CSNIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí nebezpečí SMRTI DÍTĚTE nebo VÁ ŽNÉHO ZR ANĚNÍ.
DABrug ALDRIG en bagudvendt barnestol på et sæde, der er beskyttet af en AKTIV AIRBAG. BARNET risikerer at blive ALVORLIGT K VÆSTET eller DR ÆBT.
DEMontieren Sie auf einem Sitz mit AKTIVIERTEM Front-Airbag NIEMALS einen Kindersitz oder eine Babyschale entgegen der Fahr trichtung, das Kind könnte schwere oder sogar tödliche Verletzungen erleiden.
ELΜη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από ΜΕΤΩΠΙΚΟ αερόσακο που είναι ΕΝΕΡΓΟΣ. Αυτό μπορεί να έχει σαν συνέπεια το ΘΑΝΑΤΟ ή το ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ του ΠΑΙΔΙΟΥ
ENNEVER use a rear ward facing child restraint on a seat protected by an ACTIVE AIRBAG in front of it, DEATH or SERIOUS INJURY to the CHILD can occur
ESNO INSTAL AR NUNCA un sistema de retención para niños de espaldas al sentido de la marcha en un asiento protegido mediante un AIRBAG frontal ACTIVADO, ya que podría causar lesiones GR AVES o incluso la MUERTE del niño.
ETÄrge MITTE KUNAGI paigaldage “seljaga sõidusuunas“ lapseistet juhi kõr valistmele, mille ESITURVAPADI on AKTIVEERITUD. Tur vapadja avanemine võib last TÕSISELT või ELUOHTLIKULT vigastada.
FIÄL Ä KOSK A AN aseta lapsen tur vaistuinta selkä ajosuuntaan istuimelle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu TURVAT Y YNY. Sen laukeaminen voi aiheuttaa L APSEN KUOLEMAN tai VAK AVAN LOUKK A ANTUMISEN.
FRNE JAMAIS installer de système de retenue pour enfants faisant face vers l’arrière sur un siège protégé par un COUSSIN GONFL ABLE frontal ACTIVÉ.Cela peut provoquer la MORT de l’ENFANT ou le BLESSER GR AVEMENT
HRNIK ADA ne postavljati dječju sjedalicu leđima u smjeru vožnje na sjedalo zaštićeno UKLJUČENIM prednjim ZR AČNIM JASTUKOM. To bi moglo uzrokovati SMRT ili TEŠKU OZLJEDU djeteta.
HUSOHA ne használjon menetiránynak háttal beszerelt gyermekülést AKTIVÁLT (BEK APCSOLT) FRONTLÉGZSÁKK AL védett ülésen. Ez a gyermek HAL ÁL ÁT vagy SÚLYOS SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
ITNON installare MAI seggiolini per bambini posizionati in senso contrario a quello di marcia su un sedile protetto da un AIRBAG frontale ATTIVATO. Ciò potrebbe provocare la MORTE o FERITE GR AVI al bambino.
LTNIEK ADA neįrenkite vaiko prilaikymo priemonės su atgal atgręžtu vaiku ant sėdynės, kuri saugoma VEIKIANČIOS priekinės ORO PAGALVĖS. Išsiskleidus oro pagalvei vaikas gali būti MIRTINAI arba SUNKIAI TR AUMUOTAS.
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
Veiligheid
193
Proace_nl_Chap05_securite_ed01-2019
KinderzitjesPlaatsen van een
zitverhoger
Adviezen
De regelgeving met betrekking tot het ver voer van kinderen op de voorpassagiersstoel verschilt per land. Houd u aan de regels die gelden in het land waar u zich bevindt.Schakel de passagiersairbag vóór uit zodra een kinderzitje "met de rug in de rijrichting" op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst. Het kind kan anders bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Voor een optimale bevestiging van het kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting" is het noodzakelijk dat de afstand tussen de rugleuning van het kinderzitje en de rugleuning van de stoel van de auto zo klein mogelijk is.Voordat u een kinderzitje met rugleuning op een passagiersstoel plaatst, moet u de hoofdsteun van de desbetreffende passagiersstoel verwijderen.Zorg er voor dat de hoofdsteun goed is opgeborgen of vastgemaakt om te voorkomen dat de hoofdsteun bij plotseling remmen een gevaarlijk projectiel wordt.Vergeet niet de hoofdsteun weer aan te brengen nadat u het kinderzitje weer hebt verwijderd.
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij een aanrijding.Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp van de veiligheidsgordel onder het kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten, worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt.Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld kan worden, indien nodig naar voren.Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende ruimte tussen de voorstoel en:- het kinderzitje "met de rug in de rijrichting",- de voeten van het kind in het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting".Schuif daartoe de voorstoel naar voren en zet de rugleuning er van, indien nodig, meer rechtop.
Kinderen voorin
Het bovenste gedeelte van de veiligheidsgordel moet over de schouder van het kind liggen zonder de hals te raken.Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt.Toyota beveelt aan een zitverhoger met rugleuning te gebruiken voorzien van een gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,- de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.Gebruik de kindersloten om te voorkomen dat de achterportieren per ongeluk geopend worden.Zorg er voor dat de achterportierruiten niet verder dan voor 1/3 deel geopend worden.Plaats zonneschermen om jonge kinderen
tegen de zon te beschermen.
5
Veiligheid
197
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Voor een lange levensduur van uw auto en voor uw eigen veiligheid is het raadzaam om de volgende voorzorgsmaatregelen te nemen bij het gebruik van de auto:
Laad de auto op de juiste
wijze
Het gewicht van de lading en de auto mag niet hoger zijn dan het maximaal toegestane treingewicht.Om te voorkomen dat de auto uit balans
raakt, moet de lading gecentreerd worden en moet de zwaarste lading op de vloer vóór de achter wielen, worden geplaatst.
Manoeuvreer voorzichtig en
met lage snelheid
De afmetingen van deze auto, in de breedte, hoogte en lengte, verschillen sterk van een personenauto. Daardoor zijn bepaalde obstakels lastig te zien.Rijd langzaam tijdens het manoeuvreren.Controleer alvorens te draaien of er zich halver wege de hoogte van de auto geen obstakels bevinden naast de auto.Controleer alvorens achteruit te rijden met name of er zich geen hooggeplaatste obstakels bevinden achter de auto.Wees erop bedacht dat bijvoorbeeld ladders de buitenmaten van de auto vergroten.
Ver voer geen zware voor werpen op het imperiaal.Ook mag de maximale belasting van de verankeringspunten van het imperiaal niet worden overschreden. Houd u aan de maximaal toegestane belasting zoals die door het Toyota-netwerk is gecommuniceerd.De lading moet stevig zijn vastgezet.Niet goed vastgezette lading in de laadruimte kan het rijgedrag van de auto negatief beïnvloeden en vergroot zo de kans op een ongeval.Als uw auto is voorzien van een laadbak, zorg er dan voor dat de lading niet hoger of breder is dan de auto zelf.
Rijd voorzichtig en efficiënt
Neem de bochten met lage snelheid.Anticipeer op het remmen, want de remweg is langer, met name op nat of glad wegdek.Wees bedacht op zijwind.Door milieuvriendelijk te rijden kunt u liters brandstof besparen: accelereer geleidelijk, anticipeer op het remmen en pas uw snelheid aan de situatie aan.Geef ruim van te voren richting aan zodat andere weggebruikers hierop kunnen anticiperen.
Ga zorgvuldig om met de
auto
De banden moeten minimaal de op de sticker aangegeven spanning hebben; op lange ritten is het raadzaam de bandenspanning met 0,2 - 0,3 bar te verhogen.Controleer voordat u een portier sluit of het portier ongehinderd kan worden gesloten en begeleid ver volgens het portier door het met een gematigde snelheid te sluiten.
6
Rijden
198
Proace_nl_Chap06_conduite_ed01-2019
Bij het trekken van een aanhanger
Gewichtsverdeling
F Verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig, plaats zware voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en houd u aan de toegestane kogeldruk.Door een geringere luchtdichtheid nemen de prestaties van de motor af als men op grotere hoogte boven de zeespiegel komt. Trek boven de 1000 m 10% van het maximale aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke volgende 1000 m.
Zijwind
F Houd er rekening mee dat de zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
Koeling
Het trekken van een aanhanger op een helling veroorzaakt een hogere koelvloeistoftemperatuur.De koelventilator wordt elektrisch bediend en is niet afhankelijk van het motortoerental.F Pas uw snelheid aan om het toerental te beperken.Het maximale aanhangergewicht is afhankelijk van het hellingspercentage en de buitentemperatuur.Let in elk geval goed op de aanwijzing van de koelvloeistoftemperatuurmeter.
F Als het waarschuwingslampje van de koelvloeistoftemperatuur gaat branden in combinatie met het waarschuwingslampje STOP, stop dan zo snel mogelijk en zet de motor af.
Remmen
Het trekken van een aanhanger verlengt de remweg.Vermijd langdurig gebruik van de remmen om te voorkomen dat de remmen over verhit raken. In dat geval is het raadzaam om op de motor af te remmen.
Banden
F Controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en breng deze indien nodig op de juiste waarde.
Verlichting
F Controleer de verlichting van de aanhanger en de hoogteverstelling van de koplampen van uw auto.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de gewichten.
Om bij het gebruik van een originele Toyota-trekhaak het onnodig activeren van het geluidssignaal te voorkomen, wordt de parkeerhulp achter hierbij automatisch uitgeschakeld.
Als de buitentemperatuur hoog is, is het raadzaam de motor, als de auto stilstaat, 1 tot 2 minuten stationair te laten draaien om de koeling te vergemakkelijken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de handmatige hoogteverstelling van de koplampen.
Rijden