322
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■ECB (elektronisch geregeld rem-
systeem)
Het elektronisch geregelde remsys-
teem genereert remkracht overeen-
komstig de bediening van de remmen.
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat
het rempedaal is ingetrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een
noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad
wegdek.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren.
■VDIM (Vehicle Dynamics Integra-
ted Management)
Zorgt voor een geïntegreerde regeling
van de ABS-, BA-, TRC-, VSC-, Hill
Start Assist Control- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de remkracht,
het vermogen van het brandstofcelsys-
teem, de stuurbekrachtiging en de
overbrengingsverhouding van de
stuurinrichting aan te passen
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties
tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende
systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandighe-
den daar om vragen. Houd er
echter rekening mee dat dit aan-
vullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op
deze systemen als u de auto
bedient.
Overzicht van de
ondersteunende systemen
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 322 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
327
5
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden over-
schreden wordt (bijvoorbeeld versleten
banden op een weg die bedekt is met
sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking kan
langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de remweg
van de auto te verkorten. Houd altijd vol-
doende afstand tot uw voorligger, met
name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met grind,
zand en dergelijke, of op besneeuwde
wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettingen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet
als het TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Cor-
nering Assist. De Active Cornering
Assist werkt mogelijk niet effectief bij het
accelereren op een helling of bij het rij-
den op een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelij k tijdelijk gestopt
om een goede werking van de remmen,
TRC en VSC te garanderen.
■De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start
Assist Control. De Hill Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de
Hill Start Assist Control niet bedoeld om
de auto gedurende langere tijd op zijn
plaats te houden. Gebruik de Hill Start
Assist Control niet om de auto op een
helling op zijn plaats te houden omdat
dat kan leiden tot een ongeval.
■Als de TRC/het ABS/de VSC is geacti-
veerd
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rij-
gedrag kan leiden tot ongevallen. Wees
bijzonder voorzichtig als het controle-
lampje knippert.
■Als het TRC/VSC-systeem is uitge-
schakeld
Wees zeer voorzichti g en pas uw snelheid
aan de conditie van het wegdek aan.
Schakel de TRC en de VSC alleen in
geval van nood uit, aangezien deze syste-
men zorgdragen voor de voertuigstabiliteit
en het aandrijfvermogen.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 327 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
339
6
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende
geuren van binnen en buiten de auto in het
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit
de uitstroomopeningen komt niet lekker
ruikt.
●Om geuren die bij het inschakelen van de
airconditioning optreden te onderdrukken,
wordt de luchtcirculatiemodus mogelijk
gewijzigd om lucht naar de voeten te bla-
zen of stopt het systeem kortstondig met
lucht blazen direct nadat de airconditioning
in de automatische modus wordt ingescha-
keld.
●Bij het parkeren schakelt het systeem
automatisch de buitenluchtmodus in voor
een betere luchtcirculatie in de auto, wat
helpt om geuren bij het starten van de auto
te verminderen.
■Interieurfilter
→ Blz. 320
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: →Blz. 485)
1 Druk op de toets AUTO op het
bedieningspaneel voor de aircondi-
tioning.
2 Wijzig de ingestelde temperatuur.
3 Druk op de toets OFF op het bedie-
ningspaneel voor de airconditioning
om de werking te beëindigen.
Als de instelling van de aanjagersnel-
heid of de luchtcirculatiemodi worden
bediend, dooft het controlelampje van
de automatische modus. De automati-
sche modus blijft echter ingeschakeld
voor de andere functies dan die worden
bediend.
■Gebruik van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch
geregeld op basis van de gekozen tempera-
tuur en de omgevingscondities.
Direct na het indrukken van de schakelaar
voor de automatische modus kan de aanja-
ger even worden uitgeschakeld tot er vol-
doende warme of koude lucht voorhanden is.
WAARSCHUWING
■Voorkomen dat de voorruit beslaat
Gebruik de schakelaar voor de voorruitont-
waseming niet in combinatie met koele
lucht bij zeer vochtig weer.
Het verschil tussen de buitentemperatuur
en de temperatuur van de voorruit zorgt
ervoor dat de buitenkant van de voorruit
beslaat, waardoor het zicht wordt belem-
merd.
■Als de buitenspiegelverwarming
ingeschakeld is
Raak het spiegeloppervlak van de buiten-
spiegels niet aan wanneer de buitenspie-
gelverwarming is ingeschakeld.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat, als het brandstofcelsysteem is uitge-
schakeld, de aircondi tioning niet langer
ingeschakeld dan noodzakelijk is.
Gebruik van de automatische
modus
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 339 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
362
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
• Knippert eens per seconde herhaal-delijk (oranje)
• Knippert continu 3 keer herhaaldelijk (oranje)
• Knippert continu 4 keer herhaaldelijk (oranje)■De draadloze lader kan worden bediend
als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
■Bruikbare draagbare apparaten
●Standaard Wireless Qi-laders kunnen wor-
den gebruikt voor draagbare apparaten.
Niet voor alle standaard Qi-apparaten is
echter compatibiliteit gegarandeerd.
●De draadloze lader is bedoeld voor draag-
bare apparaten met een laag vermogen
van niet meer dan 5 W, zoals mobiele tele-
foons en smartphones.
■Wanneer er hoesjes of accessoires aan
de draagbare apparaten zijn bevestigd
Laad niet op wanneer er een hoesje of
accessoire aan het draagbare apparaat is
bevestigd dat niet compatibel is met Qi.
Afhankelijk van het type hoesje of accessoire
kan het zijn dat het laden niet mogelijk is.
Verwijder het hoesje of accessoire als het
draagbare apparaat op het laadgebied is
geplaatst, ook al wordt er niet geladen.
■Tijdens het laden is via AM-radio ruis te
horen
Schakel de draadloze lader uit en controleer
of de ruis is afgenomen. Als de ruis afneemt,
druk dan gedurende 2 seconden op de voe-
dingsschakelaar van de draadloze lader.
Hiermee kan de frequentie van de lader wor-
den gewijzigd en de ruis worden verminderd.
In dat geval gaat ook de werkingsindicator 2
keer oranje knipperen.
■Belangrijke punten met betrekking tot
de draadloze lader
●Als de elektronische sleutel niet in het inte-
rieur kan worden gesignaleerd, kan er niet
worden geladen. Wanneer het portier
wordt geopend en gesloten, wordt het
laden mogelijk tijdelijk onderbroken.
●Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat warmer.
Dit duidt echter niet op een storing.
Wanneer een draagbaar apparaat tijdens
het laden warm wordt, stopt het laden
mogelijk als gevolg van de beschermings-
functie van het draagbare apparaat. In dit
geval kunt u weer laden nadat de tempera-
tuur van het draagbare apparaat aanmer-
kelijk is afgenomen.
Vermoedelijke
oorzakenOplossing
Fout in communicatie
tussen auto en lader.
Neem contact op met
een erkende Toyota-
dealer of herstel-
ler/reparateur of een
andere naar beho-
ren gekwalificeerde
en uitgeruste des-
kundige.
Vermoedelijke oorzakenOplossing
Er bevindt zich een
vreemde substantie
tussen het draag-
bare apparaat en het
laadgebied.
Verwijder de
vreemde substantie.
Het draagbare appa-
raat is niet synchroon
doordat het van het
midden van het laad-
gebied is geschoven.Plaats het draagbare
apparaat in het mid-
den van het laadge-
bied.
Vermoedelijke oorzakenOplossing
De temperatuur in de
draadloze lader stijgt.
Stop direct met laden
en start het laden
weer na een poos te
hebben gewacht.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 362 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
435
8
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Waarschuwingsmeldingen
De hieronder uitgelegde waarschuwingsmel-
dingen verschillen mogelijk van de werkelijke
meldingen overeenkomstig de bedrijfscondi-
ties en voertuigspecificaties.
■Waarschuwingszoemer
Er klinkt mogelijk een zoemer wanneer er
een melding wordt weergegeven.
In sommige gevallen is de zoemer niet hoor-
baar door omgevingsgeluiden of geluid van
het audiosysteem.
■Als “FCV System Stopped Steering
Power Low” (Brandstofcelsysteem uit-
geschakeld. Weinig stuurbekrachtiging)
wordt weergegeven
Deze melding wordt weergegeven als het
brandstofcelsysteem word t uitgeschakeld tij-
dens het rijden.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebrui-
kelijk, houd het dan stevig vast en oefen
meer kracht uit dan anders.
■Als “FCV System High Temp. FCV
Power Reduced” (Temperatuur brand-
stofcelsysteem te hoog. Vermogen
brandstofcelsysteem gereduceerd.) of
“FCV Power Reduced Due to Excessive
Acceleration” (Vermogen brandstofcel-
systeem gereduceerd als gevolg van
overmatige acceleratie) wordt weerge-
geven
1 Minder vaart en houd daarbij de veilig-
heid in het oog. Blijf enkele minuten zo
rijden.
2 Als de melding na een poosje verdwijnt,
kan er weer normaal met de auto worden
gereden, aangezien hij slechts tijdelijk
oververhit was.
Deze melding wordt mogelijk weergegeven
tijdens het rijden onder zware omstandighe-
den. (Bijvoorbeeld wanneer u een lange
steile helling op rijdt.)
■Als “FCV Power Significantly Redu-
ced” (vermogen brandstofcelsysteem
aanmerkelijk gereduceerd) wordt weer-
gegeven
Het uitgangsvermogen van het brandstofcel-
systeem is sterk beperkt. Neem, als dit regel-
matig wordt weergegeven, contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “FCV Sys. OFF Due to Cold Stop in
Safe Place See Owner’s Manual”
(brandstofcelsysteem UIT ten gevolge
van kou, stop op een veilige plaats, zie
handleiding) wordt weergegeven
Het brandstofcelsysteem is bevroren en kan
niet worden gestart. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Als er een
waarschuwingsmelding
wordt weergegeven
Het multi-informatiedisplay waar-
schuwt bij systeemstoringen en
onjuist uitgevoerde handelingen,
of geeft meldingen over noodza-
kelijk onderhoud weer. Voer de
juiste corrigerende maatregelen
uit wanneer er een melding wordt
weergegeven.
Als een waarschuwingsmelding
weer wordt weergegeven na het
uitvoeren van de volgende hande-
lingen, neem dan contact op met
een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Als tevens een waarschuwings-
lampje gaat branden of knippert
terwijl er een waarschuwingsmel-
ding wordt weergegeven, tref dan
corrigerende maatregelen over-
eenkomstig het waarschuwings-
lampje. ( →Blz. 425)
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 435 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
436
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Als “Stop Vehicle in a Safe Place Push
P Switch” (Breng de auto op een veilige
plaats tot stilstand. Druk schakelaar
stand P in.) wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing aanwezig in het
brandstofcelsysteem of de selectiehendel
heeft lange tijd in stand N gestaan. Breng de
auto onmiddellijk tot stilstand en neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Als “Shift Out of N Release Accelerator
Before Shifting” (Zet selectiehendel in
andere stand dan N. Laat vóór het scha-
kelen het gaspedaal los) wordt weerge-
geven
Het gaspedaal wordt ingetrapt terwijl de
selectiehendel in stand N staat.
Laat het gaspedaal los en zet de selectiehen-
del in stand D of R.
■Als “Press brake when vehicle is stop-
ped FCV system may overheat” (Trap
rempedaal in wanneer auto stilstaat.
Brandstofcelsysteem is mogelijk over-
verhit) wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk weergegeven
wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt om
de auto op een helling op zijn plaats te hou-
den, enz. Het brandstofcelsysteem kan over-
verhit raken. Laat het gaspedaal los en trap
het rempedaal in.
■Als “Auto Power OFF to Conserve Bat-
tery” (Auto power off-functie ingescha-
keld om accu te sparen) wordt
weergegeven
Het contact is UIT gezet door de automati-
sche power off-functie. Bedien de volgende
keer dat u het brandstofcelsysteem start het
brandstofcelsysteem gedurende ongeveer 5
minuten om de 12V-accu op te laden.
■Als “Headlight System Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in de onderstaande
systemen aanwezig. Laat de auto onmiddel-
lijk nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
●De led-koplampen
●De automatische verticale koplampverstel-
ling
●AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
●AHB (Automatic High Beam) (indien aan-
wezig)
■Als “Radar Cruise Control Temporarily
Unavailable See Owner’s Manual”
(Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem tijdelijk niet beschikbaar, zie hand-
leiding) wordt weergegeven
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik word t tijdelijk uitgescha-
keld of tot het in de melding aangegeven
probleem is opgelost. (O orzaken en oplossin-
gen: → Blz. 217)
■Als “Radar Cruise Control Unavailable”
(Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem niet beschikbaar) wordt weergege-
ven
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik kan ti jdelijk niet gebruikt
worden. Gebruik het systeem wanneer dit
weer beschikbaar is.
■Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de camera voor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost.
( → Blz. 217, 425)
●PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
●LTA (Lane Tracing Assist)
●AHS (Adaptive High Beam-systeem)
(indien aanwezig)
●Automatic High Beam-systeem (indien
aanwezig)
●RSA (Road Sign Assist)
●Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik
■Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de radarsensor
aanwezig is
De onderstaande systemen worden mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost.
( → Blz. 217, 425)
●PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
●LTA (Lane Tracing Assist)
●Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 436 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
437
8
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Als “Shift System Malfunction Shifting
Unavailable Drive to a Safe Place and
Stop” (Storing in schakelsysteem.
Schakelen niet mogelijk. Rijd naar een
veilige plek en breng de auto tot stil-
stand.) of “Shift System Malfunction
Driving Unavailable” (Storing in scha-
kelsysteem. Rijden is niet mogelijk)
wordt weergegeven
Er zit een storing in de schakelregeling. Laat
de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als er een melding wordt weergegeven
dat de selectiehendel moet worden
bediend
Om te voorkomen dat de selectiehendel in de
verkeerde stand wordt gezet of dat de auto
onverwachts in beweging komt, kan op het
multi-informatiedisplay een melding worden
weergegeven die u verzoekt om de selectie-
hendel in een andere stand te zetten. Volg in
dat geval de instructie van de melding en zet
de selectiehendel in de aangegeven stand.
■Als er een melding wordt weergegeven
dat u naar uw erkende Toyota-dealer
moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven, is
defect. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als er een melding wordt weergegeven
dat de handleiding moet worden
geraadpleegd
●Als een van de onderstaande meldingen
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay, kan dit duiden op een storing.
Laat de auto onmiddellijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• “Smart Entry & Start System Malfunction See Owners Manual” (storing Smart entry-
systeem met startknop. Zie handleiding)
• “P Switch Malfunction Apply Parking Brake Securely When Parking See Owner’s
Manual” (Storing in schakelaar stand P.
Activeer parkeerrem goed bij het parkeren.
Zie handleiding) • “Shift System Malfunction Apply Parking
Brake Securely When Parking See
Owner’s Manual” (Storing in schakelsys-
teem. Activeer parkeerrem goed bij het
parkeren. Zie handleiding)
• “Shift System Unavailable Apply Parking Brake Securely When Parking See
Owner’s Manual” (Schakelsysteem niet
beschikbaar. Activeer parkeerrem goed bij
het parkeren. Zie handleiding)
• “Shift System Malfunction See Owner’s Manual” (Storing in schakelsysteem. Zie
handleiding)
• “Shift System Malfunction Stop in a Safe Place See Owner’s Manual” (Storing in
schakelsysteem. Breng auto op veilige
plaats tot stilstand. Zie handleiding)
• “Battery Low Shifting Unavailable See Owner’s Manual” (Accu bijna leeg. Scha-
kelen niet mogelijk. Zie handleiding)
• “FCV system malfunction” (storing in brandstofcelsysteem)
• “Traction battery syst em malfunction” (sys-
teemstoring tractiebatterij)
• “Accelerator System Malfunction” (sys- teemstoring gaspedaal)
●Als een van de onderstaande meldingen
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay, kan dit duiden op een storing.
Breng de auto onmiddellijk tot stilstand en
neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
• “Braking Power Low Stop in a Safe Place See Owner’s Manual” (Remvermogen
laag. Breng auto op veilige plaats tot stil-
stand. Zie handleiding)
• “FCV Sys. OFF Due to Hydrogen Leak Stop in Safe Place See Manual” (brand-
stofcelsysteem UIT ten gevolge van water-
stoflekkage, stop op een veilige plaats, zie
handleiding)
●Als “FCV system stopped” (brandstofcel-
systeem uitgeschakeld) op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven, kan de
auto zonder brandstof zijn komen te staan.
Breng de auto op een veilige plaats tot stil-
stand en vul brandstof bij als het brandstof-
niveau laag is. (→ Blz. 93)
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 437 Friday, November 6, 2020 11:27 AM
438
MIRAI Handleiding_Europa_M62035_nl
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
●Als “Low Auxiliary Battery See Owner’s
Manual” (Lage batterijspanning, raadpleeg
handleiding) wordt weergegeven
• Wanneer het display na een paar secon- den uitgaat (wordt gedurende ongeveer 6
seconden weergegeven): Laat het brand-
stofcelsysteem langer dan 15 minuten wer-
ken en laad de 12V-accu.
• Wanneer het display niet uitgaat: Start het brandstofcelsysteem met behulp van de
procedures: → Blz. 455
●Als “Maintenance Required for Traction
Battery Cooling Parts See Owner’s
Manual” (Onderhoud vereist voor koelon-
derdelen tractiebatterij, raadpleeg handlei-
ding) wordt weergegeven, zitten de filters
mogelijk verstopt, zijn de ventilatieope-
ningen mogelijk geblokkeerd of zit er
mogelijk een gat in het kanaal. Voer
daarom de onderstaande correctieproce-
dure uit.
• Als de ventilatieopeni ngen en filters van de
tractiebatterij vuil zijn, voer dan de proce-
dure op Blz. 402 uit om ze schoon te
maken.
• Als de waarschuwingsmelding wordt weer- gegeven wanneer de ventilatieopeningen
en filters van de tractiebatterij niet vuil zijn,
laat de auto dan nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Ion Filter Maintenance Required
Visit Your Dealer” (Onderhoud ionenfil-
ter vereist. Ga naar uw dealer) wordt
weergegeven
Het ionenfilter moet worden vervangen.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
■Als “Low Auxiliary Battery See
Owner’s Manual” (Lage batterijspan-
ning, zie handleiding) regelmatig
wordt weergegeven
De 12V-accu kan verouderd zijn. Wanneer
de auto niet wordt gebruikt, kan de accu
ontladen raken. Laat daarom de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
■Als “Maintenance Required For Trac-
tion Battery At Your Dealer” (Onder-
houd bij dealer vereist voor
tractiebatterij) wordt weergegeven
Deze melding geeft aan dat de tractiebat-
terij mogelijk gecontroleerd of vervangen
moet worden. Laat de auto onmiddellijk
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Blijf niet doorrijden, anders kan het brand-
stofcelsysteem mogelijk niet weer worden
gestart.
MIRAI_OM_Europe_OM62035E.book Page 438 Friday, November 6, 2020 11:27 AM