Acceleratiemodi
W
elke acceleratie-instellingen beschikbaar zijn
op uw Model X is afhankelijk van de de
gekozen opties bij de aankoop:
• Chill: de acceleratie wordt beperkt, voor
ontspannen en comfortabel rijden
(beschikbaar op alle modellen met
Autopilot-hardware).
• Standaard: zorgt voor normale acceleratie
(beschikbaar op niet-Performance
modellen met vierwielaandrijving).
• Sport: zorgt voor normale acceleratie
(beschikbaar op Performance-modellen
met vierwielaandrijving).
• Insane: verhoogt het piekkoppel met
ongeveer 30 procent (beschikbaar op
Performance-modellen met
vierwielaandrijving zonder Ludicrous-
upgrade).
• Ludicrous: verhoogt het piekkoppel met
ongeveer 60 procent (beschikbaar op
Performance-modellen met
vierwielaandrijving met Ludicrous-
upgrade).
• Insane+: verhoogt het piekkoppel met
ongeveer 30 procent (beschikbaar op
Performance-modellen met
vierwielaandrijving zonder Ludicrous-
upgrade) en verwarmt tevens de batterij
tot de ideale bedrijfstemperatuur om
toegang tot 100% van het vermogen te
garanderen. Lees voordat u deze instelling
kiest de informatie over Gebruik van
Insane+ of Ludicrous+ op pagina 97.
• Ludicrous+: verhoogt het piekkoppel met
ongeveer 60 procent (beschikbaar op
Performance-modellen met
vierwielaandrijving en Ludicrous-upgrade)
en verwarmt tevens onmiddellijk de
batterij tot de ideale bedrijfstemperatuur
om toegang tot 100% van het vermogen
te garanderen. Lees voordat u deze
instelling kiest de informatie over Gebruik
van Insane+ of Ludicrous+ op pagina 97.
Opmerking: Waar de modus Chill niet direct
de actieradius vergroot, kan het gebruik van
meer koppel en vermogen in de modus Insane
of Ludicrous wel de actieradius verkleinen en
de e
Vering (indien aanwezig)
•
Rijhoogt
e: Stel de rijhoogte in, variërend van laag tot zeer hoog.
• Krik: Schakelt de automatische hoogteregeling van luchtvering uit.
• Vering omlaag: Door NOOIT te selecteren wordt de standaardhoogte aangehouden,
terwijl bij AUTO de hoogte wordt aangepast aan het soort weg (zie Luchtvering op
pagina 191).
Opmerking: Model X moet ingeschakeld zijn en u moet het rempedaal intrappen voordat u de
instellingen van de vering kunt veranderen. Attentie: Het luchtv
eringssysteem zorgt voor automatische hoogteregeling van de
Model X, zelfs als de auto is uitgeschakeld. Daarom moet bij het transporteren of
optakelen de Krik-modus worden ingeschakeld om de automatische hoogteregeling te
deactiveren (zie Aanwijzingen voor sleepdiensten op pagina 254 en Opkrikken en he
Voertuig
•
Vleugeldeurhoogt
e: Als deze optie is ingesteld op AUTO, worden de vleugeldeuren
volledig geopend, waarbij rekening wordt gehouden met bewaarde hoogten voor bepaalde locaties en geen obstakel is gedetecteerd. Als deze optie is ingesteld op LAAG,
worden de vleugeldeuren gedeeltelijk geopend en blijven ze het interieur en de
inzittenden beschutting bieden tegen neerslag.
• Automatische portieren: Als dit aan staat, gaat het bestuurdersportier open wanneer u
naar de Model X loopt en de sleutel wordt gedetecteerd. Het portier gaat altijd open
wanneer u twee keer op de sleutel drukt en het passagiersportier opent als u daarna twee
keer drukt. Als dit niet is ingeschakeld, ontgrendelt het portier (of ontgrendelen de
portieren), maar zult u het bestuurdersportier met de hand moeten openen. Zie De
voorportieren van de Model X van buitenaf openen en sluiten op pagina 14).
• Alles sluiten met sleutel: Als de functie is ingeschakeld, worden alle portieren (en de
achterbak) gesloten en vergrendeld wanneer u één keer op de vergrendel-/
ontgrendeltoets van de sleutel drukt (indien uit, moet u drie keer op deze toets drukken).
• Bestuurdersportier Ontgrendelen: Als deze optie is ingeschakeld, wordt alleen het
bestuurdersportier ontgrendeld wanneer u de Model X in de stand P (Parkeren) zet. Als
deze optie is uitgeschakeld, worden alle portieren ontgrendeld.
• Wegloopvergrendeling: Als deze optie is ingeschakeld, worden portieren automatisch
vergrendeld als u van de auto wegloopt en uw sleutel meeneemt (zie
Wegloopvergrendeling op pagina 18).
• Geluid vergrendelbevestiging: U kunt instellen dat de Model X kort de claxon laat horen
wanneer uw auto wordt vergrendeld of ontgrendeld (zie Vergrendelen en ontgrendelen
zonder sleutel op pagina 10).
• Ontgrendelen bij parkeren: Als deze optie is ingeschakeld, worden de portieren
automatisch ontgrendeld wanneer u naar de stand P (Parkeren) schakelt (zie
Vergrendelen en ontgrendelen van binnenuit op pagina 17). Als Bestuurdersportier Ontgrendelen aan staat, ontgrendelt alleen het bestuurdersportier.
• Kindersloten: Als deze optie is ingeschakeld, voorkomen veiligheidssloten dat de
achterportieren van binnenuit geopend kunnen worden (zie Kindersloten op pagina 18).
• Spiegels automatisch kantelen: Als deze optie is ingeschakeld, kantelen de buitenspiegels
automatisch omlaag bij achteruitrijden (zie Spiegels op pagina 71).
• Spiegels automatisch inklappen: Als deze optie is ingeschakeld, worden de buitenspiegels
ingeklapt wanneer u de Model X vergrendelt met de sleutel, met de mobiele app, of na
wegloopvergrendeling. Ze worden automatisch uitgeklapt wanneer u terugkeert bij de
auto. U kunt de spiegels ook handmatig inklappen door te tikken op de centrale
bedieningsknop van de spiegels (zie Spiegels op pagina 71).
• Automatische ruitenwissers (bèta): Als deze optie is ingeschakeld, worden de
ruitenwissers ingeschakeld zodra regen op de voorruit wordt gedetecteerd en wordt de
wisfrequentie verhoogd naarmate meer regen wordt gedetecteerd. Bediening
164 Handleiding Model X
Luchtvering
Opmerking: W
anneer de Model X start, hoort
u mogelijk het geluid van de compressor
wanneer het reservoir van het
luchtveringssysteem zich vult met lucht.
Adaptieve luchtvering zorgt voor een optimaal
rijcomfort en stelt u in staat om naar voorkeur
een zachtere of hardere vering te kiezen. Het
systeem zorgt ook voor een gelijke hoogte
voor en achter wanneer u veel bagage
meeneemt. U kunt de rijhoogte automatisch
aanpassen aan de omstandigheden (zo kunt u
de Model X bijvoorbeeld hoger zetten
wanneer u langzaam rijdt of wanneer u extra
bodemvrijheid nodig hebt als u op steile
opritten of hellingen, in diepe sneeuw, over
drempels, stoepranden etc. rijdt). U kunt ook
de standaard rijhoogte instellen voor het
rijden met hogere snelheden. Bij een storing in het systeem die de
w
erking van het luchtveringssysteem
vermindert, gaat een geel
controlelampje op het
instrumentenpaneel branden. Neem
contact op met Tesla als de storing
blijft bestaan. Als een storing is gedetecteerd
w
aardoor het luchtveringsysteem
wordt uitgeschakeld, gaat een rood
controlelampje op het
instrumentenpaneel branden. Neem
contact op met Tesla.
Instellingen van vering Let op!: C
ontroleer of er zich geen
obstakels onder en boven de Model X
bevinden voordat u de hoogte van de
auto aanpast.
Tik, terwijl de Model X is ingeschakeld en u het
r
empedaal ingetrapt houdt op Bediening >
Vering op het touchscreen om de rijhoogte
handmatig in stellen, de hardheid/zachtheid
van de vering te selecteren en te bepalen hoe
de adaptieve vering wordt verlaagd bij hogere
snelheden.
Kies uit de volgende opties om handmatig de
rijhoogte te wijzigen.
• ZEER HOOG. Bij de instelling Zeer hoog
zakt de vering automatisch tot Hoog
wanneer de rijsnelheid 56 km/h bedraagt.
• HOOG. Bij de instelling Hoog zakt de
vering automatisch tot Standaard of Laag
(gebaseerd op de hieronder beschreven
instelling voor het verlagen van de vering)
wanneer de rijsnelheid 73 km/h bedraagt. •
S
TANDAARD. De instelling Standaard
zorgt voor de beste rijeigenschappen en
een optimaal comfort, ongeacht de
belading.
• LAAG. Wanneer de auto lager ligt, kan de
aerodynamica worden verbeterd en kan
het gemakkelijker zijn om iets in of uit te
laden, of passagiers in of uit te laten
stappen.
• ZEER LAAG. Deze instelling wordt
handmatig uitgevoerd en is alleen van
toepassing op de huidige rit.
Wanneer u handmatig de rijhoogte van de
Model X verhoogt om de bodemvrijheid te
vergroten, moet u de auto lager zetten
wanneer de extra bodemvrijheid niet langer
nodig is. Let op!: V
ermijd sportief rijden (snel
optrekken, scherpe bochten, enz.)
wanneer de vering is ingesteld op HOOG
of ZEER HOOG. Dit kan voor trillingen
zorgen en mogelijk schade veroorzaken. Let op!: Het ac
celereren kan worden
beperkt wanneer de vering is ingesteld op
HOOG of ZEER HOOG.
VERING OMLAAG: W
anneer de Model X
sneller rijdt dan gebruikelijke snelheden voor
opritten of parkeerplaatsen, past de adaptieve
luchtvering de hoogte automatisch aan om de
aerodynamica en de wegligging te verbeteren.
Als u handmatig de rijhoogte verhoogt, stelt
de vering automatisch de rijhoogte in bij
hogere rijsnelheden. Kies uit de onderstaande
opties om te bepalen hoe het
luchtveringssysteem de rijhoogte instelt:
• NOOIT. De rijhoogte wordt ingesteld op
STANDAARD voor iedere rit en de hoogte
gaat nooit naar LAAG. Als u de rijhoogte
instelt op HOOG of ZEER HOOG en de
maximale snelheid voor deze instellingen
overschrijdt, gaat de rijhoogte terug naar
STANDAARD. Als u de instelling
handmatig op LAAG of ZEER LAAG zet,
gaat de hoogte terug naar STANDAARD
bij uw volgende rit.
• ALTIJD. De rijhoogte wordt ingesteld op
LAAG voor iedere rit en als u de rijhoogte
instelt op HOOG of ZEER HOOG en de
maximale snelheid voor deze instellingen
overschrijdt, gaat de rijhoogte terug naar
LAAG. Als u de instelling handmatig op
STANDAARD of ZEER LAAG zet, gaat de
hoogte terug naar LAAG bij uw volgende
rit. Luchtvering
Touchscreen gebruiken
191
Batterij-informatie
Ov
er de batterij
Model X heeft een van de meest
geavanceerde batterijsystemen ter wereld.
Belangrijk voor een lange levensduur van de
batterij is LAAT DE AUTO AANGESLOTEN OP
HET LAADSTATION als u de auto niet
gebruikt. Dit is vooral van belang als de
Model X een paar weken niet gebruikt zal
worden. Als de Model X is aangesloten op een
laadstation, zal deze automatisch worden
bijgeladen om ervoor te zorgen dat de batterij
altijd voldoende geladen is voor een maximale
levensduur.
Opmerking: Wanneer het voertuig inactief en
losgekoppeld van een voedingsbron is
geparkeerd, gebruikt het voertuig af en toe
stroom uit de batterij voor systeemtests en
om de 12V-batterij wanneer nodig op te laden.
Het heeft geen zin om met het opladen te
wachten tot de batterij leeg is. Integendeel, de
batterij presteert het beste als deze
regelmatig wordt bijgeladen.
Opmerking: Als u de batterij laat leeglopen tot
0%, kunnen andere componenten beschadigd
raken of moeten deze mogelijk worden
vervangen (bijvoorbeeld de 12V-batterij). In
deze gevallen zijn de reparatie- en/of
transportkosten voor uw eigen rekening.
Kosten vanwege een lege batterij worden niet
gedekt door de garantie het beleid van Hulp
onderweg.
Het pieklaadniveau van de batterij kan iets
afnemen na een groot aantal DC-
snellaadsessies, bijvoorbeeld bij
Superchargers. Voor een maximale actieradius
en veiligheid van de batterij wordt het
laadniveau van de batterij verlaagd wanneer
de batterij te koud is, wanneer de batterij bijna
vol is, en wanneer de staat van de batterij
verandert door gebruik en veroudering. Deze
veranderingen van de staat van de batterij
worden bepaald door de fysische
eigenschappen van de batterij en kunnen
ertoe leiden dat de totale laadtijd bij de
Supercharger in de loop van de tijd met
enkele minuten toeneemt. Onderhoud batterij
Laa
t de batterij nooit helemaal leegraken. Ook
als de Model X niet gebruikt wordt, zal de
batterij langzaam leegraken vanwege de
voeding van de aanwezige elektronica. De
batterij kan zich ontladen met een snelheid
van circa 1% per dag, hoewel de
ontlaadsnelheid varieert afhankelijk van
omgevingsfactoren (zoals koud weer),
voertuigc on
Aanwijzingen voor sleepdiensten
NIET TRANSPOR
TEREN MET DE
WIELEN OP DE GROND
De motor vóór in de Model X genereert
stroom als de wielen draaien. Transporteer de
Model X altijd met alle vier de wielen van de
grond. Zorg ervoor dat de wielen tijdens het
transport niet kunnen draaien. Attentie: TRANSPOR
TEER DE AUTO
NOOIT MET DE WIELEN IN EEN STAND
WAARIN ZE KUNNEN DRAAIEN. DIT KAN
TOT AANZIENLIJKE SCHADE EN
OVERVERHITTING LEIDEN. IN
ZELDZAME GEVALLEN KAN EXTREME
OVERVERHITTING ERTOE LEIDEN DAT
OMLIGGENDE COMPONENTEN
ONTBRANDEN. Transporteer de Model X niet op andere
manier
en dan aangegeven door Tesla. Volg de
instructies in de volgende hoofdstukken en
neem alle waarschuwingen en
aandachtspunten in acht. Schade ten gevolge
van verkeerd transport van de auto valt niet
onder de garantie.
Opmerking: Tesla is niet verplicht of
verantwoordelijk voor het vergoeden van
diensten die niet door Tesla pechhulp zijn
behandeld.
Goedgekeurde transportmethoden
Opmerking: De wielen mogen langzaam
draaien (bij een snelheid lager dan 5 km/h)
over een zeer korte afstand (minder dan 10
meter) en alleen wanneer de transportmodus
actief is (zie Transportmodus activeren op
pagina 255) terwijl de auto op een
autoambulance wordt gesleept of uit een
parkeerplaats wordt getrokken om de auto te
verplaatsen. Overschrijding van deze waarden
kan leiden tot aanzienlijke schade en
oververhitting die niet onder de garantie
vallen. Transport van de Model X op een
aut
oambulance of vergelijkbaar
transportvoertuig is de aanbevolen
transportmethode. Op een autoambulance
mag de auto zowel in de rijrichting als tegen
de rijrichting in worden geplaatst. Als de Model X zonder autoambulance moet
w
orden getransporteerd, moeten wielliften en
dolly's worden gebruikt om er voor te zorgen
dat alle vier de wielen van de grond zijn. Deze
methode mag uitsluitend over een afstand van
maximaal 55 km worden gebruikt en de
voorgeschreven rijsnelheid van de fabrikant
van de dolly mag niet worden overschreden.
Bij deze methode raadt Tesla aan de auto in
de rijrichting te plaatsen, zodat de voorwielen
zijn geheven en de achterwielen op de dolly's
rusten.
Opmerking: Transport van de Model X met de
voorwielen op dolly's wordt afgeraden, maar is
toegestaan als een extern stuurslot wordt
gebruikt en maatregelen worden getr o
beschadigd kunnen zijn na een botsing
(zie Onder
delen hoogspanningscircuit op
pagina 206). Vóór het transporteren van
de Model X, moet ervan worden
uitgegaan dat deze componenten onder
elektrische spanning staan. Volg altijd de
veiligheidsvoorschriften voor
hoogspanning (dragen van persoonlijke
beschermingsmiddelen e.d.) totdat de
professionele noodhulpverleners de auto
hebben geanalyseerd en met zekerheid
kunnen bevestigen dat alle
hoogspanningssystemen niet langer
onder spanning staan. Als u dit niet doet,
kan dit tot ernstig letsel leiden.
Luchtveringssysteem met
aut
omatische hoogteregeling
uitschakelen
Als de Model X is uitgerust met het
luchtveringssysteem, wordt de hoogte van de
auto automatisch ingesteld, ook als de auto is
uitgeschakeld. Zet de auto in de Krik-stand om
de hoogteregeling uit te schakelen en zo
schade te voorkomen:
1. Tik op Bediening > Vering op het
touchscreen.
2. Trap het rempedaal in en tik dan op Zeer
hoog om de auto in de hoogste stand te
zetten.
3. Tik op Krik. Wanneer de Model X in de Krik-stand
s
taat, gaat dit controlelampje op het
instrumentenpaneel branden en
verschijnt er een bericht om aan te
geven dat de luchtvering is
uitgeschakeld.
Opmerking: De Krik
-stand wordt automatisch
uitgeschakeld als de rijsnelheid hoger is dan 7
km/h. Attentie: Als een v
oertuig met het
luchtveringssysteem niet in de Krik-stand
wordt gezet, kan de auto tijdens het
transport losraken, waardoor aanzienlijke
schade kan ontstaan. Transportmodus activeren
De tr
ansportmodus zorgt ervoor dat de
parkeerrem uitgeschakeld blijft wanneer de
Model X op een autoambulance wordt
gesleept. Als de transportmodus actief is,
wordt een bericht weergegeven dat de auto
vrij kan rollen. Het volgende is vereist voor het
inschakelen van Transportmodus:
• 12V-voeding is vereist. U kunt het touchscreen niet gebruiken om de
transportmodus in te schakelen wanneer
de Model X geen voeding heeft.
• Model X moet een sleutel detecteren. De transportmodus is alleen beschikbaar
wanneer een sleutel is gedetecteerd.
Transportmodus activeren:
1. Zorg ervoor dat de auto in de stand P
(Parkeren) staat.
2. Zet de wielen vast met wielblokken of
zorg er op een andere manier voor dat de
Model X wordt geborgd.
3. Trap het rempedaal in en houd het
ingetrapt en tik dan op het touchscreen
op Bediening > Service > Slepen. Op het
touchscreen wordt een bericht
weergegeven dat aangeeft hoe u de
Model X correct transporteert.
4. Houd de toets Transportmodus ingedrukt
totdat deze blauw wordt. Model X kan nu
vrij rollen en kan langzaam worden gerold
(niet sneller dan stapvoets) of met een lier
worden gesleept.
Om de transportmodus te annuleren, zet u de
Model X in de stand P (Parkeren).
Opmerking: Als Model X de geen 12V-voeding
meer heeft nadat de transportmodus is
ingeschakeld, wordt de transportmodus
geannuleerd en wordt de parkeerrem weer
ingeschakeld. Let op!: Als het elek
trische systeem niet
werkt en u daardoor het touchscreen niet
kunt gebruiken om de transportmodus in
te schakelen, gebruik dan z el
2.
Verwijder de afdekking van het sleepoog
door een kleine schroevendraaier met
platte kop in de gleuf in de bovenrand van
de afdekking te steken en voorzichtig de
afdekking los te wrikken uit de bovenste
klikverbinding. Opmerking: Be
waar de afdekking van het
sleepoog op een veilige plaats zodat u
deze na het slepen weer aan kunt
brengen.
3. Steek het sleepoog volledig in de opening
en draai het linksom tot het stevig is
bevestigd. 4.
Be
vestig de lierkabel aan het sleepoog. Let op!: C
ontroleer of het sleepoog
goed vastzit voordat u aan de kabel
trekt.
5. A
ctiveer de transportmodus door te
tikken op Bediening > Service > Slepen.
6. Sleep de Model X langzaam op de
autoambulance. Op de autoambulance slepen -
z
onder sleepoog
Het wordt ten zeerst aanbevolen dat u de lier
bevestigt aan het sleepoog van uw auto, zoals
hiervóór is beschreven. Als het sleepoog
echter niet aanwezig is (door verlies,
verkeerde plaatsing etc.), leest u in de
volgende instructies hoe u de sleepbanden
bevestigt.
1. Bevestig de sleepstroppen aan beide
ophangingsarmen, onder de voorkant van
de auto. 2.
Plaa
ts een tussenbescherming
(bijvoorbeeld een stuk hout) tussen de
sleepstrop en de voertuigbodem om de
bodem te beschermen tegen
beschadiging.
3. Activeer de transportmodus door te
tikken op Bediening > Service > Slepen.
4. Sleep de Model X langzaam op de
autoambulance.
De wielen vastzetten De wielen van de auto moeten worden
vastgezet op de autoambulance door middel
van de achtpunts bevestigingsmethode.
• Zorg dat de metalen delen van de spanbanden de carrosserie en de velgen
niet kunnen raken.
• Leg spanbanden niet over carrosseriedelen en steek ze niet door de
wielen. Let op!: Het be
vestigen van de
spanbanden aan het chassis, de
wielophanging of andere carrosseriedelen
kan schade veroorzaken. Aanwijzingen voor sleepdiensten
256 Handleiding Model X