11
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Oranje lampjes
ServiceBrandt tijdelijk. Kleine storingen of
waarschuwingen.Raadpleeg het logboek waarschuwingen op het display of het scherm.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over de
boordcomputer.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Brandt permanent. Ernstige storingen.
Emissieregelsysteem
EOBDKnippert of brandt
permanent.Er is een storing in het systeem.
EOBD (European On Board Diagnosis)
is een Europees diagnosesysteem
dat de emissieregeling bewaakt en
er voor zorgt dat de auto voldoet aan de
normen voor de uitstoot van:
-
CO
(koolmonoxide),
-
H
C (koolwaterstoffen),
-
N
Ox (stikstofoxide); de
samenstelling van het uitlaatgas
wordt gecontroleerd door
de lambdasondes achter de
katalysatoren,
-
fijnstof.De katalysator kan beschadigd raken:
Laat het systeem zo snel mogelijk controleren door
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laag
brandstofniveau Brandt permanent,
met de naald van
de meter in het rode
gebied. Als dit lampje gaat branden, zit
er nog ongeveer 8
liter brandstof
in de tank, afhankelijk van de
rijstijl en het motortype. Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
zonder brandstof komt te staan. Dit lampje gaat elke
keer na het aanzetten van het contact branden zolang
er niet voldoende brandstof getankt is.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Knippert. De brandstoftoevoer is
onderbroken na een ernstige
aanrijding. Herstel de toevoer.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over brandstof
.
1
Instrumentenpaneel
107
F Zet de keuzeschakelaar van de versnellingsbak in stand R.Schakel deze stand pas in als de auto
volledig stilstaat.
Neutraalstand
Inschakelen van de neutraalstand
F
Zet de keuzeschakelaar van de versnellingsbak
in stand N. Selecteer deze stand niet, zelfs niet
voor een korte periode, ter wijl de auto rijdt.
Automatische bediening
Overschakelen op automatische
bediening
F
Z
et de keuzeschakelaar van de
versnellingsbak in stand A .
De versnellingsbak werkt dan in de automatische
stand, zonder dat u zelf hoeft te schakelen.
De versnellingsbak kiest voortdurend de meest
geschikte versnelling en houdt hierbij rekening
met:
-
de
rijstijl,
-
h
et wegtype,
-
e
en optimaal brandstofverbruik.
Handmatige bediening
Overschakelen op handmatige
bediening
F
Zet de keuzeschakelaar van de versnellingsbak in stand M .
Schakelen
F Trek aan de schakelflipper "+" om op te
schakelen.
F
T
rek aan de schakelflipper " -" om terug te
schakelen.
-
A
ls de auto tot stilstand is gekomen of de
snelheid wordt verminderd (bijvoorbeeld
voor een verkeerslicht), schakelt de
versnellingsbak automatisch terug naar de
eerste versnelling.
-
H
et is niet nodig om uw voet volledig van
het gaspedaal te nemen om te kunnen
schakelen.
-
H
et schakelen naar een andere versnelling
is alleen mogelijk als de snelheid van de
auto en het motortoerental dit toestaan.
-
V
anwege veiligheidsredenen en afhankelijk
van het motortoerental kan automatisch
worden teruggeschakeld.
Bij een hoog motortoerental (snel
accelereren) wordt pas opgeschakeld als
de bestuurder handmatig schakelt.
Acceleratie
Trap om krachtig te accelereren (bijvoorbeeld
voor een inhaalmanoeuvre) het gaspedaal aan
het einde van de slag met kracht in, tot voorbij
het zware punt.
Stilstaande auto, draaiende
motor
Als de auto enige tijd moet stilstaan met
draaiende motor, wordt automatisch de
neutraalstand N geselecteerd.
Stilzetten van de auto
F Zet om de motor af te zetten de keuzeschakelaar
van de versnellingsbak in stand N .
U moet altijd de parkeerrem aantrekken om
de auto volledig stil te zetten. Controleer
dan of het lampje van de parkeerrem op het
instrumentenpaneel permanent brandt.
Controleer voordat u werkzaamheden
onder de motorkap uitvoert of de
keuzeschakelaar van de versnellingsbak
in neutraalstand ( N) staat.
6
Rijden