77
Alarmknipperlichten
Gebruik de alarmknipperlichten alleen
bij een noodsituatie, een noodstop of in
uitzonderlijke omstandigheden.
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop schakelen de alarmknipperlichten,
afhankelijk van de remvertraging die optreedt,
automatisch in. De alarmknipperlichten blijven
knipperen totdat er opnieuw gas wordt gegeven.
U kunt de alarmknipperlichten echter
ook uitschakelen door de knop op het
instrumentenpaneel in te drukken.
Claxon
F Druk op het midden van het stuur wiel.
Urgence-noodoproep of
Assistance-pechhulpoproep
Voor Rusland, Wit-Rusland en Kazachstan.
Urgence-noodoproep met lokalisering
** Afhankelijk van de geografische dekking van de functie Urgence-noodoproep met lokalisering
en de functie Assistance-pechhulpoproep met
lokalisering, en van de officiële landstaal die
door de eigenaar van de auto is gekozen.
De lijst van de landen waar het systeem
w
erkzaam is en de lijst van beschikbare
PEUGEOT CONNECT-ser vices kunt u bij uw
verkooppunt opvragen of op de website voor uw
land bekijken.
Druk in geval van nood langer dan
2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene
ledlampje en het gesproken
bericht bevestigen dat de oproep
is verstuurd naar de alarmcentrale
van de Urgence-noodoproep met
lokalisering*.
Door deze toets meteen opnieuw
in te drukken, wordt de oproep
geannuleerd.
Het groene ledlampje dooft.
Het groene ledlampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is
gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
De alarmcentrale van de Urgence-noodoproep
met lokalisering lokaliseert onmiddellijk uw
auto, spreekt u toe in uw landstaal** en roept
indien nodig de hulp in van de bevoegde
hulpdiensten. In landen waar de alarmcentrale
niet operationeel is of wanneer de lokalisatie
uitdrukkelijk is geweigerd, wordt de oproep
meteen doorgestuurd naar de hulpdiensten
(112), zonder lokalisatie.
Als onafhankelijk van de activering van
de airbags een aanrijding is gedetecteerd
door de airbagregeleenheid, wordt
automatisch een noodoproep verzonden.
F
D
ruk de rode knop in: de richtingaanwijzers
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
*
A
fhankelijk van de algemene
gebruiksvoor waarden, die u bij uw
verkooppunt kunt opvragen, en de
technische beperkingen van het systeem.
5
Veiligheid
91
Conform de wettelijke voorschriften vindt u op
de volgende tabellen deze waarschuwing in
alle benodigde talen.
De airbag vóór aan
passagierszijde uitschakelen
Alleen de airbag vóór aan de passagierszijde
kan worden uitgeschakeld.
F Steek, bij afgezet contact , de sleutel in
de schakelaar voor het uitschakelen van de
airbag aan passagierszijde.
F
D
raai deze in de stand OFF .
F
H
oud de schakelaar in deze stand en
verwijder de sleutel.
Het lampje voor de airbag vóór
aan passagierszijde op het
instrumentenpaneel blijft branden
gedurende de deactiveringsperiode. Schakel voor de veiligheid van uw kind
altijd de airbag vóór aan passagierszijde
uit als u een kinderzitje "met de rug in
de rijrichting" op de voorpassagiersstoel
monteert. Zo niet, dan kan het kind
(levensgevaarlijk) gewond raken als de
airbag wordt geactiveerd.
Opnieuw inschakelen van de
airbag vóór aan passagierszijde
In de stand "
OFF" werkt de airbag vóór aan
passagierszijde bij een eventuele aanrijding
niet.
Als u het kinderzitje hebt ver wijderd, zet
dan de schakelaar van de airbag vóór aan
passagierszijde weer op ON om de airbag
opnieuw in te schakelen en zo de veiligheid van
uw passagier te garanderen.
5
Veiligheid