Infotainmentsysteem167Koppeling audio-apparaat verbreken
Als het audioapparaat of de Blue‐
tooth-functie op het audioapparaat
wordt uitgeschakeld, wordt de koppe‐
ling van het apparaat met het Info‐
tainmentsysteem verbroken.
Koppeling van extra audio-apparaat
met Infotainmentsysteem verbreken
Voor het verbreken van de koppeling,
d.w.z. dat een apparaat uit het
systeemgeheugen wordt verwijderd:
Tik op de startpagina MENU daarna
Multimedia aan, gevolgd door
Instellingen .
Selecteer Media om naar het menu
Media-instellingen te gaan en selec‐ teer vervolgens de optie "Bluetooth-
apparaten beheren"/"Bluetooth-
verbinding configureren".
Druk op < om een pop-upmenu te
openen. U hebt de volgende opties:
● Bluetooth uitschakelen : Selec‐
teer deze optie om de Bluetooth- functie op het Infotainmentsys‐
teem te deactiveren.
● TomTom op zichtbaar zetten :
Selecteer deze optie om het Info‐
tainmentsysteem voor andereBluetooth-apparaten "zichtbaar"
te maken, zodat ze aan het
systeem kunnen worden gekop‐ peld.
● Alle apparaten loskoppelen :
Selecteer deze optie om de
verbindingen van alle gekop‐
pelde apparaten te verbreken
van het Infotainmentsysteem
zonder ze te verwijderen/ontkop‐ pelen.
● Appara(a)t(en) verwijderen :
Selecteer deze optie om de koppeling te verbreken tussen
een apparaat en het Infotain‐
mentsysteem.
De procedure voor het verbreken van
de koppeling is vergelijkbaar met die
van het verbreken van de koppeling
van een mobiele telefoon. Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink) "Bluetooth-
verbinding" in het hoofdstuk "Tele‐ foon" 3 208.
Bediening via Infotainmentsysteem
Als de draadloze koppeling en verbin‐ ding tot stand is gebracht, kan de
audio automatisch beginnen af te
spelen.Het audioapparaat kan dan worden
bediend via de displayopties van het
Infotainmentsysteem.
Het bereik aan toegankelijke functies
die via het Infotainmentsysteem
kunnen worden bediend, hangt van
het type audiospeler af.
De bediening van het audioapparaat, wanneer dit draadloos is verbonden,
is gelijk aan de bediening voor het
afspelen van opgeslagen audiobe‐
standen via de USB-aansluiting.
Raadpleeg NAVI 80 IntelliLink
"Muziek afspelen via USB-aanslui‐
ting" in het hoofdstuk "USB-poort"
3 159.
176InfotainmentsysteemHet kaartscherm (met of zonder
routebegeleiding) bevat de volgende
bedieningselementen en informatie:
1. ä/å : Kaart linksom/rechtsom
draaien
2. â/ã : Gezichtspunt (laag/hoog)
3. OK (met afteltimer): Bevestig
handelingen
4. Het menu Opties (voor route- en
kaartinstellingen)
5. q : Terug naar vorige scherm
6. ¼/¾ : Schaal aanpassen (in- en
uitzoomen)
7. Ô : Kompas (aantikken om te
wisselen tussen de kaartmodi
'2D', '3D' en '2D noord')
8. Naam van de volgende belang‐ rijke weg of verkeersbordinforma‐tie, indien van toepassing
9. Huidige tijd
10. Richting en afstand tot volgende richtingsverandering
11. Reisinformatie, bijv. geschatte aankomsttijd, totaal resterende
afstand
12. Audiosysteeminformatie (aantik‐ ken om audiobron op te roepen)
13. Berekende route en richtingsver‐ anderingen
14.K: Huidige locatie
15. Startpagina
16. Ö: Verkeersinformatie (TMC -
Traffic Message Channel)
17. Maximumsnelheid
18. L: Het pop-upmenu Instellingen
(zie onderstaande items)
19. Ù/Ú : Stembegeleiding aan/uit
20. ¼/½ /¾ : Schaal aanpassen (in-
en uitzoomen)
21. N: Wisselen tussen "2D-", "3D-"
en "2D noord"-kaartmodi
Infotainmentsysteem1796. Buitentemperatuur
7. Klok
8. Live diensten: Verkeersberichten (indien van toepassing), bijv. inci‐
denten onderweg, ontvangstindi‐
cator, wegenkaart, flitscameralo‐
caties (mits aanwezig) en het
weer op de bestemming.
9. Ritinformatie, bijv. verwachte aankomsttijd, totale resterende
afstand, ritstatus (groene/rode
vlag)
Route-overzicht
10. Kompas (aantikken om te wisse‐ len tussen de kaartmodi 2D/3D)
11. Volume van de begeleidingsin‐ structies wijzigen
12. <: Pop-upmenu
13. Richting en afstand tot volgende richtingsverandering
14. Audiosysteeminformatie
15. K: Huidige locatie (cursor)
Berekende route en richtingsver‐
anderingen
16. r: Terug naar vorige schermRijstrookbeelden
Tijdens de routebegeleiding wordt
voor elke belangrijke afslag automa‐
tisch een 3D-weergave van het kruis‐
punt weergegeven (inclusief rich‐
tingspijlen en verkeersborden). Na de kruising wordt teruggekeerd naar de
normale weergave.
Raadpleeg, om de rijstrookbeelden uit te schakelen,
(NAVI 80 IntelliLink) "Geavanceerde
instellingen" in "Navigatiesysteem
instellen" hieronder.Automatische zoom
Tijdens de routebegeleiding
verschijnt er voorafgaand aan een
richtingsverandering automatisch
een detailweergave van het kruis‐
punt. Na de kruising wordt terugge‐
keerd naar de normale weergave.
Raadpleeg, om de automatische
zoomfunctie uit te schakelen,
(NAVI 80 IntelliLink) "Geavanceerde
instellingen" in "Navigatiesysteem
instellen" hieronder.Toetsenborden in het display
bedienen
NAVI 50 IntelliLink
Gebruik de aanraaktoetsen op het
displayscherm om tekens in te voeren en tussen tekens te bewegen met
zowel de alfabetische als numerieke
toetsenborden.
● Selecteer Opties om het type
toetsenbord te wijzigen (bijv. QWERTY, ABC).
● Selecteer 1^& om te schakelen
naar nummers en symbolen.
● Selecteer het pictogram ó van de
vervolgkeuzelijst om een resulta‐ tenlijst van de huidige handeling
weer te geven (bijv. invoer van de
bestemming).
● Ingevoerde gegevens kunnen worden gecorrigeerd met het
toetsenbordteken k.
● Tik r aan om niet meer met het
toetsenbord te werken en terug
naar het vorige scherm te gaan.
202InfotainmentsysteemDruk op 5 op de kolom om het hoofd‐
menu Stembediening te openen. Zeg
na de toon de naam van het menu dat
u wilt openen.
Als de stemherkenning is geacti‐
veerd, verschijnt het hoofdmenu
Stembediening en geeft de stemher‐
kenningsindicator in de rechter
bovenhoek de systeemstatus en opti‐ malisatieniveaus aan:Groen:optimale stemherkenningOranje:goede stemherkenningRood:middelmatige stemherken‐
ningMicrofoon é:Het systeem is
gereed voor een
gesproken opdrachtLuidspreker
l:Het systeem geeft op
dit moment gespro‐
ken aanwijzingenLaadpicto‐
gram:Bezig met laden van
gegevensBediening navigatie
NAVI 50 IntelliLink
Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie activeren
tijdens navigatie:
Druk op 5 op de knoppen op de
kolom; 5 verschijnt in rechterbene‐
denhoek van het display samen met
informatie over het audiosysteem.
Let op
Tijdens het gebruik van de stemher‐ kenningsfunctie wordt het afspelen
van de audiobron onderbroken.
Voor een leidraad voor het gebruik
van gesproken opdrachten kunt u (NAVI 50 IntelliLink) "Hulp" in het
hoofdstuk "Algemene informatie"
raadplegen 3 200.
NAVI 80 IntelliLink
Stemherkenning inschakelen
De stemherkenningsfunctie active‐
ren:
Druk op 5 op de kolom om het hoofd‐
menu Stembediening te openen.Geef na het geluidssignaal het
commando " Bestemming" om een
nieuw adres in te voeren. Geef het
commando " Adres" en geef vervol‐
gens alle gegevens van het nieuwe
adres (huisnummer, straatnaam,
plaats/stad).
Het door het systeem herkende adres
wordt weergegeven. Bevestig de
bestemming wanneer daar om wordt
gevraagd om de begeleiding te star‐
ten.
Daarnaast kunt u na het geluidssig‐
naal het commando " Recente
bestemmingen " geven om naar een
lijst met de meest recente bestem‐
mingen te gaan, waar u de gewenste bestemming kunt selecteren.
Let op
Voor de stemherkenning van het
navigatiesysteem moet u een
compatibele SD Card plaatsen.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "Invoer van de
bestemming" in het hoofdstuk "Navi‐
gatie" 3 185.
244Rijden en bedieningHerstarten van de motor door het
Stop/Start-systeem
Als aan een van de voorwaarden voor een Autostop niet meer wordt
voldaan of als de auto in beweging
komt, wordt de motor mogelijk
opnieuw gestart door het Stop/Start-
systeem.
De motor start mogelijk niet opnieuw als een portier of de motorkap openis.
Als een elektrisch accessoire, bijv.
een draagbare cd-speler op de elek‐
trische aansluiting is aangesloten,
merkt u mogelijk een korte span‐
ningsdaling tijdens het herstarten.
Als het Infotainmentsysteem actief is,
wordt het volume van het audiogeluid mogelijk korte tijd verlaagd of onder‐
broken wanneer opnieuw wordt
gestart.
Storing
Als de led brandt in de deactiverings‐
knop ) zonder eerst te zijn inge‐
drukt om het systeem te deactiveren, is er een storing in het Stop/Start-
systeem en wordt het gedeactiveerd.Een bijbehorend bericht verschijnt
ook op het Driver Information Center
3 106.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Parkeren9 Waarschuwing
● Parkeer de auto niet op een
licht ontvlambaar oppervlak.
Door de hoge temperatuur van
het uitlaatsysteem kan het
oppervlak ontbranden.
● Handrem altijd zonder indruk‐ ken van de ontgrendelingsknopstevig aantrekken. Op een aflo‐
pende of oplopende helling zo
stevig mogelijk. Trap tegelijker‐
tijd het rempedaal in om de
bedieningskracht te verminde‐
ren.
● Zet de motor af.
● Schakel de eerste versnelling in als de auto op een effen
ondergrond of een oplopende
helling. Op een oplopende
helling bovendien de voorwie‐
len van de stoeprand
wegdraaien.
Schakel de achteruitversnelling in als de auto op een aflopende
helling staat. Bovendien de
voorwielen naar de stoeprand
toedraaien.
● Sluit de ruiten.
● Draai de contactsleutel naar de
stand 0 en trek deze eruit.
Stuurwiel verdraaien totdat het
stuurslot merkbaar vergrendelt.
Vergrendelt de auto 3 24 en schakelt
het vergrendelingssysteem 3 37 en
het diefstalalarmsysteem 3 38 in.
Luchtvering Werkt onderweg automatisch. Het
luchtveringssysteem past de
rijhoogte voortdurend aan de belas‐
ting van de auto aan.
302Verzorging van de autoSymboolCircuitaDimlicht links>MistlampenLGrootlicht linksNGrootlicht rechtsuABSKVoorruitwissersQPneumatische wielophan‐
ging
Zekeringenkast
instrumentenpaneel
Achter het bekledingspaneel. Afwer‐
kingspaneel vanaf de bovenkant lostrekken.
Geen voorwerpen achter dit paneel
opbergen.
Bepaalde functies worden mogelijk
door meerdere zekeringen beveiligd.SymboolCircuitSStadslicht rechtsTStadslicht linksxAircoventilator&TachograafÍVoorverwarmenZInfotainmentsysteem/
stoelverwarming/Driver
Information Center/audio‐
aansluitingen/alarmlHandsfree-aansluitingADPExtra aanpassingenPTOPTO (krachtafnemer)UVerwarmde stoelenMElektronische startbeveili‐
gingSymboolCircuitRVoorruitsproeiers,Elektrisch bediende ruiten/
carrosserieregelmodulenVerwarmbare achterruit
rechtsmVerwarmbare achterruit
linksICarrosserieregelmodule/
elektrisch bediende ruiten/ verwarmings- en ventila‐
tiesysteem/airconditioningSTOPRemlichtZCarrosserieregelmoduledInterieurverlichting/
remlichtenuABS / Elektronische stabi‐
liteitsregelingjClaxon0InterieurverlichtingORichtingaanwijzers/
mistachterlicht/carrosse‐
rieregelmoduleUCentrale vergrendeling
361Antivries...................................... 287
Apparaat van Bluetooth- apparatenlijst verwijderen .......208
Armsteun ..................................... 54
Asbakken ..................................... 93
AST (Autostore-lijst) ...................152
Audio-apparaat aansluiten .........162
Audio-apparaat koppelen ...........162
Audio-instellingen .......................140
Audiospelers ............................... 131
Autogegevens ............................ 333
Automatische telefoonverbinding 206
Automatische verlichting ............ 112
Automatische zenderopslag .......152
Automatische zoom ....................173
Automatisch gesprek in de wacht 212
Automatisch uitschakelen ...........131
Automatisch vergrendelen ......24, 30
Automatisch zender zoeken .......150
Auto ontgrendelen .........................6
Auto reinigen .............................. 324
Auto slepen ................................ 322
Auto stallen ......................... 284, 289
Autostop ....................... 17, 240, 241
Autostore-lijsten .......................... 152
Auto wassen ............................... 324
AUX-ingang ................................ 157B
Bagageruimte ......................... 24, 78
Bagageruimteverlichting .............117
Balance....................................... 140
Banden ...................................... 306
Banden- en wielmaat, verwisselen ............................. 310
Bandenreparatieset ...................311
Bandenspanning .......................306
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 104, 308
Bandenspanningswaarden ........334
Banden verwisselen ...................315
Bass............................................ 140
Batterij vervangen....................... 173
Bediening ........................... 162, 212
Bediening kiepbak ......................348
Bediening navigatie ....................202
Bedieningselementen instrumentenpaneel ................124
Bedieningselementen stuurkolom............................... 124
Bedieningselementen van infotainment............................. 131
Bedieningsorganen ......................87
Bedieningsrichtlijnen voor telefoon ................................... 219
Bedieningsstanden .....................131
Bediening van displayscherm.... ........................................ 131, 203Beeldinstellingen........................131
Beeldscherm............................... 131
Begeleiding ................................ 192
Begeleiding uitschakelen ............192
Bekerhouders ......................... 76, 77
Bekleding .................................... 326
Bekijk kaart ................................. 192
Beladingsinformatie .............84, 344
Beperkte snelheid .......................106
Bereid de route vooraf voor ........185
Beslagen lampglazen ................116
Bestemming................................ 173
Bestemming selecteren ..............185
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 263
Beveiligingscode ........................122
Beveiliging van de auto ................37
Binnenspiegels ............................. 42
Binnenverlichting ...............117, 298
Blindehoeksysteem ....................271
Bluetooth .................................... 203
Bluetooth-apparaat zoeken ........208
Bluetooth-apparatenlijst ..............208
Bluetooth-functie activeren .........208
Bluetooth-functie deactiveren .....208
Bluetooth-muziek ........................162
Bluetooth-verbinding ..........162, 208
Bodemvrijheid ............................. 244
Bolle vorm .................................... 40
Boordcomputer ........................... 131
362Boordgereedschap.....................305
Boordinformatie .........................108
Brandblusser ................................ 83
Brandstofmeter ............................ 95
Brandstoftank ............................. 333
Brandstofverbruikmeter Rijstijllampje ............................ 131
Brandstof voor dieselmotoren ...277
Breedte- en lengtegraad .............185
Buitenspiegels .............................. 40
Buitentemperatuur .......................89
Buitenverlichting .................112, 351
Bus Zitrijen achterin.......................... 55
C Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 14, 87
Conformiteitsverklaring .......335, 352
Contacten toevoegen aan telefoonboek ........................... 212
Contactslotstanden ....................239
Contourfunctie ............................ 140
Controlelampen ......................93, 97
Controle over de auto ................238
Controles .................................... 285
Controle van de auto ..................352
Coördinaten ........................ 173, 185
Cruise control ....................105, 263D
DAB ............................................ 156
Dagrijlicht ................................... 115
Dagteller ...................................... 94
Dak ............................................... 46
Panoramadak ............................ 46
Dakbelasting ................................. 84
Dakconsole .................................. 77
Dakdrager .................................... 84
Dashboard .................................... 11
De belangrijkste informatie voor uw eerste rit................................. 6
Deel van de route vermijden ......192
DEF ............................................ 248
De functie Meer tractie ...............263
Derde remlicht ........................... 297
Deuren ........................................ 353
Diavoorstelling ............................ 173
Diefstalalarmsysteem ..................38
Diefstalvergrendeling ....................23
Dieselbrandstof........................... 277
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 291
Dieseluitlaatvloeistof ...................248
Digital Audio Broadcasting .........156
Dimlicht ....................................... 105
Dimlicht of grootlicht ...........112, 113
Displayscherm gebruiken ...........131
Displayweergave ................139, 173DPF (Diesel Particle Filter,
roetfilter) .................................. 247
Draagbare cd-spelers .................157
Driepuntsgordel ........................... 59
Driver Information Center ...........106
E Easy access ............................... 131
Eco-coaching .............................. 131
Economisch rijden ......................238
Eco rijden.................................... 131
Een mobiele telefoon koppelen ..208
Een opgeslagen zender oproepen ................................. 150
Eerste hulp ................................... 83
Elektrisch bediende portiersloten. 30
Elektrisch bediende ruiten ...........43
Elektrische aansluitingen .............90
Elektrische accessoires ................90
Elektrische schuifdeur ..................31
Elektrische treeplank ....................31
Elektrische verstelling ..................41
Elektrisch systeem...................... 300
Elektronische rijprogramma's ....257
Elektronische stabiliteitsregeling
........................................ 103, 281
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 262
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............222