67
Druk op de toets met de pijl omhoog om
omhoog te bladeren door de hoofdmenu's
(snelheidsmeter, mph/km/u, voertuiginfor -
matie, terrein, bestuurderhulp, brandstof -
verbruik, dagteller A, dagteller B, Stop/
Start, Audio, Navigatie, opgeslagen
meldingen, scherm instellen en snelheids-
waarschuwing).
Druk op de toets met de pijl omlaag om
omlaag te bladeren door het hoofdmenu
en de submenu's (snelheidsmeter, mph/
km/u, voertuiginformatie, terrein, bestuur -
derhulp, brandstofverbruik, dagteller A,
dagteller B, Stop/Start, Audio, Navigatie,
opgeslagen meldingen, scherm instellen
en snelheidswaarschuwing).
Druk op de toets met de pijl naar rechts-
voor toegang tot de informatieschermen of
submenuschermen van een optie in het
hoofdmenu.
Druk op de toets met de pijl naar linksvoor
toegang tot de informatieschermen of
submenuschermen van een optie in het
hoofdmenu.
Druk op de toets OK voor toegang tot en
selectie op de informatieschermen of
submenuschermen van een hoofdmenu.
Houd de toets OK gedurende twee seconden ingedrukt om weergegeven/
geselecteerde functies te resetten waar
-
voor dat mogelijk is.
Indicator voor olieverversing — indien
aanwezig
Uw auto is uitgerust met een indicator voor
olieverversing. De melding "Oil Change Due"
(olie verversen) wordt vijf seconden op het
display van de instrumentengroep getoond
na één geluidsignaal om de volgende olie -
beurt aan te geven. De indicator voor oliever -
versing is gebaseerd op de belasting van de
motor, wat betekent dat de periodieke olie -
beurten afhankelijk zijn van uw persoonlijke
rijstijl.
Selecteerbare items op display in
instrumentengroep
Het display in de instrumentengroep kan
worden gebruikt voor weergave van de
volgende menu-items:
OPMERKING:
Afhankelijk van de voertuigopties kunnen de
functie-instellingen variëren. OPMERKING:
Raadpleeg het hoofdstuk "Uw instrumenten
-
paneel leren kennen" in uw instructieboekje
voor meer informatie.
Schakelindicator (GSI) — indien aanwezig
De schakelindicator (GSI) wordt ingescha -
keld op voertuigen als de automatische
versnellingsbak zich in de modus voor hand -
matig schakelen bevindt. De GSI biedt de
bestuurder een visuele indicatie als het
aanbevolen schakelpunt is bereikt. Deze
indicatie wijst de bestuurder erop dat het
brandstofverbruik kan worden verlaagd door
te schakelen. Wanneer het opschakellampje
wordt weergegeven op het display van de
instrumentengroep, adviseert de GSI de
bestuurder naar een hogere versnelling te
schakelen. Wanneer het terugschakellampje
op het display wordt getoond, adviseert de
GSI de bestuurder naar een lagere versnel -
ling te schakelen. • Snelheidsmeter • Stop/Start
• Voertuiginformatie • Audio
• Terreinrijden • Berichten
• Brandstofverbruik • Scherminstelling
• Ritinformatie • Bestuurderhulp —
indien aanwezig
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 67
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
68
De GSI-indicatie blijft branden totdat de
bestuurder schakelt, of de rijomstandig-
heden terugkeren naar een situatie waarbij
niet hoeft te worden geschakeld voor een
gunstiger brandstofverbruik.
Dieseldisplays
Onder de juiste omstandigheden worden de
volgende berichten weergegeven op het
display in de instrumentengroep:
Exhaust Filter Nearing Full Safely Drive at
Consistent Speeds to Clear (Roetfilter
bijna vol Rijd met veilige en constante
snelheid om de melding te wissen)
Exhaust Filter Full – Power Reduced See
Dealer (Roetfilter vol – Vermogen geredu -
ceerd Raadpleeg dealer)
Exhaust System Service Required – See
Dealer (Onderhoud uitlaatsysteem vereist
– Raadpleeg dealer)
Exhaust System – Filter XX% Full Service
Required See Dealer (Uitlaatsysteem –
Filter XX% vol Onderhoud vereist Raad -
pleeg dealer)
Exhaust System Regeneration in Process
Continue Driving (Uitlaatsysteem Regene-
ratie bezig Blijf rijden)
Exhaust System – Regeneration
Completed (Uitlaatsysteem – Regeneratie
voltooid)
Berichten roetfilter dieselmotor (DPF)
Deze motor voldoet aan alle vereiste emis -
sienormen voor dieselmotoren. Om aan deze
emissienormen te voldoen is uw auto uitge -
rust met een uiterst moderne motor en
uitlaatsysteem. Deze systemen zijn naadloos
geïntegreerd in uw auto en worden beheerd
door de regelmodule van de aandrijflijn
(PCM). De PCM controleert de verbranding in
de motor, zodat de katalysator roetdeeltjes
kan opvangen en verbranden zonder uw
tussenkomst.
Meldingen brandstofsysteem
De volgende tabel bevat een lijst met
verschillende meldingen die kunnen worden
weergegeven in de instrumentengroep,
afhankelijk van verschillende systeem- of
brandstofomstandigheden. Gebruik de
omschrijvingen om te interpreteren wat de
melding betekent en om de beste handels -
wijze te bepalen.
WAARSCHUWING!
Een heet uitlaatsysteem kan brand
veroorzaken wanneer u boven brandbaar
materiaal parkeert. Denk bijvoorbeeld aan
droog gras of bladeren die in aanraking
komen met de hete uitlaat. Parkeer
daarom nooit op een ondergrond waar uw
uitlaat in aanraking kan komen met
brandbaar materiaal.
LET OP!
Rijd altijd met een snelheid die past bij de
verkeerssituatie, het weer en de
verkeersregels. De motor kan worden
uitgeschakeld, zelfs als het
waarschuwingslampje brandt: herhaalde
onderbrekingen van het regeneratieproces
kan leiden tot een vroegtijdige
verslechtering van motorolie. Het wordt
daarom altijd aanbevolen om te wachten
tot het symbool verdwijnt voordat u de
motor uitzet, volgens de bovenstaande
instructies. Voer de DPF-regeneratie niet
uit wanneer de auto stilstaat.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 68
69
Waarschuwingsberichten dieselemissieadditief AdBlue®:
MELDING OMSCHRIJVING
Waarschuwing laag peil diesele-
missieadditief AdBlue® De eerste laagpeilwaarschuwing wordt gegeven bij een actieradius van ongeveer 1490 mijl (2.400 km)
en wordt bepaald in overeenstemming met het huidige verbruik. Het waarschuwingslampje "AdBlue®
Low Level" (laag AdBlue®-peil) en een bericht worden op het instrumentenpaneel weergegeven. Het
waarschuwingslampje laag AdBlue®-peil blijft branden totdat de AdBlue®-tank wordt bijgevuld met ten
minste 5 liter (1,32 gallon) AdBlue®.
Indien het peil wordt bijgevuld, verschijnt er een specifieke melding wanneer een bepaalde drempel
-
waarde wordt bereikt totdat het niet meer mogelijk is om de motor te starten.
Wanneer 200 km (125 mijl) resteren totdat de AdBlue®-tank leeg is, verschijnt er een melding op het
instrumentenpaneel en klinkt er een geluidssignaal. Wanneer het bereik 0 is, wordt op het display een
speciale melding weergegeven (indien aanwezig). In dit geval zal de motor niet starten.
De motor kan weer worden gestart zodra AdBlue® is toegevoegd; de minimaal vereiste hoeveelheid is 5 liter
(1,32 gallon). Vul de AdBlue®-tank zo snel mogelijk bij met ten minste 5 liter (1,32 gallon) AdBlue®. Als
het vullen is voltooid terwijl de autonomie van de AdBlue®-tank op nul stond, moet u mogelijk twee minuten
wachten voordat u het voertuig kunt starten.
OPMERKING:
Wanneer de AdBlue®-tank leeg is en het voertuig stilstaat, is het niet meer mogelijk het voertuig opnieuw
te starten totdat minimaal 5 liter (1,32 gallon) AdBlue® aan de AdBlue®-tank toegevoegd is.
Engine Will Not Restart Service
AdBlue® System See Dealer
(Motor kan niet meer worden her -
start Onderhoud AdBlue®-systeem
Raadpleeg dealer) Deze melding verschijnt wanneer een gedetecteerd probleem met het AdBlue®-systeem niet binnen de
toegestane periode wordt verholpen. De motor kan niet meer worden gestart tenzij u uw voertuig bij een
erkende dealer laat controleren. Indien het peil wordt bijgevuld, verschijnt er een specifieke melding
wanneer een bepaalde drempelwaarde wordt bereikt totdat het niet meer mogelijk is om de motor te
starten. Wanneer 200 km (125 mijl) resteren totdat de AdBlue®-tank leeg is, verschijnt er een melding
op het instrumentenpaneel en klinkt er een geluidssignaal.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 69
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
70
Engine Will Not Start Service
AdBlue® System See Dealer
(Motor kan niet starten Onderhoud
AdBlue®-systeem Raadpleeg dea-
ler) OPMERKING:
Het kan tot vijf seconden duren voordat het display actueel is nadat 7,5 liter (2 gallon) of meer
AdBlue® aan de AdBlue®-tank toegevoegd is. Als u een storing met betrekking tot het
AdBlue®-systeem heeft, kan het zijn dat het display het nieuwe peil niet bijwerkt. Bezoek uw erkende
dealer voor onderhoud.
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan 12°F (-11°C). Als de auto langere tijd bij deze tempera
-
tuur stilstaat, kan bijvullen moeilijk zijn. Daarom wordt aangeraden om de auto in een garage en/of
verwarmde omgeving te parkeren en te wachten totdat de AdBlue® weer vloeibaar geworden is, alvo -
rens bij te vullen.
Systeemberichten van de benzinedeeltjesfilter (GPF) — indien aanwezig:
Exhaust System Service Required
(onderhoud uitlaatsysteem vereist) De motorregeleenheid heeft een probleem met het systeem van de benzinedeeltjesfilter gedetecteerd .
Neem contact op met een erkende dealer.
Exhaust System Regeneration in
Process Continue Driving (Uit -
laatsysteem Regeneratie bezig Blijf
rijden) De regeneratieprocedure wordt automatisch geregeld door de motorregeleenheid in overeenstemming
met de filtervoorwaarden en gebruikscondities van de auto. Het volgende kan plaatsvinden tijdens rege
-
neratie: hogere niveaus van geluid, trillingen en ruwheid (NVH) en lagere motorprestaties. De bestuur -
der moet normaal verder rijden. Dit bericht wordt weergegeven totdat de regeneratie is voltooid.
Exhaust System Regeneration Com -
pleted (regeratie uitlaatsysteem
voltooid) De regeneratie van de uitlaatgasfilter is voltooid. Dit bericht wordt kort weergegeven.
Waarschuwingsberichten dieselemissieadditief AdBlue®:
MELDING OMSCHRIJVING
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 70
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
74
gebied rechtsboven in het display van de
instrumentengroep een lampje branden voor
de betreffende zitplaats. Dit vervangt tijde-
lijk de configureerbare hoekinformatie. Als
een veiligheidsgordel op de tweede zitrij die
aan het begin van de rit vastgegespt was,
wordt losgegespt, verandert het waarschu -
wingslampje Veiligheidsgordels achterin van
groen in rood en weerklinkt een geluidssig -
naal.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssy -
stemen voor inzittenden" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Waarschuwingslampje achterklep
open
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de achterklep is geopend.
OPMERKING:
Als het voertuig rijdt, klinkt er ook een
geluidssignaal.
— Waarschuwingslampje
versnellingsbaktemperatuur — indien
aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
te waarschuwen voor een hoge temperatuur
van de transmissievloeistof. Dit kan gebeuren bij veeleisend gebruik, zoals het
trekken van een aanhanger. Als dit lampje
gaat branden, moet u het voertuig stoppen
en de motor stationair of iets sneller laten
draaien met de versnellingsbak in PARK (P)
of NEUTRAL (N), totdat het lampje uitgaat.
Zodra het lampje uitgaat, kunt u weer
normaal rijden.
— Waarschuwingslampje van
alarmsysteem — indien aanwezig
Dit lampje knippert snel gedurende circa 15
seconden, wanneer het alarmsysteem wordt
ingeschakeld, en knippert vervolgens lang -
zaam totdat het alarmsysteem wordt uitge -
schakeld.
Gele waarschuwingslampjes
— Waarschuwingslampje
antiblokkeerremsysteem (ABS)
Dit waarschuwingslampje is een indicator
van het ABS-systeem. Het lampje gaat
branden wanneer u het contact in de stand
ON/RUN of ACC/ON/RUN zet en kan daarna
nog vier seconden blijven branden.
Als het ABS-lampje tijdens het rijden blijft of
gaat branden, wijst dit erop dat het
ABS-gedeelte van het remsysteem niet func -
tioneert en dat onderhoud zo snel mogelijk
moet worden uitgevoerd. Het gewone remsy -
steem zal echter normaal functioneren ervan
uitgaande dat het waarschuwingslampje
remsysteem niet brandt.
Wanneer het ABS-lampje niet gaat branden
als het contact in de stand ON/RUN of ACC/
ON/RUN wordt gezet, moet het remsysteem
worden gecontroleerd door een erkende
dealer.
— Waarschuwingslampje ESC actief —
indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje geeft aan wanneer
het elektronisch stabiliteitsregelsysteem
actief is. Het controlelampje van het elektro -
WAARSCHUWING!
Als u door blijft rijden terwijl het bij het
lampje voor de versnellingsbaktemperatuur
brandt, kan de vloeistof overkoken, in
aanraking komen met hete motor- of
uitlaatonderdelen en brand veroorzaken.
LET OP!
Als u door blijft rijden terwijl het lampje
voor de versnellingsbaktemperatuur
brandt, kan de versnellingsbak ernstig
beschadigd of defect raken.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 74
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
76
Bij een draaiende motor kan het storingsindi-
catielampje gaan knipperen als er sprake is
van ernstige storingen die ertoe kunnen
leiden dat het motorvermogen onmiddellijk
wegvalt of dat de katalysator ernstig bescha -
digd raakt. Als dit gebeurt, moet het voertuig
zo snel mogelijk door een erkende dealer
worden gecontroleerd. — Waarschuwingslampje AdBlue®
(UREUM)-inspuitsysteem defect — indien
aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden,
samen met een speciale melding op het
display (indien aanwezig) als er een onbe -
kende vloeistof die niet voldoet aan
aanvaardbare eigenschappen is gebruikt, of
als een gemiddeld verbruik van AdBlue®
(UREUM) van meer dan 50% wordt gedetec -
teerd. Neem dan zo snel mogelijk contact op
met een erkende dealer.
Als het probleem niet is opgelost, wordt een
specifiek bericht weergegeven op het display
van de instrumentengroep wanneer een
bepaalde drempelwaarde wordt bereikt
totdat het niet meer mogelijk is om de motor
te starten.
Wanneer ongeveer 125 mijl (200 km)
resteren voordat de AdBlue® (UREUM)-tank
leeg is, verschijnt er een continu speciaal
bericht op het instrumentenpaneel, verge -
zeld van een geluidssignaal.
— Waarschuwingslampje onderhoud
vierwielaandrijving — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er sprake is van een storing van het vierwielaandrijvingssysteem. Als het
lampje blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, duidt dit erop dat de vierwiel
-
aandrijving niet correct werkt en moet
worden nagekeken. Wij raden u aan naar het
dichtstbijzijnde service center te rijden en de
auto onmiddellijk te laten repareren.
— Lampje Service Forward Collision
Warning (FCW) — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er een storing aanwezig is in
het Forward Collision Warning-systeem.
Neem contact op met een erkende dealer
voor onderhoud.
Raadpleeg de paragraaf "Forward Collision
Warning (FCW)" in het hoofdstuk "Veiligheid"
voor meer informatie.
— Waarschuwingslampje onderhoud
Stop/Start-systeem — indien aanwezig
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het Stop/Start-systeem niet correct
werkt en onderhoud noodzakelijk is. Neem
contact op met een erkende dealer voor
onderhoud.
WAARSCHUWING!
Een niet goed werkende katalysator, zoals
hierboven beschreven, kan warmer worden
dan een katalysator die wel goed werkt.
Hierdoor kan brand ontstaan als u
langzaam rijdt of de auto op brandbaar
materiaal parkeert, zoals droge planten,
hout, karton enz. Dit ernstig of zelfs
dodelijk letsel tot gevolg hebben voor de
bestuurder, de passagiers of anderen.
LET OP!
Als u lange tijd blijft rijden met een
brandend storingslampje, kan het
voertuigregelsysteem beschadigd raken.
Het kan ook van invloed zijn op het
brandstofverbruik en het rijgedrag. Als het
lampje knippert, zal de katalysator vrij snel
ernstig defect raken en zal het
motorvermogen afnemen. Raadpleeg dan
onmiddellijk uw dealer.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 76
77
— Waarschuwingslampje storing
cruisecontrol
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat de cruisecontrol niet correct
werkt en moet worden nagekeken. Neem
contact op met een erkende dealer.
— Waarschuwingslampje storing
stabilisatorstang (indien aanwezig)
Dit lampje gaat branden wanneer er een
storing is in het ontkoppelingssysteem van
de stabilisatorstang.
— Waarschuwingslampje
bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)
Het waarschuwingslampje gaat branden en
er wordt een bericht weergegeven om aan te
geven dat de bandenspanning lager is dan de
aanbevolen waarde en/of langzaam span -
ningsverlies optreedt. In deze gevallen,
worden de optimale gebruiksduur van de
banden en het optimale brandstofverbruik
mogelijk niet gegarandeerd.
Indien een of meer banden in de bovenge -
noemde staat zijn, toont het display de
aanwijzingen voor elke overeenkomstige
band. Alle banden, ook de reserveband (indien
aanwezig) moeten elke maand worden
gecontroleerd wanneer ze koud zijn en opge
-
pompt tot de bandenspanning die door de
fabrikant wordt aanbevolen op de banden -
spanningssticker. Als uw voertuig banden
heeft met een andere maat dan wordt aange -
geven op de bandenspanningssticker, moet u
de juiste bandenspanning voor die banden
achterhalen.
Als extra veiligheidsvoorziening is uw auto
uitgerust met een bandenspanningscontrole -
systeem, dat ervoor zorgt dat het banden -
spanningslampje gaat branden wanneer de
spanning van een of meer banden veel te
laag is. Als het bandenspanningslampje gaat
branden, moet u zo snel mogelijk stoppen en uw banden controleren en deze tot de juiste
bandenspanning oppompen. Als u met een
veel te lage bandenspanning rijdt, raakt de
band oververhit en kan de band defect raken.
Een te lage bandenspanning verhoogt ook
het brandstofverbruik, vermindert de levens
-
duur van de band en kan het rij- en remge -
drag van de auto nadelig beïnvloeden.
Het bandenspanningscontrolesysteem is
geen vervanging voor juist onderhoud van uw
banden. Het is de verantwoordelijkheid van
de bestuurder om de juiste bandenspanning
te handhaven, zelfs wanneer de bandenspan -
ning nog niet het lage niveau heeft bereikt
waarbij het bandenspanningslampje gaat
branden.
Uw voertuig is ook uitgerust met een contro -
lelampje voor storingen van het bandenspan -
ningscontrolesysteem, dat gaat branden
wanneer het systeem niet goed werkt. Het
controlelampje voor storingen van het
bandenspanningscontrolesysteem werkt in
combinatie met het bandenspannings -
lampje. Als het systeem een storing detec -
teert, knippert het lampje gedurende
ongeveer één minuut, waarna het continu
gaat branden. Zolang er sprake van een
storing is, wordt deze reeks telkens herhaald
wanneer de auto wordt gestart. Als het
LET OP!
U mag niet verder rijden met een of meer
lekke banden, omdat de bestuurbaarheid
van de auto dan wordt aangetast. Stop het
voertuig, en voorkom daarbij krachtig
remmen en sturen. Repareer een lekke
band onmiddellijk met de speciale
bandenreparatiekit en neem zo snel
mogelijk contact op met een erkende
dealer.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 77
81
— Controlelampje Cruisecontrol SET —
indien uitgerust met een premium
instrumentengroep
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
cruisecontrol is ingesteld op de gewenste
snelheid. Raadpleeg de paragraaf "cruis -
econtrol — indien aanwezig" in het hoofd -
stuk "Starten en rijden" voor meer informatie.
— Controlelampje mistlampen vóór —
indien aanwezig
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
mistlampen vóór zijn ingeschakeld.
— Controlelampje parkeerlichten/
koplampen Aan
Dit controlelampje brandt wanneer de parkeer -
lichten of koplampen zijn ingeschakeld.
— Controlelampje veiligheidsgordel
vastgezet — indien aanwezig
Dit lampje geeft aan wanneer een veilig -
heidsgordel op de achterbank is vastge -
maakt. Er verschijnt een controlelampje in
de rechterbovenhoek van het display van de
instrumentengroep in overeenstemming met
de specifieke zitplaats wanneer de veilig -
heidsgordel is vastgemaakt. Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssy
-
stemen voor inzittenden" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Controlelampje Stop/start actief —
indien aanwezig
Dit controlelampje gaat branden wanneer de
Stop/Start-functie zich in de modus "Auto -
stop" bevindt.
— Controlelampjes richtingaanwijzers
Wanneer de linker of rechter richtingaan -
wijzer is ingeschakeld, knippert het controle -
lampje van de richtingaanwijzer en de
bijbehorende richtingaanwijzers knipperen.
Richtingaanwijzers kunnen worden geacti -
veerd door de multifunctionele hendel
omlaag (links) of omhoog (rechts) te
bewegen.
OPMERKING:
Er klinkt een continu geluidssignaal als de
auto verder dan 1 mijl (1,6 km) rijdt met
een ingeschakelde richtingaanwijzer.
Als één van de richtingaanwijzers sneller
knippert dan normaal, moet u controleren
of er een gloeilampje aan de buitenkant
defect is.
Witte controlelampjes
— Lampje adaptieve cruisecontrol (ACC)
gereed — indien aanwezig
Dit lampje gaat branden wanneer het voer -
tuig is uitgerust met adaptieve cruisecontrol
(ACC) en deze is ingeschakeld, maar niet
ingesteld. Raadpleeg de paragraaf "Adap -
tieve cruisecontrol (ACC) — indien aanwezig"
in het hoofdstuk "Starten en rijden" voor
meer informatie.
— Indicatielampje tweewielaandrijving
hoog — indien uitgerust met een premium
instrumentenpaneel
Dit lampje waarschuwt de bestuurder dat het
voertuig zich in de hoge groep van de twee -
wielaandrijving bevindt.
— Controlelampje actieve
snelheidsbegrenzer gereed — indien
uitgerust met een premium
instrumentengroep
Dit lampje gaat branden wanneer de actieve
snelheidsbegrenzer ingeschakeld, maar niet
ingesteld is.
2020_JEEP_JL_WRANGLER_UG_LHD_NL.book Page 81