183
een voelbare waarschuwing op het stuurwiel,
alsmede een visuele waarschuwing op het
display in de instrumentengroep om de
bestuurder erop te wijzen binnen de
rijstrookmarkeringen te blijven.
De bestuurder kan de voelbare waarschuwing
op elk moment handmatig uitschakelen door
aan het stuur te trekken.
Wanneer slechts één rijstrookmarkering is
gedetecteerd en de bestuurder onbedoeld de
rijstrook verlaat (geen richtingaanwijzer inge-
schakeld), geeft het rijstrookdetectiesysteem
een visuele waarschuwing via het display in
de instrumentengroep om de bestuurder erop
te wijzen op de rijstrook te blijven. Als
slechts één rijstrookmarkering is gedetec -
teerd, wordt geen voelbare waarschuwing
gegeven.
OPMERKING:
Wanneer aan de bedrijfsomstandigheden is
voldaan, controleert het rijstrookdetectiesy -
steem of de handen van de bestuurder
aanwezig zijn op het stuurwiel en geeft het
een visuele waarschuwing en een geluidssig -
naal weer als de handen van de bestuurder
niet zijn gedetecteerd op het stuurwiel. Het
systeem wordt geannuleerd als de bestuurder
zijn handen niet aan het stuur heeft.Rijstrookdetectie in- of uitschakelen
De standaardstatus van rijstrookde -
tectie is "Off" (uit).
De knop LaneSense bevindt zich op
het schakelpaneel onder het Uconnect
scherm.
Om het rijstrookdetectiesysteem in te scha -
kelen, drukt u op de toets LaneSense (LED
gaat uit). Het bericht "Lane Sense On"
(rijstrookdetectie ingeschakeld) verschijnt op
het display in de instrumentengroep.
Om het rijstrookdetectiesysteem uit te scha -
kelen, drukt u eenmaal op de toets Lane -
Sense (LED gaat aan).
OPMERKING:
Wanneer u de contactschakelaar in de stand
ON/RUN zet, wordt door de rijstrookdetectie
automatisch de systeemstatus (ingeschakeld
of uitgeschakeld) hersteld die actief was
voordat het contact werd uitgeschakeld.
Waarschuwingsbericht rijstrookdetectie
De rijstrookdetectie geeft de huidige afwij -
king van de rijstrook aan via het display in de
instrumentengroep. Basisdisplay in de instrumentengroep — indien
aanwezig
Wanneer de rijstrookdetectie is ingescha
-
keld, zijn de rijstrookmarkeringen grijs
wanneer geen van beide rijstrookgrenzen zijn
gedetecteerd en is het verklikkerlampje
van de rijstrookdetectie continu wit.
Links verlaten van rijstrook — alleen linker
rijstrook gedetecteerd
Wanneer de rijstrookdetectie is ingescha-
keld, is het verklikkerlampje van de
rijstrookdetectie continu wit wanneer
alleen de markering van de linker rijstrook
is gedetecteerd en is het systeem gereed
voor het geven van visuele waarschu -
wingen op het display in de instrumenten -
groep wanneer de rijstrook onbedoeld
wordt verlaten.
Wanneer de rijstrookdetectie merkt dat de
rijstrook wordt benaderd en een rijstrook
wordt verlaten, knippert de dikke linker
rijstrookmarkering van wit naar grijs, blijft
de dunne linker lijn continu wit en veran -
dert de kleur van het verklikkerlampje
van de rijstrookdetectie van continu wit
naar knipperend geel.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 183
STARTEN EN RIJDEN
184
OPMERKING:
De rijstrookdetectie werkt met hetzelfde
gedrag voor het rechts verlaten van de
rijstrook, wanneer alleen de rechter rijstrook-
markering is gedetecteerd.
Links verlaten van rijstrook — beide rijstroken
gedetecteerd
Wanneer de rijstrookdetectie is ingescha-
keld, verandert de kleur van de rijstrook-
markeringen van grijs in wit om aan te
geven dat beide rijstrookmarkeringen zijn
gedetecteerd. Het verklikkerlampje van
de rijstrookdetectie is continu groen
wanneer beide rijstrookmarkeringen zijn
gedetecteerd en het systeem gereed is
voor het geven van visuele waarschu -
wingen op het display in de instrumenten -
groep en een voelbare waarschuwing in
het stuur als een rijstrook onbedoeld wordt
verlaten.
Wanneer de rijstrookdetectie een afwijking
van de rijstrook waarneemt, verandert de
kleur van de dikke linker rijstrookmarke-
ring en de dunne linker lijn in continu wit.
De kleur van het verklikkerlampje van
de rijstrookdetectie verandert van continu
groen naar continu geel. Op dit moment
wordt kracht op het stuurwiel in de tegen -overgestelde richting van de grens van
rijstrook uitgeoefend.
Bijvoorbeeld: als de linkerzijde van de rij
-
strook wordt genaderd, draait het stuur -
wiel naar rechts.
Wanneer de rijstrookdetectie merkt dat de
rijstrook wordt benaderd en een rijstrook
wordt verlaten, knippert de dikke linker
rijstrookmarkering van wit naar grijs, blijft
de dunne linker lijn continu wit en veran -
dert de kleur van het verklikkerlampje
van de rijstrookdetectie van continu geel
naar knipperend geel. Op dit moment
wordt kracht op het stuurwiel in de tegen -
overgestelde richting van de grens van
rijstrook uitgeoefend.
Bijvoorbeeld: als de linkerzijde van de rij -
strook wordt genaderd, draait het stuur -
wiel naar rechts.
OPMERKING:
De rijstrookdetectie werkt met hetzelfde
gedrag voor het rechts verlaten van de
rijstrook.
Premium display in de instrumentengroep —
indien aanwezig
Wanneer de rijstrookdetectie is ingescha -
keld, zijn de rijstrookmarkeringen grijs wanneer geen van beide rijstrookgrenzen zijn
gedetecteerd en is het verklikkerlampje
van de rijstrookdetectie continu wit.
Links verlaten van rijstrook — alleen linker
rijstrook gedetecteerd
Wanneer de rijstrookdetectie is ingescha-
keld, is het verklikkerlampje van de
rijstrookdetectie continu wit wanneer
alleen de markering van de linker rijstrook
is gedetecteerd en is het systeem gereed
voor het geven van visuele waarschu -
wingen op het display in de instrumenten -
groep wanneer de rijstrook onbedoeld
wordt verlaten.
Wanneer de rijstrookdetectie merkt dat de
rijstrook wordt benaderd en een rijstrook
wordt verlaten, knippert de dikke linker
rijstrookmarkering geel, blijft de dunne
linker lijn continu geel en verandert de
kleur van het verklikkerlampje van de
rijstrookdetectie van continu wit naar
knipperend geel.
OPMERKING:
De rijstrookdetectie werkt met hetzelfde
gedrag voor het rechts verlaten van de
rijstrook, wanneer alleen de rechter rijstrook -
markering is gedetecteerd.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 184
185
Links verlaten van rijstrook — beide rijstroken
gedetecteerd
Wanneer de rijstrookdetectie is ingescha-
keld, verandert de kleur van de rijstrook-
markeringen van grijs in wit om aan te
geven dat beide rijstrookmarkeringen zijn
gedetecteerd. Het verklikkerlampje van
de rijstrookdetectie is continu groen
wanneer beide rijstrookmarkeringen zijn
gedetecteerd en het systeem gereed is
voor het geven van visuele waarschu -
wingen op het display in de instrumenten -
groep en een voelbare waarschuwing in
het stuur als een rijstrook onbedoeld wordt
verlaten.
Wanneer de rijstrookdetectie een afwijking
van de rijstrook waarneemt, verandert de
kleur van de dikke linker rijstrookmarke-
ring en de dunne linker lijn in continu
geel. De kleur van het verklikkerlampje
van de rijstrookdetectie verandert van
continu groen naar continu geel. Op dit
moment wordt kracht op het stuurwiel in
de tegenovergestelde richting van de grens
van rijstrook uitgeoefend. Bijvoorbeeld: als de linkerzijde van de rij
-
strook wordt genaderd, draait het stuur -
wiel naar rechts.
Wanneer de rijstrookdetectie merkt dat de
rijstrook wordt benaderd en een rijstrook
wordt verlaten, knippert de linker dikke
rijstrooklijn geel en blijft de linker dunne
lijn continu branden. het verklikkerlampje
van de rijstrookdetectie blijft continu
geel branden. Op dit moment wordt kracht
op het stuurwiel in de tegenovergestelde
richting van de grens van rijstrook uitgeoe-
fend.
Bijvoorbeeld: als de linkerzijde van de rij -
strook wordt genaderd, draait het stuur -
wiel naar rechts.
OPMERKING:
De rijstrookdetectie werkt met hetzelfde
gedrag voor het rechts verlaten van de
rijstrook.
Status van rijstrookdetectie wijzigen
Het rijstrookdetectiesysteem heeft instel -
lingen om de intensiteit van de voelbare
waarschuwing (laag/gemiddeld/hoog) en de
gevoeligheid van de waarschuwingszone
(vroeg/gemiddeld/laat) te configureren via
het scherm van het Uconnect systeem. Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
OPMERKING:
Het systeem geeft geen voelbare waar
-
schuwing op het stuurwiel wanneer een
veiligheidssysteem wordt geactiveerd
(antiblokkeersysteem, tractieregelsy-
steem, elektronische stabiliteitsregeling,
Forward Collision Warning etc.).
Bij gebruik van de richtingaanwijzers en
de waarschuwingsknipperlichten worden
de waarschuwingen ook onderdrukt.
PARKVIEW ACHTERUITRIJ -
CAMERA — INDIEN
AANWEZIG
Wanneer de schakelhendel in de achteruitrij -
stand staat, kunt u een beeld op het scherm
bekijken van de achterzijde van uw auto. Het
beeld van de ParkView-achteruitrijcamera
wordt weergegeven op het Uconnect-display,
in het middendeel van het instrumentenpa -
neel.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 185
STARTEN EN RIJDEN
186
(Vervolgd)
Als het Uconnect-display wazig is, reinig dan
de cameralens aan de achterkant van de auto
boven de kentekenplaat achteraan
Raadpleeg de paragraaf "ParkView achteruit-
rijcamera" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" in het instructieboekje voor meer
informatie.
BRANDSTOF TANKEN
Het doploze brandstofsysteem maakt gebruik
van een klep die op de vulleiding van de
brandstoftank is geplaatst; deze wordt auto -
matisch geopend en gesloten bij het
plaatsen/uitnemen van het vulpistool. In
bepaalde landen is het doploze brand -
stofsysteem zo ontworpen dat het tanken van
de verkeerde soort brandstof wordt voor -
komen.
1. Ontgrendel de brandstofvulklep door op de ontgrendelknop op de sleutelhouder
of de ontgrendelknop op het bekledings -
paneel van het bestuurdersportier te
drukken.
2. Open de brandstofvulklep door op de buitenste rand van de vulklep te drukken. Brandstofvulklep
Vulprocedure
3. Er zit geen vuldop onder de brandstofvul -
klep. Het systeem wordt afgedicht door
een afsluitklep in de leiding.
4. Steek het tankpistool volledig in de vulleiding; het tankpistool duwt de afsl -
uitklep open en houdt de klep open
tijdens het tanken.
WAARSCHUWING!
Bestuurders moeten altijd voorzichtig
achteruit rijden, ook wanneer gebruik
wordt gemaakt van de ParkView
achteruitrijcamera. Controleer het gebied
achter de auto altijd zorgvuldig, kijk naar
achteren en wees bedacht op voetgangers,
dieren, andere voertuigen, obstakels en
dode hoeken, voordat u achteruitrijdt. U
bent verantwoordelijk voor de veiligheid
van uw omgeving en moet blijven opletten
als u achteruitrijdt. Anders bestaat er een
risico op ernstig of zelfs dodelijk letsel.
LET OP!
Om voertuigschade te voorkomen mag
ParkView alleen worden gebruikt als
parkeerhulp. De ParkView camera kan
niet elk obstakel of voorwerp zien.
Om voertuigschade te voorkomen moet u
langzaam rijden bij gebruik van Park-
View, zodat u tijdig kunt stoppen als een
obstakel wordt waargenomen. Het is
raadzaam om tijdens het achteruitrijden
over uw schouder te kijken, ook wanneer
u gebruik maakt van ParkView.
LET OP! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 186
STARTEN EN RIJDEN
192
Raadpleeg de paragraaf "Waarschuwings-
lampjes en meldingen" in het hoofdstuk
"Uw instrumentenpaneel leren kennen"
voor meer informatie, als systemen voor
het bijvullen gebruikt worden, die niet
vastgeschroefd kunnen worden (bijv.
vaten), nadat de indicatie verschijnt op
het display van het instrumentenpaneel,
vul de AdBlue® (UREUM)-tank met niet
meer dan 2 gallon (8 liter).
Als een jerrycan wordt gebruikt, die op de
vulopening kan worden geschroefd, dan is
het reservoir vol wanneer de AdBlue®
(UREUM) in de jerrycan niet meer eruit
stroomt. Ga dan niet meer verder.
Handelingen na het bijvullen
Ga als volgt te werk:
Bevestig de dop weer op de AdBlue®
(UREUM)-vulopening door hem rechtsom
te draaien en schroef hem volledig vast.
Draai het contactslot tot de stand RUN
(het is niet nodig om de motor te starten).
Wacht totdat de indicatie op het instru -
mentenpaneel uitgaat, voordat u de auto
in beweging zet. De indicatie kan enkele
seconden tot ongeveer een halve minuut
zichtbaar blijven. Indien de motor wordt gestart en de auto in beweging wordt
gezet, blijft de indicatie langer zichtbaar.
Dit heeft geen consequenties voor de
motorwerking.
Wacht 2 minuten alvorens de motor te
starten, indien de AdBlue® (UREUM)
werd bijgevuld toen de tank leeg was.
OPMERKING:
Indien AdBlue® (UREUM) uit de vulhals
gemorst wordt, maak dan het gebied goed
schoon en ga dan verder met vullen.
Indien de vloeistof kristalliseert, veeg het
dan weg met een spons en warm water.
OVERSCHRIJD HET MAXIMALE NIVEAU
NIET: dit kan schade aan het reservoir
veroorzaken. AdBlue® (UREUM) bevriest
bij temperaturen lager dan 12 °F (-11 °C).
Hoewel het systeem ontworpen is om
onder het vriespunt van de AdBlue®
(UREUM) te werken, is het raadzaam de
tank niet verder te vullen dan het maxi -
mumpeil want als de UREUM bevriest,
kan het systeem beschadigd raken. Volg
de instructies in deze paragraaf.
Als de AdBlue® (UREUM) wordt gemorst
op gelakte oppervlakken of aluminium,
reinig dat gebied dan onmiddellijk met water en gebruik absorberend materiaal
om de vloeistof op te vangen die op de
grond gemorst werd.
Probeer niet de motor te starten als
AdBlue® (UREUM) per ongeluk aan de
dieselbrandstoftank werd toegevoegd. Dit
kan leiden tot ernstige motorschade.
Neem in dat geval contact op met een
erkende dealer.
Voeg geen additieven of andere vloeistoffen
aan AdBlue® (UREUM) toe. Als u dit toch
doet, kan het systeem beschadigd raken.
Het gebruik van verkeerde of aangetaste
AdBlue® (UREUM) kan leiden tot het
verschijnen van indicaties op het display van
het instrumentenpaneel. Raadpleeg de para
-
graaf "Waarschuwingslampjes en meldingen"
in het hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel
leren kennen" voor meer informatie.
Giet nooit AdBlue® (UREUM) in een
andere jerrycan: die kan verontreinigd zijn.
Als de AdBlue® (UREUM) opraakt, raad -
pleeg dan de paragraaf "Waarschuwings-
lampjes en meldingen" in het hoofdstuk
"Uw instrumentenpaneel leren kennen"
voor meer informatie om de auto normaal
te blijven gebruiken.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 192
301
UCONNECT 3 SYSTEEM
MET 5-INCH DISPLAY —
INDIEN AANWEZIG
Overzicht Uconnect 3 met 5-inch display
Radiotoetsen Uconnect 3 met 5-inch display
Klok instellen
Ga als volgt te werk om de klok in te stellen:
1. Druk op de toets Settings op het front enkies vervolgens de schermtoets "Clock
and Date" (klok en datum).
2. Kies de schermtoets "Set Time" (tijd instellen).
3. Druk op de pijl omhoog of pijl omlaag om de uren en minuten aan te passen, en
kies vervolgens de schermtoets "AM" of
"PM". U kunt ook de 12-uurs of 24-uurs
tijdnotatie selecteren door de gewenste
schermtoets te kiezen.
4. Kies de schermtoets "Done" (klaar) zodra de tijd is ingesteld om het tijdscherm af
te sluiten.
OPMERKING:
In het menu Clock Setting (klok instellen)
kunt u Display Clock (klok weergeven) selec -
teren. Met Display Clock (klok weergeven) schakelt u de weergave van de klok in de
statusbalk in en uit.
Audio-instelling
1. Druk op de toets Settings op het front of
kies de schermtoets Audio (ga verder
naar stap 3).
2. Scroll omlaag en kies de schermtoets "Audio" om het menu Audio te openen.
3. Het menu Audio toont de volgende opties om de audio-instellingen aan uw
persoonlijke wensen aan te passen.
Equalizer
Kies de schermtoets "Equalizer" om de lage
tonen, middentonen en hoge tonen in te
stellen. Gebruik de schermtoets "+" en "-" om
de equalizer naar wens in te stellen.
Balans links/rechts - voor/achter
Kies de schermtoets "Balans/Fade" (balans
links/rechts - voor/achter) om het geluid van
de luidsprekers in te stellen. Kies de scherm -
toetsen met de pijl om het geluidsniveau van
de luidsprekers voor en achter of rechts en
links in te stellen. Kies de schermtoets C om
de balans links/rechts en voor/achter terug te
stellen op de fabrieksinstellingen.
1 — Toets RADIO
2 — Toets COMPASS
3 — Toets SETTINGS
4 — Toets MORE (meer functies)
5 — Toets BROWSE/ENTER — knop TUNE/
SCROLL
6 — Toets SCREEN OFF
7 — Knop MUTE
8 — Systeem Aan/Uit — regelknop VOLU-
ME
9 — Toets voor Uconnect Phone
10 — Knop MEDIA
LET OP!
Bevestig GEEN voorwerpen aan het
aanraakscherm. Anders kan het scherm
beschadigd raken.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 301
MULTIMEDIA
304
Siri® Eyes Free — indien aanwezig
Met Siri kunt u uw stem gebruiken om
SMS-berichten te verzenden, media te selec-
teren, telefoongesprekken te beginnen en
nog veel meer. Siri gebruikt natuurlijke taal
om te begrijpen wat u bedoelt en reageren
om uw verzoeken te bevestigen. Siri helpt u
met het uitvoeren van nuttige taken, zodat u
uw ogen op de weg kunt houden en uw
handen aan stuurwiel.
Om Siri te activeren, houdt u de toets Ucon -
nect Voice Recognition (spraakherkenning)
op het stuurwiel ingedrukt en laat u deze
weer los. Nadat u twee pieptonen hebt
gehoord, kunt u Siri vragen podcasts en
muziek af te spelen, routebeschrijvingen te
maken, SMS-berichten voor te lezen en nog
veel meer.UCONNECT 4 MET 7-INCH
DISPLAY
Overzicht Uconnect 4
Radioscherm Uconnect 4 met 7-inch display
OPMERKING:
Uconnect schermafbeeldingen zijn uitslui -
tend ter illustratie en geven de software van
uw voertuig mogelijk niet exact weer. De tijd instellen
1. Voor Uconnect 4 schakelt u de eenheid
in en drukt u op de tijdweergave
bovenaan in het scherm. Druk op "Yes"
(ja).
2. Als de tijd niet bovenaan in het scherm wordt weergegeven, kiest u de scherm -
toets "Settings" (instellingen). Druk in
het scherm "Settings" (instellingen) op
de schermtoets "Clock & Date" (klok en
datum) en vink deze optie aan of uit.
3. Druk op "+" of "–" naast "Set Time Hours" (uren instellen) en "Set Time Minutes"
(minuten instellen) om de tijd in te
stellen.
4. Als deze functies niet beschikbaar zijn, schakelt u het vakje Sync Time (tijdsaan -
duiding synchroniseren) uit.
5. Druk op "X" om uw instellingen op te slaan en het scherm Clock Setting (klok
instellen) af te sluiten.
LET OP!
Bevestig GEEN voorwerpen aan het
aanraakscherm. Anders kan het scherm
beschadigd raken.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 304
MULTIMEDIA
306
Radio uit met portier — indien aanwezig
Kies de schermtoets "Radio Off With Door"
(radio uit met portier) om het scherm
Radio Off With Door (radio uit met portier)
te activeren. Met de functie "Radio uit met
portier", indien geactiveerd, blijft de radio
ingeschakeld tot het bestuurders- of
passagiersportier wordt geopend of totdat
de geselecteerde tijd voor Radio Off Delay
(vertraging uitschakelen radio) is
verstreken.
Menubalk slepen en neerzetten
De Uconnect-functies en -diensten in de
hoofdmenubalk zijn eenvoudig te wijzigen
voor uw gemak. Volg eenvoudig de onder-
staande stappen: Hoofdmenu van Uconnect 4
1. Druk op de Apps -knop om het App-scherm te openen.
2. Druk op een App en houd deze vast. Sleep vervolgens de geselecteerde App
als vervanging van een bestaande snel -
toets in de hoofdmenubalk.
De snelkoppeling voor de nieuwe App, die
omlaag is gesleept naar de hoofdmenubalk,
is nu een actieve App/snelkoppeling.
OPMERKING:
Deze functie is alleen beschikbaar als het
voertuig in PARK (P) staat.
Radio
Radio Uconnect 4 met 7-inch display
1 — Radiovoorkeurzenders
2 — Schakelen tussen voorkeurzenders
3 — Statusbalk
4 — Hoofdcategoriebalk
5 — Geluidsinstellingen
6 — Vooruit zoeken
7 — Direct afstemmen op een radiozender
8 — Achteruit zoeken
9 — Voorkeurzenders bekijken en beheren
10 — Frequentiebanden
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 306