MULTIMEDIA
332
het hoofdscherm Phone om een lopend
gesprek door te verbinden tussen de handset
en het voertuig.
Telefoonboek
Het Uconnect systeem zal het telefoonboek
van uw gekoppelde telefoon automatisch
synchroniseren als deze functie door uw tele-
foon wordt ondersteund. Contactpersonen
uit het telefoonboek worden telkens bijge -
werkt wanneer de telefoon wordt verbonden.
Telefoonboekgegevens worden weergegeven
in het menu met contactpersonen. Als de
vermeldingen uit uw telefoonboek niet in het
systeem worden opgenomen, controleert u
de instellingen op uw telefoon. Bij sommige
telefoons moet u deze functie handmatig
activeren.
U kunt in het telefoonboek bladeren op
het aanraakscherm van het Uconnect
systeem, maar bewerken kan alleen
worden uitgevoerd op uw telefoon. Om te
bladeren, kiest u de schermtoets "Phone"
(telefoon) en vervolgens de schermtoets
"Phonebook" (telefoonboek).
Favoriete telefoonboekvermeldingen kunnen
worden opgeslagen als favorieten voor snel -
lere toegang. Favorieten worden weerge -
geven in het favorietenmenu.
Tips voor spraakbediening
Het spreken van volledige namen (d.w.z.
"Bel John Doe" i.t.t. "Bel John") resulteert
in een grotere nauwkeurigheid van het
systeem.
U kunt opdrachten "koppelen" voor snel -
lere resultaten. Zeg bijvoorbeeld "Call
John Doe mobile" (Bel John Doe mobiel).
Wanneer u luistert naar de opties voor
beschikbare spraakopdrachten, hoeft u
niet de gehele lijst te beluisteren.
Wanneer u de gewenste opdracht hoort,
drukt u op de knop op het stuurwiel,
wacht u op de pieptoon en spreekt u de
opdracht in.
Het volume wijzigen
Start een gesprek door op de toets VR
te drukken en spreek een opdracht uit.
Bijvoorbeeld "Help".
Gebruik de draaiknop VOLUME/DEMPEN
van de radio om het gewenste volume in te
stellen terwijl het Uconnect systeem
spreekt. OPMERKING:
Het volume voor Uconnect wordt apart inge
-
steld van het audiosysteem.
OPMERKING:
Om toegang te krijgen tot de Help-functie,
drukt u op de toets VR op het stuurwiel en
zegt u "Help". Druk op de toets VR en zeg
"Cancel” (annuleren) om de helpsessie te
annuleren.
Do Not Disturb (niet storen) gebruiken
Met Niet storen, kunt u meldingen van
gebeurtenissen van binnenkomende
gesprekken en berichten uitschakelen, waar -
door u uw ogen op de weg en uw handen aan
het stuurwiel kunt houden. Voor uw gemak is
er een tellerdisplay om uw gemiste oproepen
of SMS-berichten bij te houden, terwijl u
Niet storen gebruikt.
Om Do Not Disturb (niet storen) in te scha -
kelen, selecteert u "Pairing" (koppelen) in
het telefoonmenu en vervolgens "Do not
Disturb" (niet storen) in het menu Settings
(instellingen). U kunt de functie ook acti -
veren met behulp van de knop "Do not
Disturb" (niet storen) bovenaan elk telefoon -
scherm.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 332