MULTIMEDIA
326
Telefoonmenu Radio Uconnect 4C/4C NAV met 8,4-inch display Met de functie Uconnect Phone kunt u
handsfree oproepen beginnen en beant
-
woorden met de mobiele telefoon. Ook kan
de bestuurder mobiele-telefoonoproepen
beginnen met gesproken opdrachten of met
de schermtoetsen (zie het hoofdstuk Spraak -
bediening).
De functie voor het handsfree bellen wordt
mogelijk gemaakt via Bluetooth®-techno -
logie: de wereldwijde standaard die ervoor
zorgt dat verschillende elektronische appa -
raten draadloos verbinding kunnen maken
met elkaar.
Als uw stuurwiel is voorzien van de toets
Uconnect Phone , kunt u gebruikmaken
van de functies van Uconnect Phone.
7 — Vergadergesprek*
8 — Telefooninstellingen
9 — SMS-berichten**
10 — Pad voor direct kiezen
11 — Lijst van recente oproepen
12 — Bladeren in telefoonboekvermeldingen
13 — Gesprek beëindigen
14 — Call (bellen) / Redial (opnieuw kie
-
zen) / Hold (in wacht)
15 — Do Not Disturb (niet storen)
16 — Antwoorden met SMS-bericht
* — De functie Vergadergesprek is alleen
beschikbaar op GSM mobiele apparaten
** — De functie SMS-berichten is niet be -
schikbaar op alle mobiele telefoons (Blue -
tooth® MAP-profiel is vereist)
1 — Momenteel gekoppelde mobiele telefoon
2 — Signaalsterkte mobiele telefoon
3 — Do Not Disturb (niet storen)
4 — Antwoorden met SMS-bericht**
5 — Naam contactpersoon huidige tele -
foongesprek
6 — Vergadergesprek*
7 — Telefoon koppelen
8 — Menu sms-berichten**
9 — Pad voor direct kiezen
10 — Menu contactpersonen
11 — Lijst van recente oproepen
12 — Favoriete contactpersonen
13 — Microfoon dempen
14 — Inkomend gesprek afwijzen
15 — Beantwoorden/opnieuw kiezen/in de
wacht
16 — Batterijduur mobiele telefoon
17 — Doorverbinden naar/van Uconnect
systeem
* — De functie Vergadergesprek is alleen
beschikbaar op GSM mobiele apparaten
** — De functie SMS-berichten is niet be -
schikbaar op alle mobiele telefoons (Blue -
tooth® MAP-profiel is vereist)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 326
327
OPMERKING:
Voor het gebruik van UConnect Phone is
een mobiele telefoon met Bluetooth®
Handsfree Profiel, versie 1.0 of hoger,
vereist.
De meeste mobiele telefoons/apparaten
zijn compatibel met het Uconnect
systeem, maar sommige mobiele tele-
foons/apparaten beschikken mogelijk niet
over alle functies die vereist zijn om alle
functies van het Uconnect systeem te
kunnen gebruiken.
Ga voor de klantenservice van Uconnect
naar: DriveUconnect.eu of bezoek een
erkende dealer.
Uw mobiele telefoon koppelen (draadloos
verbinden) met het Uconnect-systeem
Het koppelen van een mobiele telefoon is het
proces van het opzetten van een draadloze
verbinding tussen een mobiele telefoon en
het Uconnect-systeem.
OPMERKING:
Om het Uconnect Phone systeem te
gebruiken, moet u eerst controleren of uw
mobiele telefoon en software compatibel
zijn met het Uconnect systeem. Bezoek
www.DriveUconnect.eu of een erkende
dealer voor volledige informatie over de
compatibiliteit van mobiele telefoons.
Het koppelen van de mobiele telefoon is
niet beschikbaar terwijl het voertuig rijdt.
Er kunnen maximaal 10 mobiele telefoons
worden gekoppeld aan het Uconnect
systeem. De koppelingsprocedure starten op de radio
Uconnect 3 met 5-inch display:
Uconnect 3
1. Zet de contactschakelaar in de stand ACC of ON/RUN.
2. Druk op de knop Phone.
3. Kies "Settings" (instellingen).
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 327
MULTIMEDIA
328
4. Kies "Paired Phones" (gekoppelde tele-
foons).
5. Kies "Add device" (apparaat toevoegen).
Uconnect Phone toont een voortgangs -
scherm terwijl het systeem de koppe -
ling tot stand brengt.
Uconnect 4 met 7-inch display:
Uconnect 4
1. Zet de contactschakelaar in de stand ACC of ON/RUN.
2. Druk op de schermtoets "Phone" (tele -
foon) in de menubalk op het touchs -
creen. Er verschijnt een bericht met de
vraag "No phone connected (Geen tele -
foon verbonden). Do you want to pair a
phone?" (Wilt u een telefoon koppelen?)
Selecteer Yes (ja). 3. Nadat u "Yes" (ja) hebt geselecteerd, gaat
u door met de stappen om uw telefoon te
koppelen met uw Bluetooth®-verbin -
ding.
4. Zodra het koppelen is gelukt, verschijnt er een bericht met de vraag "Make this
your favorite?" (Toevoegen aan favo -
rieten?) Selecteer vervolgens Yes (ja) of
No (nee).
Uconnect 4C/4C NAV met 8,4–inch display:
Uconnect 4C/4C NAV
1. Zet de contactschakelaar in de stand ACC of ON/RUN. 2. Druk op de schermtoets "Phone" (tele
-
foon) in de menubalk op het touchs -
creen.Als geen telefoon is verbonden met het voertuig, wordt een bericht weerge -
geven waarin u wordt gevraagd een
telefoon te koppelen. Selecteer Yes
(ja) bij dit bericht. Nadat u op Yes (ja)
hebt gedrukt, begeleiden de aanwij -
zingen via de radio u door de stappen
om uw telefoon via Bluetooth® te
koppelen.
Uconnect Phone toont een voortgangs -
scherm terwijl het systeem de koppe -
ling tot stand brengt. Als de koppeling
is geslaagd, wordt een bericht weerge -
geven. Klik bij dit bericht op “OK”.
De telefoonkoppeling is ook op de volgende
manier toegankelijk:
1. Zet de contactschakelaar in de stand ACC of ON/RUN.
2. Druk op de schermtoets Apps in de menubalk op het touchscreen.
3. Kies “Settings” (instellingen).
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 328
MULTIMEDIA
332
het hoofdscherm Phone om een lopend
gesprek door te verbinden tussen de handset
en het voertuig.
Telefoonboek
Het Uconnect systeem zal het telefoonboek
van uw gekoppelde telefoon automatisch
synchroniseren als deze functie door uw tele-
foon wordt ondersteund. Contactpersonen
uit het telefoonboek worden telkens bijge -
werkt wanneer de telefoon wordt verbonden.
Telefoonboekgegevens worden weergegeven
in het menu met contactpersonen. Als de
vermeldingen uit uw telefoonboek niet in het
systeem worden opgenomen, controleert u
de instellingen op uw telefoon. Bij sommige
telefoons moet u deze functie handmatig
activeren.
U kunt in het telefoonboek bladeren op
het aanraakscherm van het Uconnect
systeem, maar bewerken kan alleen
worden uitgevoerd op uw telefoon. Om te
bladeren, kiest u de schermtoets "Phone"
(telefoon) en vervolgens de schermtoets
"Phonebook" (telefoonboek).
Favoriete telefoonboekvermeldingen kunnen
worden opgeslagen als favorieten voor snel -
lere toegang. Favorieten worden weerge -
geven in het favorietenmenu.
Tips voor spraakbediening
Het spreken van volledige namen (d.w.z.
"Bel John Doe" i.t.t. "Bel John") resulteert
in een grotere nauwkeurigheid van het
systeem.
U kunt opdrachten "koppelen" voor snel -
lere resultaten. Zeg bijvoorbeeld "Call
John Doe mobile" (Bel John Doe mobiel).
Wanneer u luistert naar de opties voor
beschikbare spraakopdrachten, hoeft u
niet de gehele lijst te beluisteren.
Wanneer u de gewenste opdracht hoort,
drukt u op de knop op het stuurwiel,
wacht u op de pieptoon en spreekt u de
opdracht in.
Het volume wijzigen
Start een gesprek door op de toets VR
te drukken en spreek een opdracht uit.
Bijvoorbeeld "Help".
Gebruik de draaiknop VOLUME/DEMPEN
van de radio om het gewenste volume in te
stellen terwijl het Uconnect systeem
spreekt. OPMERKING:
Het volume voor Uconnect wordt apart inge
-
steld van het audiosysteem.
OPMERKING:
Om toegang te krijgen tot de Help-functie,
drukt u op de toets VR op het stuurwiel en
zegt u "Help". Druk op de toets VR en zeg
"Cancel” (annuleren) om de helpsessie te
annuleren.
Do Not Disturb (niet storen) gebruiken
Met Niet storen, kunt u meldingen van
gebeurtenissen van binnenkomende
gesprekken en berichten uitschakelen, waar -
door u uw ogen op de weg en uw handen aan
het stuurwiel kunt houden. Voor uw gemak is
er een tellerdisplay om uw gemiste oproepen
of SMS-berichten bij te houden, terwijl u
Niet storen gebruikt.
Om Do Not Disturb (niet storen) in te scha -
kelen, selecteert u "Pairing" (koppelen) in
het telefoonmenu en vervolgens "Do not
Disturb" (niet storen) in het menu Settings
(instellingen). U kunt de functie ook acti -
veren met behulp van de knop "Do not
Disturb" (niet storen) bovenaan elk telefoon -
scherm.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 332
MULTIMEDIA
336
Aan de slag
Alles wat u nodig hebt om uw Uconnect
systeem met uw stem te bedienen, zijn de
toetsen op uw stuurwiel.
Nuttige tips voor het gebruik van spraakher-
kenning:
Ga naar DriveUconnect.eu of ga naar een
erkende dealer om de compatibiliteit van
mobiele apparaten en functies te bekijken
en voor instructies voor het koppelen van
telefoons.
Beperk achtergrondgeluiden. Wind en
gesprekken van passagiers zijn voor -
beelden van geluid dat de spraakherken -
ning kan hinderen.
Spreek duidelijk op een normaal tempo en
volume terwijl u recht vooruit kijkt. De
microfoon bevindt zich in de hemelbekle-
ding en is gericht op de bestuurder.
Elke keer dat u een spraakcommando
geeft, moet u eerst op de toets spraakher -
kenning (VR) of Phone drukken en
wachten tot na de pieptoon voordat u uw
spraakcommando geeft.
U kunt de helpbericht- of systeemprompts
onderbreken door op de toets VR of Phone
te drukken en een spraakbediening uit de
huidige categorie te geven.
Uconnect Voice Command-toetsenBasisspraakcommando's
De onderstaande basisspraakcommando's
kunnen op elk moment tijdens het gebruik
van uw Uconnect systeem worden gegeven.
Druk op de toets VR . Na de pieptoon, zegt
u:
"Cancel " (annuleren) om een huidige
spraaksessie te beëindigen
"Help " om een lijst van voorgestelde
spraakcommando's te beluisteren
"Repeat " (herhalen) om de systeem -
prompts nogmaals te beluisteren
Let op de visuele meldingen die u informeren
over de status van uw spraakherkenningssy -
steem. De meldingen verschijnen op het
aanraakscherm.
Radio
Gebruik uw stem om snel af te stemmen op
de AM-, FM- of DAB-radiozenders die u wilt
beluisteren.
Druk op de toets VR . Na de pieptoon, zegt
u:
"Tune to ninety-five-point-five FM" (ga naar
95.5 FM)
1 — Druk hierop om een telefoongesprek te
beginnen of beantwoorden, of om een
SMS-bericht te versturen of ontvangen
2 — Voor alle radio's: 2 — Druk hierop om
radio-, media-, apps-, navigatie- en klimaat
-
regelfuncties (indien aanwezig) te starten
3 — Druk hierop om een gesprek te beëin -
digen
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 336
337
TIP:
Als u op enig moment niet weet wat u kunt
zeggen of als u een spraakcommando wilt
leren, drukt u op de spraakbedieningstoets en zegt u " Help". Het systeem geeft u een
opsomming van de commando's.
Uconnect 3 Radio
Uconnect 4 Radio Uconnect 4C/4C NAV Radio
Media
Uconnect biedt aansluitmogelijkheden via
USB, Bluetooth® en AUX-poorten (indien
aanwezig). Spraakbediening is alleen
beschikbaar voor aangesloten USB- en
AUX-apparaten. (De cd-speler met afstands
-
bediening is optioneel en niet beschikbaar
bij alle auto's).
Druk op de toets VR . Zeg na de pieptoon
een van de volgende commando's en volg de
aanwijzingen om uw mediabron te wisselen
of een artiest te kiezen.
“Change source to Bluetooth®" (bron
wijzigen in Bluetooth®)
"Change Source to AUX" (wijzig bron in
AUX)
"Change source to USB" (wijzig bron in
USB)
"Play artist Beethoven" (speel artiest Beet -
hoven); " Play album Greatest Hits" (speel
album Greatest Hits); " Play song Moon-
light Sonata" (speel nummer Moonlight
Sonata); " Play genre Classical" (speel
genre klassiek)
TIP:
Kies de schermtoets Browse (bladeren) om
alle muziek op uw USB-apparaat te bekijken.
Uw spraakcommando moet exact overeen -
komen met hoe de artiest, het album, het
nummer en het genre worden weergegeven.
Uconnect 3 Media
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 337
358
INDEX
INDEX
A
Aanhangergewicht.............................. 195
Aanhangwagen trekken ....................... 195 Minimale vereisten ......................... 196
Aansluiting voor randapparatuur ............ 55
ABS, waarschuwingslampje .................. 68
Accessoires ....................................... 297 Mopar ........................................... 297
Accu........................................... 66 , 261
Lampje van het laadsysteem.............. 66
Achterbank, neerklapbaar ..................... 26
Achterklep .................................... 52 , 53
Achterligger ........................................ 92
Achterruitwisser/-sproeier ..................... 38
Actieve snelheidsbegrenzer ................. 168
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
(cruisecontrol) ................................... 170
Additieven, brandstof ......................... 286
Afstandsbediening Startsysteem .................................... 17
Afstandsbediening autoradio ............... 321
Afstandsbediening kofferdeksel ........... 195 Airbag .............................................. 111
Als een airbag wordt opgeblazen ...... 123
Event Data Recorder (EDR) ............. 239
Kniebescherming ........................... 119
Onderhoud .................................... 126
Onderhoud van het airbagsysteem ... 126
Redundant airbagwaarschuwingslampje......... 111
Verbeterde ongevalsreactie.......123 , 239
Vervoer van huisdieren.................... 143 Waarschuwingslampje voor het airbagsysteem....................... 110
Werking airbags ............................. 113
Zijairbags ...................................... 119
Airbaglampje........................ 64 , 110 , 144
Airbagsysteem ................................... 111
Airco, filter ..................................46 , 263
Airco, koelmiddel .............................. 262
Airco, tips voor gebruik ........................ 46
Airconditioning.................................... 44
Aircosysteem..................................... 262
Alarm Alarmsysteem .............................18 , 68
Het alarm inschakelen ...................... 18
Het alarm uitschakelen..................... 19 Alarmsysteem .......................... 18
, 20 , 68
Alarmsysteem............................. 18 , 20
Het alarm inschakelen ......................18
Het alarm uitschakelen .....................19
Android Auto ..................... 306 , 312 , 341
Communicatie ................................314
Kaarten .........................................313 Muziek ..........................................314
Antiblokkeersysteem (ABS) ...................80
Anti-ongevalsysteem FCW (Forward
Collision Warning) ................................93
Antivries (motorkoelvloeistof)...............290
Apple CarPlay .................... 307 , 315 , 342
Apps .............................................317 Berichten.......................................316
Kaarten .........................................316Muziek ..........................................316Telefoon ........................................316
Assmering .........................................295
Audiosystemen (radio) ................ 299 , 301
Automatisch grootlicht ..........................33
Automatische koplampen ......................34
Automatische temperatuurregeling
(ATC) ..................................................45
Automatische transaxle .......................156
20_MP_UG_NL_EU_tIX.fm Page 358
359
Automatische transmissie ................... 158Speciale additieven ........................ 267
Type vloeistof......................... 267 , 295
Vloeistof bijvullen ........................... 295 Vloeistofpeil controleren.................. 267
Autowasserijen .................................. 278
B
Bagagebox .......................................... 57
Bagageruimte ontgrendelen,
noodgevallen ..................................... 195
Banden ...................... 146 , 268 , 274 , 275
Aanhaalmoment wielbouten............. 282
Algemene informatie........268 , 274 , 275
Bandenslijtage-indicatoren .............. 272
Bandenspanning .................... 268 , 269
Bandenspanningscontrolesysteem (TPMS) .................................. 71 , 96
Belastbaarheid ............................... 270
Compact reservewiel ....................... 275
Hoge snelheden ............................. 270 Kettingen ...................................... 276
Levensduur van banden .................. 272
Opkrikken .............................. 214 , 268
Radiaal ......................................... 270
Reservebanden ...................... 274 , 275
Rouleren ....................................... 277
Spinnen ........................................ 271
Veiligheid ...................................... 268 Veroudering (levensduur van
banden) ..................................... 272
Vervanging .................................... 272
Verwisselen ............................214 , 268
Winterbanden ................................ 274
Bandenservicekit ............................... 222
Bandenslijtage-indicatoren ..........195 , 272
Bandenspanning Banden ......................................... 269
Bandenspanningssysteem .................... 96
Bediening van de
radio ......................... 300 , 303 , 309 , 311
Benzine, (brandstof) .......................... 285
Benzinedeeltjesfilter (GPF) ................... 58
Bergplaats krik .................................. 214
Bewaking, bandenspanningssysteem ..... 96
Boordcomputer ............................64 , 195
Bougies ............................................ 291
Brandstof ..................................285 , 288
Additieven..................................... 286
Benzine ........................................ 285
Ethanol ......................................... 286
Methanol....................................... 286
Octaangetal .................... 285 , 288 , 291
Specificaties ................................. 291
Tankinhoud ................................... 290
Verbruik ........................................ 296
Verlichting....................................... 69
Vuldop .......................................... 186 Brandstof bijvullen met een jerrycan in
noodgevallen .....................................231
Brandstof tanken ...............................188
Brandstofvuldop.................................186
Buitenverlichting.................... 32
, 33 , 146
C
Camera achter ...................................185
Camera, achter ..................................185
Capaciteiten, vloeistof ........................290
Certificatielabel .................................193
Chassisnummer (VIN) .........................282
Compacte reserveband ........................275
Connector Universele verbruiksinterface (UCI) ..321
Contact ...............................................14 Schakelaar .......................................14
Controlelampje Hill Descent Control .......86
Cyberveiligheid ..................................299
D
Dagverlichting................................ 32 , 33
Dakbagagedrager..................................57
Dealerservice .....................................262
Diagnosesysteem..................................78
Diagnosesysteem, boord........................78
Dieren ...............................................143
Diesel Schermberichten ..............................61
Dieselbrandstof ..................................288
20_MP_UG_NL_EU_tIX.fm Page 359