179
(Vervolgd)
ACTIEF PARKEERHUL-
PSYSTEEM PARKSENSE —
INDIEN AANWEZIG
Het actieve parkeerhulpsysteem ParkSense
is bedoeld om de bestuurder te helpen bij
fileparkeren, insteekparkeren en file-uitpar-
keren door een geschikte parkeerplaats aan
te wijzen, hoorbare/visuele instructies te
geven en het stuurwiel te bedienen. Het
actieve parkeerhulpsysteem ParkSense is
een semi-automatisch systeem, omdat de
bestuurder het gaspedaal, de schakelhendel
en de remmen zelf moet bedienen. Afhanke -
lijk van de door de bestuurder gekozen
parkeermanoeuvre, kan het actieve parkeer -
hulpsysteem ParkSense insteekparkeren of
fileparkeren aan beide zijden (bestuurders-
of passagierszijde) en file-uitparkeren. OPMERKING:
De bestuurder is te allen tijde zelf verant
-
woordelijk voor het besturen van het voer -
tuig, verantwoordelijk voor eventuele
objecten in de omgeving, en moet zo nodig
ingrijpen.
Het systeem is bedoeld als hulpmiddel
voor de bestuurder, niet als vervanging van
de bestuurder.
Als de bestuurder tijdens een semi-auto-
matische manoeuvre het stuurwiel
aanraakt nadat hij de instructie heeft
gekregen het stuur los te laten, wordt het
systeem geannuleerd en dient de
bestuurder de parkeermanoeuvre hand -
matig te voltooien.
Het systeem werkt mogelijk niet onder alle
omstandigheden (bijv. weersomstandig-
heden zoals zware regen, sneeuw, enz., of
bij het zoeken naar een parkeerplaats met
oppervlakken die de ultrasone sensor -
golven absorberen).
Nieuwe voertuigen van de dealer moeten
ten minste 48 km (30 mijl) hebben
gereden voordat het actieve parkeerhul -
psysteem ParkSense volledig is gekali -
breerd en nauwkeurig werkt. Dit is te
Het wordt sterk aanbevolen de afneem -
bare trekhaak te verwijderen voordat u
ParkSense gaat gebruiken, wanneer u de
trekhaak niet nodig heeft. Als u dit niet
doet, kan persoonlijk letsel of schade
aan voertuigen ontstaan doordat de trek-
haakkogel zich veel dichter bij het
obstakel bevindt dan de achterkant van
de auto, wanneer via de luidspreker een
continue toon klinkt. Afhankelijk van de
afmetingen en vorm van de trekhaak is
het ook mogelijk dat de sensoren de trek-
haak detecteren en abusievelijk
aangeven dat er een obstakel achter de
auto aanwezig is.
LET OP!
ParkSense is uitsluitend bedoeld als
hulpmiddel tijdens het parkeren en is
niet in staat ieder voorwerp, inclusief
kleine obstakels, waar te nemen. Stoe-
pranden worden mogelijk tijdelijk of
helemaal niet gedetecteerd. Op kleine
afstanden worden obstakels boven of
onder de sensoren niet gedetecteerd.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Bij gebruik van ParkSense moet u lang-
zaam rijden, zodat u tijdig kunt stoppen
wanneer een obstakel wordt gedetec-
teerd. Het is raadzaam om over uw
schouder te kijken, ook wanneer u
gebruik maakt van ParkSense.
LET OP! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 179
STARTEN EN RIJDEN
180
wijten aan dynamische voertuigkalibratie
van het systeem ter verbetering van de
prestaties van de functie. Het systeem
voert eveneens continu de dynamisch
voertuigkalibratie uit om rekening te
houden met verschillen, zoals te harde of
te zachte banden en nieuwe banden.
Het actieve parkeerhulpsysteem
ParkSense in- en uitschakelen
Het actieve parkeerhulpsysteem ParkSense
kan worden in- en uitgeschakeld met de
ParkSense schakelaar, die zich op het scha-
kelpaneel onder het Uconnect scherm
bevindt.
Om het actieve parkeerhulpsysteem
ParkSense in te schakelen, drukt u
eenmaal op de schakelaar voor het
actieve parkeerhulpsysteem Park -
Sense (LED gaat branden).
Om het actieve parkeerhulpsysteem Park -
Sense uit te schakelen, drukt u nogmaals op
de schakelaar voor het actieve parkeerhul -
psysteem ParkSense (LED gaat uit). Het actieve parkeerhulpsysteem ParkSense
wordt automatisch uitgschakeld voor elk van
de volgende omstandigheden:
De parkeermanoeuvre is voltooid.
De rijsnelheid is hoger is dan 18 mph
(30 km/u) tijdens het zoeken naar een
parkeerplaats.
De rijsnelheid is hoger is dan 5 mph
(7 km/u) tijdens de actieve stuurgeleiding
in de parkeerplaats.
Het stuurwiel wordt aangeraakt tijdens de
actieve stuurgeleiding in de parkeerplaats.
Er wordt op de schakelaar voor de Park-
Sense parkeersensoren voor en achter
gedrukt.
Het bestuurdersportier wordt geopend.
De achterklep wordt geopend.
Ingreep van ESC/ABS.
Het actieve parkeerhulpsysteem Park-
Sense laat een maximaal aantal schake-
lingen toe tussen DRIVE en REVERSE. Als
de manoeuvre niet binnen het maximale
aantal schakelingen kan worden uitge-
voerd, wordt deze door het systeem gean
-
nuleerd en wordt de bestuurder via het display in de instrumentengroep begeleid
bij het handmatig voltooien van de
manoeuvre.
Het actieve parkeerhulpsysteem ParkSense
werkt alleen en zoekt alleen naar een
parkeerplaats als aan de volgende voor -
waarden wordt voldaan:
De versnellingsbak staat in DRIVE.
Contactschakelaar staat in de stand RUN.
De schakelaar voor het actieve parkeerhul -
psysteem ParkSense is bediend.
Het bestuurdersportier is gesloten.
De achterklep is gesloten.
Het oppervlak en de onderkant van achter -
kant/achterbumper en de voorkant/voor -
bumper van de auto moeten vrij zijn van
sneeuw, ijs, modder, vuil of andere obsta-
kels.
De voertuigsnelheid is lager dan 25 km/u
(15 mph).
OPMERKING:
Als sneller wordt gereden dan ongeveer
25 km/u (15 mph), dan wordt de bestuurder
via het display van de instrumentengroep
geïnstrueerd om langzamer te rijden. Als
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 180
STARTEN EN RIJDEN
192
Raadpleeg de paragraaf "Waarschuwings-
lampjes en meldingen" in het hoofdstuk
"Uw instrumentenpaneel leren kennen"
voor meer informatie, als systemen voor
het bijvullen gebruikt worden, die niet
vastgeschroefd kunnen worden (bijv.
vaten), nadat de indicatie verschijnt op
het display van het instrumentenpaneel,
vul de AdBlue® (UREUM)-tank met niet
meer dan 2 gallon (8 liter).
Als een jerrycan wordt gebruikt, die op de
vulopening kan worden geschroefd, dan is
het reservoir vol wanneer de AdBlue®
(UREUM) in de jerrycan niet meer eruit
stroomt. Ga dan niet meer verder.
Handelingen na het bijvullen
Ga als volgt te werk:
Bevestig de dop weer op de AdBlue®
(UREUM)-vulopening door hem rechtsom
te draaien en schroef hem volledig vast.
Draai het contactslot tot de stand RUN
(het is niet nodig om de motor te starten).
Wacht totdat de indicatie op het instru -
mentenpaneel uitgaat, voordat u de auto
in beweging zet. De indicatie kan enkele
seconden tot ongeveer een halve minuut
zichtbaar blijven. Indien de motor wordt gestart en de auto in beweging wordt
gezet, blijft de indicatie langer zichtbaar.
Dit heeft geen consequenties voor de
motorwerking.
Wacht 2 minuten alvorens de motor te
starten, indien de AdBlue® (UREUM)
werd bijgevuld toen de tank leeg was.
OPMERKING:
Indien AdBlue® (UREUM) uit de vulhals
gemorst wordt, maak dan het gebied goed
schoon en ga dan verder met vullen.
Indien de vloeistof kristalliseert, veeg het
dan weg met een spons en warm water.
OVERSCHRIJD HET MAXIMALE NIVEAU
NIET: dit kan schade aan het reservoir
veroorzaken. AdBlue® (UREUM) bevriest
bij temperaturen lager dan 12 °F (-11 °C).
Hoewel het systeem ontworpen is om
onder het vriespunt van de AdBlue®
(UREUM) te werken, is het raadzaam de
tank niet verder te vullen dan het maxi -
mumpeil want als de UREUM bevriest,
kan het systeem beschadigd raken. Volg
de instructies in deze paragraaf.
Als de AdBlue® (UREUM) wordt gemorst
op gelakte oppervlakken of aluminium,
reinig dat gebied dan onmiddellijk met water en gebruik absorberend materiaal
om de vloeistof op te vangen die op de
grond gemorst werd.
Probeer niet de motor te starten als
AdBlue® (UREUM) per ongeluk aan de
dieselbrandstoftank werd toegevoegd. Dit
kan leiden tot ernstige motorschade.
Neem in dat geval contact op met een
erkende dealer.
Voeg geen additieven of andere vloeistoffen
aan AdBlue® (UREUM) toe. Als u dit toch
doet, kan het systeem beschadigd raken.
Het gebruik van verkeerde of aangetaste
AdBlue® (UREUM) kan leiden tot het
verschijnen van indicaties op het display van
het instrumentenpaneel. Raadpleeg de para
-
graaf "Waarschuwingslampjes en meldingen"
in het hoofdstuk "Uw instrumentenpaneel
leren kennen" voor meer informatie.
Giet nooit AdBlue® (UREUM) in een
andere jerrycan: die kan verontreinigd zijn.
Als de AdBlue® (UREUM) opraakt, raad -
pleeg dan de paragraaf "Waarschuwings-
lampjes en meldingen" in het hoofdstuk
"Uw instrumentenpaneel leren kennen"
voor meer informatie om de auto normaal
te blijven gebruiken.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 192
269(Vervolgd)
van speciaal gereedschap. Als u merkt dat er
sprake is van vloeistoflekkage of een defect
in de versnellingsbak, neem dan onmiddel-
lijk contact op met een erkende dealer om
het transmissievloeistofpeil te laten contro -
leren. Als het voertuig wordt gebruikt met
een verkeerd vloeistofpeil, kan ernstige
schade aan de automatische versnellingsbak
worden toegebracht.
HET VOERTUIG OMHOOG
BRENGEN
Indien het nodig is om het voertuig omhoog
te brengen, ga dan naar een erkende dealer
of naar een servicestation.
BANDEN
Banden — Algemene informatie
Bandenspanning
Voor de veiligheid en goede rijeigenschappen
is een juiste bandenspanning absoluut nood -
zakelijk. Als de bandenspanning niet juist is,
heeft dit gevolgen voor het onderstaande:
Veiligheid
Brandstofverbruik
Bandenslijtage
Rijcomfort en voertuigstabiliteit
Veiligheid
Zowel te lage als te hoge bandenspanning
beïnvloedt de rijstabiliteit. Het gevoel
ontstaat dat de auto te traag of te nerveus op
het stuur reageert.
LET OP!
Als echter een vloeistoflek in de
versnellingsbak optreedt, breng dan
onmiddellijk een bezoek aan een erkende
dealer. Anders kan de versnellingsbak
ernstig beschadigd raken. Een erkende
dealer beschikt over het juiste
gereedschap om het vloeistofpeil
nauwkeurig bij te vullen.
WAARSCHUWING!
Een onjuiste bandenspanning is gevaar-
lijk en kan leiden tot ongelukken.
Bij een te lage bandenspanning veert de
band te veel in en kan de band te warm
worden en lek raken.
Bij een te hoge bandenspanning zal de
band schokken op het wiel minder goed
opvangen. Voorwerpen op de weg en
gaten in het wegdek kunnen de banden
beschadigen waardoor ze lek raken.
Banden met een te hoge of te lage span -
ning kunnen het rijgedrag van de auto
beïnvloeden en kunnen een klapband
veroorzaken waardoor u de controle over
de auto kunt verliezen.
Als niet alle banden dezelfde spanning
hebben, kunnen besturingsproblemen
optreden. U kunt de controle over de
auto verliezen.
Als de bandenspanning van de linker -
banden verschilt van die van de rechter -
banden kan de auto naar links of rechts
gaan trekken.
Zorg dat alle banden altijd op de voorge-
schreven spanning (voor koude banden)
zijn.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 269
SERVICE EN ONDERHOUD
280
Gebruik een hoogwaardige was om olie-
aanslag en vlekken te verwijderen en de
laklaag te beschermen. Zorg dat u geen
krassen maakt op de lak.
Gebruik geen schurende producten en
polijstmiddelen die de glans of de dikte
van de laklaag kunnen aantasten.
Speciale verzorging
Spuit de onderzijde van de auto regel-
matig schoon (minstens één keer per
maand) wanneer u op bepekelde of stof -
fige wegen of in kuststreken rijdt.
Het is belangrijk dat de afvoeropeningen
onder in de portieren, in de dorpellijsten
en in de bagageruimte open worden
gehouden.
Als u steenslag of krassen in de lak
bespeurt, werk dergelijke plekken dan
meteen bij. Voor de kosten van dergelijke
reparaties is de eigenaar van de auto
verantwoordelijk.
Wanneer de auto door bijvoorbeeld een
aanrijding schade heeft opgelopen aan de
lak en de beschermende coating, moet u
deze zo spoedig mogelijk laten repareren.
Voor de kosten van dergelijke reparaties is
de eigenaar van de auto verantwoordelijk.
Wanneer u speciale ladingen met chemi -
caliën, kunstmest, zout, enz., vervoert, let
dan goed op of alles goed is verpakt en
afgesloten.
Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, raden
wij u aan spatlappen bij ieder wiel te laten
aanbrengen.
Werk de krassen zo snel mogelijk bij. Een
erkende dealer heeft de lakstift die over -
eenkomt bij uw lakkleur.
Sommige delen van het voertuig zijn moge -
lijk gelakt met een matte lak die speciaal
onderhoud vereist om aantasting ervan te
voorkomen.
LET OP!
Gebruik nooit schurende of sterke reini -
gingsmiddelen zoals staalwol of schuur -
poeder. Deze veroorzaken krassen op het
metaal en de lak.
Het gebruik van een hogedrukreiniger
met een druk van meer dan 1.200 psi
(8.274 kPa) kan de lak en eventuele
stickers beschadigen.
LET OP!
Vermijd het wassen met rollen en/of
borstels in wasstraten. Was het voertuig
alleen met de hand met
reinigingsmiddelen met een neutrale
pH-waarde; droog deze met een vochtige
leren zeem. Schurende producten en/of
polish mogen niet voor het reinigen van
het voertuig worden gebruikt. Vogelpoep
moet onmiddellijk en grondig worden
afgewassen, omdat deze een bijzonder
agressief zuur bevat. Vermijd (indien
mogelijk) parkeren van het voertuig onder
bomen; verwijder plantaardige harsen
onmiddellijk, aangezien deze, wanneer
gedroogd, alleen kunnen worden
verwijderd met schurende producten en/of
polish, wat absoluut niet is aan te bevelen,
omdat deze de karakteristieke glans van de
lak kunnen aantasten. Gebruik geen
geconcentreerde ruitensproeiervloeistof
voor het reinigen van de voorruit en
achterruit, maar verdun deze met
minstens 50% water. Gebruik uitsluitend
geconcentreerde ruitensproeiervloeistof als
dit strikt noodzakelijk is vanwege de
buitentemperatuur.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 280
358
INDEX
INDEX
A
Aanhangergewicht.............................. 195
Aanhangwagen trekken ....................... 195 Minimale vereisten ......................... 196
Aansluiting voor randapparatuur ............ 55
ABS, waarschuwingslampje .................. 68
Accessoires ....................................... 297 Mopar ........................................... 297
Accu........................................... 66 , 261
Lampje van het laadsysteem.............. 66
Achterbank, neerklapbaar ..................... 26
Achterklep .................................... 52 , 53
Achterligger ........................................ 92
Achterruitwisser/-sproeier ..................... 38
Actieve snelheidsbegrenzer ................. 168
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
(cruisecontrol) ................................... 170
Additieven, brandstof ......................... 286
Afstandsbediening Startsysteem .................................... 17
Afstandsbediening autoradio ............... 321
Afstandsbediening kofferdeksel ........... 195 Airbag .............................................. 111
Als een airbag wordt opgeblazen ...... 123
Event Data Recorder (EDR) ............. 239
Kniebescherming ........................... 119
Onderhoud .................................... 126
Onderhoud van het airbagsysteem ... 126
Redundant airbagwaarschuwingslampje......... 111
Verbeterde ongevalsreactie.......123 , 239
Vervoer van huisdieren.................... 143 Waarschuwingslampje voor het airbagsysteem....................... 110
Werking airbags ............................. 113
Zijairbags ...................................... 119
Airbaglampje........................ 64 , 110 , 144
Airbagsysteem ................................... 111
Airco, filter ..................................46 , 263
Airco, koelmiddel .............................. 262
Airco, tips voor gebruik ........................ 46
Airconditioning.................................... 44
Aircosysteem..................................... 262
Alarm Alarmsysteem .............................18 , 68
Het alarm inschakelen ...................... 18
Het alarm uitschakelen..................... 19 Alarmsysteem .......................... 18
, 20 , 68
Alarmsysteem............................. 18 , 20
Het alarm inschakelen ......................18
Het alarm uitschakelen .....................19
Android Auto ..................... 306 , 312 , 341
Communicatie ................................314
Kaarten .........................................313 Muziek ..........................................314
Antiblokkeersysteem (ABS) ...................80
Anti-ongevalsysteem FCW (Forward
Collision Warning) ................................93
Antivries (motorkoelvloeistof)...............290
Apple CarPlay .................... 307 , 315 , 342
Apps .............................................317 Berichten.......................................316
Kaarten .........................................316Muziek ..........................................316Telefoon ........................................316
Assmering .........................................295
Audiosystemen (radio) ................ 299 , 301
Automatisch grootlicht ..........................33
Automatische koplampen ......................34
Automatische temperatuurregeling
(ATC) ..................................................45
Automatische transaxle .......................156
20_MP_UG_NL_EU_tIX.fm Page 358
360
INDEX
Dieselbrandstof, vereisten ................... 288
DimschakelaarKoplamp ................................... 32 , 33
Do Not Disturb (niet storen) ........ 331 , 340
Dodehoekbewaking .............................. 89
Door de klant programmeerbare
functies ............................................ 320
Driepuntsgordels................................ 103
E
Elektrisch bediende ramen Omhoog .......................................... 47
Omlaag ........................................... 47
Openen ........................................... 47
Sluiten ............................................ 47
Vermogen ........................................ 47
Elektrisch bediende ramen,
automatisch openen ............................. 47
Elektrisch bediende ramen,
automatisch sluiten ............................. 47
Elektrische aansluitingen...................... 55
Elektrische handrem .......................... 151
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem
(ESC) ................................................. 82
Elektronische remregeling..................... 81 ABS-systeem ................................... 80
Tractieregelsysteem .......................... 89
Elektronische snelheidsregeling
(cruisecontrol) ................................... 169
Emissies ........................................... 296 Ethanol ............................................ 286
F
Filters
Airconditioning .........................46 , 263
Motorolie....................................... 291
G
Geheugenfunctie (geheugenstoelen) ...... 27
Geventileerde stoelen........................... 29
Gordelspanners Veiligheidsgordels .......................... 109
Gordelsystemen ................................. 100
Grootlichtschakelaar/
dimlichtschakelaar .............................. 33
H
Handgeschakelde
versnellingsbak ..........................153 , 267
Versnellingen ................................. 154
Vloeistofpeil controleren ................. 267
Handrem .......................................... 151
Hill Descent Control............................. 86
Hill Start Assist ................................... 87
Hoofdsteunen ..................................... 30
I
Inleiding ............................................... 1
Inschakelsysteem Alarmsysteem .................................. 18 Instructies bij opkrikken .....................216
Instrumentengroep
Omschrijvingen ................................76
Weergave scherm..............................60
Instrumentenpaneel, reinigen ..............281
Interieur, verzorging en onderhoud .......280
Interieur, zekeringen ..........................210
iPod/USB/MP3-bediening ...................321
K
Keuze van koelvloeistof (antivries) .......291
Keyless Enter-N-Go ........................ 13 , 21
Kindersloten, vergrendeling ...................24
Klantenservice ...................................344
Klimaatregeling....................................38 Automatisch.....................................39
Klokinstellingen .................................300
Knipperlichten Richtingaanwijzers.........32 , 35 , 76 , 146
Waarschuwingsknipperlichten ..........199
Koelsysteem ......................................265 Dop ...............................................265
Keuze van koelvloeistof (antivries) ........................... 290 , 291
Koelvermogen ................................290
Koelvloeistofpeil .............................265
Radiateurdop .................................265
Koelvloeistofdop (radiateurdop) ...........265
Kofferdeksel ......................................195
20_MP_UG_NL_EU_tIX.fm Page 360