18
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Te lage
bandenspanning Permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Reset na het afstellen van de druk het
controlesysteem.
+
Waarschuwingslampje
Bandenspanning te
laag knippert en brandt
vervolgens permanent
en waarschuwingslampje
Service brandt permanent.Er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd. De werking van de bandenspanningscontrole kan niet
langer worden gegarandeerd.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning en
voer (3) uit.
Voorgloeien
dieselmotor Brandt tijdelijk.
Wanneer het contact wordt aangezet,
als de weersomstandigheden en de
motortemperatuur dit noodzakelijk
maken. Wacht met starten tot het lampje uitgaat.
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact
af. Zet het contact ver volgens weer aan en wacht
opnieuw tot het lampje uitgaat voordat u de motor
start.
Airbag
voorpassagier
(ON) Permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde is
geactiveerd.
De schakelaar staat in de stand " ON”. Plaats in dit geval GEEN kinderzitje met de "rug in
de rijrichting" op de voorpassagiersstoel - risico
op zwaar letsel!
Airbag
voorpassagier
(OFF) Permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
De schakelaar staat in de stand
"OFF ”. U kunt een kinderzitje met de rug in de rijrichting
plaatsen, behalve in het geval van een storing in het
airbagsysteem (brandend waarschuwingslampje
Airbags).
Airbags Permanent. Een van de airbags of gordelspanners
is defect. (3) uitvoeren.
Instrumentenpaneel
19
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
OorzaakActies / Opmerkingen
of Laag
brandstofniveau
Brandt permanent (lampje of LED),
met de naald in het rode gebied
(afhankelijk van de uitvoering), in
combinatie met een geluidssignaal en
een melding.
Het geluidssignaal en de melding
worden steeds vaker herhaald
naarmate het niveau in de tank verder
naar nul zakt. Als het lampje gaat branden, zit er
minder dan 8 liter brandstof in de
tank.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid
om een lege brandstoftank te
voorkomen.
Rijd nooit door tot de tank
helemaal leeg is
, hierdoor kunnen
het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Aanwezigheid
van water in het
dieselfilter Permanent (met LCD-
instrumentenpaneel).
Het dieselfilter bevat water.
Risico van beschadiging van het
inspuitsysteem: voer onmiddellijk (2)
uit.
Roetfilter (diesel) Permanent, in combinatie met een
geluidssignaal en een melding van de
kans op verstopping van het roetfilter. Dit geeft aan dat het roetfilter verstopt
begint te raken.
Voer regeneratie van het roetfilter uit
door met een snelheid van minimaal
60
km/h rijden tot het lampje dooft.
Doe dit alleen als de omstandigheden
dat toelaten.
Permanent, in combinatie met een
geluidssignaal en de melding van
een te laag additiefniveau voor het
r o e t f i l t e r. Dit geeft aan dat het niveau in de
additieftank te laag is.
Voer (3) uit.
StuurbekrachtigingPermanent.
Er is een storing met betrekking tot de
stuurbekrachtiging.Rijd voorzichtig en met lage snelheid
en voer dan (3) uit.
Mistachterlicht Permanent. Het mistachterlicht is ingeschakeld.
(1 ) : zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats en zet het contact af. (2): neem contact op met een CITROËN-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats. (3)
: ga naar een CITROËN-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
20
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Voet op de
koppeling Permanent.
Stop & Start: de overschakeling naar
de START-stand wordt afgewezen,
omdat het koppelingspedaal niet
volledig wordt ingetrapt. Trap het koppelingspedaal volledig in.
Groene verklikkerlampjes
Automatische
ruitenwissers
Permanent.
De automatische stand van de
ruitenwissers vóór is geactiveerd.
+
of Autom. dimmen
grootlicht
Permanent.
Het systeem is geactiveerd via het
touchscreen (menu Rijden / Auto ).
De lichtschakelaar staat in de stand
"AUTO ".
Voet op het
rempedaal
Brandt permanent.
Rempedaal niet of onvoldoende
stevig ingetrapt. Om bij uitvoeringen met een automatische transmissie,
bij draaiende motor en vóór het vrijzetten van de
parkeerrem, de selectiehendel uit stand P
te halen.
Om bij uitvoeringen met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak, met de selectiehendel in stand N , de
motor te kunnen starten.
Voet op het
rempedaal Knippert.
Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert op zijn
plaats te houden door het gaspedaal
in te trappen, raakt de koppeling
over verhit. Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Instrumentenpaneel
21
Stop & Star tPermanent. Wanneer de auto stopt, zet het Stop &
Start-systeem de motor in de STOP-
stand.
Verklikkerlampje
knippert tijdelijk. De STOP-modus is momenteel niet
beschikbaar of de START-modus
wordt automatisch geactiveerd.
DodehoekbewakingPermanent.
De functie is geactiveerd.
Waarschuwing
verlaten rijstrook Knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. Er wordt een rijstrookmarkering
aan de rechterzijde (of linkerzijde)
overschreden. Stuur de andere kant op om de auto weer op de juiste
koers te brengen.
RichtingaanwijzersKnippert, met
geluidssignaal.
De richtingaanwijzers zijn
ingeschakeld.
Parkeerlichten Permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Dimlicht Permanent. De lampen zijn ingeschakeld.
Mistlampen vóór Permanent. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld.
1
Instrumentenpaneel
22
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
Zwarte/witte waarschuwingslampjes
Voet op het
rempedaalBrandt permanent.
Rempedaal niet of onvoldoende
stevig ingetrapt. Om bij uitvoeringen met een automatische transmissie,
bij draaiende motor en vóór het vrijzetten van de
parkeerrem, de selectiehendel uit stand P
te halen.
Om bij uitvoeringen met een elektronisch gestuurde
versnellingsbak, met de selectiehendel in stand N , de
motor te kunnen starten.
Voet op het
rempedaal Knippert.
Als u de auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak op een
helling te lang probeert op zijn
plaats te houden door het gaspedaal
in te trappen, raakt de koppeling
over verhit. Gebruik het rempedaal en/of de parkeerrem.
Blauwe verklikkerlampjes
Grootlicht
Permanent. Het grootlicht is ingeschakeld.
Instrumentenpaneel
23
Meters
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator wordt weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van de
uitvoering van de auto:
-
d
e kilometerteller geeft de resterende kilometers tot de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan
of de afgelegde afstand sinds de vorige verstreken onderhoudsdatum, voorafgegaan door het
te ke n “ - ”.
-
e
en waarschuwingsmelding geeft de resterende kilometers en de tijd tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan of verstreken is.
Waarschuwings-
resp. verklikkerlampje Status
OorzaakActies /
Opmerkingen
OnderhoudssleutelGaat tijdelijk branden
bij het aanzetten van
het contact.De afstand tot de
eerstvolgende beurt is
3.000 tot 1.000
km.
Permanent, bij het
aanzetten van het
contact. De onderhoudsbeurt
moet binnen 1.000
km
worden uitgevoerd. Laat spoedig een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
+
Onderhoudssleutel
knippertKnippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten van het
contact.
(Bij uitvoeringen met de
BlueHDi-dieselmotor,
in combinatie met het
lampje Service). Het inter val voor de
onderhoudsbeurt is
overschreden.
Laat zo spoedig
mogelijk een
onderhoudsbeurt aan
uw auto uitvoeren.
Op nul zetten van de
onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
F
Z
et het contact af.
F
H
oud deze knop ingedrukt.
F
Z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
L
aat de knop los als het display =0
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5 minuten. Het op 0 zetten
van de onderhoudsindicator zal anders
niet worden opgeslagen.
Opvragen van onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op deze toets.
De onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens.
1
Instrumentenpaneel
25
Storing in motorolieniveaumeter
Dit wordt aangegeven met een melding op het
instrumentenpaneel. Neem contact op met
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
de plaats van de peilstok en het bijvullen
van motorolie bij de dieselmotor .
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
(BlueHDi)
De Diesel BlueHDi motoren zijn uitgerust
met een systeem waarbij het roetfilter wordt
gecombineerd met het SCR-systeem (Selective
Catalytic Reduction) voor de nabehandeling
van de uitlaatgassen. Deze kunnen niet
functioneren zonder de vloeistof AdBlue
®.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue®-
reservoir is aangesproken (tussen 2.400 en
0
km), gaat bij het aanzetten van het contact
een verklikkerlampje branden dat aangeeft
hoeveel kilometer u nog ongeveer kunt rijden
voordat het opnieuw starten van de motor
automatisch wordt geblokkeerd.
Het wettelijk verplichte
startblokkeringssysteem wordt
automatisch geactiveerd zodra het
AdBlue
®-reser voir leeg is. De motor kan
pas weer worden gestart nadat AdBlue® is
bijgevuld tot het minimale peil.
Handmatige weergave van de
actieradius
Een actieradius van meer dan 2.400 km wordt
n iet automatisch weergegeven. Met touchscreen
Benodigde maatregelen vanwege
te weinig AdBlue®
De volgende verklikkerlampjes gaan branden
wanneer de hoeveelheid AdBlue® lager is
dan het reser vepeil dat overeenkomt met een
actieradius van 2.400
km.
Samen met de verklikkerlampjes herinneren
meldingen regelmatig aan het bijvullen om
te voorkomen dat de motor niet meer kan
worden gestart. Raadpleeg het hoofdstuk
Verklikkerlampjes voor informatie over de
weergegeven meldingen. U hebt toegang tot de informatie via
het menu “
Rijden/Auto ”.
F
D
ruk op deze knop om de actieradius
tijdelijk weer te geven.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over AdBlue
® (BlueHDi-
motoren) , in het bijzonder met betrekking
tot het bijvullen.
1
Instrumentenpaneel
26
Met BlueHDi (Euro 6.1) motoren
Waarschuwings-
resp.
verklikkerlampjeActieActieradius
Vul zo snel
mogelijk bij. Tussen
2.400
km en
600
km
Bijvullen is
noodzakelijk ,
de kans bestaat
dat de motor
niet meer kan
worden gestart. Tussen
600
km en
0
km
Om de motor
weer te kunnen
starten moet
het reservoir
met minimaal
5 liter AdBlue
®
worden gevuld. 0
km
Met BlueHDi (Euro
6.2) motoren
Waarschuwings-
resp.
verklikkerlampjeActieActieradius
Vul bij. Tussen
2.400
km en
800
km
Vul zo snel
mogelijk bij. Tussen
800
km en
10 0
km
Bijvullen is
noodzakelijk ,
de kans bestaat
dat de motor
niet meer kan
worden gestart. Tussen
100
km en
0
km
Om de motor
weer te kunnen
starten moet
het reservoir
met minimaal
5 liter AdBlue
®
worden gevuld. 0
km
Storing in het SCR-
emissieregelsysteem
Storingsdetectie
Als een storing wordt gedetecteerd,
gaan deze lampjes branden in
combinatie met een geluidssignaal en
de melding "Storing emissieregeling”
of "NO START IN".
In het geval van een tijdelijke storing
verdwijnt de waarschuwing tijdens de
volgende rit na de zelfdiagnose van het
SCR-emissieregelsysteem.
Storing bevestigd tijdens de
toegestane rijfase (tussen 1.100
en 0 km)
Als na 50 km rijden de storingsmelding nog
s teeds wordt weergegeven, wordt de storing in
het SCR-systeem bevestigd.
Het verklikkerlampje AdBlue gaat branden
in combinatie met de melding ("Storing De waarschuwing wordt tijdens het rijden
gegeven zodra de storing voor de eerste keer
wordt gedetecteerd en ver volgens steeds bij
het aanzetten van het contact zolang de storing
niet is verholpen.
Instrumentenpaneel