3
.
.
Rijadviezen 116
Diefstalbeveiliging 118
Starten/afzetten van de motor met de sleutel
1
18
Starten/afzetten van de motor met keyless entry
and start
1
20
Elektrische parkeerrem
1
21
Handgeschakelde versnellingsbak
1
25
Automatische transmissie
1
25
Rijstand
1
29
Hill Start Assist
1
29
Schakelindicator
130
Stop & Start
1
30
Bandenspanningscontrolesysteem
132
CITROËN ConnectedCAM
® 13 4
Rij- en parkeerhulpsystemen –
Algemene adviezen
1
35
Verkeersbordherkenningssysteem
137
Programmeerbare snelheidsbegrenzer
1
42
Snelheidsregelaar – specifieke adviezen
1
44
Programmeerbare snelheidsregelaar
1
44
Snelheden opslaan
1
46
Highway Driver Assist
1
47
Adaptieve snelheidsregelaar
1
47
Lane Positioning Assist
1
51
Active Safety Brake met Collision Risk Alert en
intelligente noodremassistentie
1
56
Signalering onoplettendheid
1
59
Active Lane Departure Warning System
1
61
Actieve dodehoekbewaking
1
64
Parkeerhulp
167
Top Rear Vision – Top 360
Vision
1
68
Park Assist
1
73Brandstoftank
180
Compatibiliteit van brandstoffen
1
81
Trekhaak
1
82
Ec o - mode
18 6
Sneeuwkettingen
1
86
Allesdragers monteren
1
87
Motorkap
188
Onder de motorkap
1
89
Niveaus controleren
1
89
Controles
192
Onderhoudstips
194
AdBlue
® (BlueHDi) 1 94
Gevarendriehoek
197
Brandstoftank leeg (diesel)
1
97
Boordgereedschap
1
98
Bandenreparatieset
1
99
Reservewiel
203
Een lamp vervangen
2
06
Een zekering vervangen
2
12
12V- ac c u
215
Slepen van de auto
2
19Afmetingen
221
Identificatie
2
21
Technische gegevens motoren en
aanhangergewichten
2
22
Benzinemotoren
2
23
Dieselmotoren
224
Rijden
Praktische informatie
In geval van pech Technische gegevens
Index
Toegang tot aanvullende video's
bit.ly/helpPSA
Audio en telematica
CITROËN Connect Radio
CITROËN Connect Nav
.
Inhoudsopgave
5
Schakelaarpaneel aan de zijkant
1.Handmatige hoogteverstelling
halogeenkoplampen
2. Uitschakelen functie Active Lane
Departure Warning.
3. Openen/sluiten handsfree achterklep
4. Inschakelen functie Lane Positioning
Assist
5. Verklikkerlampje programmeerbare
verwarming
6. Inschakelen voorruitverwarming
7. Uitschakelen interieur- en
wegsleepbeveiliging
Centraal schakelaarpaneel (onder en
boven)
1.Toetsen touchscreen (CITROËN Connect
Radio) of (CITROËN Connect Nav)
2. Toetsen stoelverwarming
3. Ontwasemen voorruit en voorste zijruiten
4. Handmatige recirculatie van de
interieurlucht
5. Ontwasemen/ontdooien achterruit
6. Uitschakelen ventilatie
7. Vergrendelen/ontgrendelen vanuit het
interieur
8. Uitschakelen Stop & Start
9. Alarmknipperlichten
8.
Inschakelen/uitschakelen elektrische
kinderbeveiliging
.
Overzicht
17
Zelfdiagnosesysteem
motorKnippert.Er is een storing in het
motormanagementsysteem. De katalysator kan onherstelbaar beschadigd raken.
Voer verplicht (2) uit.
Brandt permanent. Er is een storing in de
emissieregeling. Het lampje moet na het starten van de motor uitgaan.
Voer snel (3) uit.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Collision Risk
Alert/Active
Safety Brake Knippert.
Het systeem is actief. De auto remt kort af om de snelheid van de frontale
aanrijding met de voorligger te beperken.
Brandt permanent, in
combinatie met een melding
en een geluidssignaal.Er is een storing in het systeem. Voer (3) uit.
Collision Risk
Alert/Active
Safety BrakeBrandt permanent,
in combinatie met de
weergave van een
melding.Het systeem is uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
Active Lane
Departure
Warning System Brandt permanent.
Het systeem is automatisch
uitgeschakeld of in de wachtstand gezet.
Knippert.De auto dreigt een onderbroken
rijstrookmarkering te overschrijden zonder
dat de richtingaanwijzer is ingeschakeld.Het systeem wordt geactiveerd en corrigeert
ver volgens de koers afhankelijk van de zijde van de
rijstrookmarkering die overschreden dreigt te worden.
+ Active Lane
Departure
Warning System
Brandt permanent.
Er is een storing in het systeem. Voer (3) uit.
1
Instrumentenpaneel
153
Pauzeren/onderbreken van
het systeem
Indien dit op basis van de
verkeersomstandigheden of de staat van
het wegdek nodig is, moet de bestuurder
ingrijpen door aan het stuur wiel te draaien
om het systeem tijdelijk te onderbreken.
Het intrappen van het rempedaal,
waardoor de snelheidsregelaar wordt
onderbroken, zorgt ook voor het
onderbreken van het systeem.
Als het systeem vaststelt dat de bestuurder het
stuur wiel niet voldoende stevig vast heeft, geeft het
een reeks waarschuwingen die steeds dringender
worden. Als de bestuurder niet reageert, wordt de
werking van het systeem onderbroken.
Na een onderbreking doordat het
stuur wiel te lang onvoldoende stevig is
vastgehouden, moet u de functie opnieuw
activeren door op de toets te drukken. Automatisch pauzeren:
-
a
ctiveren van het ESP,
-
l
angere tijd geen detectie van
rijstrookmarkeringen. In dit geval kan de
functie Active Lane Departure Warning
de controle overnemen tot er weer aan
de voor waarden voor de werking wordt
voldaan.
Bij actie van de bestuurder: onderbreking
-
in
schakelen van de richtingaanwijzers,
-
o
verschrijden van de rijstrookmarkeringen,
-
t
e stevig vasthouden van het stuur wiel of
dynamische stuuractie,
-
r
empedaal (pauzeren tot de
snelheidsregelaar weer is ingeschakeld) of
gaspedaal ingetrapt (onderbreking tijdens
de periode dat het pedaal is ingetrapt).
-
pa
uzeren van de snelheidsregelaar,
-
u
itschakelen van het DSC-/ASR-systeem
Rijomstandigheden en
bijbehorende waarschuwingen
In de onderstaande tabellen worden de
weergaven beschreven die behoren bij de
belangrijkste rijsituaties. Deze waarschuwingen
worden niet opeenvolgend weergegeven.
6
Rijden
161
Het systeem werkt in de volgende situaties
mogelijk minder goed of helemaal niet:
-
sl
echt zicht (onvoldoende verlichting
van het wegdek, sneeuwval, harde
regen, dichte mist enz.),
-
v
erblinding (koplampen van
tegenliggers, laagstaande zon,
reflecties op nat wegdek, uitrijden van
een tunnel, snelle overgangen tussen
schaduw en licht enz.),
-
g
edeelte van de voorruit voor de
camera vuil, beslagen, bevroren,
bedekt door sneeuw, beschadigd of
bedekt door een sticker,
-
w
egmarkeringen afwezig, versleten,
niet zichtbaar door sneeuw of modder,
of meerdere wegmarkeringen
(weggedeelte met werkzaamheden
e n z .),
-
g
eringe afstand tot de voorligger (geen
detectie van wegmarkeringen),
-
s
malle of bochtige weg.
Active Lane Departure
Warning System
Lees de algemene adviezen over het gebruik
van de rij- en parkeerhulpsystemen. Het systeem detecteert met behulp van een
camera aan de bovenzijde van de voorruit
rijstrookmarkeringen en randen van de weg
(afhankelijk van de uitvoering), corrigeert
de koers van de auto en waarschuwt de
bestuurder zodra overschrijding van de
rijstrookmarkering of bermrand (afhankelijk van
de uitvoering) dreigt.
Dit systeem is met name nuttig op snelwegen
en autowegen.
Werkingsvoorwaarden
De snelheid van de auto moet tussen 65 en
1 80 km/h liggen.
De bestuurder moet beide handen aan het
stuurwiel houden.
De koersafwijking moet plaatsvinden zonder
dat de richtingaanwijzers zijn ingeschakeld.
Het ESP moet storingsvrij zijn.
De ASR-/DSC-systemen moeten ingeschakeld
zijn.
Het systeem assisteert de bestuurder
uitsluitend als de auto ongewild de
rijstrook dreigt te verlaten. Het systeem
regelt niet de afstand tot de voorligger, de
snelheid en de remmen.
Werking
Zodra het systeem registreert dat ongewild een
van de gedetecteerde rijstrookmarkeringen
op de weg overschreden dreigt te worden,
corrigeert het de koers van de auto tot de auto
weer netjes de rijstrook volgt.
De bestuurder kan daarbij merken dat het
stuurwiel wordt verdraaid. Dit lampje knippert gedurende de
koerscorrectie.
De bestuurder kan de correctie
verhinderen door het stuurwiel stevig
vast te houden (bijvoorbeeld bij een
uitwijkmanoeuvre).
De correctie wordt onderbroken zodra de
richtingaanwijzers worden ingeschakeld.
Als het systeem detecteert dat de bestuurder
tijdens een automatische correctie het
stuur wiel niet voldoende stevig vast heeft,
onderbreekt het systeem deze manoeuvre.
Er wordt een waarschuwing geactiveerd om
de bestuurder erop te attenderen dat hij de
controle over de auto moet overnemen.
6
Rijden
227
Kaartenhouder ................................................71
K aartleeslampjes ............................... .............75
Kentekenplaatverlichting
..............................2 11
Keyless entry and start
......................37- 41, 120
Kilometerteller
................................................. 30
Kinderbeveiliging
.......................................... 115
Kinderen
................................................. 11 0 -114
Kinderen (veiligheid)
..................................... 115
Kinderzitjes
.............10 0, 104 -105, 107, 109 -110
Kinderzitjes (conventioneel)
..................109 -110
Kinderzitjes i-Size
......................................... 114
Kleurcode lak
...............................
.................221
Klokje (instellen)
.................................. 34, 15, 30
Koelvloeistof
.................................................. 191
Koelvloeistoftemperatuur
..........................12, 27
Koelvloeistoftemperatuurmeter
......................27
Koplampen
.................................................... 19 4
Koplampverstelling
......................................... 84
Krik
................................................ 198 -19 9, 203K
L
Laden accu ~ Accu laden .............................2 17
Lak ................................................................. 221
Lampen
...............
.......................................... 207
Lampen (vervangen)
.............. 2
06 -207, 210 -211
Lampen vervangen
................206 -207, 210 -211
Lane Departure Warning System
...........17, 1 6 1
Lane Positioning Assist
.........147, 151-15 3, 15 6
Leder (onderhoud)
........................................ 19 4
LED-verlichting
........................81, 207, 209 -211
Lekke band
............................. 199-200, 202-203
Lendensteun
................................................... 55
L
endensteun, verstelling
................................. 55
L
ichtschakelaar
......................................... 79, 81
Lokaliseren van de auto
..................................37
Luchtfilter
...................................................... 192
Luchtfilter (vervangen)
..................................192
Luchtrecirculatie ........................................ 65 - 67
M
Make-upspiegel .............................................. 71
Massagefunctie ............................... ..........57- 5 8
Matten
..................................................... 74 , 13 7
Mat verwijderen
.............................................. 74
Meldingen ........................................................ 27
Menu
............................................................... 11
Menustructuren display
..................................11
Menu's (audio)
........................................3-4, 3-4
Milieu
......................................................... 43, 70
Mistachterlicht
................................... 2
2, 79, 211
Mistlampen vóór ............................... 79, 85, 209
Monteren allesdragers ~ Allesdragers monteren
........................187-188
Motoren
................................................. 222-224
Motorkap
................................................ 188 -189
Motorkapsteun
....................................... 188 -189
Motorolie
....................................................... 19 0
Motorolieniveaumeter
...............................2 7, 2 9
Multipoint-massage
.................................. 57- 5 8
Neerklappen stoelen achter
..................... 6
0 - 61
Niveau AdBlue
® ............................................. 19 2
Niveau brandstofadditief diesel ~ Brandstofaddititiefniveau
..................... 19
1-192
Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau
.............................. 2
7, 1 9 1
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau ....191
Niveau ruitensproeiervloeistof ~ Ruitensproeiervloeistofniveau
.............. 87, 191
Niveaus controleren
............................... 18 9 -191
Niveaus en controles
............................. 18 9 -191
Noodbediening achterklep
........................ 45, 48
Noodbediening portieren
........................... 4
1- 42
Noodoproep ~ Urgence-oproep
............... 90 -91
Noodprocedure afzetten van de motor
......... 121
Noodprocedure starten
......................... 121, 216
Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist System (BAS)
.............................. 91-92
N
Noodremassistentie ~ Brake Assist
System (BAS) ................................. 91- 92, 15 8
Nulstelling dagteller ~ Dagteller resetten
.......30
Nulstelling onderhoudsindicator ~ Onderhoudsintervalindicator resetten
...26-27
OOliefilter ......................................................... 192
Oliefilter (vervangen) .................................... 192
Olieniveau
............................................... 2
7, 1 9 0
Oliepeilstok
............................................. 2 7, 1 9 0
Olieverbruik
................................................... 19 0
Onder de motorkap ~ Motorruimte
...............189
Onderhoud
...................................................... 14
Onderhoud (adviezen)
..................................19 4
Onderhoudsadviezen
...................................19 4
Onderhoudscontroles
..................14, 26 -27, 192
Onderhoudsindicator ~ Onderhoudsintervalindicator
............. 2
6 - 2 7, 2 9
Ontdooien .................................................. 68-69
Ontgrendelen
...................................... 3
5 -36, 38
Ontgrendelen achterklep
.......................... 3
6, 38
Ontgrendelen bagageruimte ~ Bagageruimte ontgrendelen
...................36, 38
Ontgrendelen portieren ~ Portieren ontgrendelen
................................................. 41
Ontgrendelen van binnenuit ~ Interieur ontgrendelen
.................................. 41
O
ntluchten brandstofsysteem ~
Brandstofsysteem ontluchten
..............197-198
Ontwasemen
................................................... 68
Ontwasemen achter
........................................ 68
Ontwasemen achter ~ Achterruitverwarming ...68
O
ntwasemen voor ........................................... 68
O
pbergvak ................................................. 71, 78
Opbergvakken
.......................... 71, 73 -74, 76, 78
Opbergvakken portieren
................................. 71
O
penen bagageruimte ~
Bagageruimte openen
...................... 38, 44- 45
.
Trefwoordenregister