Page 65 of 118

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-4
6
DAU71372
Algemeen smeer- en on derhou dsschema
NR. ITEM
1 *Dia
gnostische sy-
steemcontrole • Voer dynamische inspectie uit
met Yamaha diagnosegereed-
schap.
• Controleer de storingscodes. √√√√√√
2 *Luchtfilterelement • Vervangen. Elke 40000 km (24000 mi)
3 *Koppelin g • Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. √√√√√
4 *Vo or re m • Controleer de werking, het
vloeistofniveau en op vloeistof-
lekkage.
• Vervang de remblokken indien nodig. √√√√√√
5 *Achterrem • Controleer de werking, het
vloeistofniveau en op vloeistof-
lekkage.
• Vervang de remblokken indien nodig. √√√√√√
6 *Remslan gen • Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen. √√√√√
• Vervangen. Elke 4 jaar
7 *Remvloeistof • Verversen. Elke 2 jaar
8 *Wielen • Controleer de speling en con-
troleer op beschadigingen.
• Trek alle spaken aan. Bij het eerste interval en elke
daaropvolgende 5000 km (3000 mi)
9 *Ban den • Controleer op slijtage en be-
schadigingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. √√√√√
10 *Wiella gers • Controleer op speling of be-
schadigingen. √√√√
11 *La
gers scharnier-
punt achter bru g • Controleer op een correcte
werking en overmatige speling. √√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
UBP8D1D0.book Page 4 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 66 of 118

Periodiek on derhou d en afstelling
6-5
6
12 *Balhoof dla gers • Controleer of de lagers loszit-
ten. √√√√√
• Smeren met gematigde hoe- veelheid lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
13 *Frame
bevesti gin-
g en • Controleer of alle moeren, bou-
ten en schroeven stevig zijn
vastgezet. √√√√√
14 Scharnieras van
remhen
del • Smeren met siliconenvet.
√√√√√
15 Scharnieras van
rempe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
16 Scharnieras van
koppelin
gshen del • Smeren met siliconenvet.
√√√√√
17 Scharnieras van
schakelpe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
18 Zijstan daar d • Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.
√√√√√
19 *Zijstan
daar dscha-
kelaar • Controleer de werking en ver-
vang indien nodig. √√√√√√
20 *Vo or v o rk • Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
• Vervang indien nodig. √√√√
21 *Schok demperunit • Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
• Vervang indien nodig. √√√√
22 *Relaisarm achter-
wielophan
gin g en
scharnierpunten
ver bin din gsa
rm • Controleer de werking.
√√√√
23 Motorolie • Verversen (warm de motor op
alvorens olie af te tappen).
• Controleer het olieniveau en controleer de machine op olie-
lekkage. √√√√√√
24 Oliefilterpatroon • Vervangen. √√√
NR. ITEM
X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.6 6 12 18 24
UBP8D1D0.book Page 5 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 67 of 118

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-6
6
DAU72841
OPMERKING
Luchtfilter
Het luchtfilter van dit model is voorzien van een geolied papieren element, dat perio-
diek moet worden vervangen. Reinig het el ement niet met perslucht, hierdoor zal het
beschadigd raken.
Het luchtfilterelement moet vaker worden vervangen als u vaak in de regen of stoffige
gebieden rijdt.
Onderhoud aan hydraulisch rem- en koppelingssysteem Controleer regelmatig de reservoirs voor re mvloeistof en koppelingsvloeistof. Vul bij
indien vereist.
Vervang de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en remklauwen en van
de koppelingshoofdcilinder en -werkcilinder na elke twee jaar en ververs dan ook de
rem- en de koppelingsvloeistof.
25 *Koelsysteem • Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage. √√√√√
• Verversen. Elke 3 jaar
26 *Car danolie • Controleer het olieniveau en
controleer de machine op olie-
lekkage. √√√√√
• Verversen. √√√
27 *Voor- en achter-
remschakelaar
• Controleer de werking.
√√√√√√
28 *Bewe
gen de delen
en ka bels •Smeren.
√√√√√
29 *Gas
greephuis en
g aska bel • Controleer werking en vrije
slag.
• Stel de vrije slag van de gaska- bel af indien nodig.
• Smeer het gasgreephuis en de gaskabel. √√√√√
30 *Lampen, richting
-
aanwijzers en
schakelaars • Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√√
NR. ITEM
X 1000 km
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT
X 1000 mi
KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
110203040
0.66121824
UBP8D1D0.book Page 6 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 68 of 118
Periodiek on derhou d en afstelling
6-7
6
Vervang de rem- en koppelingsslangen elke vier jaar of eerder als ze zijn gescheurd
of beschadigd.
UBP8D1D0.book Page 7 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 69 of 118

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-8
6
DAU18782
Stroomlijnpanelen verwijd eren
en aan bren gen
Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeel-
de stroomlijnpanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf steeds door wanneer
u een stroomlijnpaneel moet verwijderen of
aanbrengen.
DAU55960
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneel
Verwijder de drukclips en trek daarna het
paneel los zoals getoond. Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Steek de uitsteeksels van het stroom-
lijnpaneel in de bijbehorende gaten
van het stroomlijnpaneel B.
2. Breng de drukclips aan.
Stroomlijnpaneel B
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder stroomlijnpaneel A.
2. Verwijder de bouten en de drukclips en haal dan het stroomlijnpaneel los.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Stroomlijnpaneel B
1. Stroomlijnpaneel C
1
2
1
1. Stroomlijnpaneel A
2. Snelsluitschroef
1. Uitsteeksel
2. Bijbehorend gat
3. Stroomlijnpaneel B
2
2
1
123
UBP8D1D0.book Page 8 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 70 of 118
Periodiek on derhou d en afstelling
6-9
6
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
bouten en de drukclips aan.
2. Monteer stroomlijnpaneel A.
Stroomlijnpaneel C
Verwijderen van stroomlijnpaneel
Verwijder de bouten en de moeren, en haal
het stroomlijnpaneel los. Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de bouten en
de moeren aan.
1. Stroomlijnpaneel B
2. Bout
1. Drukclip
21
2
1
1. Stroomlijnpaneel C
2. Moer
3. Bout
1. Stroomlijnpaneel C
2. Moer
3. Bout
2
3
1
1
2
3
UBP8D1D0.book Page 9 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 71 of 118

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-10
6
DAU19653
Controleren van de bou gies
Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver- hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. De conditie van de bougies kan
daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met het voertuig wordt gereden), en alle
bougies in de motor horen dezelfde ver-
kleuring te hebben. Wanneer een bougie
een heel andere kleur vertoont, werkt de
motor mogelijk niet naar behoren. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie. Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
LET OP
DCA10841
Ge
bruik geen geree dschap om d e bou-
g ie dop te verwijd eren of aan te b rengen,
om de bobineka bel niet te bescha dig en.
De bou gie dop is mo gelijk lasti g te ver-
wij deren om dat de ru bber af dichtin g aan
het uitein de stevi g vastzit. Haal d e bou-
g ie dop los door hem heen en weer te
d raaien en teg elijkertijd los te trekken;
b ren g d e bou gie dop aan door heen en
weer te draaien en te gelijkertij d aan
te
d rukken.
Voor geschreven bou gie:
NGK/CPR8EB9
1. Elektrodenafstand
Elektro denafstan d:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment: Bougie:
13 N·m (1.3 kgf·m, 9.6 lb·ft)
UBP8D1D0.book Page 10 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 72 of 118

Periodiek on derhou d en afstelling
6-11
6
DAU79401
Filter bus
Dit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsslang van
de filterbus op verstopping en reinig
deze indien nodig.
Controleer of de ontluchtingsslang
van de filterbus buiten het stroomlijn-
paneel is geplaatst.
DAU58603
Motorolie
Het motorolieniveau moet regelmatig wor-
den gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke onder-
houdsschema.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische additieven wor den
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er geen verontreini gin gen
in het carter terecht komen.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op een horizontale on-
dergrond en houd deze rechtop voor
een correcte aflezing.
2. Start de motor en laat deze tien minu-
ten opwarmen totdat de motorolie een
normale temperatuur van 60 °C (140
°F) heeft bereikt. Zet vervolgens de
motor uit.
1. Filterbus
2. Ontluchtingsslang filterbus
2
1
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid :
Olieverversing:
3.10 L (3.28 US qt, 2.73 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment:
3.40 L (3.59 US qt, 2.99 Imp.qt)
UBP8D1D0.book Page 11 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM