181
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
Breng op geen enkele manier
wijzigingen aan aan de afzonder-
lijke onderdelen van het systeem
of de bedrading er van. Dit geldt
ook voor de afdekkappen van
het stuurwiel, het dashboard en
de stoelen.
Neem het airbagsysteem niet uit
elkaar.
Zelfs als al deze informatie in acht
wordt genomen, k an afhankelijk
van de omstandigheden waarin een
ongeval plaatsvindt bepaald letsel
als gevolg van contact met de air-
bag niet volledig worden uitgeslo-
ten.
Het geluid dat wordt veroorzaakt
door het activeren van een airbag
kan bij inzittenden die gevoelig zijn
voor lawaai leiden tot tijdelijk
gehoorverlies.
Laat het systeem nakijken.
De airbags zijn niet bedoeld ter ver-
vanging van de veiligheidsgordels.
Operationele gereedheid van
het airbagsysteem
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Afzonderlijke onder delen van het air-
bagsysteem kunnen heet zijn nadat
de airbags zijn geactiveerd. Er
bestaat een kans op letsel. Raak de
afzonderlijke onder delen niet aan.
WAARSCHUWING
Onjuist uitgevoerde werkzaamheden
kunnen leiden tot een defect of een
storing in of onbedoelde activering
van het airbagsysteem. Bij een sto-
ring wordt het airbagsysteem bij een
ongeval mogelijk niet zoals bedoeld
geactiveerd, ondanks het feit dat het
ongeval ernstig genoeg is. Er bestaat
een kans op (ernstig) letsel. Laat het
airbagsysteem door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige testen, reparer en of verwijderen
en afvoeren.
Weergave op het
instrumentenpaneel
Wanneer de Drive
Ready-modus is ingescha-
keld, gaat het waarschu-
wingslampje in het
instrumentenpaneel kort
branden ter indicatie van de
operationele gereedheid van
het volledige airbagsysteem
en de gordelspanners.
Storing
• Het waarschuwingslampje
gaat niet branden nadat de
Drive Ready-modus is
ingeschakeld.
• Het waarschuwingslampje
brandt permanent.
SRS-airbag
voor/SRS-knie-airbag
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 181 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
182
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
De SRS-airbags voor en de
SRS-knie-airbags zijn bedoeld als
aanvulling op de ve
iligheidsgordels
om hun doeltreffendheid als
beschermingsvoorziening voor
inzittenden te vergroten. Ze mogen
dus niet ter vervanging van de vei-
ligheidsgordels worden gebruikt.
SRS is een afkorting voor Supplemen-
tal Restraint System (aanvullend veilig-
heidssysteem).
Bij een aanrijdin g houden de veilig-
heidsgordels de inzittenden op hun
plaats, maar als de impact van de
aanrijding bijzonder zwaar is,
bestaat het gevaar dat het hoofd en
de borst van een inzittende het
stuurwiel, het dashboard of de
voorruit raakt. In dat geval worden
de SRS-airbags voor en de
SRS-knie-airbags geactiveerd en
creëren ze onmiddellijk een lucht-
kussen om de impact op de inzit-
tenden te helpen verminderen en te
voorkomen dat ze het stuurwiel,
enz. met hun hoofd, borst of knieën
raken.
De SRS-airbags voor en de
SRS-knie-airbags worden alleen
geactiveerd wanneer er een impact
wordt gesignaleerd die groter is
dan een bepaalde drempelwaarde.
Bij een aanrijding die zwaar genoeg
is om de carrosserie te vervormen
worden de SRS-airbags mogelijk
niet geactiveerd als de botsings-
energie voldoende wordt geabsor-
beerd door de kreukelzones van de
carrosserie. Als de airbags niet
door de kracht van de aanrijding
worden geactiveer d, worden de
inzittenden beschermd door de vei-
ligheidsgordels.
Een airbag wordt vrijwel direct geactiveerd. Hierdoor kan deze een
inzittende raken en letsel veroorza-
ken, of kan het harde geluid van de
activering tijdelijk gedeeltelijk
gehoorverlies veroorzaken. Tevens
kunt u door het aanraken van een
airbag brandwonden oplopen door-
dat de airbag en de onderdelen in
de buurt ervan na activering van de
airbag erg heet wo
rden. Daarom is
de activering van airbags niet
geheel zonder risico's. Om dit risico
te beperken, zijn de airbags zo ont-
worpen dat ze alleen worden geac-
tiveerd wanneer een extra
vermindering van de impact op de
inzittenden bij een aanrijding nood-
zakelijk is.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat u de veiligheidsgordel
op de juiste wijze draagt en u een
juiste zithouding hebt.
Als u met uw hoofd te dicht bij het
stuurwiel zit, oefent de SRS-airbag
voor bij activering mogelijk een zeer
grote kracht op uw lichaam uit. Zorg
ervoor dat u met een juiste zithouding
op de bestuurder sstoel zit en houd
voldoende afstand tot het stuurwiel.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 182 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
183
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
Wanneer de auto betrokken is bij
een frontale aanrijding die een
drempelwaarde ove
rschrijdt die
overeenkomt met een botsing met
een betonnen muur die niet mee-
geeft of vervormt
Bij een impact die een drempel-
waarde overschrijdt en plaatsvindt
onder een hoek van 30 graden of
minder op de hoe k links of rechts
voor van de auto (A)
WAARSCHUWING
Zet de passagiersstoel niet te dicht bij
het dashboard en laa t uw voeten niet
op het dashboard rusten, omdat dit
kan leiden tot ernstig letsel wanneer
de SRS-airbags worden geactiveerd.
Zorg ervoor dat u met een juiste zit-
houding op de passagiersstoel zit en
houd voldoende afst and tot het dash-
board.
WAARSCHUWING
Bevestig niets aan en laat niets rusten
tegen onderdelen in de buurt van de
SRS-airbags.
Installeer of bevestig niets (bijvoor-
beeld stickers) op plaatsen zoals de
bestuurdersairbag en in de buurt van
de SRS-knie-airbags. Bevestig ook
geen accessoires, zoals een luchtver-
frisser, aan het dashboard aan passa-
gierszijde en plaats niets op de vloer
voor de stoel. Als er iets op deze
gebieden wordt bevestigd of achter-
gelaten, kunnen ze voorkomen dat
een airbag wordt geactiveerd of wor-
den ze mogelijk een projectiel wan-
neer de airbags worden geactiveerd.
De SRS-airbags voor en de
SRS-knie-airbags worden
geactiveerd:
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 183 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
189
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
voorpassagierszijde worden uitge-
schakeld met behulp van de scha-
kelaar voor het in- en uitschakelen
van de voorpassagiersairbags.
De airbag voor en de side airbag
voor de voorpassagier kunnen wor-
den uitgeschakeld en weer inge-
schakeld met behulp van de
geïntegreerde sleutel van de
afstandsbediening.
De schakelaar voor het in- en uitscha-
kelen van de voorpassagiersairbags
bevindt zich aan de
buitenzijde van het
dashboard.
1 Steek de sleutel in de opening
en druk hem indien nodig naar
binnen.
2 Draai de sleutel, terwijl u hem
naar binnen drukt, zo ver moge-
lijk naar de stand OFF. Verwijder
de sleutel zodra de stoppositie
is bereikt.
3 Zorg ervoor dat de schakelaar in
de uiterste stand staat, zodat de
airbags worden uitgeschakeld.
De voorpassagiersairbags worden
uitgeschakeld. De bestuurdersair-
bags blijven ingeschakeld.
Als er niet langer een baby- of kin-
derzitje op de voorpassagiersstoel
is gemonteerd, schakel dan de
voorpassagiersai rbags weer in,
zodat deze bij een ongeval naar
behoren worden geactiveerd.
De status van de airbags wordt
weergegeven door middel van het
controlelampje in de dakconsole;
zie blz. 190.
1 Steek de sleutel in de opening
en druk hem indien nodig naar
binnen.
Algemeen
Overzicht
Uitschakelen van de
voorpassagiersairbags
Inschakelen van de
voorpassagiersairbags
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190
3.book Page 189 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
259
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
Neem de aanwijzingen uit het
hoofdstuk over USB-verbindingen
met betrekking tot het aansluiten
van mobiele apparatuur in acht, zie
blz. 69.
De USB-interface-aansluiting
bevindt zich in de middenconsole.
Eigenschappen:
USB-aansluiting type A.
Voor het opladen van externe
apparatuur.
Laadstroom:
max. 1,5 A (auto's zonder draadloze
lader)
max. 2,1 A (auto's met draadloze lader)
Voor gegevensoverdracht. Dit hoofdstuk beschrijft alle stan-
daard, landspecifieke en speciale
uitrusting die bes
chikbaar is voor
de modelserie. Er kunnen dan ook
uitrusting en functies worden
beschreven die niet in uw auto aan-
wezig zijn, bijvoorbeeld vanwege
de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit
geldt ook voor functies en syste-
men met betrekkin g tot veiligheid.
Houd u aan de desbetreffende wet-
en regelgeving bij het gebruik van
de bijbehorende functies en syste-
men.
In het interieur bevinden zich de
volgende opbergmogelijkheden:
Dashboardkastje, zie blz. 260.
Portiervakken, zie blz. 261.
Opbergnet in de voetenruimte
aan passagierszijde.
USB-interface
Algemeen
In de middenconsole
Opbergmogelijkheden
Uitrusting
Opbergmogelijkheden
Algemeen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 259 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
260
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Trek aan de hendel.
De verlichting in het dashboard-
kastje gaat branden.
Beweeg het deksel omhoog.
Het dashboardkastje kan worden
vergrendeld met
de geïntegreerde
sleutel. Dit voorkomt toegang tot
het dashboardkastje.
Als het dashboardkastje is vergren-
deld, kan de afstandsbediening
zonder de geïntegreerde sleutel bij-
voorbeeld worden overhandigd als
de auto door een medewerker van
een hotel wordt geparkeerd.
De portieren zijn voorzien van
opbergvakken.
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Losse voorwerpen of apparaten die
met een kabel op de
auto zijn aange-
sloten, bijvoorbeeld mobiele tele-
foons, kunnen tijdens het rijden door
het interieur worden geslingerd, bij-
voorbeeld bij een on geval, bij hard
remmen of bij een uitwijkmanoeuvre.
Er bestaat een kans op letsel. Zorg
ervoor dat losse voorwerpen of appa-
raten die met een kabel op de auto
zijn aangesloten, op een veilige
plaats in het interieur zijn opgebor-
gen.
OPMERKING
Kleefmatten kunnen het dashboard
beschadigen. Er bestaat een kans op
schade. Gebruik geen kleefmatten.
Dashboardkastje
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
De klep van het dashboardkastje
steekt uit in het interieur als hij is
geopend. In het dashboardkastje
opgeborgen voorwe rpen kunnen dan
tijdens het rijden door het interieur
worden geslingerd, bijvoorbeeld bij
een aanrijding, bij hard remmen of bij
een uitwijkmanoeuvre. Er bestaat een
kans op letsel. Sluit de klep van het
dashboardkastje direct na gebruik.
Openen
Sluiten
Vergrendelen
Portiervakken
Algemeen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 260 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
333
5
Handleiding Supra 5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
Dit hoofdstuk beschrijft alle stan-
daard, landspecifieke en speciale
uitrusting die bes
chikbaar is voor
de modelserie. Er kunnen dan ook
uitrusting en functies worden
beschreven die niet in uw auto aan-
wezig zijn, bijvoorbeeld vanwege
de geselecteerde optionele uitrus-
ting of de landenspecificatie. Dit
geldt ook voor functies en syste-
men met betrekkin g tot veiligheid.
Houd u aan de desbetreffende wet-
en regelgeving bij het gebruik van
de bijbehorende functies en syste-
men.
Controller (Toyota Supra
Command)
Elektrische ventilator (lucht-
koeler), geregelde differen-
tieelsper
12V-aansluiting, aansteker
Interieurverlichting in de
bagageruimte
Portiervergrendeling, elek-
tronica buitenportiergreep,
Telematic Communication
Box
Elektronische transmissiere-
geling
Telematic Communication
Box, elektronica buitenpor-
tiergreep
Elektrische ventilator, ver-
mogensverdeling achter
Motorregeling
Instellen stuurkolom, licht-
schakelaar, Body Domain
Controller
Regelpanelen middencon-
sole, interieurverlichting in
het dashboardkastje, inte-
rieurverlichting, interieurver-
lichting in de zonneklep,
buitenspiegel, selectiehen-
del
Telematic Communication
Box, elektronica buitenpor-
tiergreep passagierszijde
Schakelaarblok bestuur-
dersportier, buitenspiegel
SymboolBetekenisPechhulp
Uitrusting
Als er zich een storing
voordoet tijdens het rijden
WAARSCHUWING
Breng de auto on middellijk tot stil-
stand op een veilige plaats als er zich
een storing voord oet tijdens het rij-
den.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 333 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
446
Handleiding SupraAlfabetische index
Bochtverlichting ........................... 174
Boordmonitor, zie Regeldisplay .... 50
Brake Assist .................................. 216
Brake Assist, Adaptive ................. 216
Brandblusser ................................ 343
Brandstof ...................................... 307
Brandstof besparen...................... 272
Brandstof, inhoud brandstoftank ............................. 358
Brandstofkwaliteit ........................ 307
Brandstofmeter ............................. 157
Breedte rugleuning......................... 99
Breedte, auto ................................ 356
Buitenspiegel,
automatisch dimmen ................. 106
Buitenspiegel, automatische parkeerfunctie ............................ 106
Buitenspiegels .............................. 105
Buitenspiegels, storing ................ 106
Buitenste uitstroomopeningen, zie Ventilatie................................ 255
Buitentemperatuur ....................... 158
C
Camera, achter uitrijcamera,
zonder Surround View ............... 242
Cameralenzen, verzor ging ........... 354
CarPlay, verbinding maken
met de auto ................................... 70
CBS (Condition Based Service) .. 315
CC, zie Cruise control .................. 222
Centraal scherm, zie Regeldisplay ................................. 50
Centrale vergrendeling .................. 81
Chassisnummer, zie Voertuigidentificatienummer ....... 17
Circuit, rijden op ........................... 271
Claxon ............................................. 40
Claxon ............................................. 40
Comfortopenen met de
afstandsbediening ....................... 76
Comfortsluiten met de afstandsbediening ....................... 77 Compact wiel, zie
Noodreservewiel....... .................. 303
Compressor................................... 286
Condensvorming als de auto geparkeerd is ................271
Condition Based Service (CBS) .. 315
Contour rugleuning, zie lendensteun .................................. 99
Controle spanning, zie Bandenspannings-
controlesysteem ....... .................. 290
Controle- en waarschuwingslamp- jes, zie Voertuigmeldingen ........ 152
Controlelampje,
voorpassagiersairbags .............. 190
Corrosie van de remschijven....... 271
Coverbanden ................................. 283
Cruise control met afstandsregeling, zie
Adaptive Cruise Control ............ 225
Cruise control met camera, zie Adaptive Cruise Control....... 225
Cruise control zonder
afstandsregeling,
zie Cruise control ....................... 222
Cruise Control, Adaptive
met Stop & Go (ACC) ................. 225
Cruise control, zie Adaptive Cruise Control....... 225
Cruise control, zie Cruise control ....................... 222
Curtain airbag ............................... 180
D
Dagrijverlichting ........................... 174
Dakbelasting ................................. 357
Dakconsole...................................... 43
Dashboardkastje ........................... 260
Dashboardverlichting ................... 177
Datum............................................... 62
Deeltjesfilter, zie Roetfilter ........... 267
Diagnose, OBD..............................317
Diagnoseaansluiting (OBD) ......... 317
Dimbare binnenspiegel ................106
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 446 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM