251
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENINGDruk op een willekeurige toets,
behalve de volgende:
Uitschakelen.
Achterruitverwarming.
Stoelverwarming.
Het volledige systeem:
De automatische airconditioning
zorgt ervoor dat de ingestelde tem-
peratuur zo snel mogelijk wordt
bereikt, waarbij indien nodig maxi-
maal wordt gekoeld of verwarmd.
Deze temperatuur wordt vervol-
gens gehandhaafd. Via Toyota Supra Command:
1
“My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen
auto)
3 “Climate co mfort” (klimaatrege-
ling)
4 “Temperature adjustment, upper
body” (temperatuurregeling,
bovenlichaam)
5 Stel de gewenste temperatuur
in.
Voorkom het snel achter elkaar
instellen van verschillende tempe-
raturen. De automatische aircondi-
tioning heeft tijd nodig om de
ingestelde temperatuur te bereiken.
De naar het interieur gevoerde
lucht wordt gekoeld en gedroogd,
en afhankelijk van de ingestelde
temperatuur weer verwarmd.
Het koelen van het interieur is
alleen mogelijk als de Drive
Ready-modus is ingeschakeld.
Stoelverwarming, zie
blz. 108.
Handmatige bediening
luchtstroom, zie blz. 254.
In-/uitschakelen
Inschakelen
Uitschakelen
Houd de toets ingedrukt.
Temperatuur
Principe
ToetsFunctieInstellen
Draai de knop rechtsom
om de temperatuur te ver-
hogen en linksom om de
temperatuur te verlagen.
Koelfunctie
Principe
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 251 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
252
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
De koelfunctie wordt ingeschakeld
bij draaiende motor.
Afhankelijk van de weersomstan-
digheden kunnen de voorruit en
zijruiten even beslaan als de Drive
Ready-modus wordt ingeschakeld.
In het AUTO-programma wordt de
koelfunctie automatisch ingescha-
keld.
Als de automatische airconditioning
in werking is, vormt zich condens
die onder de a
uto wegloopt.
Als de Drive Ready-modus wordt
ingeschakeld, wordt het systeem
ingesteld op de laagste tempera-
t u u r i n c o m b i n a t i e m e t e e n o p t i m a l e
luchtstroom en de recirculatiemo-
dus.
Deze functie is beschikbaar boven
een buitentemperatuur van onge-
veer 0°C en als de Drive
Ready-modus is ingeschakeld.
De led brandt om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld.
De lucht stroomt uit de buitenste
uitstroomopeningen ter hoogte van
het bovenlichaam. Zet deze uit-
stroomopeningen daarom open.
De luchtstroom kan worden aange-
past terwijl dit progr
amma actief is.
In het AUTO-programma wordt het
interieur automatisch gekoeld,
geventileerd of verwarmd.
Het programma doet dit door
afhankelijk van de temperatuur in
het interieur en de ingestelde tem-
peratuur automatisch de lucht-
stroom, de luchtverdeling en de
temperatuur te regelen.
De led brandt om aan te geven dat
het AUTO-programma is ingescha-
keld.
Afhankelijk van de geselecteerde
temperatuur en de omgevingscon-
dities wordt de lu cht naar de voor-
ruit, de zijruiten, het bovenlichaam
en de voeten geleid.
In het AUTO-programma wordt de
koelfunctie (zie blz. 252) automa-
tisch ingeschakeld.
Het AUTO-programma wordt auto-
matisch uitgeschakeld als de lucht-
verdeling handmatig wordt
ingesteld.
In-/uitschakelen
Druk op de toets.
Maximaal koelen
Principe
Algemeen
In-/uitschakelen
Druk op de toets.
AUTO-programma
Principe
In-/uitschakelen
Druk op de toets.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 252 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
256
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Het systeem kan op verschillende
manieren worden in- of uitgescha-
keld.
Het systeem wordt na enige tijd
automatisch uitgeschakeld. Het
blijft nadat het is uitgeschakeld nog
korte tijd werken.
Als de auto in de standby-modus is,
kan de onafhanke
lijke ventilatie
worden in- of uitgeschakeld via de
toetsen van de a utomatische air-
conditioning.
Druk op een willekeurige toets,
behalve:
Achterruitverwarming.
Stoelverwarming.
Menu.
Het systeem word t uitgeschakeld
nadat u de auto hebt verlaten en
vergrendeld.
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen
auto)
3 “Climate comfort” (klimaatrege-
ling)
4 “Auxiliary ventilati on” (extra ven-
tilatie)
5 “Activate now” (nu inschakelen) Om ervoor te zorgen dat de tempe-
ratuur in de auto al vóór vertrek op
een aangenaam niveau is, kunnen
verschillende vertrektijden worden
ingesteld.
Eenmalige vertrektijd: stel de tijd
in.
Het systeem wordt één keer ingescha-
keld.
Vertrektijd met dag van de week:
de tijd en dag(en) van de week
kunnen worden ingesteld.
Het systeem wordt op de geselecteerde
dagen van de week tijdig vóór de inge-
stelde vertrektijd ingeschakeld.
De vertrektijd wordt voorgeselec-
teerd in twee stappen:
Ingestelde vertrektijden.
Vertrektijd activeren.
■Via Toyota Supra Command
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen
auto)
3 “Climate co mfort” (klimaatrege-
ling)
Direct in-/uitschakelen
Algemeen
Met de toets
Via Toyota Supra Command
Weergave
SymboolBeschrijving
Symbool op het scherm
van de klimaatregeling.
Knippert: de onafhanke-
lijke ventilatie is ingescha-
keld.
Vertrektijd
Principe
Vertrektijd instellen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 256 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
269
4
Handleiding Supra 4-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
Schakel het dimlicht in om uw auto
beter zichtbaar te maken voor andere
weggebruikers als het zicht slecht is
door mist, zelfs overdag. Rijd voor-
zichtig met een lage snelheid en
gebruik de rijstrookmarkering in het
midden van de weg, de vangrails, de
achterlichten van een voorligger, enz.
ter oriëntatie.
Verlaag uw snelheid en houd het
stuurwiel steviger vast dan normaal
als de auto uit koers raakt door zij-
wind.
De auto is met name gevoelig voor
zijwind bij het verlaten van een tunnel
of onderdoorgang, bij het rijden op
een brug of dijk en bij het passeren
van of gepasseerd worden door een
vrachtwagen of een ander groot voer-
tuig.
Tijdens een regenbui of als het
wegdek nat is, kan de weg glad
zijn en kan het zicht beperkt zijn.
Schakel in dergelijke gevallen het
dimlicht in om uw auto beter zicht-
baar te maken voor andere weg-
gebruikers. Vergroot de afstand
tussen uw auto en voorliggers, rijd
veilig met een lagere snelheid dan
normaal en vermijd abrupt accele-
reren, remmen en sturen.
Gebruik de achterruitverwarming
en de airconditioning om te voor-
komen dat de ruiten beslaan.
Aquaplaning zal zich sneller voor-
doen bij spoorvorming en bij het
rijden door grote plassen.
Op natte wegen en wegen met
smeltende sneeuw kan zich een
dun laagje water vormen tussen de
banden en het wegdek.
Rijden bij slecht weer
Als het zicht slecht is door mist
Bij harde wind
Als het regent
Aquaplaning
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 269 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
271
4
Handleiding Supra 4-1. AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
AANWIJZINGEN VOOR HET RIJDEN
Zorg ervoor dat u hierbij andere
weggebruikers niet hindert.
De warmte die door het remmen
wordt gegenereerd, zorgt ervoor
dat de remschijven en -blokken
droog worden en beschermt ze
tegen corrosie.
Zo is er onmidde
llijk remvermogen
beschikbaar als dat nodig is.
■Algemeen
Gebruik, als u een lange of steile
helling af rijdt, de versnelling waar-
bij u het minst hoeft te remmen.
Anders kan het remsysteem over-
verhit raken en kan de remwerking
verslechteren.
De effectiviteit van de motorrem-
werking kan worden vergroot door
handmatig terug te schakelen,
indien mogelijk zelfs naar de eerste
versnelling.
■Veiligheidsaanwijzingen Corrosie van de remschijven en
vervuiling van de remblokken doen
zich onder de volgende omstandig-
heden eerder voor:
Weinig kilometers.
Langere perioden waarin de auto
niet wordt gebruikt.
Weinig gebruikmaken van de
remmen.
Gebruik van agressieve, zure of
alkalische reinigingsmiddelen.
Als de remschijven gecorrodeerd
zijn, zullen de remmen trillen, wat
over het algemeen niet opgelost
kan worden.
Als de automatische airconditioning
in werking is, vormt zich condens
die onder de auto wegloopt.
De hogere mechanische en thermi-
sche belasting die voortkomen uit het
rijden op circuits leiden tot snellere
Helling af rijden
WAARSCHUWING
Zelfs het licht, maar continu bedienen
van het rempedaal kan oververhitting,
slijtage van de remb lokken en zelfs
uitvallen van het remsysteem veroor-
zaken. Er bestaat een kans op onge-
vallen. Vermijd overmatige belasting
van de remmen.
WAARSCHUWING
Bij stationair draaien of als de motor
uit is, is de werking van veiligheidsge-
relateerde functie s beperkt of zijn
deze functies nie t beschikbaar, bij-
voorbeeld de motorremwerking en de
bekrachtiging v an de remmen en de
stuurinrichting. Er bestaat een kans
op ongevallen. Laat d e auto niet rol-
len bij stationair toerental of als de
motor uit is.
Corrosie van d e remschijven
Condensvorming als de auto
geparkeerd is
Rijden op een circuit
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 271 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
332
Handleiding Supra5-1. MOBILITEIT
SymboolBetekenis
VSC (Vehicle Stability Con-
trol-systeem)
Parkeerrem
Airconditioning
De voorruit ontdooien en
ontwasemen
Aanjagermotor, interieurven-
tilatie
Achterruitverwarming
Stoelverwarming
Stoelinstelling
Crash-Security Module
Instellen stuurkolom, licht-
schakelaar, stuurinrichting,
bedieningspaneel audio
Hifiversterker, videomodule
tv
Binnenspiegel
Functie dakconsole mid-
den, elektronica buitenpor-
tiergreep
Instrumentenpaneel
Extra accu: Dual Accumula-
tor System (DSS)
Elektronica brandstofpom-
pregeling, NVLD-lekdetec-
tie, gasgenerator voor
aansluiting accubeveiliging,
ontvanger afstandsbedie-
ning
Openingssysteem elek-
trisch bedienbare ruit
Verwarming en airconditio-
ning
Diagnoseaansluiting (inter-
face) auto
Interieurverlichting in de
bagageruimte
Vertical Dynamic Platform
Vertical Dynamic Platform
Vertical Dynamic Platform
Monocamera (Kafas)
Hoofdeenheid
Active Sound Design
USB-hub
Body Domain Controller
SymboolBetekenis
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190
3.book Page 332 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
444
Handleiding SupraAlfabetische index
Alfabetische index
A
A/C-toets, zie Koelfunctie ............ 252
Aanbevolen bandenmerken......... 283
Aanbevolen brandstof.................. 307
Aansluiting, diagnose .................. 317
Aansluitingen, aansluiten van
elektrische apparatuur, zie
12V-accessoireaansluitingen .... 258
Aansluitpunt, starthulp ................ 345
Aanvullend tekstbericht ............... 153
Aanwijzingen .................................... 4
Aanwijzingen voor het rijden....... 267
ABS, antiblokkeersysteem .......... 215
ACC, zie Adaptive Cruise Control ........................................ 225
Acceleratie-assistent, zie Launch control ........................... 148
Accessoires en onderdelen ............. 7
Accu ............................................... 328
Accu inleveren .............................. 329
Achterklep ....................................... 85
Achterklep via afstandsbediening ....................... 77
Achterklep, noodontgrendeling .... 86
Achterlichten, zie Lampen en lichten.......................................... 327
Achteruitrijcamera, zonder Surround View ............................ 242
Achteruitrijlicht, vervangen van
lampen, zie Lampen en lichten . 327
Actieve motorkap, zie Actieve voetgangerveiligheid ................. 190
Actieve veiligheid, zie Toyota Supra Safety ............................... 192
Actieve voetgangerveiligheid ...... 190
Actieve-koolstoffilter .................... 255
Adaptive Brake Assist.................. 216
Adaptive Cruise Control met
Stop & Go (ACC) ..... ................... 225
Adaptive Variable Suspension-systeem ................. 249
Additieven, motoroliesoorten...... 311
Afmetingen .................................... 356
Afstandsbediening ......................... 50 Afstandsbediening van de auto,
batterij vervangen ........................ 78
Afstandsbediening, extra ............... 78
Afstandsbediening, geïntegreerde sleutel ................... 80
Afstandsbediening, openen/sluiten .............................. 74
Afstandsbediening, storing ........... 79
Afstandsbediening, verlies ............ 79
Afstandswaarschuwing, zie Parking Sensors ......................... 237
Afstellen van de koplampen ........ 176
Afvoeren, koelvloeistof ................313
Airbags .......................................... 179
Airbags voor.................................. 179
Airbags, controlelampje/ waarschuwingslampje ............... 181
Airbagschakelaar, zie Schakelaar voor het in- en uitschakelen van
de voorpassagiersairbags ......... 188
Airconditioning ............................. 250
Alarm, vals....................................... 93
Alarmknipperlichten ..................... 337
Alarmsysteem ............. .................... 92
Algemene instellingen.................... 61
Algemene rij-informatie................267
All-seasonbanden, zie Winterbanden........................ 283
Antiblokkeersysteem, ABS .......... 215
Antidiefstal-alarmsysteem, zie Alarmsysteem ............................... 92
Antidiefstal, wielbouten ............... 301
Antidiefstalsysteem, vergrendelen ................................. 76
Antidiefstalsysteem,
zie Antidiefstalwielbouten ......... 301
Antidiefstalwielbouten ................. 301
Antiverblinding, zie Zonneklep.... 258
Apparaten, beheren ........................ 72
Apple CarPlay, verbinding maken met de auto ....................... 70
Aquaplaning .................................. 269
Asbelasting, gewicht .................... 357
Assistentiesystemen met camera's, zie Toyota Supra Safety ............. 192
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 444 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
445
Handleiding SupraAlfabetische index
Auto stallen ................................... 354
AUTO-programma,
automatische airconditioning ... 253
Auto, inrijden ................................ 266
Auto, lakwerk ................................ 351
Auto, status................................... 168
Auto, verzorging ........................... 350
Auto, wassen ................................ 349
Automaat, zie Automatische
transmissie ................................. 143
Automatic High Beam-systeem... 174
Automatische airconditioning ..... 250
Automatische antiverblindingsregeling,
zie Automatic High
Beam-systeem ............................ 174
Automatische cruise control,
zie Adaptive Cruise Control ...... 225
Automatische noodoproep .......... 339
Automatische ontgrendeling ......... 91
Automatische parkeerfunctie, buitenspiegel .............................. 106
Automatische transmissie ........... 143
Automatische vergrendeling ......... 91
Automatische verlichting............. 171
Autopech, zie Pechhulp ............... 337
Autosleutel, zie Afstandsbediening ................. 74
Autoverzorgingsproducten ......... 350
Autowasstraat ............................... 349
B
Baby- en kinderzitjes, i-Size ........ 114
Baby- en kinderzitjes,
zie Veilig vervoeren van
kinderen ...................................... 110
Bagage opbergen en
vastzetten.................................... 263
Bagage vastzetten ........................ 263
Bagageruimte ............................... 262
Bagageruimte, noodontgrendeling ...................... 86
Banden en wielen ......................... 278 Banden waarmee in noodsituaties
kan worden doorgereden .......... 284
Banden, beschadiging ................. 281
Banden, vervangen....................... 282
Bandeninstellingen....................... 291
Bandenmerken, aanbeveling ....... 283
Bandenreparatieset, zie Mobiliteitssysteem ............... 285
Bandenreparati evloeistof,
zie Mobiliteitssysteem ............... 285
Bandenspanning........................... 278
Bandenspanning........................... 278
Bandenspannings- controlesysteem (TPM) .............. 290
Batterij vervangen, afstandsbediening van de auto... 78
Bediening via de controller............ 52
Bediening via het touchscreen...... 54
Bedieningsmenu's, zie Toyota Supra Command ........ 47
Bedieningsprincipe Toyota Supra Command .............. 47
Bekerhouder.................................. 261
Belading......................................... 262
Belangrijke overwegingen ........... 110
Benzinesoort ................................. 308
Beoogd gebruik ................................6
Berichten ......................................... 64
Beschadiging, banden ................. 281
Bestuurdersprofielen ..................... 86
Beveiligingsfunctie, ruiten, zie Klembeveiliging ...................... 95
Bevestigingen baby- of kinderzitje, ISOfix ....................... 113
Bevestigingssignalen van
de auto........................................... 91
Bewegingssensor in het interieur ......................................... 93
Binnenspiegel, automatisch dimmen........................................ 106
Blikjeshouder, zie
Bekerhouder ............................... 261
Blind Spot Monitor........................ 208
Bluetooth-verbinding ..................... 67
Blusser, zie Brandblusser ............ 343
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 445 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM