Page 201 of 269

Verzorging van de auto1993. Druk op de schuifborgpen.4. Trek het wisserblad eruit.Gloeilamp vervangen
Contact uitschakelen en desbetref‐
fende schakelaar uitschakelen of
portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting vastpakken. Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Gebruik bij vervanging altijd hetzelfde type gloeilamp.
Vervang de gloeilampen van de
koplampen vanuit de motorruimte.
Let op
Na rijden in zware regenval of na
een wasbeurt kunnen de lenzen van sommige externe lampen beslagen
lijken.
Dit wordt veroorzaakt door het
temperatuurverschil tussen de
binnen- en buitenkant van de lamp.
Dit komt overeen met de condensa‐
tie op de ruiten in uw auto tijdens
regen en betekent niet dat er een
probleem is met uw auto.
Wanneer er water in het gloeilamp‐
circuit lekt, laat u de auto controleren
door uw erkende werkplaats.Halogeenlampen9 Waarschuwing
Halogeenlampen bevatten
gecomprimeerd gas en kunnen
barsten als deze vallen of krassen oplopen. U of anderen kunt/
kunnen letsel oplopen. Ga te werk volgens de instructies op de
verpakking van de lamp.
Led-verlichting
Op deze auto zitten meerdere led-
lampen. Neem voor vervanging van
een led-lamphuis contact op met een
werkplaats.
Halogeenkoplampen Baselevel-koplamphuis In het koplamphuis van het baselevel-
model van de auto zitten halogeen‐
lampen voor groot licht en dimlicht,
led-lampen voor de richtingaanwij‐
zers plus lampen voor de zijverlich‐
ting en dagrijlichten.
Page 202 of 269

200Verzorging van de auto
Passagierszijde afgebeeld, bestuur‐
derszijde vergelijkbaar.
Verwijder aan de bestuurderszijde de vulkraag voor het sproeiervloeistofre‐
servoir alvorens een lamp te vervan‐
gen.
1. Lampen groot licht
2. Lampen dimlicht
Lampen groot licht en dimlicht 1. Open de motorkap.
Motorkap 3 192.2. Verwijder de afdekking.
3. Draai de lamp linksom en trek deze recht naar achteren toe los.
4. Koppel de kabelboomstekker los van de lamp.
5. Draai de nieuwe gloeilamprechtsom in het koplamphuis.
6. Sluit de kabelboomstekker weer aan.
7. Plaats de afdekking.
Plaats aan de bestuurderszijde de
vulkraag voor het sproeiervloeistofre‐
servoir terug door deze met enige
kracht en recht in het reservoir te
duwen. Controleer of de clip van de vulkraag in de borging van de zeke‐
ringenkast in de motorruimte grijpt.
Uplevel-koplamphuis
In het koplamphuis van het uplevel-
model van de auto zitten led-lampen
voor groot licht en dimlicht, lampen
voor de richtingaanwijzers plus
lampen voor de zijverlichting en
dagrijlichten.
Page 203 of 269
Verzorging van de auto201Mistlampen voor
U kunt de lampen bereiken langs de
onderkant van de auto
1. Draai het desbetreffende wiel voor betere toegang naar binnen
en draai de drie torxbouten aan de buitenkant van de wielkuip los.
Boordgereedschap 3 209.
2. Trek de voering weg en houd deze vast om bij de lamphouder te
kunnen komen.
3. Trek de borglip naar buiten en trek
de stekker uit de lampfitting.
4. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze uit de reflector.
5. Vervang de lamp in de lampfitting
en klik deze weer vast aan de
stekker.
6. Plaats de lampfitting in de reflec‐ tor door deze rechtsom vast te
draaien.
7. Breng de voering weer aan en draai de drie torxbouten vast.
Achterlichten
Linkerzijde
1. Maak beide afdekkingen aan de buitenkanten met een schroeven‐
draaier los. Verwijder beide
afdekkingen en draai de schroe‐ ven los. Verwijder het paneel.
Page 204 of 269
202Verzorging van de auto
2. Maak de afdekking eerst los dooreen schroevendraaier bij de
uitsparing in te steken. Maak de
afdekking vervolgens vooraan en
bovenaan los. Verwijder de afdek‐
king.
Rechterzijde
1. Verwijder de klep van het opberg‐
vak en de bandenreparatieset.
2. Verwijder de afdekking.
3. Achter- / remlicht, indien niet uitgerust met leds (1)
Richtingaanwijzer (2)
Lamp achteruitrijlicht (3)
Page 205 of 269
Verzorging van de auto2034. Verwijder de lamphouder. Verwij‐der de gloeilamp en vervang
deze.
5. Plaats de lamphouder in het achterlamphuis. Plaats het
achterlamphuis in de carrosserie
en haal aan. Sluit de afdekkingen
en klik ze vast.
6. Schakel het contact in en ga na of
alle lampen werken.
Kentekenverlichting1. Verlichting met schroevendraaier loswerken.
2. Lamphuis naar beneden toe verwijderen, hierbij niet aan de
kabel trekken.
Lamphouder linksom losdraaien.
3. Gloeilamp uit lamphouder nemen en nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. Lamphouder in lamphuis plaatsen
en rechtsom draaien.
5. Lamphouder aanbrengen en met een schroevendraaier vast‐
draaien.
MistachterlichtU kunt de lampen bereiken langs de
onderkant van de auto.
1. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze uit de reflector.
Page 206 of 269

204Verzorging van de auto2.Klik de lampfitting los van de stek‐
ker door op de borgnok te druk‐
ken.
3. Vervang de lamp in de lampfitting
en klik deze weer vast aan de
stekker.
4. Plaats de lampfitting in de reflec‐ tor en draai deze rechtsom vast.Elektrisch systeem
Zekeringen Controleren of het opschrift op de
vervangende zekering overeenkomt
met dat op de defecte zekering.
In een kastje boven de plusklem van
de accu zitten enkele hoofdzekerin‐ gen. Deze zo nodig laten vervangen
door een werkplaats.
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.
Een defecte zekering is te herkennen
aan de doorgebrande smeltdraad.
Zekering pas vervangen wanneer de
oorzaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Let op
Het is mogelijk dat niet alle beschre‐
ven zekeringenkasten op uw auto
aanwezig zijn.Raadpleeg bij een controle van de
zekeringenkast de bijbehorende
sticker.
Zekeringtrekker
In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐
ker.
Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op zekering steken en zekering
lostrekken.
Zekeringenkast inmotorruimte
De zekeringenkast zit in de motor‐
ruimte.
Page 207 of 269
Verzorging van de auto205Maak de afdekking los, til deze op en
verwijder deze.MinizekeringenNr.Stroomkring1Zonnedak2Buitenspiegelschakelaar /
regensensor / elektrisch
bediende ruit DRV3–4–5Elektrische remregelmodule6Intelligente accusensor7Stuurslot8Transmissieregelmodule9–10Achteruitkijkcamera / achteruit‐
kijkspiegel / lichtschakelaar /
koplampen11Achterruitwisser12Verwarmbare achterruit13Stoel, lendensteun14Verwarmbare buitenspiegels15Lpg-module / regelmodule
brandstofsysteemNr.Stroomkring16Stoelverwarming17Transmissieregelmodule
achtercompartiment / koelvloei‐
stofpomp / hulpverwarming18Motorregelmodule achtercom‐
partiment19Brandstofpomp20–21Koelventilator22–23Bobine / verstuivers24Sproeierpomp25Koplampstelelement26Motorregelsensoren27–28Contactslot29Contactslot 1/230Uitlaatsysteem31Groot licht links32Groot licht rechts33Motorregelmodule
Page 208 of 269
206Verzorging van de autoNr.Stroomkring34Claxon35Airconditioning36Mistlamp
JCASE zekeringen
Nr.Stroomkring1Elektrische remregelmodule2Ruitenwisser voor3Lineaire stroommodule4Voedingsaansluiting van zeke‐
ringenkast instrumentenpaneel5–6Brandstofverwarming7Startmotor8Koelventilator9Koelventilator10Motorregelmodule / gloeibougie11StartmotorZekeringenkast
instrumentenpaneel
Bij auto's met het stuur links zit de
zekeringenkast interieur aan de
onderzijde van het instrumentenpa‐
neel aan de bestuurderszijde. Verwij‐ der het opbergvak om bij de zekerin‐
gen te komen. Open het opbergvak
en trek eraan om dit te verwijderen.